Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uren achter een partituur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uren achter een partituur

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bejubelde én bekritiseerde organist kocht ooit een concertvleugel. Het was een hele toer om het zware instrument op zijn bovenverdieping in Oegstgeest te krijgen. Onderweg ging er dan ook iets helemaal fout. De vleugel klapte met een dreun tegen de muur, waarop de klankbodem barstte. Wat zei de grootmeester? „Gooi hem maar in de Waterweg; hij is toch niets meer waard.

De vleugelstory is een gebeurtenis die zoon Feike Asma jr. nooit meer zal vergeten. „Uiteraard is het instrument niet in het water beland, maar gewoon in de studeerkamer. Na mijn vaders overlijden in 1984 hebben Wil van der Kamp, de tweede vrouw van mijn vader, en ik het instrument gesloopt en twee toetsen in de Waterweg gegooid, overeenkomstig zijn wens.” De 68-jarige Feike jr., die sinds 1960 in Canada woont, kan zich weinig herinneren van zijn vader in de tijd dat hij zelf kind was. „Ik ben in de oorlog geboren. Als gezin waren we niet altijd bij elkaar. Ik weet wel dat ik regelmatig bij een pleeggezin kwam, de familie Hein en Eef van der Voet. Ik kan me ook nog herinneren dat mijn vader met de trein van Oegstgeest naar Den Haar ging, met een stoomlocomotief. Dat heeft enorme indruk op me gemaakt.” Asma was weinig thuis, zegt zijn zoon. „Mijn vader reisde veel om concerten te geven. In Zwolle had hij een goede vriend, Chris Lindeboom, die van alles voor hem regelde. Doordat mijn vader veel van huis was, waren mijn moeder, mijn zus Sonja en ik meestal samen. Wij woonden aan de Rijnzichtweg in Oegstgeest, op een bovenverdieping. Het was een liefdevol gezin. De ouders van mijn vader woonden dicht bij ons; we gingen er vaak naartoe. Het was een hele opgave voor mijn moeder om alleen voor het gezin te zorgen. In de tijd dat wij in Oegstgeest woonden, reisde mijn vader met het openbaar vervoer. Hij was dus erg aan tijden gebonden en kwam meestal heel laat thuis of soms pas de volgende dag. Als mijn vader thuis was, gingen de gesprekken vaak over de muziek. Vooral over zijn tournees naar het buitenland, bijvoorbeeld naar Canada. Toen ik zelf in Vancouver, British Columbia, ging wonen, heb ik daar concerten voor mijn vader georganiseerd.”

Jongeren
Geen enkele organist na de oorlog was zo bekend als Feike Asma. Als hij ergens speelde, stonden de mensen geruime tijd voor aanvang van het concert rijen dik voor de kerkdeur te wachten. Wat deed die beroemdheid met zijn zoon? „Ik was enorm trots op mijn vader. Ik bleef meestal op de achtergrond na een concert en zag dan hoe zijn fans om hem heen stonden om even met hem te praten. Ik vond dat uiteraard leuk om te zien. Wat mij de laatste jaren verbaasde, was dat er zo veel jongeren om hem heen stonden.” Af en toe kwamen er andere muzikanten bij de familie Asma over de vloer. „Ik kan me herinneren dat Willem Hendrik Zwart wel eens kwam. Later, toen we in Den Haag woonden, kwamen er ook orgelleerlingen van mijn vader bij ons thuis. Ik denk aan Gradus Wendt, die later naar Zuid-Afrika is gegaan, en Wim van der Panne uit Voorburg.” Het gezin Asma moest een paar keer verhuizen, omdat vader als organist verkaste naar een andere kerk. „De verhuizing van Oegstgeest naar Den Haag, omdat mijn vader daar organist was van de Evangelisch Lutherse Kerk, was een grote verandering voor ons. Mijn vader kreeg meer tijd voor zijn gezin, we zagen hem vaker. Zeker toen hij zelf een auto aanschafte, gaf hem en ons dat meer vrijheid. We gingen bijvoorbeeld op vakantie naar Zuid-Frankrijk. Na een concert, als mijn vader thuiskwam, gingen we vaak even naar het cafeetje op het Prins Hendrikplein om gezellig wat te drinken en te ontspannen. De verhuizing van Den Haag naar Maassluis, toen mijn vader organist werd van de Groote Kerk daar, heb ik zelf niet meegemaakt. Ik woonde toen al in Canada. Ik weet wel dat het een heel gedoe was, vooral omdat er een concertvleugel mee moest.”

Volkswagen
Feike jr. ging zo vaak als hij kon mee naar de concerten van zijn vader. „Vooral in de tijd dat we in Den Haag in de Prins Hendrikstraat woonden. Het waren niet alleen orgelconcerten, maar ook kooruitvoeringen. Ik kan me bijvoorbeeld nog goed herinneren dat mijn vader het Requiem van Verdi moest uitvoeren met zijn koor Te Deum Laudamus. Dat was in het gebouw van Kunsten & Wetenschappen in Den Haag.” In het begin zat Feike jr. naast zijn vader in de auto, later waren de rollen omgedraaid. „Op mijn 18e verjaardag stopte hij de auto, toen we op weg waren naar Rotterdam. Hij stapte uit, liep naar de andere kant van de auto, de bekende blauwe Volkswagen met het kenteken VD- 48-08, en zei: ‘Zo, ga jij nu maar achter het stuur zitten en laat maar eens zien wat je kunt.’ Vanaf dat moment reed ik meestal mijn vader naar concerten en weer terug naar huis. Ik ben naar veel concerten van mijn vader geweest. Meestal moest ik daar registreren. Ik vond dat leuk om te doen. Ik kon geen noten lezen, maar volgde wel een beetje de pedaalpartij. Mijn vader en ik waren op elkaar ingesteld. Als hij met z’n hoofd knikte, wist ik precies wat dat betekende. Hij gaf nummers door voor de registratiewisselingen. Registers erbij, weer weg, en natuurlijk altijd precies op tijd.” Asma ging geregeld naar het buitenland voor radio- en plaatopnames. Vooral de grote Cavaillé Coll-orgels in Parijs hadden zijn hart gestolen. Zijn zoon is nooit mee geweest, maar maakte wel veel plaatopnames in Nederland mee. „Vaak registreerde ik. Ik kan me de opname van de grote B.A.C.H. van Franz Liszt in de Martinikerk in Bolsward nog heel goed herinneren. Vooral de snelle loopjes in dat stuk; die gingen soms niet helemaal goed. Op een gegeven moment stond het stuk bijna helemaal foutloos op de band. Toen kwam de koster binnen, door een deur die nogal piepte. Het moest voor de zoveelste keer over. Zo’n plaatopname was een hele onderneming. Ik heb er veel van geleerd, zowel op het gebied van de muziek als op het gebied van de opnametechniek.”

Lachje
Zoals bij alle grote kunstenaars het geval is, werd ook Asma bejubeld door zijn fans en bekritiseerd door zijn vijanden. Volgens zijn zoon ging hij met beide zaken nuchter om. „Als er kritiek was op zijn spel, kwam er meestal een lachje op zijn gezicht.” Na het overlijden van Asma’s vrouw in 1982 hertrouwde de muzikant, een jaar later, met Wil van der Kamp, zijn registrante. Het was voor Feike jr. geen verrassing. „Ik kende Wil al vanaf 1965. Zij was een van zijn grootste fans en ging dan ook naar bijna ieder concert van hem. Ik heb het huwelijk als positief ervaren en was blij dat mijn vader een goed leven met haar had. Wil en ik belden geregeld met elkaar. Zij heeft mij de kans gegeven om de laatste week van mijn vaders leven met hem samen te zijn. Wil en ik hebben veel meegemaakt, die laatste week in het ziekenhuis, maar dat houden we tussen ons. Dat was heel persoonlijk.” Vaak wordt aan Feike jr. gevraagd of hij ook orgel speelt. „Nee, dat kan ik niet, maar ik vind het heerlijk om naar muziek te luisteren. Vaak als ik naast mijn vader op de orgelbank zat, dacht ik: Kon ik dit ook maar. Maar tegelijk besefte ik: Zoals mijn vader speelt, daar kan niemand tegenop. Ik dus ook niet. Ik heb wel een jaar pianoles gehad, maar het spelen zit er bij mij gewoon niet in. Ik mag heel graag naar orgelmuziek luisteren, vooral naar de Franse componisten. Die voorliefde heb ik van mijn vader meegekregen.” Op internet houdt Feike jr. de herinnering aan zijn vader levend. „Al enige tijd was ik van plan een website over mijn vader te maken, maar door drukke werkzaamheden ontbrak me de tijd. Totdat ik door een herseninfarct in de WAO kwam. Toen kreeg ik er tijd voor. De website werd een uitdaging, want ik had er nog nooit één gemaakt. Gelukkig ontmoette ik iemand, mijn vriend Jaap van Ingen, die mij wilde helpen. Vooral het in kaart brengen van de discografie van mijn vader was een enorme klus. Ook het uitzoeken van de foto’s was niet gemakkelijk, omdat er zo ontzettend veel zijn. Sinds mei 2004 is de site in de lucht. Vanaf het begin stroomden de reacties binnen. Een aantal is te lezen in het gastenboek. Vooral de muziekstukken die op de site beluisterd kunnen worden, roepen veel reacties op. De bezoekers voelen allerlei herinneringen aan de concerten van mijn vader boven komen en schrijven daarover.”

Gedrevenheid
Ook al leeft Asma al 25 jaar niet meer, nog steeds beroepen veel organisten zich op hem en zeggen ze in zijn stijl te spelen. Er wordt in de orgelwereld zelfs gesproken over de Asma-school. Feike jr.: „De enige die echt in mijn vaders voetsporen is verder gegaan, is Everhard Zwart, de zoon van Willem Hendrik Zwart. Everhard was leerling én registrant van mijn vader. In zijn speltechniek en registraties hoor ik mijn vader. Soms moet ik echt heel goed luisteren om te horen wie het is: Everhard of mijn vader. De gedrevenheid die mijn vader had, heeft Everhard ook. Machtig. Ik luister altijd met veel plezier naar hem. Onlangs keek ik nog even naar de dvd van Everhard die hij gemaakt heeft in de Grote Kerk van Dordrecht. Het orgel daar ken ik goed, omdat ik er vaak heb geregistreerd bij mijn vader. Zoals Everhard de fantasie over het Lutherlied “Een vaste burcht” van Jan Zwart speelt, de uitdrukkingen op zijn gezicht, dan zie en hoor ik gewoon mijn vader spelen.” Dat Feike Asma zijn leven verteerde in de muziek, staat volgens zijn zoon vast. „Als ik terugkijk en zie hoe hij uren achter een partituur kon zitten, is dat eigenlijk onbegrijpelijk. Tot diep in de nacht was hij ermee bezig. ’s Morgens stond hij weer vroeg op om naar de kerk te gaan en te studeren. Als hij plaatopnamen had, zat hij uren, soms zelfs dagen achter het orgel om de juiste registraties te vinden. Hij bleef net zolang doorgaan totdat hij de juiste klank had gevonden. Hij stopte dan ook niet om te eten; dat moest later maar gebeuren. Hij heeft zijn leven in de muziek verdronken. Muziek was alles voor hem. Ik zeg wel eens: mijn vader heeft geen 72 jaar geleefd, maar 100 jaar. Zo intens was hij met zijn werk bezig. Wat ik daarbij in hem waardeer, is dat hij een gewone man bleef. Hij liep niet naast zijn schoenen omdat hij Feike Asma, de organist was. En hij had veel respect voor zijn collega’s. Ik voel me een rijk mens dat ik zo’n vader heb gehad. Hij heeft mij veel nagelaten.”


Tweehonderd concerten per jaar

Feike Pieter Asma werd geboren op 21 april 1912 in de marinestad Den Helder. Hij kreeg de eerste orgellessen van zijn vader, die musicus was. Op 15-jarige leeftijd werd Feike organist van de gereformeerde kerk in zijn geboorteplaats en ging hij op orgelles bij Jan Zwart. Eerst moest hij daarvoor naar de Laurenskerk in Alkmaar, later naar de Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam, waar Zwart organist was. Feike Asma verving zijn leermeester geregeld bij het geven van concerten. Zwart stimuleerde hem naar het conservatorium te gaan, maar Asma had daar geen oren naar. Hij bleef liever bij Zwart en studeerde bij hem zowel het koraalspel als grote delen van de orgelliteratuur. In 1933 werd Asma benoemd tot organist van de Hooglandse Kerk in Leiden. Deze post verruilde hij in 1943 voor de Evangelisch Lutherse Kerk in Den Haag en in 1965 voor de Groote Kerk in Maassluis. Daar bespeelde hij het door Zwart aangeduide “deftige orgel” van Garrels. Toen Zwart in 1937 overleed, zocht Asma geen andere orgelleraar. Integendeel, hij probeerde zoveel mogelijk een kopie van zijn leermeester te zijn. Pas in latere jaren ging Asma eigen muzikale wegen. Niet alleen het orgel boeide Asma, ook het symfonieorkest. Daarom nam hij tussen 1945 en 1950 lessen orkestdirectie bij Eduard Flipse, dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Daarna studeerde hij nog twee jaar bij orkestdirigent Paul van Kempen in Italië. Asma bracht het geleerde in praktijk als dirigent van een oratoriumvereniging en twee mannenkoren. Hij stopte begin jaren zestig met dirigeren, mede vanwege zijn concertreizen als organist naar het buitenland.

Vanaf 1937 gaf Asma talloze concerten in binnen- en buitenland. Soms gaf hij meer dan tweehonderd orgelbespelingen per jaar; gemiddeld vier per week. Samen met zijn generatiegenoten Piet van Egmond en Simon C. Jansen probeerde hij het orgel bij een groot publiek bekend en bemind te maken. Hij slaagde daar goed in. Als Asma ergens speelde, stonden de mensen lang van tevoren rijen dik voor de kerk te wachten, regen, wind en kou trotserend. Asma maakte tientallen lp-opnames, waarbij hij de hele orgelliteratuur aan bod liet komen. Zijn voorkeur lag bij Frans-romantische componisten zoals Guilmant, Widor en Franck. Voor de vertolking daarvan kreeg hij twee keer een hoge Franse onderscheiding. Diverse keren reisde hij voor het label Philips naar kathedralen in Parijs om daar de grote Cavaillé Coll-orgels te bespelen. Hoewel Asma volle kerken trok, was hij niet onomstreden. Zijn critici verweten hem dat hij onbeheerst en slordig speelde en te veel zijn eigen stempel zette op de composities van anderen. Asma zelf trok zich van die kritiek weinig aan. Hij stond bekend om zijn milde houding richting collega- organisten. Hij kon goed de zon in het water van anderen zien schijnen. Asma was een groot liefhebber van het kerklied. Hij maakte vele bewerkingen van psalmen en andere geestelijke liederen en was verbaasd over de grote aftrek die deze vonden. Zelf was hij altijd bescheiden over zijn eigen werk. In zijn liedbewerkingen is duidelijk de invloed van zijn leermeester Jan Zwart te horen.

Over Asma werd in 1967 een ilm gemaakt door regisseur Herman van der Horst. In deze productie, “Toccata”, bespeelt de musicus het orgel van de Oude Kerk in Amsterdam. De ilm laat goed zien hoe gedreven Asma was. De verbeten gezichtsuitdrukkingen, de wapperende haren en de handen die boven het klavier zweefden om vervolgens krachtig in de toetsen te grijpen, waren echte Asma-kenmerken. Een gevleugelde uitspraak van hem was: „Wees niet alleen musicus, maar ook muzikant.” Het was zijn ambitie de muziek zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Asma bouwde verschillende tradities op. Zo hield hij elk jaar een Jan Zwart-herdenking rond de sterfdatum (13 juli) van zijn leermeester. Jarenlang gaf hij twee Oranjeconcerten op Koninginnedag: ’s middags in Elburg, ’s avonds in Zwolle. Op zijn programma’s stonden gedurig grote werken, zoals Psalm 94 van Julius Reubke en “Jerusalem, du hoch gebaute Stadt” van Karl Hoyer. Hij wist die met verve aan de man te brengen. Asma is 42 jaar getrouwd geweest met Jacqueline Theodora Henrika Dolkens. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: zoon Feike jr. en dochter Sonja. Asma’s vrouw overleed in juli 1982. In december 1983 hertrouwde hij met zijn registrante Willy Cornelia van der Kamp. Na een lang ziekbed overleed Asma op 18 december 1984, dit jaar een kwarteeuw geleden. De rouwdienst werd gehouden in de Oude Kerk in Amsterdam, waar Asma zo vaak het orgel had bespeeld. Hij werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Twee jaar later werd ter nagedachtenis van Asma in de Oude Kerk een plaquette met zijn beeltenis onthuld.


Tweehonderd concerten per jaar

Feike Pieter Asma werd geboren op 21 april 1912 in de marinestad Den Helder. Hij kreeg de eerste orgellessen van zijn vader, die musicus was. Op 15-jarige leeftijd werd Feike organist van de gereformeerde kerk in zijn geboorteplaats en ging hij op orgelles bij Jan Zwart. Eerst moest hij daarvoor naar de Laurenskerk in Alkmaar, later naar de Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam, waar Zwart organist was. Feike Asma verving zijn leermeester geregeld bij het geven van concerten. Zwart stimuleerde hem naar het conservatorium te gaan, maar Asma had daar geen oren naar. Hij bleef liever bij Zwart en studeerde bij hem zowel het koraalspel als grote delen van de orgelliteratuur. In 1933 werd Asma benoemd tot organist van de Hooglandse Kerk in Leiden. Deze post verruilde hij in 1943 voor de Evangelisch Lutherse Kerk in Den Haag en in 1965 voor de Groote Kerk in Maassluis. Daar bespeelde hij het door Zwart aangeduide “deftige orgel” van Garrels. Toen Zwart in 1937 overleed, zocht Asma geen andere orgelleraar. Integendeel, hij probeerde zoveel mogelijk een kopie van zijn leermeester te zijn. Pas in latere jaren ging Asma eigen muzikale wegen. Niet alleen het orgel boeide Asma, ook het symfonieorkest. Daarom nam hij tussen 1945 en 1950 lessen orkestdirectie bij Eduard Flipse, dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Daarna studeerde hij nog twee jaar bij orkestdirigent Paul van Kempen in Italië. Asma bracht het geleerde in praktijk als dirigent van een oratoriumvereniging en twee mannenkoren. Hij stopte begin jaren zestig met dirigeren, mede vanwege zijn concertreizen als organist naar het buitenland. Vanaf 1937 gaf Asma talloze concerten in binnen- en buitenland. Soms gaf hij meer dan tweehonderd orgelbespelingen per jaar; gemiddeld vier per week. Samen met zijn generatiegenoten Piet van Egmond en Simon C. Jansen probeerde hij het orgel bij een groot publiek bekend en bemind te maken. Hij slaagde daar goed in. Als Asma ergens speelde, stonden de mensen lang van tevoren rijen dik voor de kerk te wachten, regen, wind en kou trotserend. Asma maakte tientallen lp-opnames, waarbij hij de hele orgelliteratuur aan bod liet komen. Zijn voorkeur lag bij Frans-romantische componisten zoals Guilmant, Widor en Franck. Voor de vertolking daarvan kreeg hij twee keer een hoge Franse onderscheiding. Diverse keren reisde hij voor het label Philips naar kathedralen in Parijs om daar de grote Cavaillé Coll-orgels te bespelen. Hoewel Asma volle kerken trok, was hij niet onomstreden. Zijn critici verweten hem dat hij onbeheerst en slordig speelde en te veel zijn eigen stempel zette op de composities van anderen. Asma zelf trok zich van die kritiek weinig aan. Hij stond bekend om zijn milde houding richting collega- organisten. Hij kon goed de zon in het water van anderen zien schijnen. Asma was een groot liefhebber van het kerklied. Hij maakte vele bewerkingen van psalmen en andere geestelijke liederen en was verbaasd over de grote aftrek die deze vonden. Zelf was hij altijd bescheiden over zijn eigen werk. In zijn liedbewerkingen is duidelijk de invloed van zijn leermeester Jan Zwart te horen.

Over Asma werd in 1967 een ilm gemaakt door regisseur Herman van der Horst. In deze productie, “Toccata”, bespeelt de musicus het orgel van de Oude Kerk in Amsterdam. De ilm laat goed zien hoe gedreven Asma was. De verbeten gezichtsuitdrukkingen, de wapperende haren en de handen die boven het klavier zweefden om vervolgens krachtig in de toetsen te grijpen, waren echte Asma-kenmerken. Een gevleugelde uitspraak van hem was: „Wees niet alleen musicus, maar ook muzikant.” Het was zijn ambitie de muziek zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Asma bouwde verschillende tradities op. Zo hield hij elk jaar een Jan Zwart-herdenking rond de sterfdatum (13 juli) van zijn leermeester. Jarenlang gaf hij twee Oranjeconcerten op Koninginnedag: ’s middags in Elburg, ’s avonds in Zwolle. Op zijn programma’s stonden gedurig grote werken, zoals Psalm 94 van Julius Reubke en “Jerusalem, du hoch gebaute Stadt” van Karl Hoyer. Hij wist die met verve aan de man te brengen. Asma is 42 jaar getrouwd geweest met Jacqueline Theodora Henrika Dolkens. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: zoon Feike jr. en dochter Sonja. Asma’s vrouw overleed in juli 1982. In december 1983 hertrouwde hij met zijn registrante Willy Cornelia van der Kamp. Na een lang ziekbed overleed Asma op 18 december 1984, dit jaar een kwarteeuw geleden. De rouwdienst werd gehouden in de Oude Kerk in Amsterdam, waar Asma zo vaak het orgel had bespeeld. Hij werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Twee jaar later werd ter nagedachtenis van Asma in de Oude Kerk een plaquette met zijn beeltenis onthuld. Zie ook www.feike-asma.com

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 2009

Terdege | 180 Pagina's

Uren achter een partituur

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 2009

Terdege | 180 Pagina's