Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET STAAN IN DE DIENST VAN DE HEERE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET STAAN IN DE DIENST VAN DE HEERE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wolk der getuigen, het testament van Calvijn.

De kerkgeschiedenis wijst op veel. Boeken zijn gevuld met allerlei situaties en ontwikkelingen. Zo de eeuwen door. Het is een zegen dat wij veel kunnen lezen. We worden meegenomen naar gebeurtenissen in ons eigen land en over de grenzen. We worden gewezen op personen, die in de dienst van de Heere hebben gestaan en van betekenis zijn geworden. Ze spreken nog nadat ze gestorven zijn. Boeken staan op hun naam. Wanneer we het hebben over reformatie, nadere reformatie en puritanisme dan gaat het ook over personen. Dat alles niet in het vergeetboek komt is goed. Dat werken bestudeerd worden is zelfs geboden, want ze spreken van de verlichtende werking van de Heilige Geest en de rijke kennis van Gods Woord. Laat het nimmer komen, gelijk dat gehoord wordt: met de geboden zaken uit het verleden kunnen we het in het heden niet doen. We kunnen er niet meer mee uit de weg. Er zijn andere vragen en werkelijkheden. Deze gedachte strijdt met het gegeven in de Heilige Schrift. Gelijk het Oude Testament niet losgemaakt mag worden van het Nieuwe Testament, zo mag geen deel of zelfs het geheel van de kerkgeschiedenis verwezen worden naar het kerkelijk museum van oudheden. We moeten steeds acht geven op hoe de Heere spreekt in Zijn Woord en waar Hij op wijst. Dit heeft niet slechts betekenis voor Israel. Wanneer we het begin van Hebreeën 12 lezen, dan wijst de apostel naar de wil van de Heere op de wolk der getuigen, die rondom ons ligt. Hij roept voor de aandacht het grote aantal geloofshelden van de oude bedeling, de getuigen van vroeger die in hun talrijkheid te vergelijken zijn met een dichte wolk. Nu mag bij al het goede wat we kunnen lezen niet vergeten worden, het persoonlijke geestelijke leven. Hun levenswortel. Wat kunnen de persoonlijke getuigenissen voor ons betekenen. Tenminste wanneer er aansluiting en insluiting mag zijn. Daardoor gaan de personen ook voor ons leven en willen we hun getuigenissen doorgeven. Omlijsting van de persoon is beslist niet tot verheerlijking van de Heere. In dat licht, vanuit die overtuiging, wordt gewezen op het testament van de reformator Johannes Calvijn.

Op 25 april 1564 liet Calvijn zijn testament opstellen door Pierre Chenalat, notaris te Genève. Wegens lichaamszwakte liet hij Chenalat opschrijven wat hij hem dicteerde. Daar Calvijn niet anders kon denken dan dat de Heere voorgenomen had om hem eerstdaags uit de wereld weg te nemen kwam hij tot het besluit om zijn laatste wil bij geschrifte na te laten. In zijn testament staat: eerst en voor alles dank ik God dat Hij Zich over mij, die Hij geschapen en in de wereld gesteld heeft, erbarmd heeft. En Hij heeft mij niet alleen uit de duisternissen van de afgoderij getrokken, waarin ik verdronken lag, maar ook tot het licht van Zijn Evangelie gebracht en tot de leer der zaligheid, die ik niet waardig was. En met de zelfde weldadigheid heeft Hij al mijn zonden en gebreken, waardoor ik verdiend had om van Hem verstoten te worden, lankmoedig verdragen en vergeven. Daarenboven heeft Hij het mij waardig gekeurd mij als hulp in het preken van het Evangelie te gebruiken. Daarom betuig ik ook dat ik voorgenomen heb om het overige van mijn leven in hetzelve en in de godsdienst die Hij mij in Zijn Evangelie overgeleverd heeft door te brengen. En ik heb geen andere toevlucht voor mijn zaligheid dan alleen Zijn genadige aanneming waar mijn zaligheid alleen op steunt. Van ganser harte omhels ik die barmhartigheid die Hij om Christus wil aan mij getoond heeft, waardoor Hij vergolden heeft mijn misdaden door de verdiensten van Zijn dood en lijden, opdat alzo voor al mijn misdaden voldaan zou zijn en hun gedachtenis uitgewist zou worden. Ik betuig daarenboven ook dat ik Hem ootmoedig smeek of het Hem zou gelieven om mij door het bloed van de grote Verlosser dat voor de zonden van het menselijk geslacht is uitgestort te wassen en te reinigen, opdat ik voor Zijn vierschaar moge bestaan naar het Beeld van onze Verlosser. Ook betuig ik dat ik naar de mate van de genade en weldadigheid Gods jegens mij mijn uiterste best gedaan heb, om zowel in mijn predikatiën, als in mijn geschriften, Zijn Woord zuiver uit te leggen. Verder betuig ik dat ik in alle geschriften en disputen die ik met de vijanden van het Evangelie gehad heb geen listen of ijdele redeneringen gebruikt heb, maar ik heb altijd oprecht gehandeld in het verdedigen van de waarheid. Maar och! Mijn betrachtingen en ijver als ze die naam waardig zijn, zijn zo slap en traag geweest, dat ik altijd belijd dat ontelbare dingen die nodig waren om mijn ambt op de juiste wijze te bedienen mij ontbroken hebben. En hadden Gods oneindige weldadigheden mij niet bijgestaan, dan zouden al mijn pogingen ijdel en tevergeefs geweest zijn. En ik belijd dat als niet dezelfde weldadigheid mij ondersteund had de gaven die God mij verleend heeft mij meer en meer voor Zijn vierschaar overtuigd zouden hebben vanwege de traagheid.

Daarom betuig ik en belijd ik dat ik op geen andere toevlucht voor mijn zaligheid hoop dan alleen daarop dat God, aangezien Hij een Vader der barmhartigheid is, met mij een arme zondaar handelde als een Vader. Verder begeer ik dat na mijn afscheid uit dit leven mijn lichaam begraven zal worden op de wijze die in deze stad en kerk gebruikelijk is. Totdat over mij de dag der zalige opstanding oplichte. Het geschrevene door notaris Chenelat heeft Calvijn met zijn eigen hand ondertekend en bevestigd.

Welk een testament. Daarin spreekt de genade van de Heere. Veel heeft Calvijn mogen doen. Veel moest hij doorstaan. Veel heeft hij nagelaten. Spreekt hij voor ons? Hoe citeren wij? Calvijn behoort tot een wolk van getuigen. Toen Napoleon I zijn soldaten in Egypte verzameld had aan de voet van de piramiden, gereed voor de aanval, sprak hij het historisch j geworden woord: soldaten meer dan 40 eeuwen zien op u neer. Hierdoor wilde hij zijn mannen stimuleren tot de strijd, desnoods met prijsgeving van hun leven. Voortdurend vechtend voor de victorie. Wat doen wij voor de Koning der koningen? Wat doen wij voor Zijn Koninkrijk? Stimuleert ons de wolk der getuigen of wordt de wolk door ons beschaamd? Met discussie alleen komen we er niet. Maar wel gezegend door de Heere met daden. Zo gaan we in het spoor van de getuigen. Dan is hun levenshouding, hun gezindheid ons niet vreemd. Dan spreekt ook hun persoonlijk, geestelijk leven, gelijk we dat aantreffen in het testament van Calvijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's

HET STAAN IN DE DIENST VAN DE HEERE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's