Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een tweede eerste liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een tweede eerste liefde

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alleen blijven, afwachten of actief op zoek gaan naar een nieuwe levensgezel? Het is een dilemma waar veel weduwnaars en gescheiden mannen mee worstelen. Jan Proos en Johannes Luiten kennen het van binnenuit. ”Ik heb Rieneke nooit als een kopie van Evedien gezien, maar je neemt de ervaring van je eerste huwelijk wel mee.”

Het is geen vraag of Johannes (39) en Rieneke Luiten (37) jong kroost hebben. In de woonkamer domineert de lage tafel met een rij kleuterstoeltjes ervoor. Pal ernaast staat een box. In acht jaar kreeg Rieneke vijf kinderen. De jongste kijkt vanuit een schommelstoeltje tevreden lachend om zich heen.

Een foto in de vensterbank toont de nu 15-jarige Hannah, als baby. In de armen van haar eigen moeder, die in 2005 overleed, na nog geen drie huwelijksjaren. Johannes wist op de trouwdag al dat ze een onzekere toekomst tegemoet gingen. „Mijn eerste vrouw leed aan een syndroom waardoor op verschillende plekken in het lichaam tumoren konden ontstaan. Haar moeder is daar op 52-jarige leeftijd aan overleden. Toen wij trouwden was Evedien al een paar keer onder het mes geweest, maar je bent jong en optimistisch.”

Het ging anders dan ze hadden gehoopt.De nieuwe tumoren die ontstonden, op het ruggenmergkanaal, waren inoperabel. „Het proces heeft ongeveer een halfjaar geduurd. Langzamerhand kreeg Evedien een dwarslaesie. Een paar weken voor het einde kwam ze naar huis om te sterven.”

De situatie na de begrafenis omschrijft de inwoner van Waddinxveen met één woord. Ontreddering. „Eerst wil je niet geloven dat het sterven onafwendbaar is. Dan moet je het accepteren, maar je hebt elkaar nog. Kom je na de begrafenis thuis, dan is het verlies definitief. Praktische problemen heb ik door alle hulp die werd verleend niet gehad; emotioneel sta je er alleen voor. Ik moest me er echt toe zetten om mijn studie af te ronden.”

De baan die hij vond aan het Driestar College in Gouda gaf structuur, zekerheid en een kring van betrokken collega’s. In dezelfde periode werd het huis dat hij huurde door de eigenaar verkocht. „Dat vond ik heel moeilijk, door alle herinneringen die aan die woning verbonden waren.”

De eerste jaren na het overlijden van Evedien had hij totaal geen behoefte om op zoek te gaan naar een nieuwe levensgezel. Geleidelijk kwam er meer openheid voor. „Toen ik Rieneke leerde kennen, dacht ik: zij zou het kunnen zijn. Ik was niet op slag verliefd; het was een belangstelling die langzamerhand ontwaakte.”

STAGIAIR

Bij Rieneke, de negende uit een gezin met twaalf kinderen, verliep het net zo. „Ik was altijd wat afhoudend naar jongens. Aan mijn lijf geen polonaise. Bij Johannes dacht ik voor het eerst: met hem zou het wat kunnen worden.”

Het was door haar studie Spaans dat ze als stagiair op het Driestar College belandde en Johannes ontmoette. Toen ze hoorde dat desympathieke economiedocent een kind had, zette ze direct een streep onder haar gevoelens voor hem. Tot bleek dat hij weduwnaar was. „Dat maakte de situatie voor mij totaal anders. Tegen een uitdaging zie ik niet op. Mijn stage was intussen afgelopen, dus we zagen elkaar niet meer, maar ik wist dat hij nog studeerde. Net als ik aan de Universiteit Utrecht. Op een morgen heb ik gebeden of ik hem mocht ontmoeten. Ruim voor tijd ging ik naar de universiteit. Daar zat ik in de kantine om me heen te kijken, zonder resultaat. Ineens hoorde ik achter me: „Hé, Rieneke.” Daar stond hij. Dat was voor mij de bevestiging. Dit is de man die God voor mij heeft bestemd.”

Johannes ervoer de nieuwe verkering niet als ontrouw aan zijn eerste vrouw. Wel vroeg hij zich soms af hoe ze erover zou hebben gedacht. „Voor haar sterven hebben we meer dan eens over mijn toekomst gesproken, maar dan repte ze nooit over een eventueel tweede huwelijk. Ik vermoed omdat ze de gedachte daaraan pijnlijk vond. Daar heb ik wel een tijdje mee gezeten. Het maakt het aangaan van een tweede relatie gemakkelijker als je weet dat je eerste vrouw daar positief tegenoverstond.”

Voor Jan Proos (60) was dat de realiteit. Willy, zijn eerste echtgenote, drukte hem op het hart na haar sterven niet alleen te blijven. Toen wilde hij er niet over horen, na haar overlijden in 2014 was hij er dankbaar voor. „Ik vond het heel moeilijk om mijn leven weer op te pakken en had behoefte aan een maatje met wie ik mijn verdriet kon delen. Toen ik dat aan mijn oude moeder vertelde, was haar antwoord: „Dan moetje op zoek gaan, en goed op je gevoel letten. En het moet iemand zijn die niet te ver onder jouw niveau zit, want je moet met elkaar over alle dingen van het leven kunnen praten.” Dat was een wijs advies. Ik zat nog volop in het rouwproces toen ik Ineke leerde kennen, maar het klikte vanaf de eerste ontmoeting. Waarschijnlijk omdat ook zij weet wat rouw is.”

PRATEN

De 51-jarige ic-verpleegkundige, jongste dochter uit een gezin met twaalf kinderen, verloor op 15-jarige leeftijd een broer. „Heel onverwachts, aan een hersenbloeding. Hij liet een vrouw en drie jonge kinderen achter. Tweeënhalf jaar daarna is mijn vader plotseling overleden. Toen ik 27 was, overleed mijn oudste broer aan kanker. Ook door mijn werk ontmoet ik mensen in de diepe dalen van het leven.”

Jan voelde vanaf het eerste moment dat Ineke hem begreep, ook in zijn emoties. „We hebben veel gepraat en veel gehuild. Terwijl er bij mij nog zo veel pijn zat, begon ik aan iets nieuws. Dat is dubbel, maar ik had niet het gevoel dat ik er verkeerd aan deed. In gesprekken met andere weduwnaars ontdekte ik dat geen twee situaties gelijk zijn en dat geen twee mensen gelijk zijn.”

Ineke voelde zich door het rouwen van Jan geen moment tweede keus. „Ik vond het juist heel mooi dat hij met zo veel warmte over zijn overleden vrouw sprak. Iemand die trouw is en kan liefhebben, kan dat ook voor een tweede keer. Ook voor mij had hij heel veel belangstelling. Ik zat in een moeilijke periode, omdat een agressieve patiënt een paar van mijn vingers had gebroken. Van mezelf ben ik behoorlijk stabiel, maar dat heeft me enorm geraakt. Voor het eerst van mijn leven was ik bang en onzeker. Ik was superblij met Jan, die me begreep. We zijn gaan praten en dat doen we nog steeds. Vanaf het begin hebben we ook samen gebeden. Dat is een van de belangrijkste pijlers voor een goed toekomstig huwelijk.”

De gesprekken met de kinderen van Jan en de wederzijdse families waren tijdrovend en spannend. „Je wilt iedereen laten delen in je nieuwe geluk, maar je moet daarin wel voorzichtig zijn”, licht Ineke toe. „Open, voorzichtig en tactisch”, vult Jan aan, „want de een reageert weer anders dan de ander.”

GELUKKIG STELLETJE

De familie van Evedien reageerde begripvol toen Johannes op een dag Rieneke kwam voorstellen. „De vader van Evedien is na het overlijden van zijn vrouw ook hertrouwd, dus hij kende de situatie van binnenuit. Mijn ouders, broers en zussen waren onverdeeld positief.” Ook Rieneke kreeg thuis enkel enthousiaste reacties te horen. „Er was niemand die me ontraadde om met een weduwnaar te trouwen.”

Zijn tweede verkeringsperiode was voor Johannes geen herhaling van de eerste. „Je begint weer bij nul. Rieneke was voor mij een nieuwe vrouw, die ik in alle opzichten moest leren kennen. Ik heb haar nooit als een kopie van Evedien gezien, al neem je de ervaring van je eerste huwelijk wel mee. In het begin zei ik een enkele keer Evedien tegen haar. Puur door de gewoonte.” Rieneke ervoer het niet als pijnlijk. „Ik ben geen jaloers type. Wel merkte ik dat ik moeite had met het bekijken van een foto waarop Evedien voor Johannes zit en hij zijn armen om haar heen heeft geslagen. Echt een gelukkig stelletje. Dan kwam de gedachte boven: was zij niet beter en is Johannes echt los van haar? Nu is die onzekerheid weg. Voor mij is Johannes de eerste en de enige en ik weet dat ik voor hem geen tweede keus ben.Eris een diepe liefde tussen ons gegroeid.” „Een tweede huwelijk is anders, maar bij mij niet minder”, bevestigt Johannes. „Misschien speelt daarin mee dat ik met Evedien maar drie jaar getrouwd ben geweest. Hoe langer je bij elkaar bent, hoe meer je aan elkaar verknocht raakt, als het goed is.”

FOTOALBUMS

Essentieel voor het slagen van een tweede huwelijk is voor Jan de bereidheid om echt opnieuw te beginnen. „Wil je een voortzetting van het oude, dan gaat het mis. Het eerste deel van je levensgeschiedenis verdwijnt niet, maar je begint aan een nieuw hoofdstuk. Met een andere vrouw, die je in haar eigenheid mag liefhebben, zonder dat je het verleden hoeft te negeren. We hebben ons echt verdiept in elkaars achtergrond en leefwereld. Ik heb een bezoek gebracht aan de intensive care van het Ikazia Ziekenhuis; Ineke woonde een van mijn colleges voor de Cursus Godsdienstonderwijs bij. Op zondagavond pakken we geregeld oude fotoalbums en in vakanties bezoeken we plekken waar voor een van beiden bijzondere herinneringen liggen. We gaan bewust ook naar streken die voor ons nieuw zijn. Als basis voor gezamenlijke herinneringen.” Rieneke bespeurt bij zichzelf een zekere weerstand bij het bezoeken van sommige plaatsen die Johannes sterk aan zijn eerste huwelijk herinneren. „In zijn verkeringstijd is hij met Evedien verschillende keren op werkvakantie naar Roemenië geweest. Daar wilde hij graag nog een keer naartoe, maar dat hoefde van mij niet. Jij hebt toch ook herinneringen aan je verblijf in Bolivia die je op zou halen als we daar zijn?” was zijn reactie. Dat ligt voor mij toch anders, merk ik. Een soort gevoelig punt, zal ik maar zeggen.”

De verhuizing naar hun huidige woning in Waddinxveen was voor het echtpaar een goede reden om vast te stellen wat weggegooid kon worden. „Dat luistert bij ons extra nauw”, beseft Rieneke. „Bepaalde voorwerpen hebben voor Johannes of Hannah emotionele waarde. In de gezinskring hebben we het nog regelmatig over Evedien, op een natuurlijke manier. Dat is ook voor de identiteitsontwikkeling van Hannah belangrijk. Toen ze 11 werd, heb ik familieleden en vriendinnen van haar moeder gevraagd om iets over haar te schrijven. Hoe ze was. We bezoeken ook nog regelmatig de familie van Evedien.”

GELIEFD

Jan weet dat sommige mensen in zijn omgeving de wenkbrauwen fronsten toen ze hoorden dat hij met een jaar ging hertrouwen. „Dat snap ik. Bijbels gezien is er geen vaste richtlijn te geven voor de periode die er minimaal moet liggen tussen begraven en opnieuw trouwen. Belangrijk is dat je de stap weloverwogen neemt en je de ander echt kent.”

„Een verkeringsperiode hoorde voor mij toch minimaal een jaar te zijn”, lacht Ineke. „Met Jan had ik na een paar maanden al willen trouwen. Het heeft me geleerd hoe slecht je jezelf kent. Dat maakt me nog voorzichtiger in het oordelen over anderen.” Over de inhoud van de huwelijksdag dachten ze grondig na. „Dat wat achter ons ligt, wilden we niet verdringen, maar het moest geen rouwdag worden. We hebben nooit overwogen in besloten kring te trouwen. Het was bijzonder om de hand te schudden van zo veel mensen die blijk gaven van hun belangstelling.”

De wetenschap dat haar man met een andere vrouw had geleefd, vond Ineke niet moeilijk. „Ik zou het anders ervaren wanneer hij gescheiden was. Dan heb je nog altijd te maken met die ander. Willy heb ik nooit als een rivaal gezien. Ik weet dat Jan heel veel van haar hield en voel me nu op dezelfde wijze door hem geliefd.”

Rieneke ervoer aan het begin van haar huwelijk een lichte onzekerheid. „Johannes was de eerste man die ik naakt zag, omgekeerd was dat niet zo. Op zo’n moment voel je je heel kwetsbaar. Ben ik even mooi als die ander? Johannes heeft me nooit de indruk gegeven dat het niet zo was. Voor ons beiden is seksualiteit een wezenlijk onderdeel van de liefde voor de ander, maar niet het belangrijkste.”

VERSTANDELIJK

De opmerking van een vriend dat een tweede huwelijk altijd gebaseerd is op verstandelijke overwegingen, neemt Jan niet over. „Wel zal de aanloop vaak minder gebaseerd zijn op heftige gevoelens van verliefdheid, zeker als je al wat ouder bent. Je hebt een leven achter je en het onbevangene is eraf. Bovendien gaat rouw nooit helemaal over.”

Dat hoeft ook niet, vindt Ineke. „Als nu bij een van de kinderen een kindje wordt geboren, is er naast de blijdschap verdriet. Omdat Willy er niet bij is. Dat vind ik begrijpelijk en zelfs mooi. Ik had er ook geen enkele behoefte aan om alle sporen van Willy in dit huis te wissen.”

Johannes aarzelt op de vraag of in zijn leven de rouw nog aanwezig is. „In ieder geval niet als een open wond. Bij mijlpalen in het leven van Hannah kwam in de eerste jaren regelmatig de gedachte boven: wat zou Evedien dit graag hebben meegemaakt. Nu heb ik dat niet meer. Wel ontroerde het me heel sterk toen iemand die als klein meisje Evedien had gekend, daar wat over vertelde, enkele maanden geleden.

Hoort zo’n emotie nog bij het rouwproces? Pijnlijk was het in ieder geval niet.”

„Als in de kerk „Zalig hij die in dit leven Jakobs God ter hulpe heeft” wordt gezongen, heb ik hetzelfde”, zegt Rieneke. „Dan denk ik meteen aan mijn vader, en krijg ik tranen in mijn ogen. Niet van verdriet, maar van blijdschap, vanwege de fijne herinneringen aan hem en de trouw van de God van mijn vader.”

Wat haar zo nu en dan bezighoudt, is de goede opstelling naar Hannah toe. „Wij zijn in karakter heel verschillend en de eerste zes jaar van haar ontwikkeling heb ik gemist. Misschien dat ik haar daardoor te veel als een volwassene benader. Het is echt zoeken naar de juiste houding.”

„Als Rieneke en ik een conflict hebben, dan is het vaak om Hannah”, glimlacht Johannes. „Soms heb ik een loyaliteitsprobleem.”

„Maar Hannah is wel mijn lieve oudste dochter, hoor.” zegt Rieneke. „Na zo’n situatie proberen we er een les uit te trekken voor de volgende keer.” „Het is ook bij ons niet enkel een successtory”, erkent Jan. „Ook wij zijn geconfronteerd met de complexiteit van een tweede huwelijk en hebben daar soms nog mee te maken. Maar ik weet nu uit ervaring dat het waar is wat iemand eens zei: „Er kan sprake zijn van een tweede eerste liefde.” Dat is echt een zegen.”


Opnieuw getrouwd

Tijdens de zomervakantie van 2018 schrijft Jan Proos in enkele weken de tekst van ”Opnieuw getrouwd”. Als een vorm van verwerking van het overlijden van zijn eerste vrouw, een terugblik op de periode die erop volgde en een praktische handleiding voor anderen die na het verlies van hun echtgenote op zoek gaan naar een nieuwe levensgezel.
Proos, docent godsdienst aan Driestar Educatief, koos ervoor om zijn eigen ervaringen uitsluitend indirect in het boekje te verwerken. Hij wil vooral aandacht vragen voor de problematiek van weduwnaars die gaan hertrouwen, ”een onderbelicht thema in het pastoraat”, en hun handvatten bieden. Daarbij maakte hij dankbaar gebruik van gesprekken met andere weduwnaars.
In zijn boekje doorloopt Proos de weg vanaf het overlijden van de eerste echtgenote tot het samenleven met de nieuwe echtgenote. Een aantal hoofdstukken begint met een stukje tekst waarin het onderscheid tussen Henk en Klaas, allebei weduwnaar, naar voren komt. Henk gaat op zoek naar een tweede echtgenote, Klaas kan daar (nog) niet te komen. Zowel omstandigheden als karakterverschillen spelen daarin een rol.
Tal van aspecten passeren in het boekje de revue, zoals het spreken van de Bijbel over opnieuw trouwen, het nadenken over het gewenste profiel van een nieuwe echtgenote, de wijze van kennismaking, het inlichten van de kinderen en de bredere familiekring, valkuilen in het contact, seksualiteit in een nieuwe relatie, de invulling van de huwelijksdag en de vraag waar te gaan wonen.
In zijn voorwoord stelt Proos vast dat vrouwen rouw en eenzaamheid meestal anders beleven dan mannen. Het brengt hem tot het advies: Misschien is het goed dat een weduwe zo’n zelfde boek gaat schrijven vanuit haar invalshoek.

””OPNIEUW GETROUWD. PRAKTISCHE HANDREIKING BIJ EEN TWEEDE HUWELIJK”, DOOR JAN PROOS; UITG. DEN HERTOG, HOUTEN; ISBN 978 90 3312 953 7; 117 BLZ.; € 11,90.


Nieuwe liefdestaal

„Zoeken naar nieuwe contacten betekent niet dat het rouwen is afgelopen.”

„In de praktijk zijn de kinderen een van de belangrijkste factoren voor het aangaan en het welslagen van een tweede huwelijk.”

„Soms kun je met je verstand beginnen en komt de liefde als uiting van je gevoel later.”

„Ook als je tot een tweede huwelijk komt, draag je je eerste huwelijk met je mee.”

„Een weduwnaar moet weer helemaal opnieuw beginnen en een liefdestaal ontwikkelen die bij de nieuwe situatie past.”

„Het kan zomaar gebeuren dat beelden, gezegden en voorvallen uit een eerste huwelijk je voor de geest komen.”

„Rouw gaat nooit over, ook niet als er een gelukkig tweede huwelijk is.”

Citaten uit ”Opnieuw getrouwd”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 april 2019

Terdege | 106 Pagina's

Een tweede eerste liefde

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 april 2019

Terdege | 106 Pagina's