Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Franse protestantisme wettelijk georganiseerd (1802)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Franse protestantisme wettelijk georganiseerd (1802)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1799 maakte de populaire generaal Napoleon Bonaparte, met een militaire staatsgreep, een einde aan de politieke en maatschappelijke wanorde in Frankrijk, gevolg van tien jaar revoluties. De hoogste leidingen de staat - nog altijd een republiek - kwam bij een driemanschap: het Consulaat. Als Eerste Consul had Bonaparte praktisch vorstelijke macht. Zijn beide mede-consuls kregen slechts een adviserende stem. De Russische tsaar Paul I (1796-1801) waardeerde Bonaparte dan ook hogelijk, omdat deze een einde had gemaakt aan de Revolutie. Ook op r.k. kerkelijk terrein maakte de Eerste Consul resoluut een einde aan de toestand van verwarring die ontstaan was nadat, in 1791, de staat was overgegaan tot het door de burgers doen verkiezen van bisschoppen en lagere geestelijken. Toen de paus deze regeling veroordeeld had, ontstond er een scheuring: pausgetrouwen kwamen fel te staan tegenover wetsgetrouwen. Bonaparte die 'schoon schip wilde maken' (faire table rase), sloot niet zonder moeite een concordaat met paus Pius VII. Er zou een geheel nieuw episcopaat komen: de Franse regering wees de bisschoppen aan en salarieerde hen, terwijl de paus hun de geestelijke bevestiging (investituur) moest geven. Bonaparte ging niet in op de wens van Pius VII, dat het r.k.-isme in Frankrijk staatsgodsdienst zou worden.

Daar de vrijheid van godsdienst gehandhaafd bleef, kon Bonaparte in 1802 een regeHng doen treffen voor het protestantisme. Na overleg met een commissie onder voorzitterschap van de politicus Rabaut-Dupuy (zoon van de woestijnprediker Paul, zie P.N. van jan. '85) werd er o.a. bepaald, dat er geen nationale synodes meer bijeengeroepen zouden worden. Vijf plaatselijke kerkgemeenten vormden een 'consistoriale' kerk, waarvan er vijf met toestemming van de regering (!) een arrondissementssynode zouden kunnen organiseren.

Zoals men ziet had de staat grote invloed op het kerkelijk leven van de protestanten. Daar stond tegenover dat, na 1804, de regering alle kerkelijke onkosten en salarissen voor haar rekening nam. Om zijn geestelijke ambt te kunnen uitoefenen, moest een beroepen predikant toestemming hebben van de Eerste Consul. Tenslotte beëdigde men hem. In het jaar 1807 gaf eerder genoemde Rabaut-Dupuy of Jr. een ruim 500 blz. tellend 'Annuaire ou Répertoire' uit. Dit jaarboek of zaakregister was bestemd voor gebruik door de hervormde en lutherse kerkgemeenten van het Franse Keizerrijk, dat door veroveringen uitgebreid was tot ver buiten de grenzen van het oorspronkelijke koninkrijk Frankrijk.

Naast de namen van de kerkgemeenten en die van hun voorgangers en ouderlingen, geeft het 'Annuaire' ook veel korte of langere historische overzichten. Uiteraard vinden wij in het jaarboek ook de teksten van alle wetten en besluiten die de positie van de protestanten geregeld hebben, of nog regelen. Natuurlijk zijn er de interne reglementen van allerlei aard. Als oudvoorzitter van het Wetgevend Lichaam en Raadsheer bij het Departementaal bestuur in Montpellier, was Rabaut-Dupuy de aangewezen schrijver om een dergelijk naslagwerk met deskundigheid en accuratesse samen te stellen.

In zijn tot de 'Hervormde christenen van het Franse keizerrijk' gerichte Voorwoord, schrijft Rabaut Jr. in de destijds gebruikelijke hoogdravende taal: 'Wat de grote Hendrik (H. IV, die in 1598 het Edict van Nantes uitvaardigde) niet heeft kunnen uitvoeren, dat heeft de grote Napoleon gedaan. Lodewijk XIV wilde maar één godsdienst in zijn rijk en verklaarde allen, die niet tot de zijne behoorden, vogelvrij. De grote Napoleon belooft vrijheid aan alle godsdiensten.' (Gecontroleerde vrijheid! H.H.B.). Tot een deputatie van 27 voorzitters van kerkbesturen, die aanwezig geweest waren in 1804 bij de kroning in de O.L.V. kathedraal te Parijs, verklaarde Zijne keizerlijke Majesteit: 'Het gezag van de wet eindigt daar waar het onbeperkte gezag van het geweten begint; noch de wet, noch de vorsten vermogen iets tegen die vrijheid'.

Op blz. 260 van het 'jaarboek' van 1807 lezen wij dat Ds. P. H. Marron, voorzitter is van de Parijse kerkeraad. Als collega had hij Ds. J. A. Rabaut Pomier (zoon van de woestijnprediker), terwijl er één vacature was. Tot besluit van dit artikel zullen wij iets over Marron vertellen. Als afstammeling van een familie van Franse réfugiés (prot. vluchteUngen) was hij in Leiden geboren in het jaar 1754. Hij werd predikant bij de Waalse gemeente van Dordrecht, waar hij als collega Guyot had, de invoerder hier te lande van het onderwijs aan doofstommen.

In 1782 ging Marron naar Parijs, waar hij verbonden werd aan de ambassadekapel van de Nederlandse gezant. Voor de Franse hervormden, die nog altijd geen vrijheid van godsdienst hadden, kon hij als 'huispredikant' veel doen voor zijn Franse geloofsgenoten, o.a. door het inzegenen van hun huwelijken. Na de interventie van Pruisische troepen (1787) in onze Republiek, moest Marron, die als vrijheidsvriend zijn afkeuring daarover had uitgesproken, vertrekken als voorganger bij de ambassadekapel.

In 1789 bij het begin van de Revolutie herkreeg Marron, als hugenotenafstammeling, zijn Franse staatsburgerschap, Hij verbond zich als predikant aan de hervormde kerkgemeente die in Parijs was gevormd. Op 7 juni 1789 leidde Ds. Marron de eerste openbare hervormde dienst die ooit in de hoofdstad was gehouden! Evenals zoveel anderen, werd Marron tijdens het Schrikbewind gevangengezet en pas na de val van de tirannieke Robespierre vrijgelaten.

Gedurende een tiental jaren bleven de kerken in Frankrijk officieel gesloten. Tijdelijk was Marron tolk bij het ministerie voor Buitenlandse Betrekkingen. Na de reorganisatie van het Franse protestantisme in 1802, werd Ds. P. H. Marron voorganger van de hervormde gemeente te Parijs en voorzitter van de kerkeraad. Hij overleed in 1832 tijdens een epidemie van cholera.

Marron heeft geen boeken geschreven. Wel werkte hij mee aan tijdschriften en biografische woordenboeken. Voor deze laatsten verzorgde hij bijdragen over bekende Nederlanders. De dichtkunst beoefende hij niet onverdienstelijk: in het Frans en in het Latijn. Zijn werk bestaat uit gelegenheidspoëzie: coupletten die bestemd waren om te worden gezongen in kerkdiensten, of tijdens ontmoetingen met vrienden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1985

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Het Franse protestantisme wettelijk georganiseerd (1802)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1985

Protestants Nederland | 8 Pagina's