Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Israël nog Gods volk? , door L. W. G. Blokhuis en W. van Veelen, uitg. Drukkerij van der Stoep, Heinenoord, 1987, 95 blz., /13, 40.

Dit boekje is de vrucht van de samenwerking tussen de Ned. Gereformeerde predikant ds. L. W. G. Blokhuis en de gepensioneerde leraar economie drs. W. van Veelen. Aanleiding tot het schrijven ervan was de publicatie van drs. J. A. van Delden, directeur van de Evangelische Hogeschool voor journalistiek: sraël is Gods volk. De titel van dit boekje doet vermoeden, dat Van Delden gelooft in een heilvoUe toekomst voor het joodse volk, maar dat blijkt bij nader inzien toch een vergissing. Israël is voor hem de benaming van de kerk bestaande uit christenen uit de volken en Messias-belijdende joden. Hij spreekt in dit verband van een groeimodel, aangezien door de eeuwen heen steeds meer joden-en heidenchristenen tot dit 'Israël' zijn toegetreden. Tegen deze opvatting nu èn tegen de mening van hen, die menen dat de kerk in de plaats van Israël gekomen is (het zgn. vervangingsmodel) wordt door Blokhuis en Van Veelen krachtig stelling genomen. Zij doen dat door uitvqerig de Schrift aan het woord te laten. Tal van belangrijke Bijbelgedeelten, die op de verhouding van kerk en Israël betrekking hebben, worden zorgvuldig nagegaan. Zo komen aan de orde omstreden gedeelten als Galaten 6:1, Romeinen 9-11, Ezechiel 37 enz. Bij alle behandelde pericopen pleiten de schrijvers voor een uitleg, die recht doet aan een blijvende plaats voor Israël in het heilshandelen van God. Terecht luidt een van hun conclusies: De Gemeente heeft niet de plaats van Israël in de heilshistorie ingenomen, zoals het vervangingsmodel leert. Van Deldens groeimodel miskent Gods blijvende bemoeienis met en zorg voor Zijn bondsvolk. Deze visie kent geen plaats toe aan de nog onvervulde beloften van Israël als natie. Zowel in het vervan­ gingsmodel als in het groeimodel heeft Israël als uitverkoren natie en als knecht Gods afgedaan. In die zin is het groeimodel ook een vervangingsmodel. Beide visies doen tekort aan Gods Verbondstrouw' (p.85). Aan het slot van het boekje is een artikel opgenomen van de hand van de Chr. Gereformeerde ds. J. H. Velema, waarin eveneens afstand genomen wordt van de gedachte dat de kerk de plaats van het joodse volk heeft overgenomen. Er wordt gepleit voor 'een hartelijk meeleven in hulpvaardige solidariteit, terwijl we schuld belijden over de verkeerde houding, die in het verleden vaak door christenen is ingenomen' (blz. 94). Collega Velema is ook voorstander van een 'luisterend en getuigend gesprek met Israël', waarbij het blijvende gebed voor het joodse volk een belangrijke plaats dient in te nemen.

Al met al is het een lezenswaardig werkje geworden. Het biedt niet veel nieuws, maar toont nog weer eens vanuit de Schrift op overtuigende wijze aan, dat Israël inderdaad nog altijd Gods volk is. Ter afronding van deze bespreking plaats ik nog enkele kanttekeningen: a. De correctie had beter gekund. Ik noteerde drukfouten o.a. op blz. 15, 19, 29, 58, 85.

b. Op blz. 62 wordt ds. C. den Boer ten onrechte beschuldigd van 'etikettenplakkerij'. Niet hij, maar ondergetekende was het die in het boek Zicht op Israël de heer Verweij schaarde in de rij van de chiliasten

c. Ik kan niet meegaan met de visie van de auteurs dat er een aparte bedeling voor de gemeente (met een hemelse bestemming) en voor Israël (met een aardse bestemming) is. Hoewel deze opvatting niet breeduit wordt uitgemeten, wordt zij wel herhaaldelijk terloops ter sprake gebracht (vgl. bijvoorbeeld blz. 17, 28, 31 en 39).

d. Op grond van de profetieën van Ezechiel rekenen de schrijvers met een herstel van de tempeldienst in de toekomst. Mijn vraag aan hen is, of dit standpunt vol te houden is in het licht van wat de Hebreënbrief schrijft over het overbodig worden van de tempelcultus sedert het grote offer van Golgotha.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's