Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en de geestdrijvers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en de geestdrijvers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

uther op de Rijksdag in Worms. Het was een historisch moment, dat de meesten van ons nog wel zullen kennen uit de geschiedenisboekjes. De Augustijner monnik, die zich moest verantwoorden tegenover de crème de la crème; kerkehjke en wereldhjke hoogwaardigheidsbekleders. Daar stond hij in zijn eentje, echter niet bereid om ook maar iets terug te nemen ofte herroepen. Hij moet aan het slot de beroemde woorden gesproken hebben: „Hier sta ik, ik kan niet anders. God helpe mij. Amen".

Patmos

Eigenhjk was het geheel hem een beetje tegengevallen. Na zijn aankomst op de Wartburg schreef hij op zijn eigen geestige wijze een brief aan Lucas Cranach, met daarin de volgende passage:

„Ik had gedacht dat Zijne Keizerhjke Majesteit een vijftigtal doctoren verzameld zou hebben om de monnik naar de regelen der kunst te verslaan. Maar er is niet meer verhandeld dan dit: Zijn deze boeken van jou? Ja. Wil je ze herroepen? Nee. Maak dan dat je wegkomt".

Nu, weggekomen is hij, maar anders dan hij zelf had gedacht. De keurvorst had hem ervan in kennis gesteld dat hij ergens onderweg zou worden ontvoerd om hem in veiUgheid te brengen. Luther had daar eerst niet van willen weten, maar uiteindeUjk had hij toch met het plan ingestemd. Begeleid door twintig ruiters werd hij naar de Wartburg gebracht. „Mijn Patmos" noemde hij het.

Ydillisch was het verbhjf op de Wartburg zeker niet. Door te zwaar eten en gebrek aan beweging had hij het de eerste maanden Uchameüjk niet gemakkehjk. Bovendien kwelde het hem dat hij tot nietsdoen gedoemd was. En de ledigheid was een invalspoort voor de satan, die hem nooit, maar zeker in deze periode niet, met rust liet.

Organisatie

Overigens heeft hij juist op de Wartburg enorm hard gewerkt en veel gepubhceerd. Toen hij eenmaal kon schrijven werden zijn klachten ook minder. Meer dan tien boeken stuurde hij naar de pers, en daarnaast vertaalde hij het Nieuwe Testament. En intussen schreef hij nog brieven naar zijn medewerkers in het Koninkrijk Gods om hen aan te sporen en hen te bemoedigen.

„Zie toe, en help ons het heihg Evangehe verkondigen. Leer, spreek, schrijf en predik dat mensehjke wetten niets zijn. Als we dat twee jaar lang doen, dan moet je eens opletten waar de hele santekraam gebleven is...!"

Terwijl Luther op de Wartburg zat en hard werkte, probeerde men in Wittenberg enige ordening te brengen in het kerkeUjk leven. Dat moest dus gebeuren zonder Luther, maar deze was er ook de man niet naar om een kerkorde te ontwerpen! Hij stelde slechts één eis: alles moest gegrond zijn op de Heihge Schrift. Laat het Woord z'n loop hebben en nieuwe mensen scheppen, dan komt de rest vanzelf.

Radicalen

Zo gebeurde het in Wittenberg, maar dat ging sommigen lang niet vèr genoeg en ook niet vlug genoeg. De Reformatie moest veel radicaler in z'n werk gaan. Met name Andreas Karlstadt, één van de predikanten, liet zich gelden. Geestelijken hadden niet alleen de vrijheid om in het huwehjk te treden, het was een plicht! En alle gelovigen hebben bij het Avondmaal recht op brood èn

wijn, dan moeten ze ook de beker aan de mond zetten. En alle gelovigen zijn niet alleen priesters, ze zijn ook profeten, welnu, dan kunnen ze ook allemaal spreken uit de Heihge Geest. De onrust in Wittenberg nam gevaarhjke vormen aan, vooral toen de Zwickauer profeten daar arriveerden. Lakenwevers, om hun onrust stoken verdreven uit Zwickau, hadden gehoord van de troebelen in Wittenberg en kwamen daar de gelederen versterken. Ze maakten diepe indruk op de Wittenbergers. Dat

was nogeens iets anders dan wat ze van de predikanten en de professoren te horen kregen! Mensen die het niet uit de boeken hadden, maar rechtstreeks spraken door de Heihge Geest.

Zelfs Melanchton was door hun optreden geïmponeerd, al twijfelde hij ook. Want hij schreef aan de keurvorst: „Wij moeten oppassen dat we de Geest Gods niet wederstaan, maar ook dat we niet door de duivel bezeten raken". KenneUjk had ook hij behoefte aan leiding, want, zo schreef hij, „wie zou er anders over kunnen oordelen dan Martinus? " En daarmee bedoelde hij natuuriijk Luther!

Luthers oordeel

Luther kreeg het op de Wartburg te horen, maar was er niet van onder de indruk. Zijn oordeel was, zoals te verwachten was, heel wat minder genuanceerd dan dat van Melanchton. Je moet aan die profetieën geen geloof hechten, schreef hij. De Goddehjke Majesteit spreekt niet tot de mensen langs directe weg, dat zou niemand kunnen verdragen. God is een verterend

vuur en de dromen en de openbaringen en visioenen der heiligen zijn niet heerlijk, maar vreselijk. God ontmoeten betekent door grote angsten en geesteüjke weeën heengegaan te zijn. Aan rehgieuze ervaringen van mensen die menen opgetrokken geweest te zijn tot in de derde hemel moet je geen waarde hechten.

Luther was echter wel bang dat de beweging van de Reformatie op deze wijze zou ontsporen. De Raad van

Wittenberg had hem smeekt om terug te komen en zijn invloed aan te wenden en dat beschouwde hij als een Goddehjke roepstem. De keurvorst Frederik voorzag problemen - hij was bang dut het Luthers leven zou kosten - maar Luther schreef: „Uwe Genade moge mij, dwaas, een beetje geloof schenken, ik ken namehjk deze en dergeUjke knepen van de satan, daarom ben ik ook niet bang voor hem en dat ergert hem zeer".

Terug in Wittenberg

Onverwijld keerde Luther terug naar Wittenberg. De keizer had hem vogelvrij verklaard, maar alsof er niets aan de hand was trad hij dage- lijks voor de gemeente op en hield hij de beroemd geworden „Invocavif'-preken. Openüjk verklaarde hij vanaf de kansel dat hij de massabekering en de massapsychose dodelijk gevaarlijk vond. Wat er gebeurd was, was:

„de ergste slag die mij kon worden toegebracht, erger dan wat Rome me aan kon doen, en dat door mijn eigen volgelingen! Gij zegt: Maar wij hebben de Schrift toch aan onze kant? Dat ben ik met u eens. Maar waar bhjft de orde? Het is allemaal in wildheid gebeurd, met ergernis van de naaste".

En in een andere preek:

„Zie hoeveel God door mij heeft bereikt, ofschoon ik niets anders deed dan bidden en preken. Het Woord deed alles. Als ik gewild had, had ik in Worms zo'n spelletje kunnen spelen en oproer veroorzaken. Gekkenwerk zou het geweest zijn. Terwijl ik rustig mijn gang ging en sliep en bier dronk met Phiüppus en Amsdorf gaf God aan het pausdom een geweldige klap. Ik deed niets. Ik heb het Woord laten werken".

Op deze manier, door de gewone bediening van het Woord, slaagde Luther erin de onrust in Wittenberg de kop in te drukken. Vanuit de gemeente schreef iemand aan de keurvorst „dat er hier grote vreugde en bhjdschap heerst over de terugkomst van dr Luther, en over de preken waarmee hij dagehjks, ons, arme en misleide mensen, terugroept tot de weg der waarheid, door ons duidehjk te maken tot welke droevige dwaüngen wij verleid waren door de predikers die hier waren binnengedrongen".

De les van de geschiedenis

Deze bekende episode uit de geschiedenis van de Reformatie is - dunkt me - een les, die we vandaag ter harte kunnen nemen. De Doperse beweging was van meet af aan niet een andere wijze van geloofsbeleving, maar een gevaarlijke zijtak van de Reformatie, en een bedreiging voor de zaak van de Reformatie.

Maar ze werd niet als zodanig onderkend! De grote massa in Wittenberg was diep onder de indruk van mensen die zogenaamd uit de Geest spraken en zich keerden tegen de kerk, met de gewone bediening van het Woord. Hoe subtiel dat ook toen was bewijst het feit dat zelfs Melanchton - toch waarhjk niet de eerste de beste! - er niet goed raad mee wist.

De kerkgeschiedenis vertoont steeds weer golfbewegingen en ook vandaag ondergaan velen de invloed van evangehschen, charismatischen, of onder welke naam ze zich ook presenteren. Het zijn - hoewel misschien in een ander jasje - gewoon de Dopersen van de I6e eeuw.

Gezien de matheid en de geesteloosheid in vele kerken is het geen wonder dat tal van kerkmensen onder bekoring komen van hen die zogenaamd uit de Geest kunnen spreken en zoveel vrijmoedigheid Ujken te hebben, en vooral, zo rechthjnig denken! Zelfs voorgangers betuigen om strijd dat we als kerk(en) toch bij hen in de leer zouden moeten gaan.

Luther heeft, met gevaar voor zijn eigen leven, zijn onderduikperiode in de Wartburg onderbroken om in Wittenberg orde op zaken te stellen en - op zijn eigen, ongenuanceerde manier - deze Dopers te bestrijden. Hij heeft hen niet gezien als mensen die de leer van de Reformatie op een andere wijze beleefden, maar hen ontmaskerd als „valse profeten". Omdat hij een beperkt vertrouwen had in de kracht van het Woord.

Bergambacht

W. van Gorsel

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Luther en de geestdrijvers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's