Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui!


DE BRIEF AAN FILEMON. III
„Paulus, een gevangene van Christus, en
Timotheus, de broeder, aan Filemon, den
geliefde, en onze medearbeider.”
Fik: 1

In de beide voorgaande artikelen hebben we jullie iets zoeken, te vertellen over het schrijven van brieven in het aigemeen. Daar zat nogal heel wat aan vast, zoals jullie wel zullen hebben begrepen.

We gaan dan nu maar in op de brief aan Filemon. Dat is de kleinste brief van Paulus. Omdat de brief aan Filemon maar klein is, heeft Paulus waarschijnlijk deze brief zelf geschreven, d.w.z. met zijn eigen hand. Dat is af te leiden uit vs. 19 waar hij zegt: „Ik, Paulus, heb het geschreven, met deze mijne hand”.

Men is het er niet altijd over eens geweest of deze brief eigenlijk wel in de bijbel thuishoorde. Misschien kijken jullie er raar van op, als ik dat zo zeg. Toch is het waar. Het zou interessant zijn om de geschiedenis van elk bijbelboek en de gedachten die er in de loop der eeuwen over hebben bestaan, na te gaan. Doch dit laten wij maar aan de vakgeleerden over.

Toch zijn jullie misschien wel nieuwsgierig waarom men nu ook getwijfeld heeft aan het feit of de brief Filemon wel in de bijbel thuishoorde.

Dat vindt zijn oorzaak hier in, dat de brief een ander karakter heeft, dan de overige brieven, die van Paulus in de bijbel zijn opgenomen.

De brief aan de Romeinen en aan de Corinthiërs en anderen, staan beken,d als algemene zendbrieven. Zij werden naar een gemeente gestuurd en waren voor de gehele gemeente bestemd, Andere brieven b.v. die aan Timotheus en Titus worden pastorale brieven genoemd. Paulus geeft in deze brieven aanwijzing als een pastor dat is een herder, hoe de gemeente Gods, dat is de kudde geweid moet worden.

Doch de brief aan Filemon draagt een meer persoonlijk karakter. Het is eigenlijk niet meer dan een aanbevelingsbrief voor een weggelopen slaaf, met name Onesimus. Als zodanig had deze brief voor derden dus geen betekenis. Vandaar dat de vraag is opgekomen of deze brief wel in de bijbel thuishoorde. Toch heeft hij onder de voorzienige leiding Gods een plaats gekregen in de Canon, en is hij door de kerk voor Gods Woord erkend en gehouden. En wij geloven: met recht! Calvijn zegt omtrent deze brief, dat er moeilijk een plaats aan te wijzen zal zijn, waarin de liefelijkheid des Geestes meer wordt afgebeeld dan in deze brief.

En dat maakt deze brief zo schoon en inhoudrijk. Men komt er, om het zo te zeggen, de adem van de Heilige Geest in tegen. Wie dat gevoelen magf is het lezen van deze brief aangenaam.

Nu zullen jullie ongetwijfeld deze korte brief wel eens gelezen hebben aan tafel of voor jezelf persoonlijk, b.v. als je ’s avonds naar bed gaat. Op gezette tijden de bijbel te lezen is een, alleszins prijzenswaardige zaak. Ik weet echter niet of dat door jullie allemaal gebeurt. Als je er tot nu geen gewoonte van hebt gemaakt, begin er dan nu nog mee, want het bijbellezen kan van zo grote betekenis zijn op reis naar de eeuwigheid. Getuigde de dichter van Ps. 119 niet: Uw Woord is mij een lamp voor mijnen voet en een licht op mijn pad? Wie het Woord als zodanig niet kent, komt in de eeuwige duisternis wis en zeker terecht.

Doch al hebben jullie deze brief wel eens gelezen, dan wil dat niet zeggen, dat alles wat er in staat, ook tot jullie doorgedrongen is. Menigmaal lezen we over de dingen heen. En als er over gepreekt wordt, dan beperkt men zich meestal tot die weggelopen slaaf Onesimus. De rest blijft dan, wat de details betreft buiten het gezichtsveld. Dat is natuurlijk jammer. Zoveel, wat van rijke betekenis is, blijft dan verborgen. Als wij daarom met elkaar deze brief gaan lezen, hopen we dat met aandacht te doen. Aandacht! Dat is ’t Woord van God altijd waard. Of het daarom ook altijd de nodige aandacht heeft, is een vraag die jullie zelf maar moeten beantwoorden.

Wanneer je de brieven van Paulus gaat vergelijken, dan beginnen ze zo ongeveer allemaal op dezelfde manier. Zij beginnen met de mededeling wie de schrijver is en ook de geadresseerde. De lezer wist dan dadelijk van wie de brief afkomstig was. Daar zijn wij, bij het ontvangen van brieven ook meestal nieuwsgierig naar. Tenminste, zo vergaat het mij. Wanneer ik een brief krijg, dan kijk ik ook altijd eerst naar de afzender. Wie heeft hem geschreven? Dat is voor de ontvanger al een heel belangrijke zaak.

Filemon behoefde geen ogenblik in twijfel te verkeren. De brief was afkomstig van Paulus. Deze Paulus nu, dient zich aan als een gevangene van Christus Jezus. Meestal worden deze woorden zo verklaard, dat hij terwille van zijn dienen van de Heere Jezus in de gevangenis heeft moeten verkeren. En dat is ook zo. Daar moeten jullie niet gering over denken. Het is bekend dat Paulus in zijn leven twee lange gevangenschapsperioden heeft meegemaakt. Hij heeft twee jaar gevangen gezeten te Caesarea en twee jaar te Rome, om van de kortere perioden dat hij van zijn vrijheid beroofd was, maar niet te spreken.

Wat het zeggen wil, een gevangene te zijn, daar moet jezelf voor in de gevangenis gezeten hebben!. Mogelijk hebben jullie dat nog nooit beleefd. Ik zelf gelukkig ook niet. Maar ik heb wel eens iemand ontmoet die tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld was. Het was nog een jonge man, die een roofmoord had gepleegd. Hij mocht eens een keer zijn oude moeder bezoeken, die lid was van een van de gemeenten, die ik heb mogen dienen. Aan mij werd het verzoek gedaan door de moeder, bij die ontmoeting ook tegenwoordig te zijn. We hebben hier aan gevolg gegeven. Geflankeerd door twee rechercheurs zat hij in de eenvoudige woning van zijn nog eenvoudiger moeder. De man en vader heb ik nooit gekend. Die gevangen jonge vertelde, dat ze het goed hadden van eten, en drinken, dat ze op z’n tijd gelucht werden, voldoende ontspanning kregen. Enfin, het was er allemaal opperbest. Je zoudt de gedachten krijgen dat men in een hotel verkeerde. Doch de gedachte van „een gevangene” te zijn, niet vrij te zijn, toch niet te kunnen gaan en staan waar men wilde, dat was een onverdragelijke zaak. Door velen, aldus werd ons verteld, is het psychisch niet te verwerken, waarom er niet weinigen zijn, die in de zelfmoord hun toevlucht zoeken. Dat is natuurlijk het laatste wat men doen kan en de slechtste toevlucht die men zoeken kan. Doch mensenlijk gezien,, kon ik het één en ander wel begrijpen. Wij hebben hem natuurlijk op een Toevlucht gewezen, Die uitnemender is, maar je moet er maar in zitten.

Ik schrijf dit verhaaltje er tussendoor, natuurlijk niet om een pleit te voeren voor het afschaffen van gevangenisstraffen. Die zijn er natuurlijk ook. Aan hun zijde willen wij ons in geen geval scharen. De misdaad moet gestraft worden. Dat is bijbels! Doet men dit niet, of veel te zacht, dan werkt dit alleen de ongerechtigheid maar in de hand. De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs. Het zij met nadruk gezegd!

Maar „een gevangene” zijn valt niet mee. En zeker niet als je misdaad geen andere is, dan dat je alleen, de Heere Jezus dienen wilt. En zo was het met Paulus het geval. Daarbij komt nog dat een gevangene het in zijn tijd veel minder goed had dan tegenwoordig. Nu wordt je nog, zoals dat heet, menswaardig behandeld. Maar de behandeling die men in Paulus dagen kreeg, was minder dan beestachtig. Denk maar aan wat Paulus zelf overkomen is te Filippi. Hij was met Silas in het openbaar gegeseld geworden. Het bloed liep over hun ruggen heen. En meer dood dan levend werden ze in de „binnenste kerker” geworpen. Verzorgd werden ze niet. Hun voeten werden in de stok geklemd. Dat waren twee blokken, aan elkaar bevestigd. Men kon dan niet heen of weer. De handen werden dan ook nog vastgebonden. En hoe eer men dood was, hoe liever men het had. Licht was er in het binnenste van die kerker niet. Het was maar een vunzig hol. Wij weten dat misschien allemaal wel uit de bijbel. Maar als zoiets tegenwoordig nog gebeuren zou, dan stonden de kranten vol over „barbarisme” en „ten hemel schreiende toestanden” enz.

Doch daar ons artikel ook „vol” is gaan we het beëindigen. We behoeven gelukkig wel te denken dat Paulus zich nu nog in de gevangenis bevindt. O neen, hij is verlost en God heeft hem welgedaan. Hij is nu eeuwig vrij. Want de Zoon heeft hem vrijgemaakt. En die door de Zoon vrijgemaakt is, die zal waarlijk vrij zijn. Zijn jullie dat ook al? Want daar komt het tenslotte op aan. Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's