Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geven maakt gelukkiger dan ontvangen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geven maakt gelukkiger dan ontvangen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is oneerlijk verdeeld in de wereld. Daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe we, juist als christenen, aan enige herverdeling van de welvaart kunnen bijdragen, daarover verschillen de meningen nogal. En toch blijft het een opdracht, die christelijke handreiking, zoals de Heidelbergse Catechismus het noemt.

„Het is zaliger te geven dan te ontvangen”, zegt de apostel Paulus als hij afscheid neemt van de gemeente van Efeze. Dat moeten de gemeenteleden zeker onthouden, zegt de apostel, juist omdat het een uitspraak is van de Heere Jezus Zelf. We weten overigens niet wanneer Jezus die uitspraak gedaan zou hebben en tegen wie, want we komen hem niet tegen in de Bijbel tegen als een woord van Jezus.
In de kanttekeningen wijzen de Statenvertalers erop dat deze uitspraak afgeleid kan woorden uit woorden van Jezus die wel in de Bijbel zijn opgetekend. Zo zegt de Heere Jezus in Lukas 6:38 dat wie geeft ook gegeven zal worden. In Lukas 16:9 spreekt Hij ook nog over het vrienden maken uit de onrechtvaardige Mammon, zodat die je zullen helpen als het nodig is.
Hoe het ook zij: duizenden jaren later heeft de uitspraak dat het een mens gelukkiger maakt om iets te geven dan om iets te krijgen nog niets aan kracht verloren. Natuurlijk is dit allemaal ook psychologisch te duiden. Zo zijn er mensen die eigenlijk geen hulp van anderen kunnen aanvaarden omdat ze het gevoel hebben dat ze dan iets terug moeten doen.
Wie de Bijbel leest, zeker ook het Oude Testament, kan niet ontkennen dat een christen zorg heeft te dragen voor zijn naasten. Dat geldt in veel opzichten, maar ook als het gaat om het geven aan goede doelen. Zij die zich van het geven van giften proberen af te maken door te wijzen op het feit dat het gegeven geld lang niet altijd op de goede plaats terechtkomt of door luid te spreken over de corruptie bij hulpinstellingen, zullen de Bijbel nooit aan hun kant vinden. Natuurlijk moet er gekeken worden naar de betrouwbaarheid van de hulpverlening, maar de eerste focus moet liggen op de nood bij de medemensen. Dichtbij of verder weg.
Als het gaat om financiële nood dichtbij, is die in 2017 niet makkelijk te herkennen. Iedereen heeft een huis, iedereen heeft kleding en iedereen heeft zo voor het oog eten genoeg. Toch is er veel stille armoede. De voedselbanken zijn er niet voor niets. Als de kostwinner van een gezin werkloos is geworden en een gezin met kinderen van de bijstand moet leven, is schraalhans soms letterlijk keukenmeester.
Ook scholen weten dat er nogal wat kinderen niet meegaan met het schooluitje, puur omdat er thuis geen geld voor is. Ook al worden er officieel andere redenen genoemd, toch is geldgebrek vaak de boosdoener. Een een verjaardag vieren? „Nou, nee, dat komt nu niet zo goed uit omdat oma ziek is en we daar veel moeten helpen.” Maar de waarheid is dat er gewoon geen geld is om vijf vriendinnetjes van snoep en eten te voorzien en er een leuke middag van te maken.

Tienden
Wie wel genoeg financiële middelen heeft, kan soms tegen een heel ander probleem oplopen. Hoe deel je op een goede manier iets van de eigen welvaart met anderen die het minder hebben? Hoe structureer je op een goede manier het giftenbeleid in je eigen gezin? En wat moet je doen om niet te verdrinken in de stortvloed aan hulpvragen?
En dan is er natuurlijk ook nog die andere vraag: hoe zit het eigenlijk met het geven van de tienden? Daarover is er zo veel verwarring dat het niet moeilijk is in een eindeloze discussie verzeild te raken zonder dat er ooit een euro naar een goed doel wordt overgemaakt. Daarom is het beter, in plaats van te discussieren, naar Paulus te luisteren. Die zegt in 2 Korinthe 9:7 dat God een blijmoedige gever liefheeft. Je zou ook kunnen vertalen: iemand die vrijwillig geeft en niet onder dwang. Overigens –en dat wordt nog weleens vergeten– schrijft hij een vers eerder dat wie spaarzamelijk zaait, ook spaarzamelijk zal maaien en dat wie in zegeningen zaait, ook in zegeningen zal maaien. Wie dat op het geven van giften toepast, zal begrijpen wat er bedoeld wordt.
Geen dwang dus. Niet van de kerkelijke gemeenschap, maar ook niet van christenen in het algemeen. Want juist dat doen van christelijke handreiking aan de armen, zoals de Heidelbergse Catechismus het noemt, moet vanuit het hart komen. Want wie vanuit z’n hart geeft, die geeft blijmoedig.

Giftenrekening
Toch kun je veel baat hebben bij adviezen als het gaat om het geven van giften. Zo is het in het leven roepen van een giftenrekening een prachtig middel om maandelijks gestructureerd een aantal goede doelen te kunnen steunen. Je laat steeds automatisch een bedrag op die giftenrekening storten en kunt zo maandelijks de giften overmaken. Leden van kerkelijke gemeenten die een vorm kennen van een jaarlijkse actie, zoals bijvoorbeeld de actie Kerkbalans, kunnen vanaf die rekening ook hun maandelijkse bijdrage aan de plaatselijke kerk regelen.
Om ook nog wat geld over te hebben voor het bijdragen aan hulp voor rampen en andere onvoorziene crises, is het een goed idee om ervoor te zorgen dat er iedere maand wat geld overblijft op de rekening, zodat je automatisch een reservepotje aanlegt.
Wie met zo’n giftenrekening werken, hebben de ervaring dat je het geld voor de giften, dat gewoon iedere maand automatisch wordt overgeschreven, in de praktijk eigenlijk niet meer mist. Alhoewel: een gift mag ook best pijn doen. Dus zou je dat ook een nadeel kunnen noemen. Maar toch…
Daarbij is het in Nederland nog steeds zo dat giften aan zogenaamde ANBI-doelen (Algemeen Nut Beogende Instellingen) aftrekbaar zijn van de inkomstenbelasting. Juist mensen die veel belasting betalen, krijgen dus een flink deel van hun giftengeld terug van de overheid. Dat geld kun je weer terugstorten op de giftenrekening, zodat er een soort sneeuwbaleffect ontstaat. Anderen gebruiken juist dat extraatje van de belasting om leuke dingen van te kopen.
De praktijk leert dat het allebei waar is. Het is geweldig om een gezin waarvan je weet dat ze het niet breed hebben, te helpen door 100 euro in een envelop te stoppen en anoniem te bezorgen. Want juist het anonieme geven, laat je als christen bijna letterlijk de hand zijn van God.
Het is niet minder mooi om structureel financieel bij te dragen aan de eigen kerkelijke gemeente en te zien hoe het werk daar door kan gaan. In alle opzichten.
Of te weten dat je maandelijkse gift aan dat project in Afrika betekent dat een kind daar naar school kan gaan en kleding en goed voedsel krijgt.

Gesloten beurs
En als de financiële situatie nijpend is en er simpelweg maandelijks niets overblijft om weg te geven? Dan zijn er tal van andere manieren om een ”christelijke handreiking” te doen. Om barmhartig te zijn en barmhartigheid te bewijzen. Die barmhartigheid laat zich niet perse in euro’s uitdrukken. Een bezoekje aan een eenzaam gemeentelid kan ook een vorm van christelijke handreiking zijn. Of die moeder een ochtend in de week helpen van wie je weet dat ze met haar grote gezin de boel eigenlijk niet in orde kan krijgen en al helemaal niet op orde kan houden.
Barmhartigheid bewijzen kan met een open portemonnee. Maar dat sluit het christelijke handreiking doen met daden niet uit. Barmhartigheid kun je ook bewijzen met een gesloten beurs. Maar het kan nóóit met een gesloten hart.


Kinderen
Jan en Aline zijn een echtpaar van middelbare leeftijd en hebben een gezin met vijf kinderen. Jan: Als ik m’n salaris binnen heb, kijk ik welke goede doelen deze maand een gift krijgen. Dat kan een klein of een wat groter bedrag zijn. Wat de kerkelijke gemeente betreft, doen wij op biddag en dankdag het bedrag in de collectezak dat we aan de kerk willen geven. Je weet wanneer die dagen zijn, dus in maart en november zorg ik dat dat geld er is.”
Wij vonden het niet alleen belangrijk om zelf geld te geven aan goede doelen, maar dat wilden we ook onze kinderen leren”, vult Aline aan.
Dus begonnen we er al heel jong mee dat ze een euro of wat meer uit hun spaarpot gaven als er een collecte was of een actie op school.
Wij als ouders verdubbelden wat de kinderen gaven. Dat was een mooie stimulans, zo bleek.”
Aline waarschuwt er wel voor kinderen niet te overvragen.
Geven mag en moet iets leuks blijven. Als ze voor iets gespaard hebben, dan willen we niet dat ze het hele bedrag ineens aan een actie geven die op dat moment gehouden wordt. Dat is niet goed. Ze moeten leren dat ze zelf gerust voor dingen mogen sparen en die ook mogen kopen en daarvan genieten, maar dat ze daarnaast andere mensen, die het veel minder hebben, niet vergeten. Evenwicht, dat vinden wij belangrijk.”


In natura
Janneke (30) is een alleenstaande moeder met twee kleine kinderen. Ze heeft diverse schoonmaakhuisjes en leeft verder van een bijstandsuitkering. Ik zeg heel eerlijk dat ik eigenlijk nog geen euro in de maand kan missen om aan anderen te geven. Natuurlijk, we hebben de collectes in de kerk, maar meer kan ik simpelweg niet missen. Dat maakt me soms heel verdrietig als er een actie is voor het een of ander. Maar als ik daar 10 euro aan geef, betekent het dat ik de kinderen een dag geen vlees kan geven. Met de diaconie van de kerkelijke gemeente heb ik een goed contact. Ze hebben me weleens gesteund bij de aanschaf van nieuwe bedden voor de kinderen, maar ik wil zo min mogelijk geld van de kerk. En verder kennen ze mensen in de gemeente die hulp nodig hebben bij het schoonmaken van hun huis of voor het koken van maaltijden. Dat werk doen, is voor mij een vorm van het steunen van goede doelen. Niet in geld, maar in natura.”
Ze is even stil. Dan: Ooit, toen mijn wasmachine kapot was, vond ik op een ochtend een envelop op de mat met daarin tien briefjes van 50 euro. Ik weet nog steeds niet wie die door de bus heeft gedaan, maar voor mij kwam hij uit de hemel.”


Giftenrekening
Mark is een alleenstaande man van 38 jaar oud. Hij heeft een goede baan in de IT-sector en zet iedere maand 10 procent van z’n netto salaris op een aparte giftenrekening. „Ieder jaar stel ik in januari een lijst op met goede doelen waaraan ik maandelijks een bedrag wil geven. Dat zijn, naast de kerkelijke gemeente waarvan ik lid ben, ongeveer tien verschillende instellingen. De een krijgt iedere maand 5 euro, de andere 50 of meer. Sinds ik die giftenrekening heb, gaat alles het hele jaar door vanzelf. Het werkt fantastisch, omdat ik er geen omkijken naar heb terwijl ik het geld eigenlijk niet meer mis. Daarbij maakt de aparte giftenrekening het ook erg makkelijk om aangifte te doen van de inkomstenbelasting. Want de giften mag je aftrekken en dat levert ieder jaar een mooie teruggavepost op. Van iedere euro die ik geef, betaalt de regering zo’n 50 cent. Dus hoe meer ik geef, hoe meer Den Haag bijdraagt”, zegt hij lachend.


“Geven mag pijn doen”

"Met het geven van tienden heeft hij niet zo veel. Dat Bijbelse idee kun je niet één op één doortrekken naar onze tijd, met alle vaste lasten die er per huishouden zijn.”

Bij geven gaat het erom wat het je kost, vindt Evert-Jan Brouwer (40), medewerker bij Woord en Daad en schrijver van het boek ”Wie is mijn naaste? Voor donateurs die meer willen weten”. We hebben het ontzettend goed in Nederland. We zijn eraan gewend geraakt om de luxe die we hebben als vanzelfsprekend te beschouwen. Maar als we onderscheid maken tussen wat we echt nodig hebben en dingen die we gewoon fijn vinden om te hebben, zien we dat er meer ruimte is voor het geven van giften.”
Brouwer vindt de uitspraak van de bekende predikant en dichter Jacobus Revius treffend: Elks gaaf is aangenaam dat deelt naar wat hij heeft. God rekent niet hoeveel, maar van hoeveel men geeft.” Geven is relatief, legt Brouwer uit. De twee penningen die de arme weduwe gaf in Marcus 12, zijn in Gods ogen oneindig veel waardevoller dan de 3 miljard die Microsoft-baas Bill Gates jaarlijks doneert en die hij makkelijk kan missen.”
Geven mag pijn doen, vindt hij. En dat betekent keuzes maken tussen bijvoorbeeld vakanties, sportschool, muzieklessen of meubels. Laat iedereen maar eens voor zichzelf een overzicht maken van zijn bestedingen, zodat je ziet hoeveel je uitgeeft aan vakanties en hobby’s enerzijds en goede doelen anderzijds.
De uitkomst daarvan is vaak veelzeggend genoeg. Ik beweer niet dat we niet op vakantie mogen gaan, maar dat we bewust naar onze bestedingen moeten kijken. Als er op het vakantieadres in Frankrijk in twee weken 2000 euro op gaat, reken dan ook eens uit hoeveel je met dat bedrag kan betekenen voor een ander.”
Tegelijkertijd is geld geven niet alles, relativeert Brouwer. Het is heel mooi als we allemaal royaal geld geven, maar als we ondertussen geen rekening houden met de effecten van onze levensstijl op de mensen aan wie we doneren, dan heeft het geen zin. Wees je daarom ook bewust van je levensstijl en koop geen producten die onder slechte arbeidsomstandigheden gemaakt zijn of waar geen eerlijke prijs voor gerekend wordt.”
Verder benadrukt Brouwer dat het Bijbelse geven zich niet beperkt tot het geven van geld. Armoede is in onze tijd vaak ver van ons bed. Onze donaties zijn daardoor geldtransacties geworden aan mensen die we niet kennen. Maar in de Bijbel draait naastenliefde juist vaak om de naaste dichtbij. Het Bijbelse geven gaat ook over het schenken van onszelf in de vorm van talent, ervaring, liefde en aandacht.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juni 2017

Terdege | 100 Pagina's

Geven maakt gelukkiger dan ontvangen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juni 2017

Terdege | 100 Pagina's