Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

... Met smekingen zal ik hen voeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

... Met smekingen zal ik hen voeren

Over de orde dee heils

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iedere keer komt het in de preek weer terug: ellende - verlossing - dankbaarheid. Eerst wordt een mens ontdekt aan zijn verlorenheid en zo wordt hij tot Christus gebracht. Kan het ook anders? Sommigen zeggen van wel. Hebben zij het fout? Weten wij alleen hoe het is?

God bekeert Zelf een mens; anders zou er nooit een Adamskind tot geloof komen. Deze waarheid bepaalt ons bij de absolute doodstaat van de mens. Zo erg is het met ons, dat er zelfs niemand is die God echt zoekt (Romeinen 3:11). De zaligheid draagt een puur genadekarakter.

Serieus, en toch oppervlakkig

Weet je hoe het veelal met ons is? We hopen op genade; we hopen op de hemel en doen er ons best voor. Maar we lopen heen over wat wij verdiend hebben; we stoppen onze oren ervoor dicht. En daarom zijn we blind voor de verlossing die in Christus Jezus is.

Wat is dan nodig? Wij moeten overtuigd worden van onze verloren toestand en het rechtvaardige oordeel van God over ons. Wij moeten ontdekken dat al ons proberen en werken ons nooit in de hemel brengt, maar dat er maar een mogelijkheid is: de weg die God Zelf openbaart in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. Dit ontdekken en overtuigen doet de Heilige Geest nu door (de prediking van) het Woord.

Afleren, om geleerd te worden

Op welke manier werkt de Heere in het toebrengen van zondaren? Is daar een bepaald grondpatroon, een bepaalde orde in te ontdekken? Over deze vragen gaat het wanneer we nadenken over de orde des heils. Niet dat wij de Heere de weg voorschrijven, of de Heilige Geest aan bepaalde regels en volgorden zouden willen of kunnen binden. Het zou pure hoogmoed zijn wanneer we dat menen te kunnen doen.

Als wij denken dat we weten hoe het gaat als we bekeerd worden, dan leert de Heere ons dat wel af wanneer Hij in ons leven komt. Als de Heere begint in ons leven, gaan wij juist vragen. "Heere Wie bent U eigenlijk? " "Heere wat wilt U dat ik doen zal? " "Heere bekeer mij, dan zal ik bekeerd wezen." "Heere, maak mij Uw wegen bekend."

Schone orde in de bijbel te ontdekken

In bepaalde gedeelten van de Bijbel lezen we van mensen in hun persoonlijke verhouding tot de Heere. Hoe ze Hem hebben leren kennen, en meer van Hem hebben leren kennen. Als we naar zulke gedeelten aandachtig luisteren en het ene schriftgedeelte met het andere vergelijken, komen we een schone orde tegen.

De accenten zijn vaak verschillend. Bij de een valt de aandacht op de bekering, bij de ander op het geloof. De ene keer krijgt het begin van het nieuwe leven veel nadruk; de andere keer het bewust komen tot Christus, of het bewust ontvangen van de vergeving van zonden, of de bijzondere bewaring door de Heere.

Het werk van de Geest onderscheiden

Zo kunnen we uit het geheel van de Bijbel voorzichtig opmaken hoe de Heere kennelijk te werk gaat als Hij een mens bekeert. Met ieder van Zijn kinderen handelt de Heere persoonlijk; ieders weg is dan ook anders. En toch zijn er hoofdkenmerken die je eigenlijk steeds weer opvallen.

Het is goed daarop te letten. Nogmaals: iet om de Heere de weg voor te schrijven. Maar wel om het eigene, het kenmerkende van het werk van de Heilige Geest in de bekering op te merken en te leren herkennen. Want er zijn vele geesten uitgegaan. Denk maar aan koning Saul, en Ananias en Safira. Lees maar in Hebreën 6:4-6. Ook de Heere Jezus waarschuwt voor zelfbedrog (Mattheüs 7:1 3 e.v.; Lukas 1 3:24-26).

De Heilige Geest werkt op God aan en verheerlijkt Christus. Deze Geest doet ons weten de dingen die ons van God geschonken zijn (1 Korinthe 2:12). Want zovelen als er door deze Geest geleid worden, die zijn kinderen Gods (Romeinen 8:14, 16).

Daarom is het zo enorm belangrijk te weten of het in ons leven waar werk van de Heilige Geest is. Want ook in onze tijd is er, naast veel afval en modern heidendom, veel oppervlakkige godsdienst. Velen roepen "Jezus, Jezus", "ik geloof" (vergelijk Mattheüs 7:22). Maar worden zij door de Heilige Geest geleid?

Het begin: liefdekoorden

Wanneer het over de orde des heils gaat, moeten we vooral goed bedenken dat het hele werk der bekering een werk van Gods Geest is. We lezen dat zo duidelijk bijvoorbeeld in Jeremia 31. De Heere trekt met koorden van goedertierenheid. En dat doet Hij omdat Hij die mens (Manasse, Timotheüs, Lydia) heeft liefgehad met een eeuwige liefde. Dat is de enige, diepe reden. Daarmee begint het geestelijke leven: od maakt de dode zondaar levend (Efeze 2:1). We noemen dit de wedergeboorte (Johannes 3). Deze werkt God zonder ons in ons (D.L. III/IV, 12). De Heere vindt dan de mens in zijn geestelijke doodstaat en wekt hem op (Ezechiël 16). Dat doet Hij door het hart te openen,

gewoonlijk onder de prediking (Handelingen 16:14). Dan wordt het geloof in ons hart geplant. En dat geloof verbindt aan Christus en maakt werkzaam met het Woord der zaligheid. Dan wordt onze wil vernieuwd en begint de bekering. Dan gaan we ons ook inderdaad bekeren.

De wedergeboorte

Deze wedergeboorte gebeurt in een moment. Velen van Gods kinderen kunnen het moment van hun wedergeboorte niet precies aanwijzen. Wel weten ze dat er een omkeer in hun leven gekomen is. Een totale verandering, inwendig en uitwendig. Uit de gevolgen, de vruchten mag je dan het heerlijke wonder van de wedergeboorte opmaken.

De Heere vindt de mens in zijn zonde. De een in wereldse zonden (Manasse); de ander in eigengerechtigheid, menend dat hij op de goede weg is (Saulus). Maar enkele gevolgen zijn duidelijk: we krijgen met God te doen tegen Wie we gezondigd hebben; we gaan breken met de zonde, krijgen berouw, smart en schaamte over de zonde, we gaan onze zonden belijden tegenover de Heere.

Als je Jeremia 31 er nog even bijneemt, kun je lezen hoe de Heere vanaf dat eerste begin de Zijnen gaat leiden (8, 9; 18, 19). In de weg van het ootmoedig gebed, want "met smeking zal Ik hen voeren."

Droefheid naar God

Als de Heere in het leven van een mens begint, gaat Hij trekken met koorden van goedertierenheid. Dan wekt Hij liefde in ons hart; liefde tot God. Vanuit die liefde komt er een droefheid naar God, een verlangen om Hem te mogen kennen, met Hem in een goede verhouding te komen. We kunnen God niet langer missen, hoewel we het vaak zo ervaren dat we Hem kwijt zijn. De zonde staat er tussen. Vanuit die liefde komt er ook verbrokenheid en een buigen onder God en de eisen van Zijn wet. En toch ook een stille hoop dat er genade zal zijn bij God. Dan

zouden we wel heilig voor God willen leven, de zonde wordt ons een last en de dienst van de Heere een lust.

In Johannes 4 lezen we hoe de Heere Jezus de Samaritaanse vrouw vond in haar zonde. Eerst bepaalde Hij haar bij haar zonde en toen bij haar onkunde, daarna maakte Hij Zichzelf aan haar bekend.

De Heilige Geest maakt plaats voor Christus

Zo werkt de Heere gewoonlijk. Hij laat de wedergeborene zijn ellende en verlorenheid zien. Ook dat wij, hoe we ook ons best doen, het niet in orde kunnen maken. Zo maakt de Heilige Geest plaats voor Christus. Calvijn zegt hierover heel duidelijke dingen. Lees maar in de bij dit artikel afgedrukte citaten.

Verbrijzeling en bukken onder God en de eisen van Zijn wet zijn wezenlijk voorbereidingen voor de geloofskennis van Christus. Lees maar in de zondagen twee tot en met vijf van onze catechismus. Ook wil ik opnieuw verwijzen naar Calvijn.

Citaten van Calvijn

Dit is het begin van de ware vroomheid, droefheid te hebben over onze zonden en door een bewustzijn van onze overtredingen doorwond te worden. Want zolang als de mensen zorgeloos voortleven, is het onmogelijk dat ze hun zielen met ernst bij de leer der zaligheid bepalen.

Doch bij deze verslagenheid moet nog komen een gewilligheid om te horen (bij Handelingen 2:37, 38). Wanneer iemand tot de ware kennis der zonde gebracht is, dan begint hij waarlijk de zonde te haten en te verfoeien, dan mishaagt hij zichzelf van harte, erkent dat hij ellendig en verloren is en wenst dat hij een ander mens moge zijn. Wanneer hij daarenboven aangeraakt is door enig gevoel van Gods oordeel (want het een volgt terstond uit het ander), dan ligt hij verslagen en ternedergeworpen, hij siddert vernederd en terneergeslagen, hij geeft de moed op en wanhoopt. Dit is het eerste stuk der boetvaardigheid, hetwelk wij gewoonlijk verbrijzeling noemen (Institutie III, 3, 3).

Citaat van Calvijn

Het is geen gemakkelijke taak te begrijpen dat God de gelovigen nabij is terwijl hun hart verteerd bijna bezwijkt. Daar komt nog bij dat de gelovigen geheel verslagen en verbroken moeten worden opdat zij alleen maar op God zouden hopen. Hieruit kunnen wij ook leren dat niets ons geduld meer in de weg staat dan onze hoogheid van geest. Want niet eerder worden wij beschouwd waarlijk vernederd te zijn, voordat wij verslagen van hart voor God neervallen en Hij ons dus uit onze neergebogen toestand kan oprichten (bij Psalm 34:19).

Geen voorwaarden

Het gaat hier niet over voorwaarden waaraan de mens moet voldoen om tot Christus te mogen komen.

Opnieuw luisteren we naar Calvijn. Hoewel deze aan de gemeenschap met Christus zo noodzakelijke voorbereidingen de mens geheel en al verbrijzelt, moeten we haar nochtans als een genadegave des Heiligen Geestes aanmerken; want zij is een beginsel van bekering, dat niemand zich door eigen kracht geven kan. Voorzeker heeft Christus ook niet willen aantonen hoever een mens het in eigen kracht brengen kan, maar slechts hoe zij die tot Hem komen, gesteld moeten zijn.

Eveneens bij Mattheüs 11:28, 29 merkt Calvijn op: angezien velen, die onder jammeren gebukt gaan, onverbroken van hart blijven, heeft Christus met de vermoeiden en beladenen diegenen op het oog, die zich des eeuwigen doods schuldig rekenen en daarom benauwd in hun consciëntie zijn en innerlijk onder hun ellende zo gebukt gaan, dat zij machteloos worden. Deze machteloosheid maakt ons vatbaar om Zijn genade te ontvangen.

In Christus is de ware rust

De Heilige Geest is de Leidsman tot Christus. Hij maakt vermoeid en beladen onder zonde en schuld om ons zo tot Christus te leiden. En wanneer wij door het geloof Christus leren kennen en op Hem zien, dan vinden wij rust voor onze ziel. Daar wordt de zondelast weggenomen en de vrede met God gesmaakt. Dat is een vrede die alle verstand te boven gaat. Als wij gelovig heel de zaak van onze ziel, hoe onwaardig en zondig ook in onszelf, aan Jezus mogen toevertrouwen dan vinden wij gerechtigheid en leven in Hem. Zo is er verzoening met God en zaligheid in Zijn gemeenschap.

Meestal wordt niet alles op een dag geleerd

Deze dingen leert een mens meestal niet op een dag. Dat kan natuurlijk wel; zie maar bij de moordenaar aan het kruis. Daarin is de Heere vrij. Maar meestal, zo laat de Schrift ons zien, is er een (lange) leerweg. Zo zien we dat Jakob veel zelf bezig was om de zegen te krijgen. Daarin loopt hij vast; komt in benauwdheid terecht (Genesis 35:3), ondanks dat hij de belofte heeft. Dan wordt in Beth-el hem de weg van de hemel naar de aarde bekend gemaakt. Twintig jaar later worstelt hij in Pniël als een strafvrezende. Maar daar worden levensvragen te helderder opgelost.

Ook is het waar dat in het leven van de een het accent wel eens meer hierop ligt en bij de ander wel eens meer daarop. Paulus wist krachtig te spreken van de verzoening. Bij Daniël komen meer de tere vreze des Heeren en een hartelijk gebedsleven naar voren.

Jezus is vaak teveel verborgen

In dit artikel heb ik twee hoofdpunten uit de orde des heils wat naar voren gehaald. Natuurlijk is er veel meer over te zeggen. Zo is het vaak zo dat iemand voordat hij tot de ruime hartelijke geloofskennis van Christus komt, toch al wel 'onderhandelingen' met Hem heeft. Als hij van Hem hoort onder de preek, kan het hart naar Hem uitgaan. Soms zijn we werkzaam met bepaalde beloftewoorden. Toch worden de vaste geloofskennis en geloofsomgang met Christus gemist. Wat dan ontbreekt, is het als geheel verlorene buigen voor God. Teveel zoeken we het nog in eigen werken en voornemens. Dan leven we nog zoveel bij wat we voelen en ervaren en komen

we er nog niet toe als een geheel uitgewerkte en strafwaardige zondaar ons over te geven. We zijn er nog zo blind voor dat juist in die weg de volle ruimte in Christus komt. jezus blijft nog teveel bedekt voor ons.

Steeds door: Hem nodig

Ook is het niet zo dat als we Christus eenmaal mogen hebben leren kennen door het geloof we dan gearriveerd en uitgeleerd zijn. Opwas in de genade en kennis van Christus is nodig en heilzaam. Gelukkig wie Hem door het geloof nader mag leren kennen als Profeet, als Priester, als Koning. Soms wil de Heere op kennelijke wijze Zijn kinderen van hun geloof, van de vergeving van hun zonden en het gerechtvaardigd zijn door God, van hun kindschap, verzekeren. Wat een grote genade wanneer een kind des Heeren apart genomen wordt om te horen dat God om jezus' wil hem persoonlijk ten Vader is.

De boetvaardigheid kenmerkt het hele leven van de ware christen. Als het goed is, hebben we dagelijks de Heere nodig. Want 'dagelijks struikelen we in vele', en 'zonder Mij kunt ge niets doen'. Dat wordt met vallen en opstaan geleerd.

Niet bij allen even helder

Geestelijke dingen in je eigen leven een naam geven, is vaak niet zo gemakkelijk. Ook kan het zijn dat als je een ander hoort je haast in verwarring raakt. Wel is het duidelijk zo dat als de Heere in ons hart werkt we aan de prediking en aan het Woord verbonden worden. Soms hoor je in de kerk precies wat in je hart leeft. Vaak zie je achteraf een bepaalde leiding in je leven duidelijker dan als je er midden in zit.

Nadenken over de orde des heils is best moeilijk. Het moet ons ook voorzichtig maken, want de Bijbel reikt ons geen model aan; wel kenmerkende hoofdzaken. Vooral gaat het om het wonder dat de Heere naar een zondaar omziet.

Toch is nadenken over deze dingen heel nuttig, zeker in onze tijd. Jullie, jongelui, komen immers juist ook op dit terrein 'allerlei wind van leer' tegen. Calvijn waarschuwde al dat er velen zijn, die zich de naam van gelovigen toeëigenen, die nooit waarlijk een beginsel van bekering gehad hebben.

Bedenk ook dit: niet al Gods kinderen hebben even veel zekerheid en komen even helder tot de duidelijke, persoonlijk geloofskennis van Christus. Soms kom je mensen tegen die met hun leven meer duidelijk maken dan dat ze met woorden durven zeggen. Je merkt het: blijvende boetvaardigheid voor God, afhankelijk van Hem, leven naar het Woord, breken met de zonde, een begeerte Christus (meer) te mogen kennen.

Tenslotte

Laten we het nadenken over deze dingen niet afstandelijk doen. Want het gaat om de grote vraag: hoe sta ik persoonlijk tegenover de Heere? Dan mogen we elkaar wijzen op de genademiddelen. Want door deze wil de Heere de genade werken.

Daarom, jongelui, onderzoek het Woord, stel je onder de prediking, buig je knieën. "Verlaat de slechtigheden en leeft." "Zoekt de Heere terwijl Hij te vinden is en roept Hem aan terwijl Hij nabij is." Het is altijd nog waar: "Wie Hem need'rig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1997

Daniel | 32 Pagina's

... Met smekingen zal ik hen voeren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 oktober 1997

Daniel | 32 Pagina's