Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vanuit de kerk in gesprek met de vrije groepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vanuit de kerk in gesprek met de vrije groepen

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de afgelopen jaren is de publiciteit rond vragen naar de waarde van de kerk, kerkgang én naar de oorzaken van de kerkverlating optimaal geweest; de ene studie na de andere heeft er aandacht voor gevraagd. Veel aandacht is er aan die studies gegeven in besprekingen en commentaren. In alle kerken is er sprake van loslaten, ook door jongeren. En de vraag is dan waar komen ze terecht? Sluiten ze zich aan bij andere kerken, of komen ze terecht bij één van de evangelische groepen die ons land kent. Of breken ze totaal met de dienst van de Heere, laten ze alles los en leven ze er maar op los: pluk de dag. Voor een buitenstaander is het kerkenpad onbegaanbaar: wat een kerken en wat een tegenstellingen tussen de kerken, de kerkmensen in dezelfde plaats en tussen mensen van dezelfde kerk, families en gezinnen. Voor de mensen die behoren bij de kerk is de ge- en verscheidenheid van kerken vaak ook erg verwarrend; of deze hartverscheurende zaak ook echt als een groot probleem gevoeld wordt, is wel een vraag. In sommige kerken zijn er zulke grote verschillen, dat de mensen die behoren tot dezelfde kerk, elkaar tegenspreken ondanks het feit dat mogelijk wel dezelfde woorden gebruikt worden. En dan gaat het om wezenlijke zaken, o.a. om de vraag over de verzoening, over het christen-zijn in de samenleving, over de waarde van het huwelijk, over de vraag naar onze verhouding tot de homofiele en homoseksuele naaste.
Wel dezelfde Bijbel, toch fundamentele verschillen! Die verwarring rond wezenlijke zaken in leer en leven, waarbij de levensvisie een essentiële rol speelt, zorgt voor verwijdering onder elkaar én van het kerkverband. De tegenstellingen zijn te verklaren uit het feit dat er verschillend gedacht wordt over het gezag van de Bijbel. Is de Bijbel Gods onfeilbaar Woord: Al de Schrift is van God ingegeven (2 Tim. 3:16a), öf hebben we te maken met een verzameling van geloofservaringen die volgelingen van Jezus in de loop van de eeuwen opgeschreven hebben? Als het absolute gezag van Gods Woord losgelaten wordt, dan kan de schriftkritische benadering van de Bijbel gezag claimen. Dan wordt de heilsgeschiedenis van Genesis 1 t /m 11 teruggebracht tot verhalen over hoe de mens eigenlijk is: al zoekende op de weg naar het geluk moeten er steeds keuzes gemaakt worden, met vallen en opstaan. Maar als de schepping ingewisseld wordt voor het evolutiegeloof, en de zondeval voor een ontwikkelingsgang die de mensheid door moet maken en het leven van profeet Jezus gezien wordt als een poging tot verzet tegen de gevestigde orde, dan worden de bakens wel radicaal verzet. Dan is er geen plaats meer voor de rechtvaardige God die genoegdoening van zijn recht eist, voor de Borg en Middelaar Jezus Christus, Die waarachtig God én rechtvaardig en waarachtig mens moet zijn om de toorn van God tegen de zonde te kunnen dragen; dan is er ook geen plaats voor de noodzaak van wedergeboorte, bekering en geloof (want de rechtvaardige zal door het geloof leven) en zijn er geen vruchten van dankbaarheid, de goede werken die geschieden 'uit een waar geloof, naar de Wet Gods en tot Gods eer' (H.C, antw. 91). Dan worden er geen tekenen opgericht van Gods Koninkrijk dat straks bij de wederkomst, bij het laatste oordeel in heerlijkheid zich zal openbaren in hemel en op aarde.
In deze wereld, wat bezet gebied is, moet een christen leven, zijn weg zoeken. Door genade niet meer van de godevijandige wereld, maar wel in de wereld als Gods schepping zijn plaats innemen. Het gevaar is groot dat we opgaan in de wereld, ons aanpassen en ons laten leiden door de visie van de moderne theologen die de boodschap van de Bijbel toetsen aan de opvattingen van een bepaalde ideologie of levensbeschouwing, b.v. het marxisme. Het andere gevaar dat er dreigt, is dat we zo moe zijn, omdat we tegen de stroom in moeten, dat we ons in ons isolement terugtrekken: er is toch niets meer te redden, de afval en het verval is zo groot én wij hebben maar kleine kracht... De opdracht, de roeping blijft om in deze wereld onze taak te verstaan en een getuige in daad en woord te zijn van de hoop die in ons is. Door genade mag er toch bij Gods kinderen wetenschap zijn van het feit dat het met de dood niet afgelopen is. Dat ze straks bij de Heere mogen zijn. Die als de Voorspraak bij de Vader door Zijn Godheid, Majesteit, genade en Geest nimmer meer van zijn kinderen zal wijken iH.C, antw. 47). Hij heeft de machten overwonnen en heeft alle macht over hemel en aarde en heeft beloofd (en Zijn beloften zijn ja- en- amen) dat Hij voor Zijn gemeente blijft zorgen. En aan wie kun je je nu het beste toevertrouwen, dan aan Hem?
Samengevat: Veel mensen voelen zich teleurgesteld in de kerk(en). De prediking is vaak veranderd in een politieke prediking. Daarvoor hoeven we niet naar de kerk, is dan de reactie, als we daar iets van willen weten, dan kunnen we beter afstemmen op 'Den Haag vandaag'. De boodschap van zonde en genade, van vloek en zegen, van gerechtigheid en heiligheid wordt vertaald in politieke kaders, zodat de schuld van alle narigheid verlegd wordt naar de structuren van de samenleving, naar de tegenstelling tussen kapitalisme en communisme, tussen rijk en arm, tussen Oost en West, Noord en Zuid. Mensen voelen zich ook teleurgesteld in de kerk(en) omdat er zo weinig van de kerk uitgaat. Het zou er kil en koud zijn. De invloed van de kerk en het beslag van Gods Woord is in onze samenleving teruggedrongen naar de rand van de samenleving. Wat merk je van de kerkmensen in je omgeving, waar is het getuigenis, waaruit blijkt de geloofsverwachting van de zekerheid dat de Heere regeert en alles in Zijn handen heeft? Waar is de aandacht voor de vragen van de jongeren? Voor de mensen die losweken van de gemeente en in het alternatieve leven terecht komen?

Daar anders
Al die zaken zouden in de vrije groepen veel beter tot hun recht komen. Daar zou blijdschap en geloofszekerheid zijn, daar wordt getuigd en schaamt men zich niet voor het Woord van God. Moet je eens kijken wat er gedaan wordt aan evangelisatie en zending! Ze staan altijd voor elkaar klaar. Daar komt de gemeenschap der heiligen openbaar. Het is er allemaal veel eenvoudiger dan in de kerk; ze hebben de Bijbel die van kaft tot kaft Gods Woord is en daar hebben ze genoeg aan. Ze komen niet steeds met de dogmatiek en de belijdenisgeschriften aan, met al die onderscheidingen. Dat zou allemaal niet in de Bijbel staan. De verhouding tussen de mensen is anders. Er zijn wel voorgangers, maar niet de verschillende ambten die in de kerk zo angstig bewaakt worden. In de bijeenkomsten spreken ook wel eens andere mensen; de Heilige Geest zou dan aanwijzen wie er moet spreken en wat er gezegd moet worden. Natuurlijk zijn er wel verschillen tussen de groepen; en er zijn groepen die vaak geen contact met elkaar hebben. Helemaal volmaakt is het ook daar niet, maar ze doen er wel van alles aan. Je kan alleen lid worden van de groep als je verklaart dat je tot geloof gekomen bent. Daarna wordt zo iemand gedoopt. Dan heb je tenminste mensen die zelf kiezen en hun verantwoordelijkheid voor hun keuze willen dragen.

Over wie gaat het niet
We zullen proberen wat tekening in de wirwar van vragen en opmerkingen te maken. Het gaat in deze bijdrage niet om de bespreking van allerlei secten, zoals bijvoorbeeld de Mormonen en de Jehovah's Getuigen, die naast de Bijbel zich beroepen op andere openbaringsbronnen. Dan is er sprake van valse godsdienst, omdat wezenlijke zaken ontkend en bestreden worden; het hart uit het Evangelie gesneden wordt. Het gaat om evangelische groepen in zijn algemeenheid die de Bijbel aanvaarden als Gods onfeilbaar Woord, de noodzaak van de bekering op grond van het Borgwerk van Jezus Christus benadrukken én oproepen tot evangelisatie en zending, omdat de tijd dringt.

Niets nieuws
Het is niet voor het eerst dat de kerk te maken heeft met groepen die zich niet thuis voelen in de kerk en zich afscheiden. Dat verschijnsel komt door alle eeuwen heen voor. Het gaat vaak om de volgende zaken:
a. de verhouding Woord en Geest;
b. de volgorde en de verhouding van rechtvaardigheid en heiligheid;
c. de waarde van het verbond en de beloften, toegespitst op de waarde van de (kinder)doop;
d. de kerk in zijn uitingsvorm: kaf en koren, of alleen gezaligden.

Het gaat om hoofdzaken
In het gesprek met de vrije groepen zullen we ons moeten beperken tot de hoofdzaken. We zullen voorzichtig, maar wel duidelijk moeten zijn en ons niet laten leiden door de geest van de tijd, maar door de Geest des Heeren. We zullen in een tijd, waarin o.a. sterk de nadruk gelegd wordt op het individuele en er aangedrongen wordt om alles zo rationeel mogelijk te bekijken en je niet door je gevoelens mee te laten nemen, ons steeds moeten behoeden voor de houding van-, er zit toch wel wat in. Dat betekent een hellend vlak. Dat werkt drempelverlagend, zodat we alles gaan relativeren.

Het geloof in het werk van de Drieënige God
Vaak horen we in getuigenissen dat 'de Heere Jezus aangenomen is', dat 'we zelf moeten komen', dat 'het aanbod er ligt voor alle mensen', dat op de vraag of 'we voor Jezus willen kiezen' het toen gebeurd is, zo en zo. Ik was een zondaar, nu ben ik gered en gelukkig. Prijs de Heer(e). In dat getuigenis klinken een aantal zaken door die we ter sprake willen brengen. Is er door de ontdekkende werking van de Heilige Geest een besef dat er een radicale breuk door de zonde geslagen is tussen God en de mens? Dat God de Schepper vertoornd is over de zonde en genoegdoening eist? Dat er hulp besteld is bij een Held, de Heere Jezus Christus, die zich vrijwillig gegeven heeft: de verzoening door voldoening. Dat de verworven gerechtigheid toegepast moet worden in ons eigen leven, door de Heilige Geest, die uitbrandt en toepast én woning maakt in het hart van een zondaar? De Heilige Geest zal het uit Mij (= Christus) nemen en zal Mij verheerlijken. Het zaligmakende werk is het werk van de Drieënige God: van God de Vader die verkiest. God de Zoon die verlost en God de Heilige Geest die toepast.
God is de Eerste en de Laatste. De verkiezende God, die het geloof schenkt in het leven van een verloren zondaar. Die belijdt niets anders dan de dood verdiend te hebben. Maar, dan dat wonder van genade, op grond van Gods welbehagen verkoren is tot eeuwig leven. Anderen gaan verloren, dan kan het niet anders dat er verwonderd beleden wordt: Door U door U alleen om het eeuwig welbehagen. Er kunnen ook vragen gesteld worden bij massale bijeenkomsten, waar opgeroepen wordt om te kiezen voor de dienst van de Heere en het succes afgemeten wordt aan degenen die naar voren komen. Een kenmerk in het leven van iemand die overtuigd is van zonde, gerechtigheid en oordeel, is dat hij zich wegschaamt en geen enkele behoefte heeft om naar voren te komen.
Verder kunnen deze bijeenkomsten zo gericht zijn op het gevoel, dat men zich later afvraagt wat was dat toen toch, dat heb ik nu niet meer. God werkt door Zijn Woord en Geest. God, de Heilige Geest, werkt middellijk: Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Rom. 10:13-17). De openbaring is afgesloten. Lees maar de bestraffingen na in Openbaring 22:18 en 19 voor degenen die aan de openbaring vervat in de Bijbel af- en/of toedoen.
We zullen met de Bereërs het gehoorde moeten toetsen aan de Schrift, 'of deze dingen alzo waren' (Hand. 17:11). De Heere werkt niet buiten het gevoel om, maar het gaat erom dat we bevindelijk weet hebben van het geschonken geloof als vrucht van de onweerstaanbare werking van de Heilige Geest. Het geloof is een vrucht van de verkiezing en niet omgekeerd. Anders belanden we in remonstrantse wateren. Anders gezegd; in de vrije groepen wordt gewezen op de noodzaak van de verzoening aangebracht door het offer van de Heere Jezus, maar er wordt uitgegaan van de algemene verzoening. En nu zou het in het vermogen van de mens liggen of hij daar al of niet gebruik van zal maken. Met eerbied gesproken: het is voor God nog een verrassing wie er al of niet belangstelling heeft voor de aangebrachte gerechtigheid.
Maar de mens heeft door de zonde al gekozen. De Schrift is daar niet onduidelijk over; 'Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn ze afgeweken, tezamen zijn ze onnut geworden; er is niemand die goeddoet, er is er ook niet tot één toe' (Rom. 3:10-12). We kunnen alleen maar kiezen voor de zonde, als gevolg van de moedwillige ongehoorzaamheid; het bewust ingaan tegen de geboden des Heeren. Aan de andere kant blijft er wel de verantwoordelijkheid van de mens; Zoek de Heere, terwijl we nog zijn in het heden der genade. Bidt zonder ophouden (Fil. 2:12-13).

Ook de heiligheid een geschenk
Niet alleen de gerechtigheid is een weldaad die we te danken hebben aan het werk van de Heere Jezus. Hij heeft alle weldaden verworven en schenkt die ook in de beoefening van het geloof; Ik minder, Hij meer. Niet alleen zijn de zonden van Gods kinderen vergeven en hebben ze, wat een wonder van genade, recht gekregen op het eeuwige leven, maar ook het leven tot eer van God, de heiligheid is een weldaad die door Christus verdiend is en die we ontvangen uit de doorboorde handen van de Heere Jezus door de Heilige Geest. Ook na ontvangen genade is er maar een klein begin van gehoorzaamheid. Na ontvangen genade wordt de God van ons leven ook nog zoveel verdriet gedaan. Zodat er met Paulus beleden moet worden: 'Als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bij ligt' (Rom. 7:21).
De strijd tussen de oude en de nieuwe mens; een verdriet over de zonden en een uit de weg gaan daarvan én een hartelijke vreugde in God door Christus en lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werk te leven [H.C., antw. 89/90). Zodat de trits ellende - verlossing - dankbaarheid werkelijkheid en waarheid blijft in het leven van Gods kinderen. Daar komen ze nooit bovenuit. Er is wel een verlangen om bij de Heere te zijn en om Hem dan volmaakt te mogen dienen zonder einde. Verder blijft de dienst van de Heere niet beperkt tot getuigenis, maar het volgen van de Heere betekent werkzaam en waakzaam zijn op alle terreinen van het leven, waar er mogelijkheden zijn om in daad en woord getuigenis te geven van de hoop die een christen heeft. Concreet denk ik in dit verband aan allerlei beroepen waar het wel moeilijk is om voor je getuigenis uit te komen, maar waar de Heere ons roept en kracht geeft. Ik denk ook aan de christelijke politiek. Ook voor dit terrein van het leven bevat de Bijbel richtlijnen. De opdracht ligt er om ze te vertalen naar de praktische politiek in de gemeenteraad, de provinciale verbanden en in de landelijke politiek. Juist de oproep om overal waar de Heere (nog) gelegenheid geeft om onze gaven te gebruiken, ontbreekt vaak in de evangelische groepen. Soms krijgt men het gevoel dat er bewust gekozen wordt voor een doperse houding: de keuze voor het isolement.

De Bijbel Gods onfeilbaar Woord
In de theologie wordt de Bijbel wel bestudeerd, maar de vraag van de evangelische groepen is terecht: vanuit welke visie gebeurt dat. Ik ontken niet, dat juist door het verschijnen van het boekje van Robinson: Eerlijk voor God (1963), de verwarring op de universiteit, in de kerk, de school en het gezin heel groot geworden is. Omdat er zulke tegengestelde meningen verkondigd worden: christenen verdedigen het evolutionisme, ontkennen dat God voldoening van de schuld vroeg, leggen sterk de nadruk op het Koninkrijk Gods dat we samen zouden moeten maken, door het bestrijden van de grote wereldproblemen van vervuiling, geweld, armoe, rassentegenstellingen e.d., alsof het allemaal van ons af zou hangen! En dat allemaal met een beroep op dezelfde Bijbel. De menselijke kant van de Bijbel wordt sterk overbelicht en over de goddelijke kant (de inspiratie door de Heilige Geest, dat alle Schrift door God ingegeven is) wordt niet gerept. Bij navraag wordt gezegd dat daar vanzelfsprekend van uitgegaan wordt. Of de inspiratie wordt geloochend. Maar de kerk moet dan wel letten op twee gevaren, twee zaken die wel praktijk zijn bij de vrije groepen.
Het gevaar van het biblicisme: de onverantwoorde versimpeling van de Bijbel. God is liefde, en: Jezus is mijn grote Vriend. Jezus houdt van alle mensen. God is niet alleen liefde, maar Hij is ook rechtvaardig (NGB art. 1). Jezus is niet alleen degene die we na moeten volgen. Hij is in de eerste plaats Borg en Zaligmaker. 'Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem' (2 Kor. 5:21). En na ontvangen genade is er de bede 'Maak ons Uw Beeld gelijk', zodat we de Heere recht leren kennen, en Hem van harte liefhebben (Col. 3:10 en Ef. 4: 24). Het andere gevaar is het fundamentalisme. Dat we een tekst of tekstgedeelte niet bezien vanuit de context, het verband waarin het geplaatst is. Hebben we te maken met een historisch gedeelte, een profetie, een gelijkenis e.a., dan spelen er een aantal vragen een rol die gesteld moeten worden, want anders doen we te kort aan de rijkdom van Gods Woord. Bij de bestudering van de Bijbel is er een goede kennis nodig t.a.v. de vragen: wie is de schrijver, aan wie is de boodschap gericht, onder welke omstandigheden wordt de boodschap gebracht, welke betekenis heeft een bijbelgedeelte hier-en-nu.

Overzicht van de hoofdzaken van de leer
Uit het bovenstaande is duidelijk dat we niet mogen vergeten dat in de afgelopen eeuwen de Heere steeds weer mannen gegeven heeft met gaven van hoofd en hart, die door een bijzondere verlichting door de Heilige Geest geheimen van Gods Woord verklaard hebben die we niet mogen negeren. In de loop van de eeuwen zijn er in antwoord op eenzijdigheden in de leer, op ketterijen antwoorden gegeven in de kerk die de vorm gekregen hebben van belijdenissen. Ik denk aan de drie oecumenische symbolen: de Apostolische belijdenis, de Belijdenis van Nicea, de Belijdenis van Athanasius en de drie Formulieren van Enigheid in de Gereformeerde Gezindte: de Nederlandse geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels.

Hoofdzaken van de leer, geformuleerd op grond van de Bijbel
Het totale overzicht van de leer vinden we terug in de dogmatiek. Juist de belijdenissen en de dogmatiek bewaren ons er voor eenzijdig te zijn. Denk maar aan de gevaren die het biblicisme inhoudt. We zijn nu niet voor het eerst kerk; we hebben een geschiedenis van eeuwen achter de rug. Nu geldt zeker: in het verleden ligt het heden. Meer dan ooit is het nodig dat we weten welke schatten er in onze Bron te vinden zijn. Daarom is het nodig om kennis te nemen o.a. van de geschriften van de reformatoren en de nadere reformatoren.

Geroepen door de Heere
De Heere heeft mensen geroepen die door genade de Naam des Heeren aanroepen. In de gemeente komen de volgelingen van de Heere samen: samen bidden, luisteren en zingen. Die gemeente heeft de Heere uit de wereld geroepen. Pelgrims, gasten en vreemdelingen die op weg zijn naar het hemelse Kanaan, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Een gemeente in de woestijn met twee vleugels: geloof en gebed (Op. 12:14). In die gemeente heeft de Heere ook ambten gegeven, 'tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus' (Ef. 4:11 en 12). In de pastorale brieven geeft de apostel Paulus veel aanwijzingen voor de ambten en de voorwaarden waaraan de ambtsdragers moeten voldoen. Heel zorgvuldig wordt de uitwerking daarvan verwoord in de artikelen 30 t /m 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
De ambten zijn gegeven als het steigerwerk bij de bouw van een huis. Als het huis klaar is, dan worden de steigers afgebroken. Zo zal het ook zijn bij de ambten in de kerk. In de hemel zijn er geen bijzondere ambten meer, zoals die in de strijdende kerk er wel moeten zijn. Maar dan zal de Hoogste Ambtsdrager gediend worden dag en nacht door Zijn kinderen. Dat zijn zij die in de gemeente in het ambt der gelovigen staan, het ambt van profeet, priester en koning. Het goed spreken over de Heere en Zijn dienst, het geven in Zijn dienst en leven vanuit de overwinning van de Koning der koningen en de Heere der heren (H.C., antw. 32). Juist de gezamenlijke opvattingen over de leer, de kerk, en de ambten zorgen voor een grote mate van uniformiteit en voor de mogelijkheid om elkaar op bepaalde zaken te wijzen en om elkaar erop aan te spreken als er verschillen van interpretatie openbaar komen.
We zeggen dat wel gedempt, omdat er zoveel scheuren door de kerk lopen, maar aan de andere kant is het duidelijk dat de Heere toch aan Zijn Kerk, naar Zijn belofte, blijft denken alle eeuwen door. Dat mogen we niet negeren door ons te beroepen op het voorbeeld van de eerste christengemeente in Jeruzalem (Hand. 2:37 ev.) dat de Heere ter navolging gegeven zou hebben. De kerk richt zich op het geheel van het leven en de leer; de groepen geven bepaalde zaken speciale aandacht. Dan gaat het om de orde in de kerk, dan over de bijzondere gaven van de Heilige Geest, dan over de tekenen der tijden enz. Zijn dat de onbetaalde rekeningen van de kerk?

En het geloof versterken
In de discussie met mensen van de vrije groepen komt altijd de vraag naar de plaats van de kinderdoop aan de orde. Eerst zou het geloof beleden moeten worden en daarna zou dan de (volwassen)doop moeten volgen. Deze discussie is niet nieuw. Ik zou in het kader van deze inleiding willen volstaan met het antwoord dat de Heidelbergse Catechismus geeft op de vraag: 'Zal men ook de jonge kinderen dopen?' 'Ja het; want mitsdien zij, alzowel als de volwassenen in het verbond Gods en in zijn gemeente begrepen zijn, en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt, zo moeten zij ook door de Doop, als door het teken des Verbonds, der Christelijke Kerk, ingelijfd en van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, gelijk in het oude Verbond of Testament door de Besnijdenis geschied is, voor dewelke in het nieuwe Verbond de Doop ingezet is.' (74). Anders is het als volwassenen zich melden om lid te worden van de gemeente. Met deze problematiek zullen we ongetwijfeld in de komende jaren steeds meer te maken krijgen, als mensen toch onderdak proberen te zoeken bij de plaatselijke gemeente!
In sommige kerken komt steeds meer de vraag aan de orde: moeten/mogen kinderen van ouders die niet meer actief met de gemeente meeleven, wel gedoopt worden? Of moeten er toch voorwaarden gesteld worden? We willen de zorgen daaromtrent niet onderschatten, maar dat betekent dan niet dat de kinderdoop maar moet verdwijnen. Met de kinderdoop zijn we in het spoor van Schrift en belijdenis.

Waakzaam zijn en blijven
In de genoemde gesprekspunten van de kerk met de vrije groepen hebben we de kern van de zaak des Heeren wel te pakken. Er zou nog meer te noemen zijn. We mogen dankbaar zijn dat we in ons land (nog) in vrijheid bijeen mogen komen. In de prediking wordt de dood in Adam en het leven in Christus verkondigd met de oproep tot geloof en bekering én Gods kinderen krijgen in de gemeente nader onderwijs in de leer die naar de godzaligheid is, zodat er opwas in de kennis en genade van de Heere Jezus in hun leven te zien mag zijn. De Heilige Geest werkt en versterkt door de verkondiging van het heilig Evangelie het geloof en 'sterkt door het gebruik van de sacramenten' iH.C, antw. 65). De Heere bindt zich aan de middelen die Hij Zelf gegeven heeft aan Zijn gemeente. In die gemeente heeft de Heere de ambten gegeven in verband met de prediking en het toezicht op de gemeente en het betonen van barmhartigheid aan de naaste dichtbij en veraf Daar worden we verwacht, ook als we lijden aan de gebreken van de kerk. Er zijn Aarons en Hurs nodig, er zijn Anna's nodig die elke dag in de kerk komen om biddend uit te zien naar de vertroosting van Israël, naar de geloofsomgang met de Koning van de Kerk.
We mogen ons zo maar niet van de gemeente losmaken en voor onszelf beginnen. Hebben we echt twee mijlen meegelopen om te zoeken naar oplossingen, daar waar er problemen waren in de kerk? Laten we dankbaar zijn voor het huisbezoek en andere vormen van pastorale zorg die door de ambtsdragers en andere helpers in de gemeente gepraktiseerd worden. Het catechetisch onderwijs is eveneens een middel dat de Heere wil gebruiken om beter zicht te krijgen op de kernnoties van de leer die in de kerk geleerd worden. Dat onderwijs kan de Heere ook gebruiken om onze ogen te openen voor de noodzaak van bekering.
Er is maar één woord nodig dat de Heere spreekt, zodat het door de Heilige Geest tot een eeuwige zegen wordt in ons leven. Acht ook niet klein het jeugdwerk dat in de kerk een plaats heeft. Het samen bezinnen op wat de Heere vanuit Zijn Woord tot ons te zeggen heeft, ook op de vragen die vanuit de actualiteit tot ons komen. Juist nu de kerk naar de rand van de samenleving gedrongen wordt, hebben we elkaar hard nodig. Daarom blijf trouw onder de prediking van het Woord van God komen, blijf trouw naar de catechisatie komen en zoek de jongeren van de gemeente op, ook via het jeugdwerk.
Lees de Bijbel elke dag en bidt zonder ophouden. Laat je niet meesleuren door allerlei pluspunten die in de vrije groepen te vinden zouden zijn en die je in de kerk zou missen. Als je onder Gods voorzienigheid bij de kerk behoort dan heb je als (doopHid de opdracht om te blijven, om te bidden én te werken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 november 1988

Driestar bundels | 104 Pagina's

Vanuit de kerk in gesprek met de vrije groepen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 november 1988

Driestar bundels | 104 Pagina's