Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De samenleving eist samenwerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De samenleving eist samenwerken

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit artikel is een weergave van de lezing van drs. P. C. den Uil op het jongerenkongres. In verhand met de beschikbare ruimte in ons blad moet de lezing worden ingekort, overigens zonder daarbij de essentie van de lezing aan te tasten.

„Ik weet dat ik op de uiterste grens sta, van hetgeen eene vrouw past". Het was niemand minder dan de liberale burgemeestersvrouw Elise van Calcar die in 1863 met deze woorden bepleitte dat vrouwen opgeleid zouden kunnen worden tot onderwijzeres. „De uiterste grens van hetgeen eene vrouw past!"

Zo'n 50 jaar later, 1909. is er hevige verontrusting over de toenmalige vrouwenbeweging bij de hervormde predikant dr. J. F. Beerens. getuige diens brochure „Christendom en vrouwenbeweging". Vrouwen, zo ageert dr. Beerens tegen de uitgesproken emancipatiezucht van zijn dagen, moeten allereerst die beroepen kiezen, waarin zij zich in liefde kunnen geven. In dc eerste plaats dus het onderwijs aan kinderen. Hoe verfoeilijk is het daarentegen dat vrouwen kantoorbanen gaan bezetten, of. nog erger, zelfs menen voor politie-agent in aanmerking te kunnen komen. En wat te denken van het studerend meisje? Het is in een woord tegennatuurlijk! Hoe zou zij, met haar zwakkere gesteldheid, zwaar denkwerk kunnen verrichten? Zenuwziek zal zij ervan worden!

Zo'n 80 jaar later verschijnt binnen de Ger. Gem. de Kompasserie. In „Arbeid als opdracht" wijst mr. Silfhout enkele terreinen aan in kerk en maatschappij, waarbinnen de vrouw haar door God toebetrouwde specifieke vrouwelijke talenten dienstbaar kan maken. Daarbij, zo lezen wij. moet allereerst gedacht worden aan het onderwijs, de verzorgende beroepen en administratieve beroepen. Kantoorbanen dus. Uiteraard zelfs, voor vrouwen. En één onzer predikanten stelt op de a mbtsdragerskonferentie van 1986 over dc positie van de vrouw in de maatschapij, dat een meisje, evenals een jongen, gelegenheid dient te krijgen haar talenten te ontplooien door allerlei vormen van onderwijs, ook de universitaire.

Hoe hebben we het nu? Zijn we in anderhalve eeuw tijd onrustbarend ver van het bijbels spoor afgeweken? Of leren we van de geschiedenis alleen maar dat er kennelijk verschil bestaat tussen konstante bijbelse normen en tijdelijke traditionele zienswijzen? Of blijkt wel dat er helemaal geen blijvende normen zijn?

Waar dienen wij te staan temidden van zoveel ontwikkelingen op het gebied van gezin en arbeid, welke wij als bruisend emancipatiegeweld ervaren, doch die in de ogen van feministen nog veel te langzaam gaan?

Analyse van de ontwikkeling

Er is opzienbarend nieuws. Aan de bezwaren van de S.G.P. tegen de werkloosheidsverzekering. zoals jaren geleden verwoord door ds. G.H. Kersten en ir. C.N. van Dis. is recent dan toch maar tegemoetgekomen met dc zogenaamde 1990-maatrcgel. Immers, wat waren die bezwaren?

a) staatkundig: de overheid dwong de burgers toe te treden tot een verzekering:

b) principieel: verzekeren is strijdig met de voorzienigheid en een afwenteling van de verantwoordelijkheid van gezin, familie en kerk op de kollektiviteit;

e) ekonomisch: verzekering kost het bedrijfsleven geld en dat verslechtert de konkurrentiepositic.

En wat doet de 1990maatrcgel? Die eist alleen maar dat de vrouw van een werkloze man zelf de gezinsboterham, dat wil zeggen de ontbrekende 30%, gaat verdienen, als zij geen jonge kinderen meer te verzorgen heeft. Ziedaar: een stukje minder verzekering, meer eigen verantwoordelijkheid en een gezonder ekonomie. En toch is uitgerekend in deze kring de verontrusting het grootst en blijft men opkomen voor de plaats van de vrouw in het gezin.

Temidden van buurlanden is het Nederlandse type huisvrouw overigens een unicum. Elders ligt het deelnamepercentage aan de arbeidsmarkt vele malen hoger. Daarmee stellen we echter hooguit feiten, doch zeker geen normen vast.

De vrouwenbeweging is er in geslaagd, gedreven door Joke Smit. om èn de politiek én de wetenschap te veroveren. In tal van wetenschappen worden momenteel vrouwenstudies uitgegeven waarin

gepoogd wordt typisch mannelijke gedachtengangen uit allerlei theorieën te halen om er sexeneutrale voor in dc plaats te zetten.

Emancipatiebeleid

In de politiek heeft het geleid tot twee basisdokumenten: de analyse van het vrouwenvraagstuk - waarin het huwelijk en het kostwinnerschap als strukturele boosdoeners worden blootgelegd - en het beleidsplan emancipatie. waarin voor tal van scktoren strategieën worden uitgezet, waarvan de meisjesnota en dc kies exakt kampagnc voortvloeisels zijn. Alles draait in het beleid om de trits: onderwijs-ekonomische zelfstandigheid-machtspositie.

Hoe wordt een vrouw onafhankelijk van de man? Door net als hij op die stoelen te gaan zitten waar de dienst wordt uitgemaakt: ministers, managers, beroepskeuze-adviseurs. Banen en daarop gericht onderwijs zijn dus voorwaarden. De 1990maatregel is onderdeel van dit stramien. Maar als je die baan eenmaal hebt, zijn er toch nog twee storende elementen: zwangerschap en kinderopvang. Het ziet ernaar uit dat laborateurs het zwangerschaps-
probleem gaan oplossen door kinderen buiten de natuurlijke baarmoeder te gaan „kweken". En de kinderopvang wordt óf buitenshuis geregeld óf binnenshuis, waartoe momenteel in de Tweede Kamer het wetsontwerp ouderschapsverlof in behandeling is: wisselend uit, wisselend thuis.

De overheid hanteert emancipatie overigens niet alleen als doel, dat een waarde in zichzelf heeft. Emancipatie wordt ook gehanteerd als middel om economische doeleinden te realiseren.

Gescheiden vrouwen met inkomsten uit een betaalde baan zijn nu eenmaal goedkoper voor de staat dan bijstandsmoeders. En als te verwachten is dat het zwaartepunt van de ekonomie bij de elektronika hoort te liggen en dat er tekort aan personeel dreigt, is het zaak ook vrouwen in die richting te sturen omdat vrouwelijke juristen straks alleen maar werkloosheidsuitkeringen kosten.

Op zoek naar standpunten

In het spanningsveld tussen de hedendaagse ontwikkelingen enerzijds en onze opvoeding anderzijds staat als hoofdvraag centraal de aanvaardbaarheid of verwerpelijkheid van de kombinatie ouderschap en betaald werk buitenshuis. Die betaalde arbeid is middel tot het emancipatiedoel. namelijk individualisering. De eerste vraag luidt dan ook: is deze individualisering geoorloofd?

Een volgende vraag luidt: is die betaalde baan voor de gehuwde moeder ook in zichzelf verwerpelijk? Want het zou toch best kunnen zijn dat iemand wil blijven werken zonder dat ook maar enigszins sprake is van behoefte aan ekonomische zelfstandigheid? Anders gesteld: behoort de gehuwde vrouw, hoe dan ook, thuis te zijn? Deze vraag zullen we nu uiteenrafelen in tal van overwegingen. Decennia lang is het gebruikelijk geweest dat in de meeste gezinnen moeder thuis was en vader elders om het gezinsinkomen te verdienen. Hoe kwam dat? Omdat wonen en werken sinds de industriële revolutie geografisch gescheiden zijn. In de agrarische samenleving vielen wonen en werken samen, zoals we nu nog zien op de boerderij, in de winkel met bovenhuis, op het schip. Welnu, behoort de vrouw thuis te zijn en geen betaalde baan te hebben, omdat wij dat zo gewend zijn of omdat de Bijbel het voorschrijft? Hebben we hier met traditie of met bijbelse normen van doen?

Veel wordt verwezen naar Spreuken 31. Wat doet die deugdzame huisvrouw daar? Huishouden in engere zin en huishouden in ekonomische zin. namelijk door huisnijverheid en koophandel inkomen verwerven! Opmerkelijk is dat het opvoeden van kinderen niet eens uitdrukkelijk wordt genoemd. Wordt in Spreuken 31 alleen een beschrijving gegeven van wat een vrouw toen, in die samenleving geacht werd te doen. met nadruk op de voortreffelijke wijze waarop zij het deed, of lezen we in Spreuken 31 een voorgeschreven taakverdeling, een normatieve maatschappelijke struktuur? Heeft Spreuken 31 historisch of veeleer normatief gezag? En als Spreuken 31 dan veeleer normatief gezag heeft, moeten we dan niet noodzakelijkerwijs tot de konklusie komen dat de taak van onze huisvrouwen niet voldoet aan de veelzijdigheid van de huishouding die in Spreuken 31 wordt geschilderd?

„Moeder moet thuis zijn omdat zij de kinderen moet opvoeden", is een ander argument. Maar waarom moet moeder de kinderen opvoeden? Vooral omdat zij moeder is, of vanwege het feit dat vader 30 kilometer verderop in de fabriek werkt of op kantoor zit? In zijn zeer lezenswaardige artikel „Op weg naar een vaderloze samenleving? " schrijft ds. Golverdingen - overigens in een andere kontext dan de probleemstelling die ons vandaag bezig houdt - dat bijbels gezien, èn vader èn moeder elk hun eigen specifieke opvoedingstaak hebben en dat de industriële karriere-samenleving vader zo vaak uithuizig laat zijn. dat hij ten opzichte van zijn gezin menigmaal in gebreke blijft. Zouden we dan niet mogen stellen dat óf vader óf moeder thuis behoort ie zijn. in plaats van specifiek moeder?

De voorgaande overwegingen vatten we nu samen in de volgende stelling betreffende de deelname aan het arbeidsproces van de gehuwde vrouw met kinderen:

„Aangezien de Heilige Schrift de opvoedingstaak duidelijk bij beide ouders legt, inkomensverwervende aktiviteiten. door moeder te verrichten, niet verbiedt, en het bouwen en bewaren aan man en vrouw opdraagt, is deelname door de vrouw aan het arbeidsproces, mits de verantwoordelijkheid voor gezinsvorming en opvoeding niet wordt miskend, in zichzelf niel te veroordelen. De deelname aan het arbeidsproces wordt echter verwerpelijk indien daarmee afstand wordt gedaan van de verantwoordelijkheid voor gezinsvorming en opvoeding. Binnen de huidige sociaalekonomische struktuur zal gezinsvorming echter, gelet op de scheiding tussen wonen en werken, de praktische konsekwentie hebben dat moeder thuis is en vader buitenshuis werkt".

Mannelijke en vrouwelijke beroepen

Wij moeten nog een ander spoor aflopen en zullen ook daar voor wissels komen te staan. Het spoor van de beroepskeuze. Want voor de ongehuwde en de gehuwde vrouw geldt dat niet elk beroep geoorloofd is. Ik doel dan niet op die beroepen die om principiële redenen voor elke christen, man en vrouw verwerpelijk zijn. Neen, we hebben nu het onderscheid op het oog tussen het typisch mannelijke en typische vrouwelijke in de beroepensfeer. Mag een vrouw doordringen in dc zogenaam de mannenberoepen?

Op dat vlak springt een kwestie er duidelijk uit: die van het leiderschap.

Na de zondeval zegt God tot de vrouw: ,,de man zal over u heerschappij hebben". Velen beroepen zich op deze tekst om aan te tonen dat vrouwen geen leiding mogen geven aan mannen. Hierbij doen zich echter enkele vragen voor. Spreekt Gods Woord over de man-vrouw relatie binnen het huwelijk en binnen de christelijke gemeente of reikt het verder en is ook de man-vrouw relatie in het maatschappelijke leven in het geding? Sommigen zien juist in genoemde tekst voldoende reden om te stellen dal de man en de vrouw, ook los van het huwelijk en kerk. beoogd worden.

Maar ook als de man en de vrouw in het algemeen wordt beoogd, rijst de vraag of „heerschappij hebben" een aankondiging is van wangedrag (te denken valt aan de onderdrukking van vrouwen in niet gekerstende samenlevingen) of een norm: de man moet heerschappij hebben. Of mogen we hooguit konkluderen dat de leiding van de man voor de zondeval verworden is tot heerschappij na de zondeval, waarmee nog steeds vaststaat dat de man leiding behoort te geven aan de vrouw en niet andersom? We zijn er nog niet. Als de man ook in het maatschappelijke leven leiding behoort te geven - en de vrouw het niet zou mogen - bedoelen we dan alleen de publieke verhoudingen - de relatie tussen overheid cn onderdaan - of ook de private verhoudingen? Met een voorbeeld: mag de vrouw geen minister worden, maar wel manager van het eigen familiebedrijf, of geen van beiden?

Ook in dit verband wordt nogal eens verwezen naar Spreuken 31. De vrouw is thuis, maar de man is in de poort. De poort. Wat betekent dat voor deze tijd? Het gehele terrein van wetgeving en rechtspraak? En meer konkreet. Mag de vrouw geen gemeentesekretaris. geen ambtenaar op WVC, geen rechter, geen advokaat. geen notaris zijn?

De kwestie van leiding geven is niet dc enige. We moeten ook nog even stilstaan bij die boeiende heenwijzing naar het typisch vrouwelijke in de beroepensfccr.

Wat bedoelen we nu met typisch vrouwelijk? Eigenlijk niet meer en niet minder dan wat we gewend zijn? Dan is inderdaad het beroep vrachtwagenchauffeur niet typisch vrouwelijk. Maar heeft dat voor ons normatief gezag? Bedenk wel dat hooggeleerden bij dc introduktie van het gevaar dat „fiets" heette er heus van overtuigd waren dat vrouwen dit fenomeen uiteraard nooit zouden kunnen hanteren.

Als we dieper stoten dan de traditie, treffen we het beroep op de schepping aan. Het typische van het vrouwenberoep zou te herleiden zijn op de schepping van de mens als mannelijk en vrouwelijk, als onderscheiden hoedanigheden, met onderscheiden gaven. Dat valt niet te betwisten. Toch is daarmee niet alles gezegd. Immers, laat kracht een objektief verschil zijn tussen de man en de vrouw, de menselijke krachtpatser in het konstruktiebedrijf van weleer is vervangen door komputergestuurde produktie waartoe slechts de vrouwelijke potentie is vereisl om enige knoppen in te drukken. Interessant op dit vlak is de bijdrage van mevrouw Moerkerken-Stolk in „Criterium" het onderwijskontaktblad van de Ger. Gem. in Ned. die de ingeschapen aard. namelijk zorgend bezig zijn. direkt en indirekt interpreteer!. In de direkte interpretatie rolt het verplegend beroep er uit. In dc indirekte interpretatie gaat het om „luisteren, genegenheid. eerbied en toewijding betonen". Dat kan. zo stelt zij, op een kantoor, in ccn winkel, in een fabriek. Het vrouwelijke loopt, zo bezien door meerdere beroepen heen. Zo bezien valt een pleidooi - ik geef nu zelf uitbreiding aan het artikel van genoemde schrijfster - voor de vrouwelijke politieagente nu veel gemakkelijker te verklaren dan die voor de vrouwelijke veldwachter destijds: de taak van de politie is immers verschoven van het louter orde-herstellende naar het meer sociale. Ook dit gedeelte wil ik s tellen derwij ze afsluiten:

„Het typisch vrouwelijke krijgt onder invloed van met name de techniek en veranderende taakinhouden vanwege maatschappelijke verschuivingen, door de tijd heen andere gestalten. Leiding geven is echter voor wat betreft het publieke leven aan mannen voorbehouden ".

Besluit

Het is altijd weer moeilijk om jezelf eerlijk voor de spiegel le zien. om je diepste motieven eerlijk te onderzoeken. Het is heel verleidelijk om in een tijd van individualisering toe te geven aan het idee dat man en vrouw in een andere verhouding staan dan die in het huwelijksformulier wordt beleden. Het is heel verleidelijk om in een tijd van materialisme eerst een huis te kopen, hypothecaire verplichtingen op je nemen en om die reden voorlopig maar te blijven werken en vooral niet zwanger te worden.

Het is heel verleidelijk om toe te geven aan het idee dat je pas meetelt als je, net als alle andere vrouwen, een baan buitenshuis hebt en aan de verachting van de hoge verantwoordelijkheid en de rijke opdracht, die opvoeding heet.

Hei is heel verleidelijk om arbeid uitsluitend op te vatten als betaald werk. zodat je wel bereid bent als avondverpleegkundige in een reformatorisch bejaardenoord te werken, maar niel bereid bent geheel belangeloos aan thuiszorgprojekten mee te doen.

Het is heel verleidelijk om gezinsverantwoordelijkheden die Gods Woord ook bij de man legt traditioneel af te schuiven op moeder de vrouw.

Ik bedoel maar: eigenlijk vrees ik niet zozeer de steeds meer opdringende wettelijke verplichtingen. Ik vrees veeleer en veel meer de geest van deze eeuw die zich ook van ons meester maakt. Anders gesteld: waar ligt ons hart? Bij de bijbelse visie op huwelijk, op trouw, op gezinsvorming. op arbeid? Dan hebben wij toekomst. God geve ons geopende ogen om de tijd te doorzien en een hart om Hem te dienen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1990

Daniel | 32 Pagina's

De samenleving eist samenwerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1990

Daniel | 32 Pagina's