Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kroniek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

verzoening

Momenteel is ten onzent weer eens het centrale en fundamentele leerstuk van de verzoening in discussie. Ge zoudt een geschiedenis kunnen schrijven over de gedachtewisseling in de christelijke kerk door de eeuwen heen over de verzoening en ik vermoed dat er dan geen kwarteeuw buiten beschouwing zou blijven. De gereformeerde studentenpredikant van Amsterdam, dr. Wiersinga, heeft met zijn, proefschrift 'Een alternatieve verzoening' het gesprek weer extra op gang gebracht.

O.a. reageerde dr. Buskes op de hem eigen manier. Als kroniekschrijver zeg je er dan ook wat van. Uiteraard graaf je niet diep, want een chroniqueur heeft iets van een telefonist op een groot kantoor: hij signaleert kort en probeert u door te verbinden.

Veelal draait de redetwist om de vraag wie er verzoend moeten worden? God met ons of wij met God of wij onderling of allen met elkander? Bekend is de vraag die de gekruisigde Christus, in de letterlijke zin van het woord voor de ogen geschilderd, richtte tot de bekende graaf von Zinzendorf: Dit deed ik voor u, wat deed gij voor Mij? Het kruis deed de graaf iets. Een andere vraag echter luidt of het kruis God de Vader iets deed. Als ik dr. Wiersinga goed begrijp, betoogt hij dat God Zelf te kennen geeft, dat het voor Hem niet hoefde. Blijkbaar heeft Christus Zich niet Gode onstraffelijk opgeofferd. Het kruis was niet vooropgezette bedoeling Gods, maar experiment, zoals we tegenwoordig in experimenten expireren (sterven). Tenslotte wilde God het eens proberen met de zending van Zijn Zoon vanuit de overweging, dat ze Hem zouden ontzien. Het is God echter bitter tegengevallen. Maar geen nood: het kruis onthult onze haat en schuld en openbaart tegelijk Gods liefde. God houdt ons thans het kruis voor om te zien wat de uitwerking op ons is. Het kruis had geen effekt op God. Wat is dan de zin van de merg en been doorsnijdende klacht: Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten? Passeerde er niets in de relatie tussen Vader en Zoon? Het kruis heeft derhalve slechts één zijde, moet ik concluderen. Het gaat dr. Wiersinga om de verzoening, de ommekeer, die (de prediking van) het kruis teweegbrengt in de relatie van ons mensen met God en in onze onderlinge verhoudingen. Dr. Wiersinga gelooft niet, dat de verzoening alrede geschied is, verworven op Golgotha, en door de prediking wordt 'toegepast'. Door onze reaktie 'op' ontstaat pas de verzoening, zonder inkeer en omkeer wordt de relatie tussen God en mensen niet hersteld.

We zijn wel weer zover het westen is van het oosten van Barth verwijderd. Toen was het ten naastebij alsof de verzoening overweldigend en overkoepelend bestond om het even of het me iets deed of niet. Ongeacht onze instemming had het kruis schier uiterst effekt. Thans gaat het er om of we reageren, of dat we afgrendelen. Zonder Gods begin geen verzoening maar evenmin zonder onze positieve reaktie. Waren er om met de brief aan de Hebreeën te spreken dan helemaal geen dingen bij God te doen?

Waarom altijd weer gezeild op eenzijdigheden in de theologie? In de drift van de medemenselijkheid pogen we zelfs van God een mede-mens te maken voor zover we Hem 'begrijpelijk' willen hebben. Natuurlijk bestaat het aspect, dat dr. Wiersinga aan de orde stelt. Het moet ook gehonoreerd. Ik beluister dat aspect in de zinsnede uit het Avondmaalsformulier: 'en zulks niet alleen met woorden, maar ook met de daad jegens elkander bewijzen'. Het is echter de onbegrijpelijke aanspraak van het ganse Woord Gods, dat vele aspecten, die volgens ons inzicht en gevoel elkaar uitsluiten, onverminderd gelden en het is de roem van de heerlijkheid hiernamaals, dat we zien zullen dat één is in God wat volgens ons verstand onmogelijk beide waar kan zijn. Ontmythologisering kan beduiden verredelijking van de verborgenheden. Het hiernamaals dwingt blijkbaar tot theologie, die voor de rede vatbaar is.

anselmiaans

In het voorbijgaan noemde ik even dr. Buskes' reaktie op de gevoelens van dr. Wiersinga. Dr. Buskes onderschreef niet dr. Wiersinga's opvattingen, maar nam wel de gelegenheid te baat om te kennen te geven, dat hij met tallozen niet veel waardering heeft voor de — anselmiaanse — betoogtrant, die we vinden in de aangevochten zondagen 5 en 6 van onze aloude Heidelberger. Ik weet, dat we geen mensengeschriften, hoe heilig ze geweest mogen zijn, met de Goddelijke Schrifturen moeten gelijk stellen. Maar wanneer ze metterdaad met die Goddelijke Geschriften éne lijn trekken? Ik voor mij kan nooit zo gauw ondersteboven zijn van het bezwaar tegen de anselmiaanse redeneertrant, die ons zou tegenwaaien uit de zondagen 5 en 6. Ik heb het gevoel, dat de Schrift meer anselmiaans is dan velen waar willen hebben. Ik denk aan Romeinen 8:3 en 4: Hetgeen der wet onmogelijk was, heeft God... en speciaal het redebeleid van de brief aan de Hebreeën, bijzonder ook de hoofdstukken 7 tot 10 en niet te vergeten hfst. 2 vers 14 in relatie tot vr./antw. 16 enzovoort. Over het auteurschap van de brief aan de Hebreeën heerst verschil van inzicht — zie de inleiding o.a. in de Statenvertaling. De schrijver zou Anselmus hebben kunnen zijn, als ge begrijpt hoe ik het bedoel. Ook is er een anselmiaanse psalmist. 'Brandofferen voldeden aan uw eis noch eer, toen zeide Ik...'

eerst

Tot besluit een nadenkertje. Eerst hadden we de geboortebeperking. Ieder had het er druk mee en de discussies waren verhit. Thans hebben we de sex-explosie. Zo komen we vanonder de paraplu in de slagregen. En we moesten aan de paraplu, omdat we ons een parasol hadden aangeschaft. Ik vermoed dat ik nu in raadselen ga spreken. Misschien wordt het u duidelijk, wanneer u een vergelijkende schriftstudie maakt van Maleachi 4:2 en II Cor. 4:4 e.a. plaatsen. 'Opdat hen niet bestrale'. Dat is duivels toeleg en onze aanleg. Zelfs theologie kan parasol zijn. En niet te vergeten godsdienst. Ziezo, we hebben weer onze bekomst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kroniek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's