Herfst
Vreemd, dat boom en tak zo stil In hel gouden licht vandaag. Dat de bladertjes zo stil gaan, 't Een na 't ander, naar omlaag, staan
Dat het zonlicht zo voorzichtig Door de ijlheid straalt van 't lof. En het groene blad doorzichtig En veel eed'ler maakt van stof,
Dat het windje in de twijgen Zo behoedzaam gaat te werk En alleen wat blaadjes zijgen Doet op 't pad en 't bloemenperk.
Zonder 't wazig diep te raken Waar de groene schemer blauwt. Of den goudglans schuw te maken In het ijlbebladerd hout.
Ofte roeren aan den vijver. Waar zeer statiglijk en traag Twee voorname zwanen drijven Met hun spiegelbeeld omlaag.
En wat late najaarsrozen. Als bewasemd amethyst. Al den weemoed van hun broze Schoonheid heffen in den mist.
Jacqueline E. van der Waals
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1990
Daniel | 40 Pagina's