Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitvaartverzorger in Amsterdam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitvaartverzorger in Amsterdam

A.I.M. de Jong: „Hindoevrouwen raken helemaal buiten hun zinnen"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen hij veertig jaar geleden in het uitvaartwerk groeide, was dat nog redelijk eenvormig. Als koster van een parochiekerk verzorgde A.I.M. de Jong voornamelijk begrafenissen van autochtone geloofsgenoten. Anno 2000 is dat radicaal anders. Door de instroom van allochtonen leerde de Amsterdamse ondernemer uitvaartgebruiken van alle mogelijke rassen en religies kennen. „Als je voor de eerste keer de crematie van een hindoe meemaakt, weet je niet wat je overkomt.

Na zijn opleiding aan het seminarie werd A.I.M. de Jong benoemd tot koster van de Lourdeskerk aan de Jacob Catskade. De eerste rooms-katholieke kerk in Amsterdam die na de oorlog gesloten werd. De Jong verhuisde naar de Vondelkerk. Ook die is inmiddels gesloten. De laatste jaren van zijn kostersloopbaan diende hij de Willibrordparochie. „In die tijd begonnen de grote veranderingen binnen de kerk. Van lieverlee werden minder diensten gehouden. Dat hield tegelijk in dat er voor kosters minder werk kwam.
In 1966 nam de rooms-katholieke kerkdienaar de beslissing om van een nevenactiviteit, het regelen van begrafenissen, zijn beroep te maken. Uitvaartonderneming De Jong verzorgt nu een kleine vierhonderd uitvaarten per jaar, waaronder zon honderd begrafenissen en crematies van doodgeboren of kort na de geboorte overleden kinderen. „Wij hebben ooit zelf een kindje verloren. Dat blijft je je leven lang bij en stempelt de manier waarop je zon uitvaart verzorgt. De mensen voelen dat blijkbaar aan. We worden voor dit werk aanbevolen door drie ziekenhuizen in Amsterdam: het AMC, het VU-ziekenhuis en het Onze Lieve Vrouwegasthuis.

Marokkanen
De markante Amsterdammer, voorzitter van de vakopleiding Stivu, verzorgt daarnaast veel begrafenissen en crematies van allochtonen. „Toen we begonnen, kwam dat nog nauwelijks voor. Een enkele keer had je een Surinamer, daar bleef het bij. De gastarbeiders uit Marokko hebben we binnen zien komen. Naast de Vondelkerk was een soort pension waar een groep van die mannen bivakkeerde. Tijdens een sneeuwbui stonden ze op straat de vlokken op te vangen. Sneeuw was voor hen iets totaal nieuws.
De komst van de Marokkanen was een preludium op de instroom van rassen en religies uit alle windstreken. Een ontwikkeling die ook de uitvaartonderneming ging kleuren. „We komen vrijwel alles tegen: Somaliërs, Japanners, Chinezen, mensen uit Togo. Maandag moeten we de doodgeboren tweeling van een Ghanese vrouw begraven.
Voor de Marokkaanse populatie verzorgt De Jong zelden een uitvaart. „Iedere Marokkaan die legaal zn land uitgaat, is verzekerd bij de Banque du Maroc. Die heeft een overeenkomst met twee uitvaartondernemingen in Nederland die alle begrafenissen voor die mensen verzorgen. Wij doen alleen Marokkaanse kindjes. Als we eens een volwassen Marokkaan hebben, is het een illegaal.

Doeken
In de loop der jaren leerde de Amsterdamse ondernemer een veelheid aan uitvaartgebruiken kennen. „De meeste allochtonen komen uit landen waar ze de uitvaart nog met elkaar verzorgen. Daar moet je rekening mee houden. De mensen die voor ons de overledene verzorgen, doen dat niet bij islamieten. De mensen van de moskee doen dat, waarna ze het lichaam in laken van grof linnen wikkelen. Bij joden zie je hetzelfde. De synagoge heeft een eigen uitvaartgroep en dodenhuis. De samenwerking verloopt in het algemeen heel prettig. Je biedt mensen de benodigde middelen en ruimte aan, en alles wat ze zelf willen doen, mogen ze zelf doen. Waarom niet?
Vorige week hadden we een begrafenis van een Afghaans meisje van vier jaar, dat verdronken is in een recreatieplas. Dat meisje hebben wij verzorgd, maar kort voor de begrafenis kwamen de vrouwen om haar opnieuw te wassen en de beentjes bij elkaar te binden. Dat is daar gebruik. Bij Turkse en Marokkaanse kinderen die levenloos ter wereld komen, wordt geen bewassing gedaan. Om de ouders te troosten, gaat er meestal wel een imam mee naar de begraafplaats, maar er hoeft niet officieel gebeden te worden. Vanuit het idee: Het heeft niet geleefd, dus het is niks geweest. Vroeger was dat bij ons net zo.

Nieuwe wet
Om de islamitische gemeenschap in Nederland van dienst te zijn, paste de overheid in 1991 de wet op de lijkbezorging aan, waardoor doden ook in een ander omhulsel dan een kist begraven kunnen worden. Op voorwaarde dat de directie van de begraafplaats dat toestaat. „De meeste begraafplaatsen willen hun personeelsleden er niet mee opzadelen, weet De Jong. „Je maakt overigens rare dingen mee. Ik werd gevraagd voor de begrafenis van een islamitische jongen. De vader wilde hem in linnen gewikkeld laten begraven, zonder kist. Zegt de imam: Dat moet je niet doen. In de Koran staat dat kinderen het voelen als je zand op hen gooit. Als je zoon in een kist ligt, voelt hij dat niet. Dan denk ik: Daar hebben we dan de wet voor veranderd.
De wet op de lijkbezorging laat ruimte om kinderen die voor 24 weken zwangerschap levenloos ter wereld komen op een willekeurige plek te begraven. In de praktijk komt dat volgens De Jong ook onder allochtonen zelden voor. „Je wijst hen op de mogelijke gevolgen. Je hebt een kind achter het huis begraven, je verhuist en de nieuwe bewoner wil de tuin heel anders hebben. Hij gaat spitten en graaft een lijkje op. Daar wordt de politie bij gehaald en jij wordt van je bed gelicht. Als je dat vertelt, begrijpen ze prima wat de bezwaren zijn.

Beschermen
Het is voor de rooms-katholieke uitvaartondernemer vanzelfsprekend dat hij zich aanpast aan de gebruiken van zijn cliënten. „Als ik ergens kom waar de gang vol schoenen staat, trek ik ook mn schoenen uit. Je moet verder goed om je houding denken. Wij gaan in een gesprek heel makkelijk onderuit zitten, waarbij we het ene been over het andere leggen. Dat moet je bij een islamiet niet doen. Dan laat je hem je zolen zien. Dat betekent in zijn cultuur: Ik wil helemaal niks met jou te maken hebben. Jij denkt dat je op je gemak met die man zit te praten, maar ondertussen ben je hem zwaar aan het beledigen.
Binnen de islam zijn allerlei varianten, ook in uitvaartgebruiken. Bij de ene groep gaan de vrouwen wel mee naar het graf, bij de andere groep niet. En derde groep kiest voor een tussenweg. De vrouwen stellen zich in de buurt van het graf op en komen er even bij als het dicht is. Nederlandse vrouwen, bijvoorbeeld een wijkzuster of een buurvrouw, mogen meestal wel bij het open graf staan.
Vanuit de Stivu hebben we mensen van de Hogeschool Holland studie naar de achtergrond van die gebruiken laten verrichten. Als je de motieven hoort, kijk je er ineens heel anders tegenaan. Vrouwen raken overstuur door een begrafenis. Nederlandse vrouwen zijn sterk, maar die van ons kunnen er niet tegen. Die zakken zomaar in elkaar. Daar moet je ze tegen beschermen. Een positieve achtergrond van iets wat wij al heel snel interpreteren als het discrimineren van vrouwen.

Boze geesten
Terwijl islamieten zonder uitzondering begraven, is binnen het hindoeïsme de lijkverbranding regel. Met bijkomende rituelen. „We moeten de lijkauto laten stoppen op pakweg honderd meter afstand van de ingang van het crematorium. De kist wordt dan boven een witte doek gehouden en drie keer neergezet. In India cremeren ze de hindoes aan de rivier, liefst de Ganges. Vroeger werd de overledene ernaartoe gedragen. De familie was soms dagen onderweg. Zo nu en dan werd de dode even neergelegd, zodat ze konden rusten. Dat wordt door dat ritueel uitgebeeld.
Chinezen hebben weer andere gebruiken. Nog niet zo lang terug hebben we de crematie van een jonge Chinese vrouw verzorgd. We moesten de lijkauto parkeren voor het huis waar ze gewoond had, de achterklep van de auto tegenover de deur van het huis. Beide deuren werden geopend. Ertussen stond een soort altaartje met vlees, groenten, fruit, brood, eieren, drinken en een schaaltje rokende wierookstokjes. De gedachte erachter is dat door de dood een boze geest over het huis is gekomen. Die moet eruit, anders kun je er niet meer wonen. Door al dat lekkers lok je de geest naar buiten, onder het opzeggen van bepaalde formules. Op een gegeven moment roept iemand van de familie: En nou de deur dicht. Op hetzelfde moment klapt een ander de deur van de lijkauto dicht, zodat de kwade geest gevangen zit. Samen met een levende kip, die hem in zich opneemt. Bij het crematorium lieten ze dat beest weer los. Het personeel daar houdt ook kippen en vonden het zonde om dat dier zomaar te laten gaan. Ze hebben hem gevangen en in hun hok gestopt. De volgende dag was hij dood. Mij zegt zon ritueel niks, maar het is toch gek.
Op het moment dat de kist daalde, draaide iedereen zich om. Niet om de overledene de rug toe te keren, maar uit verachting voor de boze geest. Alleen haar twee zoontjes mochten kijken. Daarna werden ze meteen door twee tantes meegenomen, ze kregen nieuwe kleren aan, de oude kleren werden verbrand. Vaak kent men de achtergrond van die gebruiken nauwelijks meer, maar ze worden nog wel uitgevoerd. Zoals ze in Friese dorpen nog drie keer met de kist rond het kerkhof lopen. Om de boze geesten te misleiden! Zelfde verhaal!

Buiten zinnen
Het grootste probleem bij de crematie van hindoes is het gedrag van de vrouwen. „Die raken helemaal buiten hun zinnen. Je moet ervoor zorgen dat je voldoende mensen hebt om ze van de kist weg te houden. Zo nodig vragen we er een paar dragers bij. Het is soms vechten om het deksel erop te krijgen. Als je niet oplet springt de echtgenote er zo bij als de kist in de oven daalt. Ze zijn door het dolle heen: gillen, schreeuwen...
Als je dat voor de eerste keer meemaakt, weet je niet wat je overkomt. Inmiddels ben ik eraan gewend. Het typische is dat met het verdwijnen van de kist ook de emoties meteen weg zijn. Ze lopen nog wat na te snikken, gaan naar de ontvangstkamer en alles is over. Dan denk je: Is dit nou komedie geweest? Nee, dat is het niet. De emoties gaan bij die mensen zo diep, dat het een geweldige opluchting geeft als de crematie een feit is.
Bij ons zie je het tegenovergestelde. Je hebt je echt flink gehouden, moeder, goed gedaan. Fout, denk ik dan. In zulke omstandigheden is jezelf goed houden nergens goed voor. Laat je emoties maar gaan. Als je zelfs bij een uitvaart niet mag huilen, wanneer dan wel? Ik zeg niet dat we zo tekeer moeten gaan als die mensen, maar we kunnen wel van hen leren. Als je je emoties oppot, zit je later met de ellende.

Gezeggen
De beïnvloeding is er ook omgekeerd. Onder de tweede en derde generatie allochtonen ziet De Jong de beoordeling van de eigen uitvaartgebruiken veranderen. „Als je na een sterfgeval bij islamieten komt, zitten de mannen en de imam van de moskee in de woonkamer al gereed. Zij gaan de uitvaart regelen. De vrouwen blijven daarbuiten, zo is het altijd geweest, maar de laatste tijd zie je dat geleidelijk veranderen. Een dochter die op een Nederlandse school heeft gezeten, steekt zo nu en dan haar hoofd om de hoek van de deur en geeft aanwijzingen en wensen door. Terwijl de heren officieel alles regelen, zijn de vrouwen op de achtergrond steeds duidelijker aanwezig.
Laatst hadden we een uitvaart van een jonge man die verongelukt was. Zijn broer was betrokken bij de voorbereidingen. Toen het over een bepaald onderdeel ging, en de imam aangaf hoe het moest, zei die jongen: Dat zal ik eerst even aan mn moeder vragen. Die wilde het anders hebben. De imam reageerde nogal emotioneel: Dat mag niet volgens de Koran.
Niks mee te maken, zegt die jongen, zo wil mn moeder het en zo gebeurt het. Dezelfde ontwikkeling die je ook bij Nederlanders hebt gezien. Ze laten zich niet meer gezeggen door de dominee of de pastoor.

Boeiender
Het heeft de Amsterdamse uitvaartverzorger nimmer moeite gekost om de culturele en religieuze verschillen rond de dood te accepteren. „Omdat je hier ook in een multiculturele samenleving lééft. Door mijn werk heb ik nauw contact met al die verschillende mensen. Daardoor ga je anders tegen je eigen cultuur aankijken. Op Goede Vrijdag werd vroeger in de Rooms-Katholieke Kerk gebeden voor hen die ronddolen in de goddeloze islam. Dat zal ik niet meer zeggen. Ik ben universeler gaan denken. Bij die mensen zie je hetzelfde gebeuren. Veel Turken en Marokkanen zeggen tegen mij: Jij noemen God, wij noemen Allah, joden noemen Jahwe: allemaal zelfde God!
Ik denk dat we als Nederlanders alleen maar rijker kunnen worden van het contact met andere culturen. Dat is er in Amsterdam trouwens altijd geweest. Honderden woorden uit de Amsterdamse taal zijn afkomstig uit het jiddisch. Aan de joden die hier een toevluchtsoord vonden, hebben we onze erenaam te danken: Mokum, mijn huis, de plaats waar ik woon.
Dat we met allochtone achterstandswijken zitten, hebben we aan onszelf te wijten. Die mensen hadden gespreid moeten worden. Als je gettos gaat vormen, krijg je altijd narigheid. De nazis hebben niet voor niks de gettos voor joden bedacht. Wanneer je een groep bij elkaar drijft, gaat de rest van de gemeenschap zich na verloop van tijd er vanzelf tegen keren. We zullen de allochtonen veel meer over Nederland moeten verdelen. Dan komt er misschien ook een eind aan al die paniekverhalen. Ik ga s avonds rustig de Bijlmermeer in en heb daar nog nooit moeilijkheden door gehad.

Volgende keer: Samenleven in een allochtonenflat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juni 2000

Terdege | 100 Pagina's

Uitvaartverzorger in Amsterdam

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juni 2000

Terdege | 100 Pagina's