Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Frans Lukas Bos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Frans Lukas Bos

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Sliedrecht 16 febr. 1908 - Vlaardingen 6 juli 2000) Gereformeerd predikant Wilnis 27 nov. 1932; Vlaardingen 28 mei 1944 - 4 dec. 1945. Pred. Gereformeerde kerk (Vrijgemaakt) te Vlaardingen 4 dec. 1945 - 1 maart 1950. Geref. Pred. Vlaardingen 1 maart 1950. Emeritus 1 dec. 1972.

Ook als lezers van De Praaier zal het ons vreemd te moede zijn, dat dr. Bos is overleden. Want ondanks zijn hoge leeftijd was hij nog steeds hoorbaar en na drukkelijk aanwezig. Tot in zijn hoge ouderdom was hij nauwgezet bezig om ons deelgenoot te maken van zijn nieuw verworven inzichten, van zijn ‘postmoderne’ gedachten over geloven en godsdienstig leven. Tot het laatst toe bleef zijn geest levendig, hoe broos en kwetsbaar zijn lichamelijke gesteldheid al tijden lang was. Om hem te overweldigen heeft de dood geen taai of wreed gevecht behoeven te leveren. Dr. Bos overleed in zijn slaap. Twee en negentig jaar oud.
Een groot deel van zijn leven speelde zich in Vlaardingen af. Het grootste deel. Wat hem aan deze plaats gehecht en verknocht heeft doen raken. In 1944 verbond hij zich aan onze kerkelijke gemeente. Pas in 19 72 nam hij afscheid. In de periode van na de tweede wereldoorlog ontwikkelde Vlaardingen zich tot de industriële werkstad, die ze is geworden. Het kerkelijk leven veranderde zich ingrijpend. Dr. Bos heeft er als predikant van harte aan meegewerkt, dat de kerk zou meegroeien met de tijd. Mogelijk heeft hij zelfs als weinig anderen er welbewust op aangewerkt, dat de leden van de kerk, die hij diende zich konden bevrijden uit traditionele denk- en leefpatronen. Hij toonde daarbij vaak een welkome dosis moed en durf. Wel paarde hij aan zijn merkbare scherpzinnigheid soms een onverhulde eigenzinnigheid. Niet omdat hij zich als doctor in de theologie verbeeldde ‘leraar van de kerk’ te moeten zijn. Op vertoon van geleerdheid viel hij nooit te betrappen. Maar hij was een gedrevene. Geen dragonder gelukkig, al liep hij geregeld voor de troep uit. Meer dan eens zó bezield, dat zijn ongeduld niet te temperen scheen, wanneer hij de kerk op een nieuw spoor wenste te zien gaan. De wijze waarop hij in woord en geschrift, in een zondagse preek of een doordeweeks geproduceerd schrijfsel wissels omzette, deed hier en daar een enkeling de wenkbrauwen wel eens fronsen. Mogelijke kruitdamp trok gelukkig na enige tijd wel weer op. Want in dominee Bos kon diens jovialiteit het steeds gemakkelijk winnen van wat soms door critici als eigengereidheid werd afgedaan. En bovendien, wanneer blijkt dat er achter bevlogenheid een hart klopt? Een hart, vervuld van een verlangen om de gemeente van Christus de weg van de vrijheid te wijzen. Van de vrijheid, die ze in Christus bezit.
Het was deze drijfveer, die hem er toe leidde om mee te gaan met de Vrijmaking. Dromend van een kerk, die ruimte bood in plaats van gewetens te binden. Een stap, die hij later betreurde, toen bleek, dat de nieuwe kerkformatie al meer vastliep in exclusivisme en sektarisme. In 1950 ging dr. Bos de weg terug. Was het dankbaarheid om de royale houding, waarmee de ‘synodale’ kerk haar vroegere predikant toen weer in haar midden opnam, die hem ertoe aanspoorde om met ijver en élan, met passie en voortvarendheid zijn taak onder ons te volbrengen? Feit is, dat hij zich vanaf die periode uitleefde in het organiseren van allerhande activiteiten, met name wanneer weer een nieuwe wijk aan zijn pastorale zorg werd toevertrouwd. Hij schoeide het wijkwerk op moderne leest. Gesprekskringen stampte hij uit de grond. Contactpersonen riep hij ten tonele. Onvermoeibaar werkte hij tot diep in de nacht. Het type ‘workaholic’, dat opgaat in zijn werk. Dominee Bos was niet de rasechte bestuurder, die vooral wenst te delegeren. Hij was zeker ook niet de kerkleider, die er zonder meer van uitgaat, dat zijn woord gezag heeft. Wel wist hij velen te motiveren, niet als ‘preektijger’ of kanselredenaar. Het kwam nooit in zijn hoofd op om de showman uit te hangen. Laat staan, dat hij zich zou verlagen tot demagogische ‘peptalk’ . Hij schroomde niet om te onderstrepen waar het op aankomt: verleende genadegaven benutten.
Vanzelfsprekend aanvaardde hij die consequentie ook voor zichzelf. Zijn kennis en kunde stelde hij ook ter beschikking aan onze kerken in het algemeen. Hij was de middelbare leeftijd al voorbij, toen hij jaren aaneen zijn dagelijkse opdracht hier in Vlaardingen combineerde met diverse verrichtingen op landelijk niveau. In achtereenvolgende synode’s heeft hij baanbrekend werk verricht bij het doordenken van leerstellige kwesties. Een niet aflatende creativiteit behoort tot het geheim, waaruit dr. Bos’ werkkracht te verklaren valt. In zekere zin was hij een kunstzinnig mens. Toen hij niet meer schilderen kon en geen handsnijwerk meer tevoorschijn toverde, ging hij met woorden spelen. Het werd op den duur zijn lust en zijn leven om beschouwingen, diep van binnen gerijpt, in kunstvorm aan het papier toe te vertrouwen. Nooit had zijn creatieve geest rust: hij bleef overdenken wat hij zich ooit had eigen gemaakt. Zijn wetenschappelijke instelling dwong hem ertoe zich kritisch op te stellen ten opzichte van denkbeelden, die voor zijn geloven niet langer functioneel konden zijn, geen functie meer hadden. Met overtuiging nam hij afstand van geijkte Godsvoorstellingen. Ze waren hem meestal te egocentrisch van aard, soms te alledaags en platvloers, doorgaans te kleingeestig. De Liefdegeest - zoals hij de laatste tijd God noemde - die verstrekkende invloed uitoefent in het bestaan van mens en wereld, boezemde hem ontzag in. En vertrouwen - voor elke nieuwe dag. Ook voor de laatste dag, zijn laatste levensdag.
Overzien wij zijn leven, dan beseffen we alle reden te hebben om ons te laten gezeggen door dit apostolisch vermaan: ‘Houdt uw voorgangers in gedachtenis, die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na’ (Hebr. 13 : 17).
H.J. Kouwenhoven, Vlaardingen, Overgenomen (gedeeltelijk) uit: De Praaier. Kerkblad GK Vlaardingen. (juli 2.000)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Historisch Tijdschrift GKN | 66 Pagina's

Frans Lukas Bos

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 2002

Historisch Tijdschrift GKN | 66 Pagina's