Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Najaarsconferentie ambtsdragers: Geloofsbeleving in een gestresste samenleving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Najaarsconferentie ambtsdragers: Geloofsbeleving in een gestresste samenleving

Een praktische conferentie

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De najaarsconferentie van onze ambtsdragers werd dit jaar op 1 november jl. gehouden op de gebruikelijke plaats: de Ichthuskerk in Amersfoort. In een ontspannen sfeer werd onder leiding van prof. dr. H.G.L. Peels een onderwerp besproken, waarmee onze gemeenteleden en zeker ook onze ambtsdragers in toenemende mate te maken hebben: stress; leven en werken onder al te hoge druk.

Het was voor de eerste keer, dat prof. Peels voor de ambtsdragersconferentie sprak en nog wel over een onderwerp, dat niet direct met zijn vakgebied, het Oude Testament, te maken heeft: het in de praktijk van het persoonlijke en gemeentelijke leven omgaan met de hoge spanning, waaronder het moderne leven ons allen zet. Hij deed het geestig, betrokken en geestelijk.

Het kerkgebouw was ongeveer voor de helft bezet, toen de voorzitter van het comité, br. D. Koole, even na tien uur de conferentie opende. Er was die morgen vroeg voor de radio gewaarschuwd voor dichte mist; wellicht had dit een aantal broeders en zusters afgeschrikt om de reis te ondernemen. Overigens is het voor menigeen tegenwoordig een zaak van prioriteiten stellen en dat is al weer een teken van de drukte van het leven. Een hartelijk welkom aan allen mocht er des te meer zijn, in het bijzonder aan de heer G. Achterberg, docent methodiek en management aan de Christelijke Hogeschool Ede, die bereid was om te assisteren bij de beantwoording van de vragen op het onderwerp. We zongen uit Psalm 103: Loof, loof de HEER, mijn ziel, met alle krachten. Hij kent uw krankheden en geneest liefderijk.
In het gebed werd speciaal gedacht aan de ernstig zieke predikanten N. Brandsma en H.C. van der Ent alsook aan prof. en mevrouw Velema-Benschop, nu mevrouw Velema in Seoul, Korea, in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Wat zieken betreft: tijdens de conferentie werd oud. Westra uit Nieuwe Pekela onwel; hij werd voor onderzoek naar De Lichtenberg gebracht, maar kon in de loop van de middag gelukkig weer naar huis: het leek mee te vallen. Ook aan hem werd bij de gebeden later in de bijeenkomst gedacht.
De voorzitter las Jesaja 40:12-31. Wat regeert God machtig over alle volken en situaties van mensen! Daarna zongen we Psalm 100: Want God is overstelpend goed.
In zijn openingswoord ging de voorzitter kort in op de blijvende kracht van het Woord van God, in welke maatschappij we ook leven. Het is heel jammer, dat parate kennis van de Schrift, vergeleken met vroeger, zo aan het teruglopen is. Soms is er geen bijbel beschikbaar; wat is het dan goed als er veel ligt opgeslagen in het hoofd! Er is kennis, èn verdieping nodig om te kunnen antwoorden aan anderen, om te troosten en aan te sporen. We zongen Psalm 139: Uw onbepaalde wetenschap kent mijnen weg van stap tot stap.

Prof. Peels kreeg het woord over: Geloofsbeleving in een gestresste samenleving. Hij wist de aandacht direct al sterk te binden door te vertellen over een gefingeerd huisbezoek, waarin de ouderling te maken krijgt met een gezin, waarvan de man gebukt gaat door grote stress op zijn werk, zodat het hele gezin eronder lijdt. De bezoekende broeder blijkt er aanvankelijk slecht mee overweg te kunnen.
Van daaruit ging de inleider in op het begrip „stress". Er kan in goede zin over gesproken worden: een gezond lichamelijk en psychisch verschijnsel. Maar nu gaat het over „overstress": een staan onder te grote druk, langdurig en structureel. Je schrikt van wat een onderzoek opleverde: 65% van de werkenden heeft er last van! 30% belandt in de WAO. Ziekteverzuim; ouderen moeten vervroegd ophouden. En Nederland lijkt wel koploper in het proces te zijn. In onze eigen omgeving kunnen we veel waarnemen.
Nu is er wel nuchterheid nodig:
1. Het verleden niet idealiseren: wat maakte men vroeger lange dagen!
2. Er is ook een aanpassingsprobleem; misschien is er een tijdelijk verschijnsel. We maken nog al niet een cultuuromslag mee!
3. Er zit ook iets modieus in: je moet het zo nodig heel druk hebben.
4. De ervaring leert, dat er groot verschil is tussen mensen over de vraag, hoe ze de spanning verwerken. Wat voor de een deprimerend is, is voor de ander een uitdaging.
Toch mogen we het verschijnsel niet bagatelliseren. We gaan het volgende eens na.
Er is een flitsend vooruitgangsgeloof. Alles moet efficiënt. Schaalvergroting tegelijk met afnemen van het aantal werkuren. Vooral de zorgsector komt in het gedrang. Flexibiliteit betekent misschien verhuizen en altijd onzekerheid. De 24-uurseconomie kan het leven verstikken. Een „sociaal Darwinisme" betekent dat alleen de sterksten overleven. In de genotscultuur en de reclame wordt het leven scheefgetrokken.
Op zichzelf is dit nog geen bron van stress, maar de combinatie ervan wèl. Een gezond religieus en sociaal klimaat wordt aangetast; tradities verdwijnen; we zijn wereldburgers geworden en van alle kanten komen „goeroes" van nieuw geluk.
Individualisering betekent dat het gezin verzwakt en het huwelijk devalueert. De nestwarmte ontbreekt, liefde, gezag en gehoorzaamheid lijkt een voorbij stadium te zijn.
Nu mogen we alles niet te zwart voorstellen; wel is er een alarmsignaal. Er kan financiële zorg komen, maar erger is het opgebrand raken, „burnt out": hart- en vaatziekten, rugklachten, vluchtgedrag in eten en alcohol, schuld- en minderwaardigheidsgevoelens. Een nieuwe tweedeling: comfort tegen tijdgebrek; werkenden en niet-werkenden.
Ook in het kerkelijke leven nemen we veel waar. Persoonlijke geloofsbeleving, verborgen omgang met God, huiselijk leven, christelijke feesten lijden schade. Materialisme en routine brengen een vormendienst. Geen tijd voor God!
De animo voor kerkelijk en vrijwilligerswerk neemt af; moeite om kerkenraadsleden te vinden; een ontrouwe kerkgang.
Wat moedgevend is? Er ligt geen taboe meer op; er wordt veel onderzoek gedaan en er komt een betere hulpverlening. De oproep van minister De Boer, al is het niet vanuit dezelfde overtuiging, tot „onthaasting" is goed geland. Er wordt ingezien dat het een wereldprobleem is. Voor ons gaat het om een geestelijke koers.
Kunnen we uit de kerk vandaag nog iets van het Evangelie doorgeven? De geboden zijn heilzaam voor de samenleving. Wel zijn we te naïef geweest. In de prediking tegen wereldgelijkvormigheid waren we te abstract of te selectief. Kunnen we de kansen benutten van een ànder Koninkrijk? Telkens moeten we terug naar het ABC van het Evangelie: Waarvandaan? Waarheen? Wie is God? Wat doet Hij en wat wil Hij? De boodschap doorvertalen naar vandaag is roeping van het ambt, maar ook voor ieder christen.

Om tot enkele grondlijnen te komen:
1. Een bijbelse visie op arbeid en rust. De mens is beheerder namens God. Dat na de zondeval de dorens een schaduw werpen doet niets af aan de zin van de arbeid. We werken om te leven; niet andersom. Rusten is: tot zijn doel komen. Denk ook aan de sabbat: dag, jaar van rust.
2. Geld en bezit zijn wel nodig, maar denk aan de afgod Mammon. Zoekt het Koninkrijk! Schatten in de hemel. Het goede zaad kan ook verstikt worden door zorgen, bedrog van de rijkdom en begeerte naar al het andere (Markus 4). Geldzucht heet de wortel van alle kwaad (1 Tim. 6).
3. Er is aandacht nodig voor het kleine, de geringe, de zwakken. Er moet plaats zijn voor de kansarmen. Goudswaard en Jongeneel wijzen op de „economie van de barmhartigheid".
4. Rentmeesterschap en vreemdelingschap doen ons bedenken, dat we verantwoording moeten afleggen. Let op 1 Cor. 7! We zijn onderweg in, maar niet van de wereld. Christelijke hoop, of: „Pluk de dag"?

Voor een toepassing bedenken we het volgende:
Eerst moeten we leren, zèlf zo te leven; daarna kunnen we misschien als ambtsdragers anderen helpen. Het zou een programma voor een winterseizoen kunnen zijn. Enkele doelgerichte suggesties:
1. Als ouderling moet u uw mensen kennen. Eén maal per jaar bezoek is te weinig! U moet gevoelens van schuld en minderwaardigheid op het spoor komen. De mens heeft ook sociale steun nodig, die ook gelovige steun mag zijn.
2. Zoek het hart van de ander. Hoe beleeft men zijn geloof? Kan dat wellicht preventief werken? En ontmasker het vooruitgangsgeloof.
3. Spreek door over de betekenis van ons christelijk geloof. We moeten meer gewapend zijn. Hoe krijgt de „verborgen omgang" gestalte? Hoe drukker, hoe meer behoefte aan stille tijd.
4. In een gezond gezinsleven kun je veel aan. Hoe wordt de vrije tijd besteed? Invloed van veel tv-kijken geeft schade: immoraliteit en andere zaken worden zo gewoon; het kan een hindernis zijn om psychisch en geestelijk in balans te komen of te blijven en tot rust te komen.
5. De zondagsrust staat onder druk: werken en/of uitgaan op de zondag. Het hart van de christelijke gemeente klopt in de zondagse eredienst; echt noodzakelijk! In gevallen van verplichte zondagsarbeid zal zorgvuldig en geduldig gehandeld moeten worden. Toerusten en aanmoedigen! Om een zoutend zout te mogen zijn, ook in de moderne samenleving.
De gefingeerde ouderling van het begin van het referaat kwam weer even binnen. Hij zou toch nog maar eens naar het betrokken gezin gaan: met hen verder praten en bidden.

Voordat de vragenronde kwam, deelde de voorzitter nog mede, dat hij onlangs minister De Boer had gesproken. Deze conferentie kwam ter sprake; zij was benieuwd naar de inhoud en ook naar de bespreking. Br. Koole heeft toegezegd, dat zij „Ambtelijk Contact" en een verslag van de bespreking zal ontvangen.
We zongen Psalm 63: Wiens gunst mij meer is dan het leven.
De rest van de morgenbijeenkomst werd gebruikt voor het verzamelen van de vragen. Er werd werkelijk heel druk gebruik van gemaakt. Daarna werd er gebeden voor het eten en kwam de middagpauze, tot kwart voor twee.
De middagbijeenkomst was wel nodig voor de bespreking. Bij de beantwoording leverde ook de heer G. Achterberg zijn bijdrage. Alles te verslaan zou te veel zijn. Daarom enkele belangrijke dingen.

De psalm die we zongen, 42, bracht ons bij: O mijn ziel, wat buigt g'u neder? Hoop op God!
Hier volgen enkele punten uit de bespreking:
- Spreken over „stress" goed onderscheiden: hier gaat het nu over de dreiging van opgebrand raken, of erger.
- Gesproken werd over de grote druk in de gezondheidszorg. Des te groter mag de waardering zijn voor alles wat er tòch gebeurt.
- Ondergraven de dominees zelf de zondagsrust door overal heen te vliegen? Daar mag tegenover staan dat je op de vroege zondagmorgen heerlijk rustig kunt rijden en je op de dag kunt voorbereiden. Vier maal voorgaan is te veel. En ook: de ene dominee is de andere niet. De zondagavond is een geschenk voor de inleider en voor menige collega.
- Hoe kun je toch voldoende en goede ambtsdragers vinden? Het gevaar is er, dat enkelen er steeds meer taken bij krijgen. Daar moeten goede afspraken over komen. Denk nog eens aan het voorbeeld dat wijlen prof. Versteeg gebruikte: gondel of roeiboot? Eén laten werken, of samen aan de riemen? Er mag van vele gaven in de gemeente gebruik gemaakt worden.
- Er is ook stress in de kerk, ook bij dominees. Gewezen werd op een nuttig boekje van ds. C. van der Leest: De stress de baas. Samen bespreken; er komt veel op de predikanten af, daar zou je van schrikken.
- Eén van de vragen was: doet de Theologische Universiteit er wat aan? Het is één van de vele taken waar we voor staan. Er is gebruik gemaakt van een cursus aan de Chr. Hogeschool Ede over conflictbeheersing en management.
- Er kwamen vragen vanuit het bedrijfsleven zelf. Men moet wel mee op straffe van ondergang van het bedrijf. Maar hoe? Er ontstaat wat niemand wil; gaat het nog erger worden, of zijn er lichtpuntjes? Er was half oktober in Kopenhagen een conferentie, waar leidinggevenden en hoge ambtenaren waren. Daar ging het over sociaal partnerschap en integratie van zwakkere medewerkers. Goudswaard en Jongeneel verdienen, met hun gedachten te rekenen. De tijd is er rijp voor, dat er iets van het Evangelie doorwerkt.
- Is stress vooral een mannenkwaal? „Ga er een paar dagen uit met je vrouw". Nodig is, met je vrouw te praten. Daar komt veel wijsheid uit voort.
- Vragen over rente. Is dat geoorloofd? Van een arme mocht geen rente gevraagd worden. Het ging toen trouwens om woekerrente. Calvijn achtte rente wèl geoorloofd, als het ging om een economische zaak: het stichten van een bedrijf bijvoorbeeld. Ook hier geldt de grondregel: je naaste liefhebben als jezelf. En vergeet niet het diaconale aspect van de gemeente.
- Een vraag over „schatten in de hemel". Dat is niet iets om lichtvaardig over te spreken; ook iets om altijd op aarde in het hart en het hoofd te houden.
- We bemerken dat de kerk gemarginaliseerd is: haar stem wordt weinig gehoord. Brengt ze het Woord niet meer? Niet te snel zo redeneren; anderzijds: kerken die „uitverkoop houden" van het geloof hebben in feite weinig meer te bieden.
- Wij zijn wèl kinderen van onze tijd; wij allemaal. Maar we zijn te weinig kritisch. In ons dagelijks leven moet ruimte blijven voor God.
- De kerkenraden moeten sterk letten op hun jeugd. Betrek ze erbij! Laat merken dat er aandacht is voor hun vragen en hun levenssfeer. „Ze hebben het wel twintig keer zo moeilijk als wij", werd er gezegd.
- Nog eens: de globalisering. Wat moeilijk. Anderzijds: het Evangelie gaat óók snel door de wereld. De geloofskracht van velen ver weg kan ons beschamen. De grote snelheid kan het gevoel geven: Jezus' terugkomst staat voor de deur. Anderzijds: we weten er niets van. De eindtijd is ingegaan op de Pinksterdag.
- Jongeren zijn niet bij het huisbezoek. Waarom niet? Ligt het misschien aan onszelf? Hoe kunnen we het imago en de inhoud van het huisbezoek beter maken? Dat is wel nodig.
- Er werden nog enige kenmerken doorgegeven, waaraan stress te herkennen is. Maar ga in uw omgang niet zo ver, dat u psychiater of therapeut zou worden. Weet ook wanneer er doorverwezen moet worden. En laat evengoed de betrokkenen niet in de steek.

De conferentie, in mijn ogen zeer geslaagd, kwam tot haar einde. De collecte werd gehouden voor de stichting PPH, Psycho-pastorale hulpverlening, waarvan de heer Achterberg bestuurslid is; een instelling die langzamerhand ook onder ons meer bekendheid krijgt, na initiatief van de psychiater dr. R. Schoonhoven.
Prof. Peels en br. Achterberg ontvingen veel dank. Ds. D. Quant sprak een slotwoord naar aanleiding van Jesaja 28:14-17 en 2 Petrus 3:8-13. Twee woorden vallen op: „haasten" en „niet haasten". Er is een bijbelse onthaasting. Straks is er een „24-uurs-economie": Zij dienen Hem dag en nacht in zijn tempel. Ds. Quant ging voor in dankgebed en we zongen Gez. 392: Blijf mij nabij. Tranen en leed zijn nu niet bitter meer.
Het was een goede en stimulerende conferentie.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Najaarsconferentie ambtsdragers: Geloofsbeleving in een gestresste samenleving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1997

De Wekker | 16 Pagina's