Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HERSTRUKTURERING VAN DE BASISSCHOOL? ........... NAAR DE MIDDENSCHOOL ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HERSTRUKTURERING VAN DE BASISSCHOOL? ........... NAAR DE MIDDENSCHOOL ?

ONTWIKKELINGEN IN HET ONDERWIJS

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONTWIKKELINGEN

Noodzaak eigen scholen

Het thema-nummer van „Daniël" besteedt extra aandacht aan het onderwijs. Een goede zaak, dacht ik.

In de oude jaargangen van „Daniël", die ik doorbladerde, wordt logischer wijze veel aandacht besteed aan het werk op de verenigingen. Maar daar „zaten" jongens eri meisjes, die de schooljaren meestal achter de rug hadden. Met 12 jaar was je immers „klaar", nam je afscheid van de school. Ds. Kersten heeft voor het onderwijs aan 6-12 jarigen wel heel veel belangstelling gevraagd. De algemene verzoeningsleer en de leer van de veronderstelde wedergeboorte, die op vele scholen hoogtij vierden, nee, daar konden de ouders toch hun kinderen niet aan toebetrouwen. Het gevolg was: de noodzaak eigen scholen te stichten'.

Die noodzaak is nog aanwezig, vooral omdat de moderne theologie met haar felle Bijbelkritiek en het daarmede verband houdend horizontalisme een enorme afgang betekent binnen de zich nog christelijk noemende scholen.

Grote verander in gen

Intussen is er veel meer veranderd.

De jonge mensen, die „Daniël" lezen, worden tot hun 16e jaar op z'n minst, — de meesten' zelfs tot latere leeftijd — met de school gekonfronteerd. Wanneer straks de partiële leerplicht doorgevoerd wordt tot en met het 18e levensjaar, gaat de school in steeds sterker mate meespelen in de vorming van onze jongens en meisjes.

Dan, wat is de tijd, waarin we leven, niet totaal veranderd. We noemen slechts de enorme toename van de bevolking, de geweldige vlucht van de techniek en' de natuurwetenschap, de verstedelijking van ons volk, de welvaart, waarin we delen, de uitbreiding van de vrije tijd door verkorting van de werktijden, de gemakkelijke verplaatsbaarheid met brommer en auto, het kleiner worden van de wereld door wereldomvattende kommunikatiemiddelen, de snelle informatie via krant, radio en t.v., het kontakt met andere levensopvattingen en andere religies. Enzovoorts. Ook onze jongens en meisjes staan midden in deze maalstroom van veranderingen, die in steeds sneller tempo het leven beïnvloeden. Het gaat zó snel, dat ook zij, in meerdere mate clan de ouderen, die veelal nog blijven', waar ze zaten, nauwelijks gelegenheid ontvangen op zich in te laten werken wat van blijvende waarde is en op welke vaste punten ze hun jonge leven moeten blijven oriënteren.

Met deze snelle ontwikkelingen, clie het levenspatroon totaal veranderen, zal de school rekening moeten houden; de kleuterschool, de basisschool, het beroepsonderwijs, het voortgezet onderwijs en de universiteit.

Stromingen achter cle veranderingen

Nu moeten we wel bedenken, dat achter al deze veranderingen, die zondermeer zichtbaar zijn, bepaalde diepere stromingen aanwezig zijn, clie min-

der duidelijk naar voren treden. T.a.v. het onderwijs en i.v.m. ons onderwijs willen we er drie noemen.

1. Allereerst een fatale poging tot mentaliteitsverandering van de mensheid. We zouden deze poging terug willen brengen naar de eeuw van de Verlichting en naar de uitwerking daarvan in de Franse Revolutie. Het is een poging om het leven, tegen de natuur in, terug te brengen tot uitwissen van alle onderscheid in sekse, in leeftijd, in bezit, in maatschappelijke status.

Gezocht wordt naar wat verenigt, naar de mensheid, niet naar de mens. Gestreefd wordt naar eikaars gelijke zijn, naar het „gelijke voet" met elkaar leven.

En de weg naar deze gelijkheid is de vrijheid, met name van hen, die. zich de ongelijkheid bewust, zich verdrukt en tekort gedaan gevoelen.

Zo zal uit de school alles moeten worden uitgebannen, wat de een van de ander onderscheidt; gezocht moet worden naar wat allen verenigt.

We gaan hier straks dieper op in, maar willen alvast opmerken, dat deze poging tot mentaliteitsverandering lijnrecht ingaat tegen de natuurlijke orde, die de Heere in Zijn schepping heeft gelegd en daarom moet uitlopen op een onnatuurlijke kunstmatige, onfrisse, ziekelijke samenleving, die het leven kleurloos maakt; een samenleving, die zichzelf ten gronde richt.

Immers, krachtens zijn natuur zal toch het individu, zijn verdorven natuur volgend, zich daartegen verzetten. Maar in het wegdromen in individueel gesces, waarvoor in de samenleving geen plaats is. Dat kan tot misdaad leiden, tot een vergrijp tegen cleze samenleving.

2. Vervolgens, en hiermede direkt samenhangend, alsmede van enorme invloed op de school, de bedreiging van Gods instellingen: het gezin, de kerk en de staatkundige en maatschappelijke samenleving.

Wanneer geloof wordt gehecht aan het steeds meer gesignaleerde „kwaad", dat de ongelijkheid de wortel is van alle (maatschappelijk) kwaad, en dat pas de gulden tijd zal aanbreken, wanneer alle dalen en bergen' geëffend zullen zijn in gezin, kerk, school, staat en maatschappij, dan staan we voor de meest satanische aanvallen op Gods instellingen, die maar te bedenken zijn.

Het gaat er immers om: geen rekening meer te houden met God; noch met Zijn Woord, noch met Zijn dag, noch met Zijn inzettingen. Dan is de mogelijkheid tot het verbreken van alle banden vanzelfsprekend.

Een maatschappij, die haar leden gelijk rekent, biedt geen plaats meer voor ongelijkheid tussen man en vrouw; geen plaats meer voor het gezag van de vader over zijn kinderen, van de werkgever over de werknemer. Daarin is geen plaats meer voor bijzondere rechten, voor bijzondere plichten; geen plaats voor de een boven de ander; geen plaats voor gezag en afhankelijkheid, voor recht en plicht, voor kunnen geven en in dankbaarheid ontvangen.

Maar wanneer deze heilloze nivellering zich voltrekt in iedere vorm van

samenleving, is er ook geen sprake meer van echte gemeenschap, omdat voor elke vorm van liefde geen behoefte meer bestaat.

Onder het devies: de ongelijkheid, zoals deze blijkt in het oefenen van gezag over anderen en zoveel meer, de bron van alle ellende, wordt de revolutie gepredikt. Wanneer deze ellende kan worden opgeheven, gaan we met z'n allen genieten van ieders gelijk aandeel in de heerlijke vruchten van de gemeenschappelijke samenwerking van al onze tot één krachtbron verenigde energie. Aldus het droombeeld, dat zovelen thans voor ogen staat.

Hier verliest het gezin zijn door God aangewezen plaats. Onder de schijn van vrijheid voor ieder lid van het gezin wordt .gestreefd naar het algemeen belang van de ideale samenleving, van waaruit ieder aan z'n trekken komt.

Het gezin en de school hebben dan immers slechts deze taak: het kind pasklaar maken voor het maatschappelijk raderwerk, gezamenlijk door de gemeenschap in elkaar gezet.

Voor de kerk is dan alléén nog plaats, voor zover nog niet geëmancipeerde stumperds menen daar nog iets te kunnen vinden, wat hun onvrede met de ideale gemeenschap zou kunnen wegnemen.

Onder het motto van humaniteit of medemenselijkheid wordt aangewerkt op vrede en gerechtigheid, Bijbelse woorden, met als inhoud, om het even, of men koerst op een ideale heilstaat of een gedroomd vrederijk Gods, de hierboven geschetste verwerping van de eerste beginselen, waarop Gods instellingen, gezin, kerk, staat en maatschappij, alléén kunnen en mogen berusten.

3. U kunt uit het bovenstaande wellicht wel afleiden, dat de school, de richting en de inrichting van de school in het politieke vaarwater terecht gekomen zijn.

Wanneer de grote man van het N.V.V. spreekt over gelijktrekking van lonen, noemt hij daarbij onmiddellijk de gelijkheid, die in kleuter-en basisonderwijs haar beslag moet krijgen en kent hij — als vakbondsman — hieraan zelfs de hoogste prioriteit toe.

Gelijkheid vraagt volgens de vakbonden:

a. alle kinderen van 4 jaar naar de kleuterschool;

b. daar wegwerken alles, waarin het kind uit het arbeidersgezin achter staat bij het kind van beter gesitueerden, met name wat de taalvaardigheid betreft;

c. aan alle kinderen gelijke kansen bieden cm zich in vrijheid te ontplooien;

d. alle discriminatie wegnemen, die kan optreden, wanneer geselekteerd wordt op basis van intelligentie-en ander testondcrzoek.

Gaat het kind naar het basisonderwijs, dan moet juist daar met het bovenstaande voluit rekening worden gehouden. Vooral de schooladviesdiensten en de schoolbegeleidingsdiensten hebben tot taak, deze gelijkheid (ingepast in het z.g. democratiseringsproces) zoveel mogelijk te bevorderen.

Eén van de meest discriminerende zaken, die weggenomen moet worden, is het zitten blijven. Dat moet worden afgeschaft. De sterke nadruk, die de school legde op het verwerven van kennis (en dan veelal van zaken, die afgedaan zijn, traditie), moet worden geëlimineerd en overgelaten worden aan de individuele leerling, die daar liefhebberij voor heeft.

Begeleiding het motto.

De grote vraag is thans: ieder kind in de gelegenheid stellen om zich een plaats te veroveren in de samenleving in overeenstemming met zijn via de school verworven visie op de maatschappij. En dan zal deze visie allereerst kritisch moeten zijn en vervolgens zal zij zich niet moeten beperken tot de eigen omgeving van de leerling; nee! het kind moet als volwassene de bereidheid tonen, zich in te zetten voor het behoud van de mensheid en van de wereld, waarin we leven. Daarbij zal het kind al vroeg moeten leren, voor zichzelf een waardenscala op te bouwen, die bij zijn eigen persoonlijkheid past.

Opdringen, opleggen van normen is er niet bij. Dat is indoctrinatie. Het autoritair gezag heeft afgedaan. Er moet voor in de plaats komen het begeleiden van de onderwijzer, het openbreken van de mogelijkheden, die het kind in staat stellen zelfstandig in vrijheid zijn eigen weg te leren vinden naar en door de moderne samenleving.

Brugklas mislukking.

Maar dan komt de grote puzzel, het punt waarop deze idealen stuk kunnen lopen. Dat is het kippebruggetje van de mammoetwet (1 augustus 'G8). Immers, het basisonderwijs is voor géén leerling meer eindonderwijs; nog minstens 3 jaar moet hij (of zij) voortgezet onderwijs volgen. Maar welk soort voortgezet onderwijs zal dat zijn?

Jarenlang was dit z.g. aansluitingsprobleem een zaak van veel diskussie. Maar nu ? !?

Stel Ti voor, dat op de basisschool alles is gedaan om iedere leerling te begeleiden als hiervoor beschreven. Bij de vraag: naar welke school van voortgezet onderwijs moet nu Jan of Marie? komt toch weer die nare selektie.

De mammoetwet voorzag slechts ten dele in de moeilijkheden, die dan rijzen. In deze wet was een z.g. brugklas (le leerjaar voor scholen van voortgezet onderwijs) geprojekteerd. Alle voor Mavo, Havo, Atheneum, Gymnasium vertrekkende leerlingen zouden daar hetzelfde onderwijs ontvangen met veel begeleiding. En aan het einde van dat eerste leerjaar kon dan in overleg met de ouders worden nagegaan, wat nu voor Jan of Marie het beste zou zijn. Zelfs vanuit het lager beroepsonderwijs zou het nog wel mogelijk zijn om toch nog over te stappen naar het voortgezet onderwijs.

Dat alles — een echte brug voor alle leerlingen, die het basisonderwijs hebben doorlopen — blijkt een finale mislukking. Er ontbrandt dan ook een toch weer felle strijd tussen een deel der bevolking, dat zegt: „Ja ja, mijn kind is niet goed genoeg, hè? " en anderen, die zeggen: „Het koste wat het koste — letterlijk —, maar mijn zoon moet dit of dat diploma behalen".

Er ontbrandt, aldus de ontevredenen, toch weer een felle klassestrijd. Want alleen — het is onjuist! —, alléén de kinderen van beter gesitueerden worden over het kippebruggetje het voortgezet onderwijs binnengehaald. De kinderen van ae arbeider worden daardoor voor een groot deel toch weer verwezen naar de lagere, en dus minder betaalde beroepen.

De Middenschool.

De onderwijspolitiek richt nu op het stichten van een schooltype, de z.g. Middenschool, waar alle leerlingen, die de basisschool verlaten, jongens en meisjes, tot hun 16e jaar de mogelijkheid ontvangen, om onder zo gunstig mogelijk geboden ontplooiingskansen zich voor te bereiden op verdere studie, op een beroepsopleiding, of op de intrede in de maatschappij. In het laatste geval worden deze leerlingen dan weer tot hun 18e jaar opgevangen in de vormingscentra.

Deze Middenschool, reeds lang ingevoerd in Rusland, later in Engeland en in Duitsland, zal zeker ook in ons land, vooral onder druk van de vakbonden, een belangrijke plaats ontvangen in het Nederlandse onderwijs.

Het komt daarbij neer op een uitstel van de beroepskeuze. Niet in het 12e of 13e maar op het 16e levensjaar wordt deze beroepskeuze gedaan.

Er zit natuurlijk veel meer achter. We verwijzen daarvoor naar de inleiding van dit artikel.

Vernieuwing in Reformatie.

Willen we het onderwijs vernieuwen (en dat is en kan steeds nodig zijn), dan moeten we gaan reformeren. Dat is: terugbrengen naar vaste punten, ons gegeven in Gods Woord, lering trekkend uit de geschiedenis.

Nu wordt én het basisonderwijs én de Middenschool, zoals hiervoor beschreven, ons vanuit allerlei onbijbelse, nietreformatorische ideologieën opgedrongen. Deze ideeën willen geen reformatie, maar revolutie.

Uitgaande van een ideale maatschappij, die men droomt (sterk marxistisch getint), wordt de huidige maatschappij afgekraakt, moeten de leerlingen maatschappij-kritisch worden ingesteld en zal de school dienst moeten doen om de weg te banen naar een maatschappij, die aan de zoëven genoemde ideologieën beantwoordt. Met onze kinderen als proefkonijntjes.

Want het gaat tenslotte niet om het behoud, zeker niet het eeuwig behoud van onze kinderen, maar om het in leven roepen van een ideale, op anti-christelijke ideeën berustende samenleving, die onze kinderen, zelfs tegen wil en dank, zullen moeten dienen.

Voor ons, ouders, een ernstige zaak.

Wat zetten we in ons gezin, wat plaatsen we op de scholen, die onze kinderen thans bezoeken, hier tegenover?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1973

Daniel | 24 Pagina's

HERSTRUKTURERING VAN DE BASISSCHOOL? ........... NAAR DE MIDDENSCHOOL ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1973

Daniel | 24 Pagina's