Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gevaarlijke pad deel 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gevaarlijke pad deel 2

vervolgverhaal door C. A. Donze-Servaas

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toch gelooft ze ergens nog wel in de waarheid van de Bijbel, maar als jong meisje kan je daar in 1985 onmogelijk meer naar leven, daar moet ze Yvo gelijk in geven. Besluiteloos staat ze nog even met het bijbeltje in haar handen. Hoe lang zou het al geleden zijn dat ze dit kreeg? Ze doet het boekje open en kijkt op het eerste blaadje. „Van papa en mama voor je tiende veijaardag", leest ze. 't Is dus al zes jaar oud. Als ze het bijbeltje weer dichtklapt, waait het mooi gekleurd veertje er uit dat ze altijd als bladwijzertje gebruikte. Anitha raapt het op en als ze het terug tussen de blaadjes legt, leest ze onwillekeurig: „En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende". Haastig, alsof ze bang is om verder te lezen, slaat Anitha het boekje dicht en legt het met een beslist gebaar terug in het laadje. Géén bijbeltje meenemen!

Nog wel een half uur is Anitha aan het afwegen wat ze wel en wat ze niet in de tas kan stoppen. Wacht, als ze die dikke trui straks eens over haar blouse aantrekt, dan kan ze die ruimte weer uitsparen, 't Zal wel erg warm zijn maar dan zweet ze maar een beetje. Opnieuw wordt de weekendtas uit en in gepakt maar hoe ze ook stouwt, ze blijft toch spullen over houden.

„Was die tas maar eens zo groot", verzucht Anitha. Dan bedenkt ze ineens dat er op de zolder nog een grote koffer moet staan. Natuurlijk, dat is de oplossing, dom dat ze daar niet eerder aan gedacht heeft. In zo'n koffer kan veel meer dan in deze tas. Desnoods neemt ze ze allebei mee. Ze loopt naar de overloop en trekt aan het touwtje van de vlizotrap. Langzaam komt deze naar beneden. Als ze naar boven klautert, gaat weer ineens die tekst door haar hoofd heen: „En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende".

„Hé, wat gek dat die tekst weer in mijn gedachten komt", verwondert ze zich even. Boven gekomen kijkt ze vorsend de zolder rond. Waar staat die koffer? Dan ontdekt ze hem helemaal tegen de muur achter een stapel dozen. Allemensen, daar is ze zo maar nog niet bij. Je kunt wel zien dat ze deze koffer, sinds ze de caravan hebben, nooit meer gebruiken. Resoluut begint Anitha de dozen van voor de koffer weg te sjouwen. „Wat zou er allemaal in zitten? " vraagt ze zich af. Toch eens even kijken. Nieuwsgierig opent ze een van de dozen. Een rond poppegezichtje kijkt haar aan. Oooh, Marijke, haar babypop van vroeger. Vertederd neemt ze de pop even in haar armen. Wat heeft ze daar vroeger veel mee gespeeld. Ze kan zich nog herinneren hoe dolgelukkig ze met deze pop was toen ze hem kreeg. Ze lag toen met mazelen op bed en mama bracht hem voor haar mee. Dan legt Anitha de pop weer terug in de doos. Niet meer aan vroeger denken! „Vooruit zien is belangrijker dan omkijken" zou Yvo zeggen. Toch kan ze het niet laten om nog even verder te kijken wat er in deze speelgoeddoos zit. O, hier is die legpuzzel van „De boerderij" nog. Zou hij nog kompleet zijn? Ze ligt het deksel op. Hé, wat ligt er nu nog in de doos bij die puzzel? Verbaasd pakt ze een dik schrift met kartonnen kaft op. Wat zou hier in staan? Ze opent het schrift en leest dan op het schutblad: „Voor mijn lieve dochter". Ademloos slaat Anitha het blad om en leest verder: „Vandaag ben je al weer tien dagen. Vanmiddag is de zuster weg gegaan en ik heb het gevoel datje nu pas echt helemaal van mij bent. Ik heb je net gevoed en je ligt nu lekker in je wiegje te slapen. Mijn lieve schat, ik ben toch zo rijk met jou, zo vreselijk rijk. Het is me nog steeds een wonder dat je, na jaren van spanning, hoop en teleurstelling toch nog gekomen bent. Wat is de Heere toch goed. Hij heeft onze gebeden verhoord en heeft ons jou geschonken. Dat we je toch op mogen voeden tot de ere van Zijn Naam.

Mijn kleine popje, ik wil een gedenkboek voor je maken. Daar wil ik alles over jou in schrijven ter herinnering. Leuke voorvalletjes en wat we allemaal met je meemaken. Ik wil niemand iets van dit boek vertellen, zelfs je papa niet. Het is een geheimpje voor jou alleen. Later, ik weet nog niet wanneer, wil ik het aan je geven. Wat zal je er blij en verrast mee zijn." Onder het lezen heeft Anitha een vuurrode kleur gekregen.

Gretig leest ze bladzij na bladzij. Ze leest over dat ze haar eerste tandje kreeg en over haar eerste stapjes. Dan komt haar eerste verjaardag.

5 Maart 1970. Vandaag wordt je één jaar.

Je bent al een parmantige peuter en zó lief. Als je met je vier tandjes zo guitig naar me lacht, zou ik zo in je rode wangetjes willen bijten. Papa is ook al zo trots op zijn dochter. Als hij thuis komt, loopt hij eerst naar de box en daarna begroet hij mij pas. Vanmiddag bracht hij een grote beer voor je mee. Veel te groot eigenlijk. Je was er eerst een beetje bang van. Dat was een teleurstelling voor papa. Maar later vond je hem wel leuk om op te zitten.... Ik heb een grote taart laten bakken met één kaarsje er op.

We wilden je het uit laten blazen maar dat kon je nog niet. Wel sloegjeje handje in de slagroom zodat de spetters ons om de oren vlogen. Vanavond komen opa en oma. Die zullen ook weer wel wat moois voor je meebrengen. We moeten toch op gaan passen om je niet te veel te verwennen. Maar dat zal moeilijk zijn, want je bent zo'n schat en we houden zó veel van je. Heel haar kinderleven ziet Anitha onder het lezen aan haar voorbij trekken. Ze leest van de moeite van moeder om haar los te laten als ze voor 't eerst naar de kleuterschool gaat. Van de angst van papa en mama toen ze eens zo ziek was. Van de vreugde over haar eerste mooie schoolrapport, het eerste zwemdiploma en de eerste prijs van een tekenwedstrijd.

En op elke bladzij proeft ze de liefde van haar ouders voor haar, hun enigst kind. Dan komen de laatste beschreven bladzijden.

3 Juni 1980.

Vanmorgen mocht je je nieuwe jurk naar school aan die ik voor je genaaid heb. Gisteravond zat je er al op te vlassen om hem aan te doen maar ik kon nog niet beloven dat hij klaar zou zijn. Er moest nog zo veel aan gebeuren. Ik heb tot vannacht half een er aan zitten naaien om hem toch maar klaar te krijgen. Je zou zo teleurgesteld geweest zijn als je hem vanmorgen niet had aan gekund. Hij stond je keurig. Wat word je toch al een dametje. Je weet al heel goed watje staat en wat niet. Nog maar een paar jaartjes, bij leven en welzijn, dan gaan we naar de stad samen inkopen doen. Als ik dan een nieuwe mantel ofjurk moet hebben, kun jij kijken of hij me goed staat. Natuurlijk mag je dan zelf ook iets nieuws uitzoeken. Als we dan klaar zijn met onze inkopen gaanwe samen gezellig ergens een kopje koffie drinken met een grote mokkapunt want die lust je zo graag.

Wat is je moeder nu toch aan het fantaseren hè vrouwtje maar...."

Dan houden de regels ineens op. Anitha bladert nog wat door maar verder is het schrift blanko. Roerloos zit ze er even mee in haar handen. Dan begint ze het nog eens van voren af aan door te bladeren en herleest nog verschillende bladzijden. Bladzijden waarop steeds de grote liefde van vader en moeder voor haar openbaar komen. Dit zijn een andere vader en moeder dan die ze de laatste tijd kent. „En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen en hij werd terstond wederom ziende".

Weer klinkt die tekst in haar, zo duidelijk alsof iemand ze werkelijk uitsprak. Dan ziet Anitha in een flits dat vader en moeder niet veranderd zijn maar zij! Zijzelf is begonnen met stiekum naar bars te gaan en zijzelfheeft zich ingelaten met een onkerkelijke jongen als Yvo. Ze heeft zich laten inpalmen door zijn knap uiterlijk, zijn fluwelen stem en zijn dwingende ogen, waar ze soms gewoon een beetje bang van was. Yvo, die haar steeds tegen vader en moeder opgestoken heeft en die niets liever deed dan spotten met de kerk en haar voor baby of kleuter uitmaken. „En als het kon op mijn zak teren in de bar", denkt ze er bitter achter. En voor deze Yvo wil ze nu haar ouders zo'n groot verdriet gaan aandoen. Het is alsof met één haal de band tussen Yvo en haar losgesneden wordt en haarscherp ziet ze hem nu in zijn ware gedaante. „Er vallen werkelijk schellen van mijn ogen" denkt ze verbijsterd. Heel duidelijk ziet ze nu op welk levensgevaarlijk pad ze zou komen als ze werkelijk met Yvo mee zal gaan. Een pad waarop ze onherroepelijk zou uitglijden, dat weet ze nu heel zeker. Als door een wonder zijn haar ogen nog net op tijd geopend. „De Heere Zelfheeft de schellen van mijn ogen getrokken" beseft ze heel diep. Zij heeft de Heere wel los willen laten maar Hij haar niet. Dan barsten alle opgekropte gevoelens bij Anitha los. Ze laat zich voorover op het schrift vallen en huilt, huilt, tot ze geen tranen meer over heeft.

Besluit

Met z'n drietjes zitten ze 's avonds in de kamer, vader, moeder en Anitha. De gordijnen zijn gesloten, de schemerlampen branden en in de open haard knappert een vrolijk vuurtje. Met opgetrokken benen zit Anitha behagelijk in de grote fauteuil genesteld.

, , 't Is weer net als vroeger" denkt ze dankbaar. 't Was moeilijk geweest om alles te vertellen tegen vader en moeder. Maar ze was eerlijk geweest. Ze had niets verzwegen en om vergeving gevraagd voor al het verdriet dat ze hen aangedaan had.

Hoe erg ze ook tegen het gesprek met

vader en moeder opgezien had, tegen de ontmoeting met Yvo nog veel meer. Trillend van de zenuwen had ze de voordeur geopend toen ze de klaxon van de auto hoorde. En toen Yvo voor haar stond had ze even geen woord kunnen uitbrengen, omdat haar keel dichtgesnoerd leek. „Ik kan niet met je meegaan Yvo" had ze eindelijk gezegd. Ik kan niet! ik...." Maar Yvo had haar niet laten uitpraten. Met een: , , Stik dan meid!" had hij zich omgedraaid en was met gierende banden de straat uitgescheurd. Wonderlijk genoeg had het haar weinig gedaan, al vond ze de manier waarop Yvo uit haar leven gegaan was verschrikkelijk. Maar er was eerder een gevoel van bevrijding geweest dan dat ze verdriet om hem had. En dat, terwijl ze gemeend had zonder Yvo niet te kunnen leven.

Ook dit had ze eerlijk tegen vader en moeder verteld. Wat waren die geschrokken toen ze hoorden op welk levensgevaarlijk pad ze bijna gekomen was. Nee, niet bijna, ze was al op een gevaarlijk pad al heeft de Heere haar voor een ondergang willen behoeden. Daar is ze diep van doordrongen. Vader en moeder ook trouwens. Het eerste wat vader gedaan heeft, nadat ze samen alles uitgepraat hadden, was de Heere danken voor Zijn bewarende hand. Heel ernstig had vader om vergeving gesmeekt. Niet alleen voor haar maar ook voor hemzelf omdat hij zoveel te kort geschoten was in de opvoeding van zijn kind. Het had Anitha diep ontroerd dat hij ook schuld bij zichzelf zocht. Nu is het al heel laat maar toch stellen ze het alle drie uit om naar bed te gaan, alsof ze de intieme sfeer met elkaar nog even vast willen houden. „Dat ik dat schrift toch hiervoor heb mogen schrijven", zegt moeder wel voor de derde keer. „Hoe kwam het toch in die puzzeldoos? " vraagt Anitha, „en waarom heeft u het niet verder bij gehouden? " „Ik was er in aan het schrijven", vertelt moeder dan, „toen er ineens gebeld werd. Er stond visite op de stoep en toen heb ik dat schrift gauw in die puzzeldoos gestopt. Die stond, met nog wat andere spulletjes gereed om naar de zolder gebracht te worden omdat je er toch niet meer mee speelde. De andere dag heb ik alles naar boven gebracht en dacht er niet meer aan dat ik dat schrift bij die puzzel gedaan had. Je moet niet vergeten dat het geen dagboek was, ik schreef er enkel maar in als er iets bijzonders was. Er zaten soms wel een paar maanden tussen. Toen ik er weer eens iets in wilde schrijven was het schrift weg. Ik heb me er akelig naar gezocht maar heb het nooit meer kunnen vinden. Pas nu jij het gevonden heb herinnerde ik me het weer".

Dan staat vader op en pakt de Bijbel. „We moeten nu echt naar bed hoor maar ik wil eerst nog een stukje lezen". Diep bewogen klinkt zijn stem als hij leest: „Tegen U alleen heb ik gezondigd, en gedaan dat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken, en rein zijt in Uw richten...."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's

Het gevaarlijke pad deel 2

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's