Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Marjoke, doe je duim uit je mond!"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Marjoke, doe je duim uit je mond!"

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Tevreden ligt Josje in de armen van moeder. De pasgeboren baby - heerlijk warm ingepakt - voelt dat „iets" zijn wang aanraakt. Verrukt kijken vader en moeder toe hoe Josj e z' n hoofdje omdraait naar het aanrakende ding en zoekt. Moeder helpt een handje tot Josje de tepel gevonden heeft. Dan maakt hij zuigende bewegingen met zijn mondje en houdt de tepel stevig vast in z' n kaken. Lang duurt het niet, want het kindje heeft rust nodig en de zuster legt het dan ook al gauw in de wieg. „Zag je dat?" vraagt vader, ,, Josje hoeft het zuigen niet te leren!" ,,O nee," zegt de kraamverpleegster, ,,de meeste gezonde baby's hebben daar geen moeite mee. Ze kunnen zelfs al op hun duim of op hun vingers zuigen!" Weet u wat ik laatst meemaakte? Een baby die met een rode duim ter wereld kwam. Die had dus in de baarmoeder al hevig duimgezogen. . ." Een baby zuigt. Zoals we zagen kan dat al vóór de geboorte. Andere kinderen beginnen meteen daarna of kunnen pas later - na veel proberen - hun duim of vingers te pakken krijgen. (En sommige kinderen beginnen er nooit aan.) Het zuigen op duim, vingers of fopspeen geeft rust en doet het kind gemakkelijk in slaap vallen. Als een baby eenmaal heeftervaren, dat zuigen,,lekker" is, dan zal hij als hij wakker is steeds weer proberen z'n duimpje te pakken te krijgen. Zo ontstaat de gewoonte van ,,zuigen".

Gebrek aan aandacht?
Als kinderen ouder worden, wordt de gewoonte van zuigen steeds ongewoner. Veel oudere baby's en peuters nemen vinger, duim of fopspeen nog wel als ze moe of ziek zijn maar de behoefte aan het zuigen wordt toch steeds minder. Het aantal kinderen dat nog duimzuigt na de peuterjaren neemt sterk af. Soms zuigt het kind niet meer overdag, maar alleen kort voor het inslapen. Er zijn echter anderen, die hun duim, vingers of fopspeen nog niet kunnen missen. Veel ouders vragen zich dan af, waarom dat zuigen voor hun kind toch zo belangrijk is. Is het alleen een teken van moeheid of slaap? Of steekt er meer achter deze gewoonte. . .? In de loop van de jaren onderzocht men vele duimzuigende kinderen om er een verklaring voor te vinden. Zo kwam men er toe om het zuigen bij oudere kinderen te zien als een waarschuwingssignaal voor de problemen waarin het kind zou verkeren. Het zou gebrek hebben aan aandacht en waardering van vader en moeder; het zou bang zijn om te kort te schieten en zichzelf willen troosten. Ook zagen zij in het duimzuigen een middel om de ouders te ergeren. Het kind zou dus door die gewoonte zijn wrok tegen vader en moeder uiten. Andere onderzoekers verklaarden het duimzuigen alleen als een aangeleerde gewoonte, vanwege de prettige ervaringen van vroeger.

Een nare gewoonte
Zuigen op duim of vingers heeft verschillende lichamelijke gevolgen. De duim bij voorbeeld kan vlakker en week van het vocht worden. Er kunnen plaatselijke verdikkingen ontstaan en zelfs vergroeiingen. Lipspieren kunnen verslappen, een verkeerde ademhaling kan voorkomen, evenals chronische middenoorontstekingen door infecties. Wat ouders echter het meest opvalt is wel de vervorming van het gebit als het oudere kind nog duimzuigt. Nu is het niet zo, dat alle zuigers tandheelkundige problemen krijgen, want dat hangt ervan af hoe er gezogen wordt (de stand van de duim of de vingers), hoelang de duim in de mond is en of het kind sterk zuigt. Is het dan niet beter om het kind van jongsaf aan te wennen aan een fopspeen, als we zien dat hij wil gaan zuiggen? Sommige artsen adviseren een fopspeen als de baby een grote zuigbehoefte heeft, erg veel huilt of z'n duim niet kan vinden. Het duimzuigen wordt zo voorkomen en het is een feit, dat bij speenzuigers minder afwijkingen van de kaak voorkomen dan bij duim- of vingerzuigers. Maar ook dat is weer afhankelijk van de duur van het duim- of speenzuigen, hoe sterk het kind zuigt en hoe lang het achter elkaar doorgaat. Als vierjarigen nog op een fopspeen zuigen ontstaan gebitsafwijkingen en duurt deze gewoonte nóg langer, dan is er geen verschil meer met duimzuigers. Nu komt het vrijwel niet voor, dat zulke grote kinderen nog intensief een fopspeen gebruiken. De meesten zijn er op 3- of 4-jarige leeftijd vanaf, terwijl dat bij duimof vingerzuigen pas met 7 a 8jaar het geval is.

Eén hand vrij
Als een baby z'n duimpje in de mond steekt, vinden we dat als ouders meestal niet zo erg. Het is min of meer gewoon en bijna niemand zal het kind op deze leeftijd het zuigen proberen af te leren. Wordt ons kind echter ouder, dan gaan we er meer erg in krijgen. Veel ouders trekken zo nu en dan de duim uit de mond van het kind en laten dan merken dat ze dat zuigen niet fijn vinden. Of ze zeggen: ,,0, wat heb jij een slaap, jij moet naar bed!" Een kind heeft al snel in de gaten, dat het op moet passen met duimen, als er naar-bed-brengers bij zijn. Heel veel kinderen stoppen op een gegeven moment zelf met duimen, maar dat gebeurt niet altijd! En wat te doen als je grote dochter geen ogenblik op de bank kan zitten zonder duim te zuigen? ,,Marjoke, niet duimen!" ,,Marjoke, duim uit je mond!" ,,Marjoke, hou er mee op!" Zo wordt het meisje vele keren gewaarschuwd. Wat kan dat zuigen toch een hardnekkige gewoonte zijn, zo erg zelfs, dat niet alleen thuis, maar ook in de kerk en op school de duim in de mond gaat. Ook bij het spelen kan een kind soms geen afstand doen van z' n vingers of duim. Johan bijvoorbeeld had voor het spelen altijd maar één hand vrij, zelfs als hij voetbalde met buurtkinderen. Dat lukte natuuriijk niet al te best, zodat Johan de meeste tijd niet mee mocht doen. . . En wat we van kleine kinderen een vertederende gewoonte vinden, wordt als onze zoon of dochter 11,12 jaar oud is een ergerlijk iets! Dan vinden we het welletjes en proberen van alles - om samen met ons kind - de gewoonte af te leren.

Aandacht en beloningen
Vroeger werden er alleriei middelen bedacht om het kind te beletten de duim of vingers in de mond te steken: dichtgenaaide mouwtjes, kartonnen manchetten om de armpjes, een metalen ring of zelfs een rasterwerk voor de duim. Later kregen baby's van O tot 3 maanden soms wantjes aangetrokken om het zuigen als gewoonte te voorkomen. De meeste ouders laten hun kleintje lekker sabbelen, maar willen wel graag dat hun grote zoon of dochter die gewoonte afleert. Soms gaat dat - door de omstandigheden gedwongen - vanzelf. Peter - hartstochtelijke duimzuiger - kreeg een putdeksel op z' n duim. Het verband én de pijn verhinderden hem z' n duim in de mond te steken. Peter ontdekte in deze periode kennelijk, dat hij z'n gewoonte best kon missen en zo bleef het duimzuigen ook na het herstellen achterwege. Het ,,inpakken" van de duim of van de vingers wordt wel meer gedaan, ook al is er geen enkele verwonding te bespeuren. Het verband, een want of wat dan ook verhinderen het kind om te zuigen. Het lukt echter niet altijd op deze manier: het kind neemt gewoon de vingers of de duim van de andere hand, of peutert het verband eraf. Er zijn ook bittersmakende vingerlakken te koop bij de drogist of de apotheek. Dat zijn moderne opvolgers van mosterd of kinine, wat moeders vroeger op de vingers van hun zuimzuigend kroost smeerden.

Beugel
Het gebeurt echter nogal eens, dat kinderen de vieze smaak voor lief nemen en rustig hun duim in de mond steken! Peters zus Marjoke liet géén deksel op haar duim vallen om van het zuigen af te komen. Toch leerde ook zij - door de omstandigheden gedwongen - het duimzuigen én het nagelbijten af. Ze moest namelijk een beugel dragen en zo was het zuigen geen pretje meer. Tegenwoordig maken tandartsen wel speciale gehemelteplaafles om kinderen te helpen van hun zuiggewoonte af te komen. Volgens een onderzoek bij 125 kinderen van 7 tot 12 jaar leerde 92% in 1 maand het zuigen af! Het gehemelteplaafle maakt het kind bewust, dat het duim of vingers in de mond steekt. Het gevoel is heel anders en het trekt niet aan om op deze manier te zuigen. De eerste keren dat zo' n plaatje gedragen wordt, is het voor het kind heel onwennig om z'n zin niette kunnen doen. Verschillende hulpmiddelen zijn nu aangewezen om een vervelende gewoonte af te leren. Het zijn echter slechts hulpmiddelen! Voorop moet staan de liefdevolle aandacht voor het duimzuigende kind. Ouders en kind praten samen over het afleren van een nare gewoonte en welke hulpmiddelen er gebruikt zullen worden. Soms is dat een pleister, vingerlak of een gehemelteplaat, soms is een enkele opmerking van de tandarts genoeg: ,,Jan, je hebt nieuwe tanden gekregen, joh! Ze zien er keurig uit, maar nu met je ook proberen om ze mooi te houden. Duim je wel eens?Ja? Dat moet je nu niet meer doen, hoor!" Dit was voldoende voor Jan om te proberen het duimzuigen af te leren. Het geven van beloningen stimuleert het kind om door te zetten. Die beloningen voor een morgen niet-zuigen, een dag niet-zuigen, een nacht niet-zuigen moeten natuurlijk maar klein zijn en direct na de geleverde prestatie gegeven kunnen worden. Enkele voorbeelden van beloningen zijn: een kruisje op de ,,duimzuigkaart" (zoals bij het bedplassen - zie vorig artikel), tien minuten later naar bed, een hoofdstuk extra voorlezen, een dubbeltje om te sparen. Geleidelijk worden de beloningen verminderd, totdat het kind het zuigen heeft afgeleerd en beloningen dus overbodig zijn. Grote beloningen, waarvooreen kind in één keer een veel te grote prestatie moet verrichten (,,over twee weken krijg je een mooie pop'') hebben geen effect. Het kind verliest al na twee dagen de moed en het duimzuigen wordt er niet mee afgeleerd. Het is fijn voor ouders en kind als het vinger- of duimzuigen eindelijk afgelopen is. Ouders behoeven zich daarover dan geen zorgen meer te maken of zich te ergeren, terwijl kinderen niet meer uitgescholden of uitgelachen worden omdat ze zo,,kinderachtig" zijn; ze zijn actiever betrokken bij spel en werk en zullen ook minder wegdromen - thuis en op school.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

Terdege | 64 Pagina's

„Marjoke, doe je duim uit je mond!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

Terdege | 64 Pagina's