Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De sport op zondag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De sport op zondag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vereniging tot bevordering van de zondagsrust zond onderstaande brief aan de christelijke sportkringen. Wij laten deze in zijn geheel hier volgen:

Geachte heren. Op het gebied van de christelijke zede voltrekken zich de laatste decennia verontrustende veranderingen. In toenemende mate wordt de Zedewet losgemaakt van de Heilige Schrift en afhankelijk gesteld van het individuele geweten, waardoor het normbesef geleidelijk verzwakt. Reeds in het begin van deze eeuw heeft prof. dr. H. Bavinck in zijn werk „Hedendaagse Moraal" op de heilloze gevolgen van deze gezindheid gewezen. En waar geen profetie is — of waar de valse profetie zegeviert — wordt het volk ontbloot en valt ten offer aan de geest des tijds. Door de uitkomsten der valselijk genaamde wetenschap, door allerlei wijsgerige constructies wordt aan God Zijn hoog gezag betwist. En waar God moet wijken, nemen de afgoden geredelijk Zijn plaats in. Het kan niet worden ontkend, dat de welvaartsafgod momenteel zijn triomfen viert. En een sterke hang naar materieel gewin gaat gepaard met een onlesbare dorst naar verstrooiing. Het Woord Gods, bij monde van de profeet gesproken, wordt bewaarheid: „Mij, de Springader des levenden waters, hebben zij verlaten om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden".

Eén der goden van deze tijd is ook de lichaamscultus. Niet dat deze god bij de oude Grieken en Romeinen geen bekendheid genoot, integendeel. Deze god wordt echter van onder het stof der eeuwen uit de antieke tempels te voorschijn gebracht en in toenemende mate ten troon verheven. En hoewel dé christenen der eerste eeuwen onzer

jaartelling zich verre van hem hielden, getuige hun levenswandel, oogst hij nu menig bewonderende blijk van het christendom en schijnt zijn zegeloop nog niet gestuit. Hij wil namelijk ook de zondag voor zijn dienst annexeren. Door de wereld werd dit reeds met graagte aanvaard. Maar men wrijft zich toch even de ogen uit, wanneer men met een beroep op zogenaamd bijbelse motieven door een predikant hoort verklaren: „De christelijke sportbeweging mag de zondag voor zich opeisen als uiting van dank en blijdschap voor de bevrijding door Christus, die de mens in zijn totaliteit heeft vrijgemaakt van alle slaafse banden van zonde, vlees en wet".

Genoemde woorden werden blijkens het verslag in dagblad „Trouw" van maandag 21 juni jl. gebezigd door ds. G. W. Rijksen, geref. predikant te Rotterdam en wel op de tweede dag van de kaderconferentie der N.C.S.U. te Lunteren.

Ook de heren predikanten schijnen hun bijdragen te moeten verlenen aan het modeverschijnsel om elkaar te willen overtreffen in het poneren van revolutionaire zienswijzen en het bezigen van opzienbarende uitlatingen. Met zeer gemengde gevoelens werd dan ook door ons van het vorenstaande kennis genomen. „Dat de arbeidsvrije zondag een christelijke zaak zou zijn, een dwingende opdracht van het vierde gebod, is een misverstand", aldus genoemde predikant. „De christelijke kerk heeft tot dusver het Nieuwe Testament en vooral de brieven van Paulus op het punt van de sabbat maar slecht gelezen. E^n sportgebeurtenis moet op zondag met een kerkdienst en een avondmaalsviering worden besloten". Vol extase roept ds. Rijksen het uit: , , Dat zou een gebeurtenis zijn van de eerste orde in kerk en wereld — om op te springen van vreugde en te jubelen van louter verwondering".

Het spijt ons dat wij zo naargeestig moeten zijn om de domper te zetten op des predikanten enthousiasme, maar wij vragen ons in gemoede af, wat bij een voortgaande ontwikkeling in deze richting van een schriftuurlijke eerbiediging van de dag des Heeren zal overblijven. Vandaar dat wij ons gedrongen voelen tegen deze — inderdaad revolutionaire visie — protest aan te tekenen, op gevaar af van te worden beschuldigd enige theologische modes achterop te zijn geraakt.

Wij beleven een tijd dat het gebodskarakter van het vierde gebod der Decaloog met voorliefde kritisch wordt bekeken. Non-conformisten plaatst men onder het odium van farizeïsme en bekrompenheid. En opzienbarende uitspraken als bovengenoemd „ondervinden slechts een zeer milde weerstand, omdat zij zijn ingegeven vanuit bijbelse motieven". Aldus „Trouw".

Ingevolge de moderne visie is dus de zondag geen scheppingsordinantie meer met de hieruit voortvloeiende verplichting tot rust en heiliging van de dag des Heeren. Met een beroep op de zogenaamd door Christus verworven vrijheid acht menigeen zich van elk wettig voorschrift inzake de onderhouding van deze dag ontslagen. Niet overwogen wordt dat, waar alle geboden der Decaloog van universele strekking zijn, het op zijn minst inkonsekwent is voor het vierde gebod een uitzondering te maken en — voor zover het dit gebod betreft — alle verband met de Nieuw-testamentische zondag te loochenen, hetgeen zelfs Karl Barth nog niet eens heeft gedaan.

Een nauwlettende toeschouwer kan constateren, dat er een sterke wisselwerking is tussen de bestrijding van het sabbatsgebod en de praktijk. De christelijke zede, welke toch reeds aan sterke devaluatie blootstaat, wordt door theorieën als bovengenoemd nog meer ondermijnd..Dienaangaande legt Dr. F. H. von Meyenfeldt in zijn boek „De christelijke levenswandel" menig wondeplek bloot van ons huidige, luchthartige „chapagne-christendom". Met grote bewogenheid wijst hij ook op de catastrofale gevolgen voor het christelijk leven, wanneer het woord „gevaar" uit het woordenboek wordt geschrapt. Wij citeren daartoe hetgeen hij op pag. 101 van bovengenoemd werk heeft geschreven: , , Allerlei traditionele bindingen worden losgemaakt. Overgeleverde zeden en gewoonten worden klakkeloos van onwaarde verklaard. Wat voorheen als gevaarlijk werd gemeden, wordt nu zonder enig bezwaar gezocht. Bioscoop, dans en cabaret vormen geen probleem. Tweemaal op zondag naar de kerk gaan wordt afgedaan als overdaad. De zondag doorbrengen op de Kaag of in Loosdrecht geldt als redelijke ontspanning voor een vermoeid christenmens. Men doet maar! En een iegelijk is in zijn gemoed ten volle verzekerd. En wie hier de adem even inhoudt, is conservatief'. En zijn slotsom is: „Wij moeten weer durven spreken van gevaren in de wereld. En wij moeten het wagen aan te dringen op veiligheid". Ook bij de jeugd immers dreigen materiële en recreatieve belangen het domein der zuiver geestelijke waarden te overvleugelen.

Wij zullen eindigen. Ons schrijven is al te veel uitgedijd. Ten besluit nog een citaat uit het zo pas genoemde werk van Dr. Von Meyenfeldt: „Eén van de zeven dagen uit ons leven eist God voor Zich op! God grijpt in het vierde gebod op ons leven in. Het arbeidsproces wordt stopgezet. Er wordt tijd gemaakt voor God! Een zevende deel van ons leven wordt door God genaast! Vele christenen zuchten hier reeds onder. Zij beginnen er op af te dingen. Steeds groter stukken nemen zij ervan af voor zichzelf. De kerkgang gaat achteruit. De huisgodsdienst verdwijnt. De persoonlijke aanbidding kwijnt. Het komt er toch niet op aan! Het kan heus wel wat minder! Een zevende deel van het leven voor God is al te veel!"

Aldus. geformuleerd verontrustende symptonen van het voortgaande ontkersteningsproces waar wij tot ons leedwezen ook de door ds. G. W. Rijksen gedane uitlatingen op uw kaderconferentie moeten rangschikken. Wederkerig zullen de leden van onze interkerkelijke Vereniging door ds. Rijksen mogelijk worden gerangschikt onder de „be­houdende groep, die nog wel enige generaties nee zal blijven zeggen tegen alle (? ) sport, wegens een foutieve kijk op de mens en dat vanuit een streng gereglementeerd leven met duizend-en-één geboden". Het zij zo. Het verheugt ons echter, dat de. visie van ds. Rijksen onder ons christelijk denkend volksdeel nog geen gemeengoed is geworden. Ingevolge het verslag in „Trouw" heeft ds. Rijksen zelf toegegeven: „Hiervoor zijn de geesten in de kerk nog niet rijp en tot zolang moeten wij geduld hebben". Mogelijk wordt de zienswijze van genoemd predikant niet door uw geacht bestuur gedeeld en heeft één en ander nog weerstand opgeroepen. Getuige het gewicht der onderhavige zaak zou ons dit zeer tot voldoening strekken. Wij spreken de hoop uit, dat ons schrijven nog moge medewerken tot nadere bezinning en een appèl mag zijn aan uw verantwoordelijkheid om uw standpunt inzake de onderhavige aangelegenheid nader te bepalen. Inmiddels verblijven wij met verschuldigde hoogachting,

namens de Vereniging voornoemd: w.g. W. v.d. ZWAAG.

Onderschrift. Aan duidelijkheid ontbreekt het hierin niet en wij kunnen ons daarmede van harte verenigen. Wij behoeven geen verdere toelichting daarom hierop te geven.

Rotterdam-W

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1965

De Saambinder | 4 Pagina's

De sport op zondag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1965

De Saambinder | 4 Pagina's