Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven (XV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven (XV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde Broeder l

Wij hebben alweer een nieuwen kalender is ome huiskamer opgehangen, natuurlijk een Christelijken, en eren natuurlijk den onze. Mogelijk hebt gij er wat moeite aan moeten besteden, voor het ding goed en wel hing. Als het ontbreekt aan een geschikt plakmiddel, dan kan het toon gebeuren, dat het blok wel vast zit aan het schild, zoolang de kalender ligt, en dan kan het blok het schild wel tillen, maar bij het ophangen blijkt, dat het schild het blok niet kan dragen, 't Is ook zoo zwaar en dik! 365, ditmaal 356 blaadjes! Van dag tot dag lal het blok echter lichter en magerder worden, tot op 31 Deo. nog slechte één blaadje overblijft.
Jonathan heeft het in zijn „Waarheid en Droomen” onder meer ook over zijn klok, een erfstuk van zijn vader. Op die klok stond een spreuk, „Una ex his hora mortis”, d.i. een van deze is uw doodsuur. Ook op den kalender zou zeker voor menigeen een soortgelijks spreuk kunnen staan, „Una ex his dies mortis”, d.i. een van deze is uw sterfdag. Elke dag van het vorige jaar is geweest een sterfdag voor velen; elke dag van dit jaar zal het zijn. „Memento mori” roept de kalender een iegelijk van ons toe, gedenk te sterren! Elke dag kan voor u de laatste zijn! Hoevelen onzer sullen worden opgeroepen om te verschijnen voor hunnen Rechter? Wij weten het niet! Zullen wij er toe behooren, gij of ik? 't Is ons onbekend. Zal het vreeselijk voor u zijn, te moeten sterven?
In datzelfde stuk verandert Jonathan voor zich het opschrift in „Una ex Ma hora vitae”, d.i. een van deze is uw levensuur, namelijk het uur, waarop uw leven eigenlijk begint. Hier liggen wij „midden in den dood”. Voor wie het leven beerven, zal gelden, dat zij „midden in het leven” staan, zender doodsopenbaring of -bedreiging. Zullen wij er Trede mede hebben, dat mogelijk een der dagen van 1924 onze sterfdag is, dan zal het voor ons moeten zijn: „Una ex his dies vitae,” een van deze de dag onzes levens. Maar dan zal ook het „memento mori” voor ons moeten veranderen in een „memento virere”, gedenk te leven. Nietwaar, het leren begint toch voor een kind des Heeren eigenlijk niet bij zijn sterven, het is er vóór dien tijd; het is er, als God de Heere genade aan ons verleent, En dan blijft het niet de vraag, hoe wij sterren zullen, doch: hoe wij leven zuilen. Het gaat in het diepst van het geestelijke leven om de vraag, die is de eeuwigheid haar volkomen beantwoording? vindt n.l. deze, hoe God tot Zijne eere komt. Daarbij raakt de bezorgdheid om onze zaligheid op den achtergrond. Ook in dit opzicht moeten wij onszelf verliezen.
Velen hebben in 1923 hun „dies mortis” gevonden. Door Gods genade is hij ook voor velen een „dies vitae” geweest. Mogen wij dit van onze dierbare afgestorvenen gelooven, wat troost ligt daar dan in: Zij zijn verlost; God heeft hun wèl gedaan. En is het, dat het vleesch het vleesch niet missen kan, als de geest door Gods Geest mag zien op de weldaad, hun geschonken, dan kan er rusten zijn in Zijne daden es dan roepen onze dooden ons toe: gedenkt te leren! De vreeze voor den dood wordt zonder dit niet weggenomen, is zonder dit onvruchtbaar! Gedenkt te leren! Zoekt het leven in Hem, die het Leren is, wiens „hora mortis” de „dies” en „hora vitae” van als Gods gekenden waarborgt.
1924 zij u een rijk gezegend jaar. Zijt gij nog onwedergeboren, de Heere wederbare u door Zijn Geest en Woerd, en moogt gij die weldaad bezitten, dan geve Hij u verheugd te zijn, als gij ziet, dat het blok al dunner en dunner wordt, in de wetenschap: elk blaadje, dat afgescheurd wordt, brengt mij dichter bij mijn „dies mortis”, mijn „dies vitaet”
Weeë den Heere naar lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid bevolen.

t.t.
4-1-'24. L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven (XV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 januari 1924

De Wekker | 4 Pagina's