Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendingswerker in Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendingswerker in Afrika

Wilma Malaba: Ik heb geleerd in alles op God te vertrouwen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de Nederlanders geen Nederlandse en voor de Afrikanen geen Afrikaanse. Zo ongeveer werd Wilma Malaba-Streefkerk kortgeleden getypeerd. De 63-jarige zendingswerker, geboren en getogen in Nederland, ging onlangs met pensioen bij de GZB en woont nu in Kenia.

Mevrouw Malaba groeide op in Ameide en begon in 1968 aan de opleiding A-verpleegkundige. Daarna haalde ze haar kinderaantekening, deed de opleiding Maatschappelijke Gezondheidszorg en werkte vanaf 1976 als wijkverpleegkundige in Sprang-Capelle. In 1979 werd ze door de GZB uitgezonden naar West-Pokot, in Kenia, vanuit de kerkelijke gemeente van Ameide/Tienhoven. ‘In West-Pokot leerde ik mijn man kennen. Hij komt uit Kenia en werkte voor dezelfde kerk als ik. Peter was weduwnaar en had twee zoontjes. In 1988 zijn we getrouwd en samen kregen we nog twee zoontjes. Inmiddels zijn al onze kinderen volwassen. De oudste twee wonen in Kenia en zijn getrouwd; we hebben twee kleinkinderen. De jongste twee kinderen studeren beiden nog in Nederland, maar hopen te zijner tijd ook naar Afrika te komen. Sinds 15 maart zijn we officieel met vervroegd pensioen en wonen we in Kitale, in Kenia. We hebben nu tijd voor onze kinderen, kleinkinderen en hobby’s: tuineren, handwerken, lezen. En verder gaan we zien wat God op onze weg brengt.’

GEZONDHEIDSPROJECT
De familie Malaba werkte tot 1996 in Kenia, van 1997 tot 2004 in Oeganda en was van 2004 tot 2005 in Nederland voor studie. ‘In die tijd vroeg de GZB ons of we naar Ethiopië wilden gaan om daar een gezondheidsproject op te zetten. We hebben er samen voor gebeden en voelden allebei dat we deze weg moesten gaan. We gingen naar Ethiopië met het doel in Beneshangul-Gumuz een gezondheidsproject op te starten. Beneshangul-Gumuz is een van de armste streken van Ethiopië met grote gebieden waar nog geen enkele vorm van gezondheidszorg was.’
Wilma en Peter kwamen terecht in het verre westen van Beneshangul- Gumuz, dicht bij de grens met Soedan, waar vrijwel uitsluiwtend moslims wonen. ‘Tot we er kwamen, was er geen enkele vorm van gezondheidszorg, dus we moesten het werk van de grond af aan opzetten. De ervaring die we in Kenia en Oeganda opgedaan hadden, kwam ons daarbij goed van pas. We hebben er een kliniek gebouwd van waaruit het werk gedaan werd: zorg voor zieken en zwangeren, vaccinaties, het opleiden van traditionele vroedvrouwen en van vrijwilligers die in de dorpen gezondheidsvoorlichting gaven. Ons werk werd rijk gezegend en het groeide met het jaar. De volgende stap was de bouw van een kraamkamer, waar bevallingen gedaan konden worden.

Vervolgens werd er een speciale afdeling voor moeder- en kindzorg gebouwd. Hiermee kan de zorg gegeven worden die moeders en kinderen nodig hebben.
Peter hield zich voornamelijk bezig met de demonstratietuin, waar we de mensen leerden bomen te planten, groenten en fruit te telen en maïs te verbouwen. We hebben er de moringaboom geïntroduceerd – een boom die, als een geschenk van God, ontzettend veel goeds geeft voor onze gezondheid.’

KINDERLIJK AFHANKELIJK
Terugkijkend zegt de oud-zendingswerker: ‘Het was een mooie tijd, maar het was niet altijd gemakkelijk. Werken in Ethiopië is niet eenvoudig. Er is sterkte controle van de regering over wat je doet. De organisatie van de kerk waarmee we werkten was zwak: er was weinig structuur en de verwachtingen naar ons toe waren vaak onrealistisch hoog. Als aan die verwachtingen niet voldaan werd, was er teleurstelling. Dat gaf soms spanningen. Maar we hebben ons altijd door God geroepen geweten en mochten daarom ook met al onze zorgen en problemen naar Hem toe gaan. God heeft ons steeds weer de moed en de kracht gegeven om verder te gaan. We hebben Zijn zegen over ons werk heel sterk ervaren.’
Heeft het zendingswerk haar persoonlijk veranderd? ‘Zeker. Vijfendertig jaar werken in Afrika kun je niet zonder daarin ook te veranderen. Afrika heeft me geleerd in alles op God te vertrouwen. Afrikanen zijn vaak kinderlijk afhankelijk, daar heb ik veel van geleerd. Ik ben in Afrika vooral ook geestelijk gegroeid.’

VERTROUWEN

Ethiopië is nummer 17 op de ranglijst christenvervolging van Open Doors. ‘In het gebied waar wij werkten, mochten we niet openlijk evangeliseren. De moslimregering van het gebied stond het niet toe. Maar we mochten er wel ons werk doen en in persoonlijke contacten getuigen. Wij hebben nooit vervolging meegemaakt. In andere gebieden van Ethiopia gebeurt het wel, niet alleen door moslims, maar is er ook vervolging van protestanten door de Orthodoxe Kerk.’
Wilma: ‘Christenen in Ethiopië, maar eigenlijk overal in Afrika, zijn heel open over hun geloof. Ze spreken er graag over. Ze zijn ook heel vrijmoedig in het gebed en vertrouwen erop dat het verhoord wordt. Ik denk dat christenen in Nederland daar best van kunnen leren.’


Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zendingswerker in Afrika

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's