Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Familie Vane over de bangste nacht van hun leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Familie Vane over de bangste nacht van hun leven

Terwijl het wankele vlot stuurloos ronddreef, diende de baby zich aan

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Het is de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Mevrouw Vane uit Nieuwerkerk is 'uitgerekend' en merkt dat de bevalling niet lang meer op zich zal laten wachten. Haar man gaat op pad om de dokter en de kraamverzorgster te waarschuwen. Dan komt het water. De familie Vane weet zich te redden op een plat dak en drijft stuurioos rond. Zondagavond 1 februari dient zich de baby aan...

 Een gure wind uit het noordwesten rammelt aan de daken van de veelal kleine huizen op de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden. De aanwakkerende storm zweept het zeewater in enkele uren op tot angstwekkende hoogten, maar de bevolking is zich van geen gevaar bewust. Het is zaterdagavond 31 januari 1953, nu 35 jaar geleden. Veel bewoners van het Deltagebied begeven zich die avond gewoon ter ruste, ook al spookt het buiten boosaardig. Het gerucht gaat dat de radio gevaariijk hoog water heeft aangekondigd, maar dat is niet voor het eerst en na vorige keren is er toch ook niets bijzonders gebeurd. In de nacht van zaterdag op zonFamilie Vane over de bangste nacht van hun leven Terwijl het wankele vlot stuurloos ronddreef, diende de baby zich aan dag neemt de storm echter in alle hevigheid toe en krijgt de trekken van een orkaan. Rond middernacht moet het eb zijn, maar het lijkt wel vloed. Nog wordt er geen algeheel alarm geslagen. Dan slaat de zee toe als een onbarmhartige vijand, niets en niemand ontziend. Een ramp van ongekende omvang begint zich langzaam maar onafwendbaar te voltrekken. Al spoedig is de lucht vervuld van onheil en geroep van mensen die in doodsnood verkeren.

Dokter Schutter
In het dorpje Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland wordt in het holst van die nacht aangebeld bij de plaatselijke huisarts, dokter Vleugels Schutter. Een polderbestuurder staat op de stoep en vraagt of hij mag bellen. De dijken dreigen te bezwijken. De burgemeester, die als een van de eersten uit bed wordt getrommeld, geeft onmiddellijk opdracht aan de brandweer om het gevaar af te wenden en gaat zelf mee. De mannen zullen de dijken niet bereiken. Onderweg worden ze al door het water overvallen en haastig moeten ze uitwijken naar een boerderij. Dokter Schutter, zoals hij in de volksmond heet, gaat intussen op onderzoek uit. Rond half vier rij dt hij naar Zierikzee en hoort halverwege tot zijn grote schrik het geluid van kolkend water. Meteen beseft hij dat er dijken moeten zijn doorgebroken en dat heel Duiveland in het grootste gevaar verkeert. Rijdend door het water keert hij in vliegende vaart terug, waarschuwt onderweg nog een aantal polderbewoners en luidt in Nieuwerkerk eigenhandig de dorpsklok. Vervolgens haast hij zich naar het naburige Oosterland en ziet daarna nog kans om alarm te slaan in de buitengebieden.

Kraambed op zolder
Juist op die dramatische eerste februari verwacht mevrouw Vane uit Nieuwerkerk haar zesde kind. Krini van 6 zal bij familie op het dorp logeren, Cobi van 9 en Jaap van 3 mogen zolang bij de buren van een paar huizen verderop blijven. De 13-jarige Stien is thuis. Zaterdag zou Riet (11) met de fiets naar familie buiten het dorp gegaan zijn, maar vanwege de harde wind is daar vanaf gezien. Nu slaapt ze bij de naaste buren. In de loop van de nacht kondigt de bevalling zich aan. Vader Vane spoedt zich door de donkere en winderige straten om de plaatselijke kraamverzorgster. Janna Krijger, en dokter Schutter te halen. Maar van de vrouw van de huisarts krijgt hij te horen dat de dokter de polders ingetrokken is omdat de dijken het hebben begeven. Op weg naar huis probeert hij nog zoveel mogelijk mensen te waarschuwen voor de op handen zijnde catastrofe, waarvan hij in de dokterswoning vernomen heeft. Thuis wordt op zolder provisorisch een kraambed in gereedheid gebracht nu het beneden te riskant is geworden. De dekentjes en de Weertjes voor de baby liggen al klaar.

Muur van water
Stien gaat naar het dorp om haar zusje Krini bij een oom en tante te brengen, terwijl vader de instrumentenkoffer van de dokter haalt. Onderwijl bedenkt de kraamverzorgster dat het eigenlijk niet verantwoord is om in het laaggelegen huis van de familie Vane te blijven en ze besluiten om naar het hoger gelegen centrum van Nieuwerkerk te gaan. Ze zijn nog maar net op weg als ontzetting hen aangrijpt. Op nog geen 200 meter afstand stort zich een muur van water tussen de huizen. Andere vluchtenden komen jammerlijk in de golven om. Juist op dat moment ontwaart mevrouw Vane haar man, die samen met Stien weer op weg naar huis is. Terug, terug, gebaart hij en zo gauw als hun benen het toelaten, snellen ze huiswaarts. Het is rond de klok van zeven. Als de ochtendschemering doorbreekt, is de bevalling nog steeds niet begonnen. Angstige uren breken aan. Vanuit zijn arbeidershuisje aan de "Straetpad", zoals de huidige Ooststraat destijds werd genoemd, ziet vader Vane het water langzaam maar zeker stijgen. Zoals zovelen hoopt hij dat het, net als tijdens de onderwaterzetting door de Duitsers in de oorlogsjaren, niet hoger dan een meter of anderhalf zal rijzen.

Van twee kanten
Het water blijft echter onrustbarend stijgen. Wat de meesten niet weten, is dat zowel de dijken ten noorden als ten zuiden van Nieuwerkerk zijn doorgebroken. Het dorpje met zijn 1800 inwoners is een willoze prooi van de elementen geworden. Het verandert in enkele uren in één woeste draaikolk. ,,Geen dorp kan zo snel en onontkoombaar van twee kanten door het water zijn besprongen als juist Nieuwerkerk", noteert later een ooggetuige. Rond elf uur begint er enige hoop te gloren. Het water komt eindelijk tot stilstand en velen halen opgelucht adem. Het ergste gevaar lijkt te zijn geweken. Reikhalend ziet men uit naar het moment dat de eb zal intreden. Het optimisme is echter een kort leven beschoren. In de loop van de middag klimt het water nog weer verder omhoog. De storm jaagt de golven onophoudelijk op en hagelbuien ranselen de boven het water uitstekende daken. Over de eerste vloed komt een tweede. Radeloosheid en verschrikking grijpen om zich heen. De ontembare zee blijft komen en beukt met al haar krachten los op de wankele huizen. Aan de noordkant van het dorp worden hele huizenrijen omhoog getild en in een oogwenk weggeslagen. Wanhoopskreten worden overstemd door de wind. Een vrouw werpt twee kinderen uit een klein zolderraampje op een voorbijdrijvende hooiberg en kan er nog net achteraan springen. Een man met aan de ene arm zijn vrouw en aan de andere zijn schoonmoeder, moet een van de twee loslaten om nog zwemmend een veilige zolder te bereiken. Op een tuinbank drijft een moeder met haar twee kinderen. ,,Ik zal nog moeten verdrinken" , jammert ze maar geen mens die haar helpen kan. Een meisje dat op een vlot komt aandrijven, wordt binnengetrokken op de bovenverdieping van een woning. Het huis wordt even later omver geslagen. Zwemmend weet ze weer een vlot te bereiken, dat uren later tegen een dijk blijft steken. De gruwelijke tonelen zijn met geen pen te beschrijven.,, Voor velen bracht in die bittere uren slechts het gebed uitkomst", tekent een overlevende nadien op. Die dag verliest Nieuwerkerk bijna 300 inwoners, onder wie rrieerdan 80 kinderen.

Speelbal
Ook de familie Vane verkeert in doodsgevaar. Ze hebben gezien hoe huizen in de buurt als kartonnen bouwsels zijn weggevaagd. Een rondrijvend dak van een schuur heeft hun woning op nog geen twintig meter gemist. Dan ziet Vane tot zijn schrik een enorme paal op het huis afkomen. ,,Dat redden we niet'', flitst het door zij n hoofd. Een voor een klimmen ze via een dakraampje hetdak op. Als mevrouw Vane zich door het smalle raampje wringt, voelt ze dat de bevalling zeernabij is. Als klein en groot nog druk in de weer zijn met het verwijderen van de pannen, wordt het dak omhoog gestuwd en losgctild van het huis. Ieder vecht voor zijn leven. Het houten geraamte met daarop elf mensen —vader en moeder Vane, Stien, Riet, de kraamverzorgster en een aantal burenwordt als een speelbal op de golven door de gierende stroom meegenomen. Tijdens de overhaaste klimpartij is de dokterskoffer naar de diepte verdwenen en zijn de babykleertjes en , de dekentjes volledig doorweekt. Even later zien ze kans om op een ronddrijvend, plat dak van een keuken te klauteren. Stuurioos dobbert het vlot over de ijskoude watermassa. In een glimp zien vader en moeder Vane dat ook de buren, waar Cobi en Jaap logeren, in levensgevaar verkeren. Ook zij proberen op een vlot te springen, waarbij een oude vrouw te water raakt en verdrinkt. Haar man, die de reddende hand wil toesteken, wordt eveneens door de golven meegesleurd. Tot hun verbijstering zien vader en moeder dat ook Cobi en Jaap in het water verdwijnen. Dank zij de razendsnelle reactie van een buurman kunnen de twee t> ternauwernood worden gered. Daarna verliezen ze hun kinderen met de buren uit het oog.

"Je vrouw gaat beginnen"
Op het vlot heerst een afschuwelijke consternatie. Dochter Riet, nu 46, herinnert zich de tonelen die zich afspeelden, nog haarscherp. ,,Watje onderweg allemaal zag, is ongelooflijk. Mensen, koeien, ratten en overal wrakhout. We zagen mensen verdrinken, daken van schuren voorbijdrijven en hoorden hulpgeroep. Het zijn beelden die je nooit meer kwijtraakt." Door de noordwestenwind wordt het vlot naar de zuidelijke polders voortgedreven, richting de huidige rijksweg Bruinisse-Zierikzee. Met stokken proberen de mannen het vlot tussen wrakhout en alleriei obstakels door te loodsen. Het nachtelijk duister dient zich aan. Het is zondagavond, bij zessen. Zo goed en zo kwaad als het gaat probeert Vane voor zijn vrouw een kraambed in gereedheid te brengen. Uit het water heeft hij al een deur opgevist. Bij een poging om ook een matras op het vlot te trekken, verliest hij zijn evenwicht en komt hij op ronddrijvend wrakhout terecht. De afstand tussen hem en het vlot wordt snel groter. Dan roept de kraamverzorgster; ,,Kees, Kees, je vrouw gaat beginnen." Met de moed der wanhoop waadt hij, tot de knieën onder water, over wrakhout naar het vlot. ,,Hoe dat kon, begrijp ik nog steeds niet'', vertelt hij.,, Ik liep overallerlei rommel en hoe ik weer op het vlot gekomen ben, weet ik niet meer. Dat ik er weer op ben gekomen, is wel een wonder."

Een jongetje
Het wordt een zeer bange nacht, waarin het onvoorstelbare gebeurt. Temidden van een wereld vol jammerklacht en doodsstrijd wordt op het wankele vlot nieuw leven geboren. Met een reep die mevrouw Vane van haar mans rode zakdoek scheurt, wordt de navelstreng afgebonden en met een knipmes doorgesneden. Droge kleer^es voor de baby, een jongetje, zijn er nauwelijks. Het wordt zo goed mogelijk ingepakt, maar de nodige warmte kan de radeloze moeder haar kindje niet geven. Spoedig wordt duidelijk dat de baby de barre kou en ontbering niet zal doorstaan. Het blijft slechts vier uur in leven...

Trillend
Eindeloos drijven de drenkelingen ontredderd rond. Mevrouw Vane voelt over baarbenen ratten krioelen. Naderhand merkt ze dat haar benen helemaal open zijn. Waar dat door is gekomen, weet ze nu nog niet. Tegen de ochtend ontwaart iemand dicht in de buurt een arbeidershuisje. Daar wordt het vlot met vereende krachten naartoe gemoeuvreerd. Via een raam kunnen de volledig versteende drenkelingen op de zolder van het h uisj e klimmen. Mevrouw Vane wordt met hulp van anderen, die al langer op de zolder verblijven, aan een touw naar binnen gehesen.

Kistje
Het gevaar is overigens nog lang niet geweken. Het huisje staat tot het plafond in het water en de zolder trilt vervaarlijk. Van buiten dringt hulpgeroep door. De stemmen verzwakken tot er niets meer gehoord wordt. Machteloos wordt op de zolder gewacht op de dingen die komen gaan. Dochter Riet: ,,In de verte riep een kind alsmaar ,,mamma, mamma". Toen hield het op. Verdronken, dacht je dan bij jezelf. Ik hoor dat roepen nog.'' Ze verkeren in de veronderstelling dat ze, zo ze al zullen overieven, nog lange tijd op de zolder moeten blijven. Waar zou immers hulp in deze onafzienbare zee van ellende vandaan moeten komen ? Gelukkig hangt aan de zolder volop worst en ham. De eigenaar, die voorziet dat ze nog weken op de zolder zullen zitten, vreest echter dat de eetwaar zal bederven zodra het stoffelijk overschot van het baby'tje tot ontbinding zal overgaan. Daarom wordt het lijkje in een primitief kistje gelegd en aan de golven prijsgegeven. De treurende moeder is niet meer te troosten. Later zal het lijkje weer worden teruggevonden. Dat verzacht dan toch nog enigszins haar leed.

Gered
Na een tweede nacht vol martelende onzekerheid breekt eindelijk de dageraad aan. In de loop van de dinsdag worden de zolderbewoners, 21 in getal, door een Zierikzeese visser, Jan Schot, uit hun benarde positie bevrijd. Dan horen ze tot hun grote opluchting dat Cobi en Jaap bij een naburige boerderij levend en wel op een vlot zijn aangespoeld. Schipper Schot, die jaren later de schoonvader van Riet zal worden, brengt hen in een motorbootje naar de veilige Kerkstraat. Daar vernefnen ze dat het gezinnetje waar Riet afgelopen zaterdag zou gaan logeren, jammerlijk is omgekomen. Niet één van hen is gered... Voor mevrouw Vane wordt een plaatsje ingeruimd in de hervormde pastorie, al kan zij ook daar nog steeds niet naar behoren worden verzorgd. Het gevaar voor infectie neemt met het uur toe, maar het enige water dat zij krijgt, is een kopjevol van het drinkwater dat intussen door een helikopter is aangeleverd. Wat haar steun geeft, is het bezoek van de ouderiingen Krijger en Flikweert van de Gereformeerde gemeente, waartoe de familie Vane behoort. Het gebed weet zij zich nog als de dag van gisteren te herinneren. De woorden van een van de ouderlingen, ,,In twee benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de derde zal u het kwaad niet aanroeren", zijn op haar wel bijzonder van toepassing. De gevreesde infecties blijven uit. Een dag later wordt zij via Zierikzee met een RodeKruisboot naar Rotterdam gebracht, waar ze spoorslags in een ziekenhuis wordt opgenomen. Een pijnlijke ervaring. Ze komt op de kraamafdeling terecht, waar ze niet anders ziet dan gelukkige moeders met gezonde baby'tjes. De verse wonde wordt opnieuw opengereten.

Groot wonder
Zes weken daarna mag ze het ziekenhuis verlaten. Het gezin verhuist naar een evacuatie-adres in Wageningen om bijna eenjaar later via een barakkenkamp in Noordgouwe terug te keren naarNieuwerkerk. Op de plaats waar ooit hun huisje stonde verrijst een nieuwe woning. Daar woont het echtpaar nu nog. Dochter Riet, die als enige van de vijf kinderen direct in de buurt zit, blikt terug: ,, Voor ons als kinderen ging het leven al gauw weer z'n gewone gang. We waren blij dat we er allemaal nog waren. Voorvaderen zeker voor moeder lag dat anders. Vooral moeder is toch nooit meer geworden wat ze voor die tijd was, hoe flink ze ook is." De nu 71-jarige mevrouw Vane knikt en het wordt stil. Dan vermant ze zich en zegt; ,,Dat het kindje aan de golven werd prijsgegeven, dat vond ik wel zo erg. Ook in het ziekenhuis in Rotterdam heb ik het heel moeilijk gehad. Al die moeders hadden een gezond baby'tje. Ik had niks..." ,,Van mijn familie", zo besluit ze haar aangrijpende relaas, ,,zijn er 19 omgekomen. Wij zijn gespaard gebleven. Daar zien we heel duidelijk Gods bewarende hand in. Als ik alleen maar kijk naar mezelf, hoe ik dagenlang niet verzorgd kon worden en hoe ik er zonder ernstige gevolgen doorheen ben gekomen, dan is dat wel een groot wonder. „Wat dat betreft", tekent de 78-jarige Vane zelf nog aan,,,moeten we wel zeggen: Wagr is de dankbaarheid? Alleen al in dit gedeelte van de straat zijn 28 mensen verdronken. Wij zijn er nog. Ja, dan moetje zeker van een groot wonder spreken."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 februari 1988

Terdege | 64 Pagina's

Familie Vane over de bangste nacht van hun leven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 februari 1988

Terdege | 64 Pagina's