Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De pastor in het moderne ziekenhuis*)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De pastor in het moderne ziekenhuis*)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

Inleiding

Over het pastoraat aan zieken zijn de laatste jaren enkele belangwekkende boeken verschenen. Wij noemen in dit verband alleen maar het boeiende boek van dr. J. J. Buskes, Waarheid en leugen aan het ziekbed, alsmede de studie van de groningse kerkelijke hoogleraar prof. dr. P. J. Roscam Abbing, Pastoraat aan zieken.

Het hier te bespreken boek van dr. H. Faber behandelt weer een ander aspect, n.l. de taak en de plaats van de pastor in het moderne ziekenhuis. Het is een gemeenplaats om te zeggen, dat een bepaald boek in een behoefte voorziet. Toch wagen we het er in dit geval op. De literatuur over het pastoraat in de ziekenhuizen is schaars. Daarom is de verschijning van dit helder geschreven boekje een verheugende zaak.

De schrijver is lector in de pastorale psychologie aan de Universiteit van Leiden. De vele publicaties van zijn hand over dit onderwerp staan er borg voor dat we in dr. Faber een ter zake kundige gids hebben, die ons op bekwame wijze rondleidt op dit terrein. Wij willen daarom de lezing van dit boek niet alleen aanbevelen aan allen die uit hoofde van hun beroep of ambt met zieken in aanraking komen, maar aan elk die belang stelt in dit onderwerp. Dat het de moeite waard is zich in dit vragencomplex te verdiepen, moge blijken uit een korte weergave van de inhoud. Daarna willen we een aantal critische kanttekeningen plaatsen.

Het moderne ziekenhuis

In het eerste hoofdstuk, getiteld „Het vraagstuk van de lijdende mens", laat dr. Faber zien hoe de houding die aangenomen wordt tegenover zieken samenhangt met het cultuurpatroon. De schrijver wijst op de primitieve samenleving, waar de zieke gezien wordt als de ander, die als afwijkend en gevaarlijk ervaren wordt, onder invloed van demonische machten.

In onze cultuur hebben we met een ander cultuurpatroon te maken. Van beslissende betekenis voor de houding die wij innemen tegenover de vragen van lijden, ziekte en genezing is enerzijds de invloed van Hippocrates, de stichter van de moderne geneeskunde, grondlegger van het causaal-wetenschappelijk medisch onderzoek (460—377 voor Christus), anderzijds moet genoemd worden de invloed en de doorwerking van het evangelie van Jezus Christus. Door dat alles is een ontwikkeling op gang gekomen welke openheid voor ziekenzorg en onderzoek met zich meebracht.

Dat alles heeft ook zijn stempel gezet op de ontwikkeling van het ziekenhuiswezen. Het moderne ziekenhuis is totaal iets anders dan het vroegere ziekenhuis. Verschillende auteurs hebben daarop gewezen. Dr. Faber schrijft dan ook in hoofdstuk 2: „Het moderne ziekenhuis heeft in de loop van enkele tientallen jaren het karakter van een tehuis, waar men rustig ziek zijn kon en uit het geroezemoes van een druk gezin heen vluchten kon voor een goed verzorgd genezingsproces, verloren. Het gaat bedrijfsmatige aspecten vertonen, letten op efficiency enz. Dat betekent dat in het ziekenhuis steeds minder aandacht is voor het lijden van de zieke mens" (blz. 27). Het ziekenhuis is een uiterst efficiënt georganiseerd reparatiebedrijf geworden. Dat is door de schrijver uiteraard niet denigrerend bedoeld. Het hangt samen met de hele ontwikkeling van de techniek en de medische wetenschap. Het behoeft geen betoog dat deze ontwikkeling van invloed is op de houding tegenover de zieke. Is er nog aandacht voor de zieke als mens? Of wordt hij alleen maar tot object gemaakt? Terecht wijst de schrijver erop, dat dit alles ook voor het ziekenbezoek van de pastor van betekenis is.

De patiënt

In het derde hoofdstuk richt dr. Faber de aandacht op de patiënt in het ziekenhuis. De zieke wordt behandeld, wordt verpleegd, wordt onderzocht en geopereerd. Deze passiviteit maakt hem onzeker en bepaalt ook zijn gedragspatroon. De schrijver maakt in dit hoofdstuk een aantal belangrijke psychologische opmerkingen, waar elke pastor zijn winst mee kan doen. De ziekenhuissituatie moet immers verwerkt worden door de zieke en dat gaat soms gepaard met allerlei agressieve gevoelens. Boeiend is wat dr. Faber schrijft over de relatie tot de arts, het verplegend personeel, de familieleden; over neurotische verschijnselen die we bij de zieke aantreffen; over reacties op het ziekzijn en het verloop van de ziekte; over de behoefte aan gemeenschap en contact. Ruimtegebrek verhindert ons breed op dit alles in te gaan. Wij noemen slechts enkele dingen om u op te wekken zelf dit boekje te lezen.

Pastorale problemen

Afzonderlijk gaat dr. Faber in op de problematiek van ziekte en geloof, en de vragen aangaande lijden en dood. Hieraan is het vierde hoofdstuk gewijd. Ook hier maakt de auteur veelvuldig gebruik van de psychologie. Inzake het bijzonder moeilijke vraagstuk van de verhouding van ziekte en geloof en van de invloed van het ziek-zijn op het geloofsleven lezen we onder meer: „Het kan ook zijn, dat de zieke door de manier waarop hij met zijn ziekte worstelt, opeens een duidelijker inzicht in zich zelf en in de tekorten van zijn geloof krijgt: hij wil wel eens spreken over zijn angst, zijn gebrek aan volharding of zijn moeite met het gebed" (blz. 59).

Dr. Faber waarschuwt er de pastores voor deze vragen te bagatelliseren. Het kan z.i. juist de taak van de pastor zijn om tegen de routine-houding van vele ziekenhuis-functionarissen in de ziekte met zijn tobberijen serieus te nemen, hem te aanvaarden zoals hij is en naar hem te luisteren. Vooral het luisteren is voor een goed pastoraal contact onmisbaar.

De problemen van lijden en dood komen in dit boek ter sprake in het kader van het moderne ziekenhuis. De schrijver wijst er op hoe de houding van de moderne mens tegenover het lijden en de dood niet aanvaardend is, maar protesterend. Ook hier valt de invloed van de techniek te bespeuren. Het lijden wordt gezien als een uitdaging. Toch is het frappant dat in het moderne ziekenhuis niet alleen de nadruk valt op de technische mogelijkheden om het lijden te bestrijden. Er is ook de stem van de menselijke eenzaamheid en het vaak machteloze protest te vernemen.

En het sterven? Hoe wordt dit gezien in de moderne levenssituatie? Dr. Faber attendeert er ons op, dat de dood als het ware uit de gewone realiteit van het leven verdreven wordt. „Juist voor het begrijpen van het klimaat in het moderne ziekenhuis is het weten van deze mindere bereidheid tot aanvaarding van de dood een belangrijk aspect. Het tegenwoordige ziekenhuis met zijn vele nieuwe therapeutische mogelijkheden is de plaats, waar de strijd tegen de dood op zijn hevigst en tot het vaak bittere einde gestreden wordt. Het behoort tot de geloofsbelijdenis van de medische en verplegende staf, dat de dood niet aanvaard mag worden en vele zieken gaan hierin een groot stuk met hem mede” (blz. 70).

Het spreekt vanzelf dat de pastor in zijn contact met ernstig zieken en stervenden met dit alles te maken heeft. Hij verricht immers zijn werk in dit moderne klimaat. Hoe wordt de dood door de zieke, hetzij als een mogelijkheid, hetzij als een werkelijkheid, die nabij is, ervaren? Wat zijn de moeilijkheden welke de pastor bij de uitvoering van zijn taak in het moderne ziekenhuis tegenkomt?

Dr. Faber maakt ook hier vele belangwekkende opmerkingen. Hij wijst op aspecten die vaak door onkunde of onbekendheid verwaarloosd worden. De pastor, zo zegt hij, verricht zijn werk in een klimaat, waar de dood tot het uiterste wordt afgeweerd, waar een zakelijke, medische visie op de dood overheerst. Medicijnen die aan een ernstig zieke of stervende worden toegediend, maken de patiënt vaak suf of slaperig, zodat het contact moeilijker wordt. Ook is in een modern ziekenhuis de relatie met de familie dikwijls een moeilijk punt. Juist hier heeft de pastor een taak. De pastor, zo schrijft dr. Faber, neemt deel aan hun zijn met de stervende.

De pastor en zijn gesprekken

Met het bovenstaande bevinden we ons middenin het onderwerp, dat door de titel wordt aangegeven. Hoofdstuk 5 behandelt de plaats van de pastor in het medisch team, zijn relatie tot het ziekenhuispersoneel, zijn eigen verantwoordelijkheid in dit alles. Voor pastores is het goed om eens te lezen hoe zij door het verplegend personeel, en door de artsen gezien worden. Onzekerheden, vooral bij de pastor van buiten, in een ziekenhuis kunnen kortsluitingen veroorzaken.

Terecht beklemtoont de schrijver dat het werk van de pastor iets anders is dan het werk van de psychiater of de maatschappelijk werker. Op de achtergrond van het pastorale werk staat de grote Herder der schapen, Jezus Christus.

Verhelderend is ook wat dr. Faber schrijft over de spanningen waardoor de arbeid van de pastor in het ziekenhuis gekenmerkt wordt. Drieërlei spanning wijst hij aan: allereerst die tussen het behoren tot een team en een eigen stuk eenzaamheid; voorts de spanning tussen deskundigheid en dilettantisme (de pastor is een ondeskundige temidden van zoveel specialisten) en in de derde plaats de spanning tussen de noodzaak van studie en training enerzijds en die van oorspronkelijkheid anderzijds. Pastoraal werk mag geen routine worden. Dat alles licht de schrijver op boeiende wijze toe door te verwijzen naar de roman van de duitse schrijver Heinrich Böll, Meningen van een clown.

De pastor heeft een eigen taak. „Hij probeert de hand te zijn, die Christus via zijn kerk aan zijn volgelingen toesteekt" (bl. 94). Met instemming citeert de auteur de opmerking van een chirurg: Wij hebben de pastor nodig voor het klimaat, de geest van het ziekenhuis (blz. 107). Het ziekenhuis moet meer zijn dan een gezondheidsfabriek.

In aansluiting hieraan volgt een hoofdstuk over de pastor en zijn gesprekken. In het pastorale gesprek moet de pastor zo goed mogelijk ingaan in de wereld van de ander. Een amerikaans predikant heeft het pastorale gesprek vergeleken met het omvaren van een eiland, waarbij men pas goed landen kan, als men het gehele eiland omgevaren is. Voor het doorgeven van de evangelieboodschap is het leggen van een pastorale relatie uiterst belangrijk.

In een aantal bijlagen wordt dit alles nog nader geconcretiseerd door de bespreking van een enkele gespreksverslagen, en door een hoofdstuk over pastoraat aan patiënten met psychosomatische ziekten. Dat zijn ziekten, waarvan wij weten of vermoeden dat het lichamelijk ziek zijn voor een deel of nagenoeg geheel bepaald worden door psychische factoren. Vaak betreft het chronische patiënten.

Dat de auteur zijn onderwerp van vele kanten bezien heeft, bewijzen een tweetal „literaire" bijlagen over Simenon en Simone de Beauvoir.

Het hoofdstuk „De zieke thuis" moge wat buiten het kader van het onderwerp vallen, het bevat toch zoveel goede opmerkingen dat wij dankbaar zijn, dat de schrijver dit opgenomen heeft.

Met een tweetal rapporten over de taak van de ziekenhuispredikant en de geestelijke verzorging in de ziekenhuizen en literatuurlijst wordt dit boek besloten.


* Dr. H. Faber, De pastor in het moderne ziekenhuis, 192 blz. Prijs ing. ƒ9,90. Van Gorcum en Comp. N, V., Assen 1968.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1970

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De pastor in het moderne ziekenhuis*)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1970

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's