Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zijn geestelijke aanvechtingen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zijn geestelijke aanvechtingen?

Uit de geloofspraktijk (1)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mij is door de eindredakteur gevraagd in een aantal artikelen iets te schrijven over geestelijke verlatingen. Aan zijn vraag wil ik graag voldoen, hoewel ik eerst een aantal opmerkingen wil maken over wat aanvechtingen zijn; dat men die niet onder geestelijke verlatingen kan rekenen. In het pastoraat namelijk worden die twee vaak dooreengehaald en worden aanvechtingen gehouden voor geestelijke verlatingen en geestelijke verlatingen voor aanvechtingen. Ik denk dat het goed is die twee uit elkaar te houden en dat er van aanvechtingen in het geloofsleven vrij constant gesproken kan worden, terwijl dat met geestelijke verlatingen bepaald niet het geval is. Misschien mag het zo gesteld worden: iedere christen kent aanvechtingen, maar niet iedere christen kent geestelijke verlatingen. Er zijn kinderen Gods die in hun leven hiervan nooit last hebben, andere daarentegen wel. Welnu, dit hoop ik na een aantal artikelen over aanvechtingen ook aan te tonen alsmede een breedvoerige uiteenzetting te geven over wat geestelijke verlatingen zijn en de oorzaken daarvan.
Overbodig is het waarschijnlijk om te schrijven dat de artikelen pastoraal van aard zijn. Gegeven het onderwerp kan dit ook niet anders.

Wat zijn aanvechtingen?
Zoals reeds opgemerkt kent iedere christen van tijd tot tijd aanvechtingen. Wat zijn echter aanvechtingen? Men kan het zo omschrijven: aanvechtingen zijn aanvallen van de satan met de bedoeling om aan het werk Gods in het leven te gaan twijfelen. Wat van God is in het geloofsleven maakt hij verdacht en het liefst zou satan zien dat de christen tengevolge van zijn aanvallen God zou zegenen (d.i. vloeken).
Satan is een grote vijand van de gelovige. Niet dat door hem altijd rekening wordt gehouden met deze grote vijand. Trouwens, wie houdt er wel rekening met de duivel? Wie gelooft er in deze tegenstander van God nog? Catechisanten vinden het uit de tijd om te geloven in een satan. Dat was iets voor de middeleeuwen. Toen werd hij uitgebeeld als een driekoppig monster met bokspoten. Maar daarin gelooft men vandaag toch niet meer? In déze verlichte eeuw is het primitieve geloof aan een duivel die zich voordoet als een engel des lichts achterhaald en zeer zeker het primitieve geloof aan hem zoals in de middeleeuwen. Satan bestaat niet meer. Men heeft hem óf weggeredeneerd zodat hij geen kwaad meer kan doen óf men heeft hem de tanden uitgetrokken door allerlei quasi wetenschappelijke redeneringen waardoor hij krachteloos is geworden. Satan heeft men zo dood gemaakt. Hij kan niets meer. Soms wordt dat zelfs met een religieus sausje overgoten doordat men zegt: 'Op Golgotha is door de Zaligmaker de kop van de satan vermorzeld. Hij heeft op ons geen vat meer, want hij is dood.' Wel, gelooft er maar niets van. Op vele plaatsen wordt ons door het Woord voorgehouden dat satan een boze geest en genius is en dat hij rondgaat als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou kunnen verslinden. Deze laatste zin is zoals wij weten een citaat uit de brief van de apostel Petrus. En let wel: de apostel spreekt deze woorden tot de gemeente Gods. Hij richt zich daarin niet tot de wereld, doch tot de christenen. Zij moeten alert zijn op de aanvallen van de satan. Want het is satan die door zijn aanklachten het hart onrustig maakt. Op een inferieure manier poogt hij Gods kinderen aan God in Christus te ontrukken. Hij doet dat door wantrouwen te zaaien in het hart. Men gaat God wantrouwen, Zijn Woord wantrouwen, maar ook achter Gods onfeilbare beloften in het Woord allerlei vraagtekens zetten. Het gevolg is: grote twijfel en moedeloosheid.

Waarvan maakt satan gebruik?
Bij zijn aanvallen op het geloofsleven kan satan gebruik maken van mensen. Honend kan door mensen gesproken worden over de hoop die men heeft op God. In dit verband is er wat er bij het kruis gebeurd is een adequaat voorbeeld. De Zoon van God en de Zoon des mensen heeft al Zijn hoop op God gesteld. En wat wordt er onder aan het kruis honend gezegd? Dit: 'Hij heeft op God vertrouwd; dat Die Hem nu helpe, indien Hij wel wil.' Wij kunnen ook denken aan de dichter van Psalm 42. Wat werd hij aangevochten en wat rolden — op instigatie van de satan — de mensen als het ware over hem heen, toen zij hem honend toevoegden: 'Waar is uw God?' Christus is aangevochten, maar ook de Zijnen worden aangevochten. Het zal waar zijn dat de aanvechtingen van christenen het niet halen bij die van Christus. In omvang niet en in diepte niet. Toch weten de Zijnen daarvan. Ook hiervan, hoe zij door andere mensen geplaagd kunnen worden. Heel concreet kan dat soms worden ingevuld. Wat is het anders dan een aanvechting, wanneer mensen op het werk een christen bespotten, omdat hij nog altijd voor zijn eten bidt? Is het dan niet een aanvechting om dat bidden maar na te laten, want iedere dag diezelfde spot en hoon te horen valt toch ook niet mee? En dan onze jongeren. Wie zal zeggen, hoe vaak zij worden aangevochten om het geloof dat van huis uit hen is overgeleverd maar prijs te geven? Onze jongeren komen immers in aanraking met andere jongeren voor wie godsdienst geen enkele betekenis heeft. Die tengevolge daarvan doorgaans weer een heel andere levensstijl hebben en van het 'Gij geheel anders' niet weten. Om als jongere weerbaar te zijn en allerlei aanvechtingen de baas te kunnen, daarvoor is niet alleen nodig dat zij van huis uit wat meekrijgen, maar bovenal is er genade nodig om aan deze wereld niet gelijkvormig te worden. Ouderen worden aangevochten, jazeker, maar onze jongeren niet minder. Ook zij kunnen met andere mensen geplaagd worden. Let wel: satan gebruikt mensen om ze aan te vechten. Dat kan hij doen in grote verbanden waarin christenen staan zoals werk, militaire dienst, school, universiteit, maar ook in de kleine verbanden. Te denken valt aan familie en gezin. Wat een aanvechting voor een vader en een moeder om hun kinderen in alle dingen maar toe te geven. Vooral wanneer ons door de kinderen wordt voorgehouden, dat wat door ons als ouders niet wordt toegestaan door ouders in andere gezinnen wel wordt toegelaten, terwijl laatstgenoemde ouders met hun kinderen ook zondags twee keer naar de kerk gaan. Maak het je kinderen maar wijs, dat wij een andere levensstijl hebben. Ja en dan nog zo, dat je de eer van die naaste geen schade aanbrengt. Het is allemaal nog niet zo gemakkelijk als men wel denkt. Kijk, wanneer in een gemeente door een ieder hetzelfde wordt gedacht en gedaan, zullen er door onze kinderen geen vragen worden gesteld waarom zij dit wel mogen en iets anders weer niet. Ook zullen zij dan niet op andere gezinnen wijzen waar doorgaans nu naar hun mening veel meer mag, omdat er geen verschillen in leer en leven zijn. Maar wanneer die er wel zijn, wanneer een gemeente heterogeen is — en vrijwel iedere gemeente is dat — maar dan komen de vragen. Doch niet alleen de vragen, maar ook de aanvechtingen om maar toe te geven. Want waarom zouden wij ons onderscheiden van anderen? Wij vallen toch niet graag op. En te koop lopen, met je principes moet je in geen geval doen. Wat doet satan bij zo'n redenering. Die lacht in zijn vuistje. Hij is in zijn aanval geslaagd. De aanvechting heeft men niet met het Woord willen èn kunnen pareren.
Nog een voorbeeld wil ik geven, hoe satan wat betreft zijn aanvallen gebruik maakt van mensen.
Twee mensen zijn in hun huwelijk van God en Zijn dienst vervreemd. Niet hun huwelijk was daarvan de oorzaak, maar tengevolge van laksheid, traagheid en lauwheid kwam de klad in het kerkgaan, in het Bijbellezen, in het samen knielen voor het naar bed gaan. Na een aantal jaren onderscheidden man en vrouw zich niet van een man en vrouw in de wereld. De man interesseerde zich voor Ajax en de vrouw voor het feminisme. De kinderen deden hun best op school, maar zaten wel op een openbare school. Dat alles duurde net zolang totdat de Heere ingreep. Ik mag het zo wel neerschrijven: de man werd bekeerd. Wat wij noemen: krachtdadig bekeerd. Maar toen begon het. Want wat wilde die man toen? Hij wilde dat zijn vrouw met hem meeging naar de kerk en dat zij zoals aan het begin van hun huwelijk 's avonds weer voor hun bed zouden knielen. Ook wilde hij dat er het één en ander in huis zou veranderen. Niet dat de man moralistisch was geworden — een echte christen is nooit moralistisch — maar toch wilde hij wel dat zijn hele gezin wist dat er b.v. een knop zat aan de toestellen waardoor zij het een en ander konden horen en zien.
Nu, de man heeft het wel geweten, dat hij door de Heere in zijn kraag was gegrepen en was verlost van het allerhoogste kwaad en was overgezet in het allerhoogste goed. Wat een aanvechtingen van de kant van zijn vrouw en kinderen, opgehitst door die lelijke duivel, heeft hij moeten verduren. Door Gods genade mocht hij staande blijven en is er op de lange duur toch wel iets veranderd in zijn gezinsleven. Maar dat was niet aan hem te danken, want menigmaal was er in zijn hart de neiging om maar toe te geven. Het valt in die omstandigheden ook niet mee om staande te blijven. Want er kan natuurlijk wel gezegd worden, dat een heel gezin zich aan God en Zijn Woord moet onderwerpen, maar als een gezin dat nu nooit gedaan heeft en één uit dat gezin komt tot het geloof en de anderen niet: wat dan? Het is toch niet de bedoeling dat men door zachtmoedigheid de anderen probeert te winnen voor het Koninkrijk Gods. Het lijkt mij althans van de duivel toe als de man in het voorbeeld hierboven bij zijn vrouw en kinderen was weggegaan en naar een andere vrouw was gegaan met wie hij zo goed en fijn over de geestelijke dingen kon praten. Laat ik het maar direct neerschrijven: dit komt wel voor, maar het is goddeloos. Men stelt vlees tot zijn arm en men eindigt ook in het vlees. Bovendien blijft voor mij de vraag óf men zichzelf niet heeft bekeerd. Immers, wanneer God ons bekeert, zullen wij graag zien dat onze eigen gezins- en familieleden ook bekeerd worden en wij zullen daarom bidden en proberen hen in te winnen met woord en daad. Laten wij daarom maar oppassen voor een vroomheid, die met de vroomheid van Psalm 25 niets te maken heeft. Van een vleselijke vroomheid kan de duivel ook gebruik maken.
Dat het intussen een hele strijd is om aan allerlei aanvechtingen niet toe te geven, zal wel duidelijk zijn. De overlast van mensen van wie satan gebruik maakt, kan erg groot zijn. Tegen die overlast in en tegen allerlei aanvechtingen in is er slechts één remedie. En die is dat wij een trouw gebruik maken niet van mensen, maar van de middelen die de Heere heeft gegeven. Ik denk in dit verband aan het Woord, doch niet minder aan de sacramenten en dan met name aan het Heilig Avondmaal. Hoe kan met name door het Heilig Avondmaal het aangevochten geloof worden versterkt? Menigeen is in al zijn aanvechtingen na aan de Tafel des Heeren te zijn geweest. Weer versterkt opgestaan en kon de reis door dit leven toch weer een tijdje niet alleen versterkt, doch ook bemoedigd aan. Met nadruk schrijf ik daarom nogmaals: laat het gebruik van de middelen niet na en vooral niet het middel van het Heilig Avondmaal. Calvijn noemt het Avondmaal het geneesmiddel voor alle aanvechtingen en voor alle twijfel. Opvallend is dat juist het Avondmaal als genademiddel het eerst door aangevochten zielen wordt nagelaten. Calvijn zou zeggen: 'maar dan móet u juist aan het Avondmaal'. Voorts is daaraan toch ook de belofte verbonden dat de Heere het gekrookte riet niet zal verbreken en de rokende vlaswiek niet zal uitblussen.
Voor aanvechtingen van het geloofsleven kan satan mensen gebruiken. Hij kan ook gebruik maken van het Woord. Daarover graag een volgend keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wat zijn geestelijke aanvechtingen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's