Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dat ’s Heeren zegen op u daal’ Psalm 134

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat ’s Heeren zegen op u daal’ Psalm 134

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toezingen

Het is gebruikelijk bij bijzondere gelegenheden bepaalde personen tijdens de eredienst toe te zingen, zoals dat dan heet. Het is een overigens goede gedachte, om bij dc hoogtepunten van ons leven een zegen van dc gemeente als bede mee tc krijgen; en dat deze wens ons in de hoogste vorm van ons spreken, namelijk het gezongen lied, wordt meegegeven is heel goed. Psalm 134 neemt onder de gezongen zegenbeden zeker wel een eerste plaats in. Bij de kerkelijke huwelijksbevestiging wordt deze psalm in de dienst zeker wel tweemaal gezongen. En verder bij de bevestiging van ambtsdragers, of bij het doen van openbare belijdenis door jonge lidmaten cn soms bij het dopen van jonge kinderen. Dat \s Heeren zegen op u daaE. uit het derde vers, wordt dan meestal staande door dc gemeente gezongen. Een ontroerend ogenblik soms. In ieder geval plechtig. .lammer, dat meestal de derde regel verkeerd gezongen wordt. In plaats van het: Looft dan aller Heeren Heer", zingt men: Looft nu aller Heeren Heer". Het ..dan" wordl door ..nu" vervangen.

Hoe plechtig en goed bedoeld het ook is (cn wc willen het beslist niet afschaffen), moeten wc toch erkennen dat W'C door dit toezingen op een zijspoor worden gebracht wat de betekenis van Psalm 134 betreft. Wat is namelijk het geval? I I

Beurtzang

Psalm 134 is een beurtzang. Heel precies gezegd, je kunt de Psalm in twee delen verdelen. Het eerste deel bestaat uit de verzen 1 en 2 en wordt gezongen door de bezoekers van dc tempel die naar huis terugkeren. Het tw'ecdc deel wordt gezongen door de levieten en de priesters die in de tempel achterblijven. Zij bewaken het huis van God. Ook in de nachten. Als de laatste rookspiralen van het voorhof zijn opgestegen naar de avondhemel, en het stil w'ordt op het tempelplein, dan wordt dit lied gezongen. Het is een afscheidslied. Vertrekkende tempelgangers en blijvende tempeldienaren zingen elkaar toe. Dus toch toezingen. : I I j I I i i ' ^ I I ; '

Maar wie zingt nu het laatste vers? Wel. de dienaren van de Heere in dc tempel. De priesters die geofferd hadden, die zegenen het vertrekkende volk. . :

Bede van de tempelgangers

De vertrekkende schare zingt een vermaning die eigenlijk •tot de dienaren van dc tempel gericht is. Een vermaning om de Heere le loven. Driemaal komt dit woord in onze korte psalm voor. Dc Heere loven.

In hel laatste vers. waar het hebreeuwse woord met zegenen vertaald is. staal hetzelfde woord dat in vers 1 cn 2 met loven vertaald is. En loven is ook eigenlijk zegenen. Want het is aan de Heere alle goeds toekennen.

Hij is het waardig al onze liefde, al onze krachten, heel ons hart. ons ganse verstand. De Heere is alles waard, om Hem zelf en omdat alles van Hem is. Dc tempelgangers hebben in de tempel veel mogen zien. tenminste als zij door het geloof zijn opgegaan naar het huis van dc Heere en daar ook hebben geofferd cn gebeden door het geloof.

Dan hebben zij veel gezien. Dan hebben zij iets mogen zien in de schaduwen van het Oude Testament van dc onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Dan is het hart daamin vol. Zo vol dat zij de mannen die ook "s nachts over het heiligdom waken toeriepen als laatste groet: Loof de Heere!

Onze roeping

Onze roeping Dat is onze roeping. Zo zijn wij geschapen. Zo behoorden wij tc leven: God loven. Maar wij zijn door de val eerrovers geworden. En dat is ontzettend erg. Eerrovers van God. Genade alleen, maakt het w^eer anders in het leven. De genade van de Heere Jezus Christus maakt van eerrovers weer Godlovers. Dit volk heb Ik Mij geformeerd, zij zullen Mijn lofvertellen. Een is er j geweest die Zijn Vader weer verheerlijkt heefl, en God ^ geloofd heeft; dat is de grote Hogepriester Chri.stus. Hij

heeft de schuld verzoend. Hij vernieuwt door Zijn ! Geest zondaren lot een

koninklijk priesterdom. Zij allen worden priesters, om de deugden te verkondigen Desgenen die hen geroepen heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Tot hen allen komt de roeping: Looft de Heere!

Opgeheven handen

Heft uw handen op naar het heiligdom, zo heeft de dichter gezongen. Handen opheffen is een gebedshouding. Mijn bee met opgeheven handen.... Het is een gebed.

Wat een teer beeld: een man. die zijn handen tot God opheft! Dat is het gebaar van de hulpeloze. Het is het uitsteken van je handen naar God. zoals een kind. Het zijn ook vuile handen, die omhoog geheven worden.

Want welk mens zal reine handen kunnen opheffen? De offerende priester is ook de biddende priester. En zo komen we terecht bij de grote Hogepriester en Zijn offer, maar ook bij Zijn voorbede. Zijn handen waren niet bevuild. Zijn handen waren niet met bloed besmeurd.

Reine handen werden opgeheven op Golgotha. maar zij tastten in het lege, want God vond Hij niet. Daarom verhoort de Vader Hem altijd. Zo vraagt het weggaande volk aan de priester om God te loven en voor hen te bidden.

Zegenende handen

Niet alleen zijn er taken voor de priesters en de levieten bij het offeren en bidden, maar ook bij het zegenen. Een zeer wezenlijk onderdeel van de tempel-en tabernakeldienst. Vanuit het offer werd er gezegend. Vanuit de verzoening met God kon de zegen ontvangen worden door de schare in de voorhof. Offeren, bidden en zegenen zijn de priestertaken. Daarin zijn zij voorbeelden van de Heere Jezus, de grote Hogepriester over het huis van God. Hij offerde Zichzelf op het kruishout. Christus is nu in de hemel om daar altijd voor dc Zijnen te bidden. En Hij zegent daarvandaan Zijn kerk op aarde met tijdelijke, geestelijke en eeuwige zegeningen. Om dit laatste gaat het nu. De priesters zegenden als afscheidsgroet de vertrekkende tempelgangers. Zij roepen hen een vaarwel toe: „De Heere zegene u uit Sion”.

Hij, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft." Gezegend worden uit Sion. Sion is de tempelberg, waarop de Heere woonde in het heilige der heiligen. Daar stond de ark van het verbond, met het verzoendeksel erop. Daar waren de cherubim. de engelengestalten die op het verzoendeksel stonden en op dat verzoendeksel staarden. In Sion was ook de dienst deiverzoening. Daar werd het bloed gestort van de schulden zondoffers. En dat bloed wees heen naar Christus' bloed. Daardoor alleen kon God Zijn gunst openbaren en Zijn zegen schenken. Vandaar dat de priesters hier als afscheidsgroet aan het volk meegeven: „De Heere zegene u uit Sion".

Dat is de zegen die wij allen nodig hebben, want dat is maar niet alleen gezegend zijn in het maatschappelijke leven, maar gezegend zijn voor ons geestelijke leven. De zegen van genade, barmhartigheid en vrede ontvangen door de Heerc Jezus cn in de gemeenschap van de Heilige Geest. Die zegen ontvangen wij nu niet meer in de tempel. Dat heiligdom heeft afgedaan. toen de Heere Christus Zijn offer had gebracht. Toen waren alle schaduwen werkelijkheid geworden. Het is nodig, dat wij gezegend worden. w 7 el uit Sion. dat wil zeggen uit de verzoening met Christus, maar dan onder de dienst van het Woord. Daar wil de Heere nu Zijn zegen geven.

Almachtige handen

Hij. Die de hemel en de aarde gemaakt heeft. Dat wil zeggen de Schepper, voor Wie niets onmogelijk is. Als Hij zegenen wil. dan zijn wij gezegend, en niets zal dat kunnen tegenhouden. Als Hij wil zegenen in het natuurlijke leven, dan kan Hij dat. Hij roept de dingen die niet zijn. alsof zi j waren. Geen vijand zal het volk van de Heere kunnen beschadigen. Niemand zal hen ooit leed kunnen doen als de Heere dat niet wil. Het is dus een machtige zegen. Wie door God gezegend wordt, die is gezegend. Nu cn voor eeuwig.

Gespreksvragen:

1. Wie zingt het laatste vers van de psalm?

2. Is het dus een ambtelijke zegenbede?

3. Aan welk geloofsartikel doet de laatste zinsnede van de Psa denken? Heeft dat artikel met deze zegenbede te maken?

4. Alle ware gelovigen zijn ambtsdragers. Mogen zij dan zo het laatste vers als zegen meegeven?

5. Wie heeft de zegen verworven? Hoe wordt dat hier tot uitd gebracht?

6. Heft uw handen op is een gebedshouding; is het gebed tot lo eer van God?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1988

Daniel | 32 Pagina's

Dat ’s Heeren zegen op u daal’ Psalm 134

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1988

Daniel | 32 Pagina's