Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De 'Heilige pastoor van Ars'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De 'Heilige pastoor van Ars'

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Begin september zal paus Johannes Paulus II een pastoraal bezoek brengen aan de Franse streek Rhône-Alpes. Hij zal ook naar het dorpje Ars gaan (35 km. ten N. van Lyon). In de vorige eeuw was dat plaatsje de parochie van pastoor Jean-Marie-Baptiste Vianney (1786-1859). Reeds tijdens zijn aardse leven beschouwde het roomse kerkvolk hem als een 'heilige'. In 1925 is hij gecanoniseerd door paus Pius XI.

Vianney werd geboren op 8 mei 1786 in het dorp Dardilly bij Lyon, als jongste zoon uit een landbouwersgezin. Vijftien maanden oud maakte hij reeds het kruisteken. Drie maanden later knielde de baby, als zijn vrome moeder bad. Toen hij vier jaar oud was, nam hij in plaats van een pop een Mariabeeldje mee naar bed. Later zonderde hij zich af om Maria aan te roepen. Ook bootste hij liturgische handelingen na bij een kappelletje dat hij had gemaakt. Buurvrouwen zeiden tegen zijn moeder dat er een priester in de jongen stak. Als tijdens de Revolutie de kerken gesloten zijn, organiseert hij processies: hij is de priester, zijn kameraadjes zijn het vrome kerkvolk. Ook vertelt hij zijn vriendjes wat hijzelf van de kerkleer weet. Hij moet zijn vader helpen in diens boerenbedrijfje, maar terwijl zijn handen ruwe arbeid verrichten, prevelt hij gebeden.

Na het door Eerste Consul Bonaparte met paus Pius VII gesloten Concordaat (1802), worden de r.k. kerken heropend. Een jaar later zegt de jonge Vianney tegen zijn vader dat hij priester wil worden. Maar deze kan de hulp van zijn zoon bij het werk niet missen. Twee jaar later mag de jongeman zijn roeping volgen. Een bevriende geestelijke abbé (aanspreektitel) Balley zal hem onderwijs geven. Maar de jonge Vianney die amper kan lezen en schrijven, heeft de grootste moeite met het Latijn. Tot overmaat van ramp verliest hij twee jaar, als hij opgeroepen wordt voor het Franse leger, dat in Spanje vecht. Ongewild wordt hij deserteur. Vriendelijke mensen, die al eerder dienstplichtigen hebben laten onderduiken, verbergen hem voor de keizerlijke gendarmerie.

In 1811 - hij is dan 25 jaar - hervat Jean-Marie met moeite zijn nauwelijks begonnen priesterstudie. Abbé Balley probeert de ongeletterde boerenjongen uit Dardilly de onmisbare kennis van het Latijn bij te brengen. Korte tijd is hij leerling van een priesterseminarium, waar men hem de theologie in het Frans moet uitleggen. Na zes maanden wordt hij weggestuurd. Opnieuw geeft abbé Balley hem lessen, zodat hij tenslotte weer op het seminarium terug mag komen. Als gevolg van de woelingen tijdens de Revolutiejaren was er een groot gebrek aan priesters. Al was hij geen groot geleerde, in 1815 ontvangt Jean-Marie Vianney, die opgevallen was door zijn buitengewone vroomheid, de priesterwijding. Nog twee jaar geeft zijn leermeester Balley de jonge priester praktijklessen.

In 1817 zendt de bisschop de 31 jaar oude abbé Vianney als pastoor naar het dorpje Ars ten N. van Lyon. Er is weinig godsvrucht in de parochie. De jonge geestelijke moet vechten tegen tal van ingewortelde kwade praktijken: zondagsontheiliging, dronkenschap en onbetamelijke taal. Na 8 jaar was hij zover dat er op zondag niet meer werd gewerkt, weer 4 jaar later staakte de jeugd het dansen. Er waren ook geen dronkaards meer en er werd niet meer gevloekt. De mensen in Ars waren niet braver dan parochianen elders, maar zij zouden zich geschaamd hebben om hun 'heilige' zielenherder te bedroeven, die zelf boete deed voor zondaren door zelfkastijding, veel vasten, weinig nachtrust, slapen op een plank. Door zijn voorbeeld overwon hij de wereldse zin van zijn parochianen. Terwijl hij beschimmelde aardappels at, was geen geld hem te veel om het kerkgebouw te vergroten en te ver- • fraaien. In 1836 werd het opgedragen aan Maria voor wie Vianney, zoals wij zullen zien, een uitzonderlijke verering had!

Aanvankelijk kostte het preken hem dagen en nachten van voorbereiding, later ging het beter. Hij begon met zijn parochianen de afschuwelijkheid van de zonde voor te houden; toen het geestelijk peil gestegen was, preekte hij over de aantrekkelijkheid van een deugdzaam leven. Van zijn stichtingen is het meisjesweeshuis 'La Providence' (Voorzienigheid) het meest bekend geworden.
Dagelijks gaf hij er geestelijke instructies, waarnaar ook anderen kwamen luisteren. De toeloop werd zo groot dat hij het kerkgebouw ervoor moest openstellen. Vianney's invloed op de meisjes was zo groot dat zij, om boete te doen voor de zondaren, zich even als hun pastoor met brandnetelstengels in het gezicht sloegen.

Lange tijd was er een sterke oppositie geweest tegen de 'heilige' pastoor. Zijn ambtgenoten hadden hem bespot en bij de bisschop aangeklaagd om zijn onwetendheid. Vianney had alles verduurd en overwon daardoor alle tegenwerking. Van heinde en ver stroomden pelgrims toe. Omstreeks 1845 kwamen er dagelijks bijna 400 bezoekers in Ars, die met speciale omnibussen vanuit Lyon werden aangevoerd. Men vroeg Vianney raad in allerlei moeilijkheden. Het grote wonder van Ars is, schrijft Fr. Trochu (1925; Le curé d'Ars): de 'toevloed van biechtelingen'. Hij hoorde 16 uur per dag biecht. Hij 'schreide vaak bij het aanhoren van de menselijke zonden en ellende. Terwijl de andere geestelijken hun parochianen verboden hadden om naar die domme abbé Vianney' te gaan, kwamen zij later zelf. Omstreeks 1850 was abbé Vianney de geestelijke die de meeste mensen trok onder wie eens de gevierde Parijse kanselredenaar Lacordaire.

Tijd voor studie had hij allang niet meer. Als hij de kerk verlaat om zijn sobere maaltijd te gaan gebruiken, grijpen tientallen vreemdelingen hem bij zijn soutane en smeken om gehoor. Dan haalt de heilige man uit zijn zak een handvol gewijde medailles en strooit die uit. Terwijl allen zich gretig bukken om een stukje metaal te bemachtigen, sluipt de pastoor als een dief zijn pastorie binnen. Vaak voelt hij zich gekweld door het pijnlijke besef van zijn grote verantwoordelijkheid en onkunde. Bovendien kan hij door de drukke zielzorg onvoldoende doen voor zijn eigen zieleheil. Herhaaldelijk vroeg hij zijn bisschop om zich terug te mogen trekken, doch monseigneur maakte hem erekanunnik en liet hem in het kleine dorpje Ars, waar hij zoveel pelgrims wist te trekken (En zo is het nog steeds: de vier hotels hebben in het zomerseizoen 100 toeristenkamers beschikbaar. De dorpskerk heeft de rang van basiliek!).
Sinds zijn prille jeugd vereerde hij de Heilige Maagd vurig. Men krijgt soms de indruk, aldus zijn biograaf Trochu, dat Maria voor hem nog boven God gaat. Soms vreesde hij God nimmer te zullen aanschouwen. Dan riep hij in zijn wanhoop uit: 'Maar laat mij dan tenminste Maria! 'Hij zou zichzelf wel hebben willen verkopen om met de opbrengst iets voor Maria te besteden. De schoonste dag van zijn loopbaan was de viering van de afkondiging van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in 1854. (Onder de O.O. wordt verstaan dat Maria vrij was van de smetten der erfzonde). Als er in Ars een processie was, kwamen van heinde en ver belangstellenden. Uiteraard overtrof de ommegang van 1854 alle andere in liturgische praal.

Vianney overleed op 4 augustus 1859 onder diepe verslagenheid van zijn vele duizenden vrome vereerders. Hij werd in 1925 gecanoniseerd. In het Mariaprocessiepark te Lourdes staat zijn beeld. Het stelt hem geknield voor, met het verheerlijkt gelaat ten hemel gewend. Op het bidprentje dat schrijver dezes er destijds kocht, staat te lezen: 'Moge Jezus Uw vriend zijn, moge zijn Moeder uw steun zijn, moge haar Hart uw toevlucht zijn', aldus de Heilige Pastoor van Ars. Het is te begrijpen dat paus Johannes Paulus II, die naar bekend een vurige vereerder van Maria is, ook het dorpje Ars in zijn pastorale reisplan voor september a.s. heeft.

Ons protestanten doet de geschiedenis van Vianney vreemd aan. De r.k. kerk is echter priesterkerk. Al betekende het optreden van Jezus Christus het einde van het bijzonder priesterschap, bij Rome zijn de oude opvattingen over priester en offer weer tot nieuw (en taai) leven gekomen. Wij besluiten met een woord van de H. Pastoor van Ars: 'Na God is de priester alles. Kunnen de H. Maagd of een Engel U absolutie geven, schenken, of lichaam en bloed van de Heer geven? Een eenvoudig priester kan het. De priester is iets groots'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's

De 'Heilige pastoor van Ars'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's