Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over een stuk in “Trouw” van 29 april 1967

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over een stuk in “Trouw” van 29 april 1967

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie het dagblad „Trouw" leest, zal in het nummer van zaterdag 29 aprUl.l. een stuk hebben aangetroffen, waarin de Kamerfraktie en het hoofdbestuur der SGP, alsook schrijver dezer regelen voor het forum van de tegenstanders der SGP aan bijtende kritiek onderworpen worden.

Wat de Kamerfraktie betreft wordt vermeld, dat deledendezerfraktie„op vele manieren belachelijk worden gemaakt Als er een SGP-er spreekt, loopt de vergaderzaal leeg".

De bron waaraan dit is ontieend, is ons niet onbekend. Enige dagen vóór de laatste Kamerverkiezingen verscheen er in tal van plaatselijke bladen een stuk waarin aangaande de Kamerleden dergelijke opmerkingen werden gemaakt. Dekennelijkebedoeling van de schrijver was om de Kamerleden der S G P zo ongunstig mogelijk aan de kiezers voor te stellen. Zelfs hun kleding werd er bij te pas gebracht. Twee van hen waren altijd in het zwart, de heer Van Dis durfde nog in een donkergrijs pakte verschijnen. Zij vormden volgens de schrijver een stukje folklore in de Kamer. Hetzelfde viel Ds. Zandt reeds ten deel. Wat al keren moest diens zwarte geklede jas het niet ontgelden!

Om maar niet meer te noemen werd dan voorts ook nog vermeld, dat als de Kamerleden der SGP spraken, de hele vergaderzaal leegliep.

Betreffende de Kamerleden van ande­re frakües werd hierover echter niets vermeld. Toch spreken deze ook meermalen voor een zaal met hoogstens tien Kamerleden. Dit doet zich vooral voor in avondvergaderingen. Gewoonlijk zijn dan alleen die leden in de zaal aanwezig, die deel uitmaken van de een of anderecommissie, welke het desbetreffende wetsontwerp reeds binnenskamers heeft behandeld en voor de openbare beraadslaging heeft voorbereid.

Doch om hierop maar niet verder in te gaan, zullen we eens een ander geluid laten horen. Gewezen zij daartoe op een artikel, voorkomend in het Êndhovens dagblad. De parlementaire redacteur van dit blad had aan Ir. van Dis in 1965 een aantal schriftelijke vragen voorgelegd en hem verzocht deze te willen beantwoorden. Dit werd gedaan. Vragen en antwoorden werden door de rooms-katholieke redacteur correct weergegeven, terwijl met koeien van letters in de kop werd vermeld:

„ALS FRACTIELEIDER VAN SGP SPREEKT, LUISTERT IEDER­ EEN".

We zouden dit niet vermeld hebben, als in „Trouw" niet zulke hatelijke opmerkingen waren gemaakt, nog wel onüeend aan een schrijver, die vlak voor de Kamerverkiezingen zijn gal over de Kamerleden der SGP wUde uitspuwen en de SGP notabene bij de snipperpartijtjes indeelde. Een benaming, die uitsluitend toekomt aan heel kleine groepen, die proberen in de Kamer te komen doch steeds zonder succes.

Bezuinigen

De tip-gever aan Trouw zei vervolgens, dat de Kamerfractie een goede achterban behoort te hebben. Permanente commissies van deskundigen, die de problemen bestuderen, zodat de Kamerleden, als er bezuinigd moet worden, kunnen zeggen waar en hoe. Men zou denken met een ervaren Kamerlid te doen te hebben! Doch neen. Die zou zo niet spreken als het over bezuinigen gaat De heer .Bruins Slot zei in 1957 eens in de Kamer toen het over 100 miljoen aan bezuiniging ging: „De roering kan dat nu niet detailleren. De Kamer kan het nog veel minder. Het is ook haar taak niet". Dit was steeds het standpunt der Kamerleden. In 1954 bijvoorbeeld waren het de heren Van de Wetering (CH) en Welter (KNP), die tot de Minister van Financiën zeiden, dat niet zij, maar de Minister behoorde aan te geven, waarop bezuinigd behoorde te worden.

Ontwikkelingshulp

In Trouw werd ook kritiek geleverd op Ir. van Dis, die wel spreekt over die zeehonden in Canada — wat ook al onwaar is, daar hierover schriftelijke vragen werden gesteld en er tot nu toe nooit in de Kamer door hem over de zeehonden gesproken is — maar nog nooit studie heeft gemaakt van de ontwikkelingshulp. Hij heeft alleen gezegd, dat de SGP voor bilaterale hulp is, maar proj ecten worden niet aangegeven.

Op de persoon, die dit in , , Trouw" liet opnemen, is tenvolle van toepassing wat„DeTelegraaf" van 31 maart 1967 schreef, nameUjk dit dat velen niet weten waar zij over spreken als het om hulpverlening aan onderontwikkelde gebieden gaat". Voorts schreef de redaktie van dit blad, dat aan elke hulpverlening een zeer grondige kennis van land en bevolking ten grondslag moet liggen.

Dit is zeer juist opgemerkt Het is voor Kamerleden eenonmogelijkezaakom projecten aan te geven. Nog nimmer werd dit dan ook in de Kamer door enig Kamerlid gedaan.

Medezeggenschap

Waarom is er geen commissie, die het vraagstiik van de medezeggenschap bestudeert? aldus werd voorts in Trouw verwijtend opgemerkt

Laat nu juist schrijver dezer regelen zelf voorgesteld hebben eerst in de vergadering der Kamerfraktie, daarna in de vergadering van het Hoofdbestuur, voor dat „Trouw" van 29 april verschenen was, om een commissie te benoemen met het oog op de kwestie der medezeggenschap! Commentaar overbodig.

"De Ban/er"

„Mijn grote grief is, dat het (bedoeld wordt De Banier) een overkapt kerkblad is" was een andere grief in het de SGPaUesbehalvegoedgezindedagblad „Trouw" van 29 aprU jl. Een ontboezeming, die ook al eens voorkwam in de bladen van het „Diemer" kwartet. Dat zal dus wel moeten slaan op de meditaties en op de predikbeurten, want anders komt in De Banier nooit iets voor wat een kerkelijk karakter draagt Nu, als we die meditaties zouden weglaten, zou het klachten gaan regenen. Als we de predikbeurten heten vervallen, zouden er zeker zijn, die hun abonnement opzegden. Dat was ook de mening van Ds. Zandt, want tijdens zijn hoofdredakteurschap werd er reeds op het laten vervallen van de predikbeurten aangedrongen.

Als het districtenstelsel in discussie komt, behoort het partijblad daar een stuk over te brengen.

Vóór 29 aprU werd reeds een artikel hierover in De Banier geschreven. Meerdere volgen.

Eén man van het hoofdbestuur zou De Banier volschrijven. Dit is een pertinente onwaarheid. Buitenlands overzicht bijv. wordt adtijd door Ds. Abma geschreven. Voorts is door mij op de laatste Alg. Verg. nadrukkelijk gezegd, dat ik gaarne bereid ben goede stukken in , , De Banier" op te nemen, wanneer ze de hoofdredaktie worden toegezonden. De heer Kuijt uit Gouda heeft dit gedaan er. zijn artikelen zijn geregeld opgeno men. Thans zal er weer een serie artikelen worden opgenomen waarvan dt schrijver is de heer De Rooij uit Rijssen, die bij het onderwijs werkzaam is. „De opstand in Griekenland had a] lang besproken moeten worden", ze stond in „Trouw".

Dit behoort in het buitenlands overzicht thuis en vóór 29 april werd hierover reeds een en ander vermeld In het nummer van 4 mei werd er uit voeriger op ingegaan.

Kritiek op jongeren

De persoon, die de redakteur van , , Trouw" inlichtte nam ook de jongeren uit de SGP op de korrel. Die zouden aan het handje van de ouderen lopen. Ze behoorden een wat kritischer houding tegen het hoofdbestuur aan te nemen.

Men ziet, dat een opruiende tendens niet ontbreekt.

Ds. Ve rgunst

Ds. Vergunst wordt in , , Trouw" ter sprake gebracht in verband met Ir van Dis, die door de tipgever van , , Trouw" , , een oude man" wordt ge noemd. Die had volgens hem niet meei op de kandidatenlijst moeten voorkomen. Ds. Vergunst, aldus zei hij had in een ingezonden stuk in eer provinciale krant geschreven, dat of de kandidatenlijst niet aUeen maar predikanten, godsdienstonderwijzers en ouderen moeten staan.

Hiertegen zij allereerst ingebracht dal Ir. van Dis zich tot nu toe nog zeer fit mag gevoelen en zich voorts dooi Gods goedheid in een grote werklust en werkkracht mag verheugen in onderscheiding van anderen uit de partij, die op jongereleefüjddoordedood werden weggerukt.

Voorts, dat hij op geheel wettige wijze, nl. aan de hand van de groslijsten der provinciale vergaderingen door de vertrouwensvergadering als no. 1 op de kandidatenlijst werd gesteld, zodar de persoon uit , , Trouw" zijn pijlen ook al indirekt op de vertrouwensvergadering heeft gericht. Kan zoiets geduld worden?

En wat het stuk van Ds. Vergunst be treft, dat was geen ingezonden stuk hl een provinciaal blad, maar eer artikel in de kerkbode van Ds. Ver gunst. In de bladen van het Diemer kwartet werd dat artikel door eer redakteur van dit kwartet, die goed met deze kerkbode op de hoogte blijki te zijn, overgenomen. Niet methetzelf de gematigde opschrift, maar mel sensationele op-en tussenschriften, zoals van hem (van die redakteur nl. ^ verwacht kon worden.

Ds. Vergunst heeft echter in het num mer van 28 aprU van zijn kerkbod* nog een tweede artikel geschreven on een duidelijker en voor verkeerde in terpretatie niet vatbaar beeld te gever van wat door hem met betrekking to' de „zeventig-jarigen" in de kerkbodvan 24 februari 1.1. werd bedoeld.

Dit artikel werd echter door de redak teur van het Diemer-kwartet niet overgenomen. Dat bevatte een gedeelte wat hem blijkbaar niet aanstond. We laten dit gedeelte daarom hier volgen:

„In de eerste plaats de opmerking over.de , .zeventig-jarigen", die op de kandidatenlijst voorkomen. Zeer nadrukkelijk wil ik uitspreken, dat ik bij hen niet in het minst gedacht heb aan het Kamerlid Ir. C. N. van Dis. Integendeel. Wie met deSGPmeeleeft, weet, dat Ir. van Dis de partij met grote trouw en liefde reeds jarenlang gediend heeft en nog dient. En op welke wijze dit geschiedt, kan uit , , De Banier" duidelijk zijn. Met een schat van ervaring in zijn lange Kamerlidmaatschap verkregen, dient hij nog steeds de partij. In het door mij geschrevene heb ik dan ook duidelijk gewag gemaakt van mijn hoogachting en waardering voor zijn werk. Mijn opmerking had ten doel de aandacht te vragen voor het feit, dat het in het algemeen gesproken bezwaren oproept wanneer , , 70-jarigen", die geen enkele ervaring als Kamerlid hebben, kandidaat worden gesteld".

Er behoeft aan deze nadere toelichting niets te worden toegevoegd. Zespreekt voor zichzelf.

Wij meenden het gesignaleerde stuk uit , , Trouw" niet onbesproken te mogen laten. De naam van de persoon in kwestie hebben we maar achterwege gelaten. Wie het stuk in Trouw gelezen heeft, weet zijn naam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1967

De Banier | 8 Pagina's

Over een stuk in “Trouw” van 29 april 1967

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1967

De Banier | 8 Pagina's