Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit een Kerstpreek van Calvijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit een Kerstpreek van Calvijn

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie een preek van Calvijn leest, wordt wellicht in eerste instantie teleurgesteld. Zijn preekmethode is een andere dan die van vandaag, een andere ook dan die uit de tijd van de Nadere Reformatie. De prediking van Calvijn is allereerst een flink stuk Schriftuitleg, met tussen de regels door wat praktische opmerkingen. Ze heeft een beetje het karakter van een bijbellezing, waarin de tekst - meestal een vrij lange pericoop - op de voet wordt gevolgd. En als de stof wat te omvangrijk is, dan houdt hij soms abruptop met de mededeling dat hij de volgende keer verder zal gaan...

Bij onze beoordeling zullen we moeten bedenken dat Calvijn preekte voor een gemeente die nog weinig kennis van de Schrift had. Zijn eerste en voornaamste doel was het bijbrengen van bijbelkennis. Omdat hij ervan overtuigd was dat daardoor de gemeente wordt gebouwd. De exegese - de uitleg - neemt dan ook een grote plaats in.

Toch betekent dat niet dat we te doen hebben met een intellectualistische prediking, alsof het Calvijn alleen te doen was om verstandelijke kennis van de Schrift. Integendeel, wie probeert de inhoud van zijn preken te verwerken, zal wel tot de ontdekking komen dat zijn prediking zich richt op het hart van zijn hoorders, en dat zij staat midden in de tijd en midden in het gewone leven.

Heilsnoodzakelijk

De prediking als bediening van het Woord stond bij Calvijn zéér^hoog genoteerd. Hij schroomt niet te zeggen dat zij absoluut noodzakelijk is tot verkrijging van de zaligheid. God heeft het zó beschikt dat het geloof wordt gewerkt door de verkondiging van het Evangelie. De mensen die beweren - ze zijn er vandaag bij duizenden, maar ze waren er ook in de dagen van Calvijn - dat men zonder kerkgang en zonder prediking toch wel kan geloven, krijgen dan ook van hem geen gelijk. , , Wij moeten God niet verzoeken en menen zonder vleugels te kunnen vliegen. God verwijst Zijn kinderen duidelijk naar de schoot der Kerk". En bij een andere gelegenheid: , , Het is een duivelse arrogantie de samenkomsten van de gemeente te verzuimen". Dat doen , , discipelen van de duivel". Altijd weer beroept Calvijn zich op het woord van Paulus: , , het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods".

Dat Woord wordt door mensen gebracht. Bekend is de uitspraak van Calvijn: , , nietige mensen, ergens uit het stof opgedoken, die God verwaardigt dienaren van Zijn Woord te zijn". Daarom eist hij eer op voor hen die door God zo hoog zijn geërd. Dat heeft niets te maken met mensverheerlijking of met ambtshoogheid. Voor die zonde waarschuwt hij zelfs de predikers van het Evangelie!

Maar de dienaren van het Woord moeten wel in hun waarde worden gelaten. Ze hebben vorstelijke eer ontvangen, want ze zijn gezanten van de hemel. In hun roeping en taak staan ze zelfs boven vorsten en overheden.

Het Evangelie

Om te laten zien hoe Calvijn preekte willen we hier een enigszins willekeurige steekproef nemen uit zijn Kerstpreken. Het betreft de preek over Lukas 2 vers 9—14. Calvijn begint zomaar met op te merken dat het ons niet zou baten dat de Zoon van God in deze wereld gekomen is, wanneer wij niet wisten waaróm Hij kwam, en wat Hij kwam doen. Hoe weten we dat? Op geen andere manier dan door het Evangelie. De engelen zijn de eersten die dat Evangelie hebben verkondigd en zij brachten hun boodschap niet voor een handjevol mensen, maar voor alle mensen van alle tijden tot het einde der wereld.

Dat zal ons echter ook niet baten wanneer die boodschap bij ons geen vreze en eerbied teweeg brengt, zoals dat gebeurde bij de herders. Het Evangelie klinkt in tal van oren, maar toch blijft het zonder vrucht. Hoe komt dat? Sommigen zijn te hoogmoedig, anderen zijn al te zeer verstrikt in wereldse gezindheden. Als God Zijn mond opendoet tegen ons, mensen, dan moesten wij verslagen zijn en beven. De aarde beefde toen God Zijn Wet gaf - zo moeten hemel en aarde ontroerd worden wanneer het Evangelie wordt verkondigd. Als het Evangelie tot ons komt, dan hebben we met de levende God te doen.

Op deze manier werkt Calvijn naar de uitleg van zijn tekst toe, en het valt ons op dat hij ook hier zo'n zwaar accent legt op het Evangelie en op de verplichting het te horen en te geloven.

Blijdschap

De engel brengt een blijde boodschap, die echter bij de herders eerst schrik en vrees veroorzaakt. Dat is het verschil met de goddelozen. Die zijn blij, wanneer ze vèr van God zijn. Maar als God een teken van Zijn tegenwoordigheid geeft, dan besterven ze het van angst. Maar zij die God werkelijk vrezen zullen nooit blij kunnen zijn tenzij zij ervan verzekerd zijn dat God hen genadig is. Tot de echte vreugde komen ze niet, dan nadat ze eerst verschrikt zijn. , , Wij kunnen niet opgericht worden als wij niet eerst nedergeslagen zijn".

Intussen komt God niet tot ons om ons te straffen zoals we hebben verdiend, maar juist om onze zonde in de diepten der zee te werpen. Daarom zegt de engel: vreest niet, want ziet, ik verkondig u grote blijdschap. Arme en bange lieden worden zó vertroost en verblijd door het Evangelie. Wee ons, als we onze vrede ergens anders zoeken. Wij mogen nooit verblijd zijn totdat we de zekerheid hebben: God is ons goedgunstig, hoewel wij het onwaardig ziin.

Héél het volk

De engel verkondigt een vreugde die voor heel het volk bestemd is. Dat geldt - aldus Calvijn - natuurlijk het joodse volk. Maar nu is de tussenmuur weggebroken en nu mogen alle volken in deze blijdschap delen.

Hoe zullen wij die vreugde vatten? Niet als wij verstrikt zijn in de genietingen van deze wereld of bedwelmd in onze hartstochten. Het is beter de herders te volgen, die er uiterlijk niet beter van geworden zijn, want ze kwamen bij hun kudden terug zoals zij weggegaan waren. Maar ze hadden wel een ongekende blijdschap.

Calvijn vindt hier een aanleiding om even te spreken over de vervolgingen terwille van het Evangelie. , , Zo zien wij er velen die geen andere bezoldiging ontvangen voor hun volgen van het Evangelie, dan dat men hen heeft vervolgd, verjaagd, dat ze van al hun goederen zijn beroofd, sommigen al hun vermogen hebben verloren, anderen in zeer nauwe kerkers zijn opgesloten, anderen zelfs wreed naar de brandstapel zijn gesleurd". De ware gelovigen echter kunnen dat niet deren. Al hun tegenspoed en droefheid worden verzacht door de genade en de goedheid van de Heere Jezus Christus.

Nóg een keer onderstreept Calvijn dat het een vreugde is voor , , al den volke".

, , Het moge waar zijn dat niet allen zich erover verheugd hebben, maar van Gods kant is hun die vreugde aangeboden. De ongelovigen moeten dan ook niet te verontschuldigen geworden zijn, aangezien zij zich door hun eigen boosheid van de genade Gods die hen was aangeboden, beroofd hebben".

Christus

Deze grote blijdschap vindt haar grond in Christus alleen. Alleen om Christus' wil kan de rechtvaardige Rechter ons genadig zijn. „Alwie het werk van Jezus Christus niet kent, die zal zich nooit op God kunnen verlaten en geen smekingen en gebeden kunnen doen. Hij zal altijd in onrust en twijfel zijn".

Ook het woord , , u" in de boodschap van de engel ontgaat Calvijn niet. Het zou al geweldig zijn wanneer de engel alleen maar gezegd had dat de Zaligmaker geboren was. Maar hij zegt erbij dat hij voor ons geboren is. Hij is niet gekomen voor Zichzelf, maar voor óns welzijn en ónze zaligheid. Wij zouden nog kunnen twijfelen en ons afvragen of het werkelijk wel voor óns is, daarom verzekert de Heere ons zo dikwijls daarvan: een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.

Ook bij de titels staat Calvijn stil. Christus, de Gezalfde met de Heilige Geest, Wiens zalving wij deelachtig zijn als we in Hem geloven. En Heere, Die wij hebben te gehoorzamen. En Hij is geboren in de stad van David, daarmee de oude profetie vervullend. Daaruit blijkt opnieuw dat we op Zijn Woord aankunnen. Hij heeft immers in de belofte , , zijn hart blootgelegd? "

De engelenzang

, , Zietdaar in hoofdzaak wat wij hebben te onthouden", zegt Calvijn. Maar dan besteedt hij ook nog aandacht aan het lied van de engelen. Dat geldt als onderstreping van de boodschap die de éne engel heeft gebracht. Want, zegt hij, , , wij kunnen ons niet bij Zijn waarheid houden, tenzij wij er als met geweld bij worden gebracht".

Als daar een leger van engelen komt zingen, dan is er voor ons alle reden om zich daarover te verblijden en er met dankzegging van te genieten. En wanneer

God zo'n hulpmiddel erbij geeft, dan moeten wij daar gebruik van maken en niet denken dat we er al genoeg van gehoord hebben! Want er zijn , , wispelturige lieden'' die, zodra ze nog maar een weinig van het Evangelie hebben leren kennen, in hun eigen oog de grootste geleerden van de wereld zijn.

Zelfs in de engelenzang vindt Calvijn nog een reden om de verantwoordelijkheid te benadrukken. Want wat zullen we nog voor verontschuldiging kunnen aanvoeren als de hemel zoveel getuigen zendt? In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan, maar nu zendt God een heel leger, niet van sterfelijke mensen, maar van hemelse engelen!

Bij het, , Gloria en excelsis Deo" (ere zij God in de hoogste hemelen) kan Calvijn het niet laten een zijdelingse uitval te doen naar Rome. Daar zingen ze het wel, zegt hij, maar ze beroven het van z'n kracht, want zij vertalen: , , vrede op aarde voor mensen van goeden wille".

Praktisch

Het waren zomaar enkele momentopnamen uit een Kerstpreek van Calvijn. Zoals in vrijwel al z'n preken doet hij zich ook hier kennen als een prediker die allereerst de Schriften uitlegt, maar die ze vervolgens ook toepast voor de situatie en de gemeente die hij vóór zich heeft. Het is Evangelie-prediking, en dus Christus-prediking, met een ruim aanbod van de genade en een praktische toespitsing.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's

Uit een Kerstpreek van Calvijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's