Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingewikkeld geloof (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingewikkeld geloof (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prediking als verkondiging. Het boekje dat prof. Blaauwendraad schreef raakt vooral de prediking, waarin hij schraalheid constateert. Hij spreekt over verwarring die zich op dit punt voordoet binnen de gereformeerde gezindte. Daarmee is vooral bedoeld de prediking zoals deze gehoord wordt in, laat ik zeggen, de rechterflank van deze gezindte. Er zou vanzelf ook een heel verhaal zijn te schrijven over de verwarring, de verschraling en uitholling die zich aan de andere kant van dezelfde kerkengroep voordoet.

Er wordt nog al gepreekt in Nederland. Men staat verbaasd hoeveel mensen zich ondanks kerkverlating nog scharen onder het geklank. De steden geven een slecht beeld, maar men moet ook niet uitvlakken hoeveel gelovigen zich daar iedere zondag nog kerkwaarts begeven. Op het land is de zaak mogelijk beter. Maar de hoeveelheid kerkgangers zegt op zichzelf nog niets omtrent de kwaliteit van de prediking. En die is lang niet overal te prijzen.
Als ik spreek over verschraling en uitholling van de prediking, denk ik vooral aan die preken, waarin niet meer de redelijke en onvervalste melk van Gods Woord wordt aangeboden. Het gaat dan om ontroomde melk, die men zo lang ze nog iets van melk heeft, taptemelk pleegt te noemen. Geen exegese, geen visie op de Godsopenbaring, geen aangeven van bijbelse lijnen, het ontbreken van bijbels-systematisch denken, geen fraai dogmatisch grondpatroon, geen overtuiging of warme aanbeveling zelfs, en daar gaat het heen. Jaar en dag, flauw aftreksel van wat eens een preek had kunnen worden. Buiten het leven staand, een vrome bezigheid, die men lang kan volhouden zonder dat men resultaat ziet. Tegen die verfrommeling van de boodschap zou ieder moeten protesteren, omdat zij geen inhoud meer heeft. Gemeenten kunnen dood gepreekt worden. Tegen dit euvel richt zich het boekje niet. En het wordt hier door ons ook niet ter sprake gebracht, om de zaak in evenwicht te houden. Misschien moet deze vorm van uitholling van de preek later nog eens ter sprake komen. Het boekje van prof. Blaauwendraad richt zich op een ander euvel, dat even dodelijk kan zijn voor het geheim van de prediking. Het is dat van de verschrompeling van het aanbod, zoals hij het noemt.

Wie worden genodigd?
Wat met het laatste bedoeld wordt, blijkt aan het eind van het eerste hoofdstuk. Ik citeer daaruit het volgende stukje: „Wij zijn nu zo rationalistisch, zo verstandelijk geworden, dat we niet meer goed uit de voeten kunnen met een welmenend evangelie-aanbod aan allen. Er wordt vaak uiterst terughoudend en geremd over gesproken. Op zijn best wordt een preek van een uur afgesloten met een laatste wens of er nog mochten worden toegebracht en de verzekering dat het nog mogelijk is. Dat is een verschrompeld aanbod. Zo is het niet bedoeld. Dan heeft het niet in de preek gefunctioneerd. De aanbieding van het heil en het wijzen op de schuldige plicht om aan te nemen mag de ruggegraat van de hele preek zijn, ja moet met grote regelmaat in de prediking terugkomen". Even verder schrijft prof. Blaauwendraad: „Het moet de dominee ook niet om het even zijn of er veel of weinig vrucht is op zijn prediking. Hij laat God God, maar ziet er hartelijk naar uit dat zielen worden toegebracht. En de gemeente merkt dat. De gemeente wordt dan met een gunnend hart tegemoet getreden met de dringende nodiging en vermaning tot Christus te komen. Een preek is dan meer dan een leerzame toespraak. Het wordt een áánspraak, die beweegt om christen te worden". Nog even verder lezen we: „Op geen enkele wijze staat ter discussie de Wet te preken als tuchtmeester tot Christus. Maar dat is alleen reden te meer om een ruim aanbod te preken, want een ontwaakte, gealarmeerde zondaar heeft zo veel reden om zichzelf uit te sluiten. Hij of zij zal nooit in eigen waarneming voldoen aan voorwaarden van verootmoediging en schuldbesef. Daarom worden ontdekte en nog verharde zondaren zonder verschil even hartelijk genodigd. Niemand hoeft zichzelf dan uit te sluiten".
Het is zonder meer duidelijk dat hier een warm en dringend pleit wordt gevoerd voor een ruime en onbeperkte prediking van het evangelie. Wij menen dat de schrijver in zijn pleit voor deze ruimte geheel en al de Schrift aan zijn zijde heeft. Hij is daarbij op een goede manier reformatorisch bezig.

De prediking van de Reformatie
Om te weten wat goed reformatorisch is, dienen wij te rade te gaan bij de kerkhervormers zelf. Men kan de proef op de som nemen, door preken te lezen van Luther, Calvijn, Zwingli en vele anderen. Zij hebben in geheel verschillende situaties het Woord Gods bediend. Wanneer men vraagt hoe was hun methode van preken, dan valt de verscheidenheid allereerst in het oog. Luther was de man van de directe prediking, zo recht op de man af. Hij ontwikkelde een eigen stijl, waaraan hij ook duidelijk te herkennen is. Het cirkelt bij hem vrijwel altijd om de grote gave van de rechtvaardiging door het geloof alleen. Hij legde de Schrift vrijwel altijd zo uit, dat deze boodschap naar voren kwam. Als de tekst hem in dit opzicht niet tegemoet kwam, zorgde hij door zijn verklaring wel, dat de rechtvaardiging door het geloof er uit kwam. We nemen het hem niet kwalijk, op geen enkele manier, ook al zouden wij vandaag zo iemand wel iets willen zeggen over de manier van preken. Maar er was en er is maar één Luther. Zijn preken zijn fris en boeiend. Men grijpt er naar en men bemerkt, dat bij hem geen spoor is te ontdekken van een beperking, die hij in zijn preken wil aanbrengen. Er was, als het hier om gaat een vol en rijk aanbod van genade, gedrenkt als het ware in de overtuiging, dat genade gewerkt wordt door de prediking.
Ik vind dit een belangrijk punt, dat wij vandaag veel te weinig in rekening gebracht zien. De prediking was voor de Reformatie een genademiddel. Niet de sacramentele opvatting van het heil, maar de Woord-bediening staat hier centraal. Wij preken. Jazeker, het is een actie van de kerk. Maar deze daad, iedere zondag of hoe vaak dan ook, is slechts te verstaan binnen de goddelijke ordening van het heil. Het heeft God nu eenmaal behaagd om door de dwaasheid van de prediking zalig te maken degenen die geloven. En zij die geloven, ontvangen dit geloof door middel van de prediking.
Van dit laatste was Calvijn beslist overtuigd. Hij preekt totaal anders dan Luther. Men moet de smaak eerst te pakken krijgen, wanneer men Calvijn gaat lezen. Achter de ingehouden gloed, waarmee hij de Schriften opent, schuilt echter de volle overtuiging, dat het God is, die dit middel gebruikt. Als we dit niet geloofden, zouden we nooit meer de preekstoel opkomen. Stel je voor, dat wij mensen zouden kunnen bekeren. Wij zouden veel meer uitverkiezing toepassen, dan wie van de reformatoren ooit gedaan heeft.
Bij Calvijn gingen de Schriften open. Van de 59 forse delen die zijn werk tellen is bijna de helft gewijd aan zijn preken en commentaren. Zijn Institutie, zijn traktaten en brieven vullen de overige delen. Het is duidelijk, dat voor Calvijn het accent voor een groot deel op de prediking lag. Zijn manier van preken is niet meer de onze. Maar er zijn weinigen die hem ook maar uit de verte benaderen, als het gaat om de uitleg van de Schrift. En zijn fundamentele overtuiging was, dat het God behaagt om de prediking te gebruiken als een middel om zondaren te verlossen en tot het heil te brengen.
Deze gedachte van de heilsbemiddeling treft ons bij de reformatoren. Ook Zwingli zou men daarbij niet moeten vergeten. Het is de vraag of binnen de wereld die zich vandaag graag aandient als „reformatorisch", deze opvatting ten volle gehonoreerd wordt.
Daarover D.V. een volgende keer verder.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Ingewikkeld geloof (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1997

De Wekker | 16 Pagina's