Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theo Boer en Angela Roothaan (red.), Gegeven. Ethische essays over het Teven als gave. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2003, 154 pagina's, paperback, € 14, 50; ISBN 902391)611.

Dit boek bevat zerén studies geschreven door ethici die lid zijri van de landelijke onderzoeksgroep theologische ethiek van de Onderzoeksschool Ethiek.

De auteurs zijn allen docent ethiek, hetzij in een katholieke hetzij in een protestantse afdeling van een universiteit. Schrijvers uit Utrecht, Nijmegen, Kampen, Tilburg, Groningen en de Vrije Universiteit zijn inliet boek aan het woord. Vandaar dat ter typering van de auteurs gesproken kan worden over verschillende ethische herkomst, stijl en benadering. Vanuit deze verscheidenheid wordt ingegaan op de vraag wat het betekent dat over 'leven' als een gave kan worden gesproken. Gemeenschappelijk element in de bijdragen, zo lezen we in de inleiding, is dat de auteurs allen de node van de gegevenheid van het leven onderzoeken in een uiteenzetting met het religieuze discours van het christendom, waaruit deze notie in onze westerse traditie stamt.

Dus het gegeven zijn van het leven door God is vertrekpunt. Deze gemeenschappelijke grondstelling wordt besproken in kritische confrontatie met zowel christelijke als niet-christelijke auteurs.

De moderne notie van de autonomie van de mens wordt niet afgewezen, maar wel kritisch bijgesteld; beter nog: ingeperkt. Dat gebeurt vooral in het eerste hoofdstuk, geschreven door Carlo Leget, 'Over de mogelijkheden en grenzen van de taal', in verband met de uitspraak: het leven als Gods gave.

Ook de Utrechtse ethicus, docent systematische theologie, dr. Theo Boer, bespreekt dit thema onder de titel 'God als Gever van het leven.'

Enkele consequenties die uit deze grondstelling voortvloeien zijn: God heeft het leven gegeven (constatief), verantwoord handelen uit dankbaarheid (normatief). Een impliciete expressie: ik ben dankbaar dat ik mag leven.

Dan de bespreking van moderne connota-

ties als: asymmetrie tussen geven en ontvangen: eigendom of bezit? met een voorkeur voor de term bezit boven eigendom. Kon ik weigeren? Neen, vanwege het vertrouwen dat een mens kan hebben... in de goedheid en de betrouwbaarheid van God. Er is echter maar één manier om het gegeven leven te accepteren: door het te delen en het weg te geven. Dat is een sprong in het geloof. Het samenvattende slot van dit tweede hoofdstuk heeft iets van een onthulling. Het gaat erom dat we, nadenkend over het leven als gave van God, niet op het geven de nadruk leggen, maar op God Die het leven geeft. Hij is kern en vertrekpunt. We komen er in de laatste regels van het opstel mee in aanraking. Dit hoofdstuk heeft mij het meest aangesproken, zij het dat ik het nog eens vanuit die zojuist gereleveerde slotzin herschreven zou willen zien. Dan zal het woord onthulling dat ik hierboven gebruikte veel, zo niet alles moeten hebben van een duidelijke verwijzing naar de openbaring. We vinden die wel in het hoofdstuk, maar niet onverhuld.

De Kamper ethicus Frits de Lange heeft als thema gekozen 'Schipperen met het eigen leven. Zelfsturing als normatief ideaal.' De term zelfsturing speelt een centrale rol in het werk van de Amerikaanse moraal-filosoof John Kekes (University of Abany, USA). Conclusie is dat zelfsturing vaak een kwestie blijft van laveren, zelfs van schipperen en zelden een rechte koers volgen. Integer worden en blijven onder wisselende omstandigheden, eerder dan het volgen van het dwingend bestek van een omvattend levensplan. Dat betekent tegelijk zich laten leiden. Ons handelen is dan medium van een Goddelijke Geest. Dit religieuze perspectief op ons handelen is niet een inperking van de morele autonomie. Deze conclusie wekt bij mij nu echt de indruk van schipperen: onze autonomie moet overeind blijven, maar kan niet helemaal volgehouden worden. Ik zou dan graag besproken zien worden of je dan wel van autonomie kunt blijven spreken. In mijn vraag zit het antwoord opgesloten.

Ik noem ook nog de bijdrage van Jan Jans (Nijmegen) over de status van het embryo in Donum Vitae, een Instructie die samengesteld is door de Congregatie voor de Geloofsleer en op 10 maart 1987 is gepubliceerd. Deze Instructie gaat in op de voortplantingstechnologie. Jans laat zien dat het onduidelijke gebruik van termen er mede oorzaak van is, dat men op het afwijzen van het gebruik van voortplantingstechnologie kritiek kan hebben.

In het hoofdstuk over orgaandonatie betoogt dr. Jacques Schenderling, predikant en docent ethiek, dat het afstaan van organen niet behoort tot de overtollige goede werken, maar voor ieder een morele plicht is, zonder te zeggen dat wie weigert donor te zijn daarom ook geen ontvanger mag zijn.

De auteur pleit voor het geen-bezwaar-systeem. Dat wil zeggen: als men niet te kennen geeft bezwaar te hebben, is men de facto donor.

Interessant is de manier waarop Frans Vosman het leven als gave ook voor de niet-religieuze mens van toepassing acht. Het leven is een overweldigend geschenk. Ook de laat-moderne burger kan iets aan het beeld van het leven als gave hebben, mits hij daarvoor op weg wil gaan.

Wat is mijn conclusie? Ik vind dat niet eenvoudig. Er zit in dit boek een enorm stuk informatie over standpunten van christenen en niet-christenen. De meeste auteurs schrijven toe naar een samenkomen van deze verschillende standpunten. Dat betekent dat de scherpe kanten in het gemeenschappelijk gebruik van het begrip autonomie eraf gaan. Mij kan die tendens tot synergisme eigenlijk niet bevredigen. Dr. Theo Boer komt het duidelijkst naar voren, zij het vooral aan het slot.

Als dwarsdoorsnee van het antwoord op de vraag hoe protestantse en katholieke ethici over het leven (als geschenk) denken, is het een instructieve, informerende bundel, zij het dat er enkele moeilijk geschreven hoofdstukken in staan!

W. H. VELEMA

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's