Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaksectie vraagt leider(schap)!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaksectie vraagt leider(schap)!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de bestseller Onderwijs vraagt leiderschap is er nu een vervolg geschreven, speciaal voor de vak secties in het voortgezet onderwijs – Vaksectie vraagt leider(schap)! In gesprek met een van de auteurs van het boek, Bram ter Harmsel, directeur onderwijs op het Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem.

Het boek Onderwijs vraagt leiderschap hebben we met best wat mensen geschreven, zegt Ter Harmsel. ‘Nadat het was verschenen hebben we afgesproken om nog met enige regelmaat bij elkaar te komen om na te denken over leiderschap en inspiratie op te doen. Het is natuurlijk wel belangrijk om up-to-date te blijven. Zo merkten we dat er in het voortgezet onderwijs ontwikkelingen waren rondom de vaksecties. Beter gezegd: de vaksecties kwamen steeds minder in beeld en de focus kwam meer te liggen op de teams, dus bijvoorbeeld op het havo-team. Dat is jammer, want binnen die vakgroepen zit enorm veel kennis en kunde. Doordat de focus daar niet meer op lag, werd daar minder mee gedaan.’

Vaksecties zijn belangrijk

Dit probleem werd ook steeds meer gezien door de leiding van de scholen en de vaksecties zelf. Het besef drong door dat de vaksecties wel degelijk belangrijk zijn. Helaas ontbreekt het echter vaak aan leiderschap. Ter Harmsel, zelf werkzaam in het onderwijs, heeft dat aan den lijve ondervonden. ‘Ik ben als interim-directeur op de Gomarus begonnen, maar omdat ik het zo leuk vond ben ik er blijven werken. We hebben ons snel gericht op het leiderschap in de vaksecties, dus de Gomarus is daarin waarschijnlijk wel wat verder dan de andere scholen.’

Volgens Ter Harmsel zijn docenten meer vakgericht dan teamgericht. ‘Een docent zegt bijvoorbeeld eerder dat hij wiskunde of Nederlands geeft dan dat hij lesgeeft aan de bovenbouw van havo/vwo. Ze kiezen vaak als eerste voor het vak.’ Dit verschijnsel zette de vier auteurs (Dick Both, Alex de Bruijn, Bram ter Harmsel en Rens Rottier) aan het denken. ‘Het leek ons mooi om voor de vaksecties ook een boek te schrijven, in de lijn van Onderwijs vraagt leiderschap. Dat is ook gebeurd en dezelfde principes komen aan bod, zoals de professionele cultuur en persoonlijk leiderschap’, aldus Ter Harmsel. ‘Je zou misschien wel kunnen zeggen dat Vaksectie vraagt leider(schap) het broertje is van Onderwijs vraagt leiderschap.’

Ontwikkeling en professionalisering

Volgens de auteurs, die zelf in meer of mindere mate te maken hebben met vakgroepen, is het vooral een praktisch boek geworden. ‘Het is geen heel theoretisch boek, want er staan vooral concrete voorbeelden in voor de vaksectieleiders. Het probleem dat in de vakgroepen naar boven kwam, was dat er te weinig leiding en aansturing was. Daarom hebben we in dit boek ook gekozen voor de naam “vakgroepleider” in plaats van “vakgroepvoorzitter”. De laatste naam werd vooral gebruikt, maar een voorzitter regelt van alles, zoals materialen voor de vakgroep, een agenda voor de vergadering, enzovoorts. Een vakgroepleider daarentegen is onder meer bezig met de ontwikkeling van de vakgroep en van de kwaliteit van lessen, en houdt zich bezig met professionalisering van de collega’s. De focus is meer gelegd op ontwikkelen dan op regelen.’

Vakgroepleider

Het uitgangspunt van de auteurs is dat een vakgroepleider echt gemotiveerd is voor een taak. Je kunt het dus niet zomaar worden en je moet ook wel een tijdje leider blijven. Dat is goed voor een consistente lijn binnen de school. De auteurs pleiten daarom ook voor een profiel voor de vakgroepleider waarin duidelijk staat omschreven wat de kwaliteiten en de taken van deze leider zijn. ‘De verandering begint langzaam te komen en we horen nu ook wel van scholen waar leraren zeggen dat ze liever geen vakgroepleider willen blijven of worden, omdat dit andere kwaliteiten vraagt. Het mooie daarvan is dat er binnen de vakgroepen gesprekken komen over wie dan wel leider kan of wil worden’, aldus Ter Harmsel.

Vruchten

Op de Gomarus zijn ze intussen zo’n zeven jaar bezig met deze omslag. Inmiddels merken ze dat de verandering zijn vruchten begint af te werpen. Ter Harmsel: ‘Als examens bijvoorbeeld minder goed werden gemaakt, werd in eerste instantie gekeken naar de teamleiders van vmbo, havo en vwo. De vakgroepen vielen daar een beetje buiten. Inmiddels worden deze er ook bij betrokken. Zo wordt dan bijvoorbeeld ook aan hen gevraagd hoe ze denken dit te gaan veranderen. Het wordt op deze manier meer bij de docenten neergelegd die zich ook meer verantwoordelijk gaan voelen. Dat vind ik een erg positief punt. Ook positief is dat er binnen de vakgroep wordt nagedacht over een meer doorgaande lijn van de brugklas naar de examenklas. Er is zo een veel minder grote kloof tussen onder- en bovenbouw. Daarnaast merk ik ook dat de vakgroepen zelf studiedagen organiseren, zowel op vakinhoudelijk als vakdidactisch gebied. De verantwoordelijkheid wordt veel meer bij de vakgroepen en dus bij de docenten neergelegd dan bij de teams.’ In grote lijn kun je zeggen dat de teams zich meer richten op de pedagogische kant en de vakgroep zich richt op de vakdidactische kwaliteit van de lessen.

Enthousiasme

Het is niet alles goud wat er blinkt. Ter Harmsel: ‘Bij grote vakgroepen is het wel complexer. Je bent met meer mensen, dus het is ook moeilijker om tot één visie te komen. Daarnaast hebben de meeste scholen ook meerdere locaties. Het blijkt nog erg lastig te zijn om dan op één lijn te komen. Dat is wel belangrijk, omdat het regelmatig gebeurt dat leerlingen na bijvoorbeeld het derde schooljaar naar een andere locatie moeten. Maar scholen moeten ook de tijd nemen om dit te ontwikkelen. Het belangrijkste is dat de docenten binnen de vakgroep in het algemeen positief en enthousiast zijn, vooral omdat ze betrokken worden bij het onderwijs. Ze kunnen zelf meedenken over hoe het anders en beter kan. En dat is waarom ze voor het onderwijs hebben gekozen. Dat is hun vak: de leerlingen steeds beter onderwijs geven. En we hopen dat de docenten door dit boek handreikingen krijgen om zichzelf en hun vakgroep steeds meer te professionaliseren.’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Vaksectie vraagt leider(schap)!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2018

De Reformatorische School | 48 Pagina's