Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOD DOET HET GOED

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOD DOET HET GOED

Pastoraat – over de bestemming van geaborteerde kinderen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op mijn schrijftafel ligt al maanden een brief op beantwoording te wachten. Waarom zo getalmd? Dat is vanwege de inhoud. De vraag is duidelijk, maar het antwoord is niet zomaar gegeven. De briefschrijver wil graag weten wat de bestemming van geaborteerde kinderen is.

De briefschrijver is bedroefd over iedere abortus. Alleen al in ons land worden jaarlijks zo’n 30.000 zwangerschappen door bewust menselijk ingrijpen afgebroken. Dat zijn er bijna honderd per dag. In de meeste gevallen omdat het kindje dat zich in de moederschoot ontwikkelt, niet welkom is. ‘Dieper kan een volk niet zinken,’ schrijft Da Costa in zijn Bijbellezingen. Wat gebeurt er met geaborteerde kinderen? Neemt God ze op in Zijn heerlijkheid? Of zijn ze ook voor Hem ongewenst?

Toen wij vorig jaar aan tafel uit Venster op het leven lazen, een dagboek van de hand van ds. J. Overduin – een aanrader! – trof mij een opmerking op 23 juni. ‘Waarom kunnen heidenen en onschuldige kindertjes verloren gaan?’ Hij antwoordt dan: ‘Laten wij ons toch niet bezorgd maken of God het wel goed zal doen. Laten wij bezorgd zijn of wij het wel goed doen.’ Dit naar aanleiding van Jesaja 29:16. Hij vervolgt: De profeet ‘zet al de mensen die God tot verantwoording willen roepen, op hun nummer.’ God voor onze rechtbank dagen wil de briefschrijver zeker niet. De vraag die gesteld wordt, komt op uit een hart dat bewogen is met het ontluikende, maar ongewenste leven.

Alvorens tot een antwoord te kunnen komen, moeten wij helder krijgen wat leven is. Nauwkeuriger gesteld: wanneer is er sprake van bezield leven?

MENS IN WORDING

Het leven begint met de versmelting van een eicel en een zaadcel, dat heet conceptie, of ook wel ontvangenis. Die twee cellen verenigen zich tot een nieuwe, die zich vervolgens in de baarmoeder innestelt. Vanaf dat moment begint de ontwikkeling van het embryo. Er is een mens in wording. Al enkele weken later klopt het hartje en is er sprake van een eenvoudige bloedsomloop. Ik schreef hier eerder al eens over in het nummer van 15 mei 2015, ‘Een beginnend mensje’. Vanaf het eerste moment ligt vast of het een jongetje of een meisje is, blauwe of bruine ogen heeft, licht of donker haar zal hebben. Vader en moeder leveren ieder de helft van de 46 chromosomen, ‘magazijnen van erffactoren’. Wat later in het ontwikkelingsproces noemen we het embryo foetus. Het is daarentegen een kille klinische benadering om te spreken van ‘een klompje cellen’ of ‘weefsel’. En dan nog?! Het zijn geen dode cellen en het is ook geen levenloos weefsel.


Het hulpeloze en hulpbehoevende staat kennelijk onder Gods bijzondere bescherming


SANCTIES

Wij weten beduidend meer van wat zich in de moederschoot afspeelt na de conceptie dan de mensen ten tijde van de bijbelschrijvers. We zouden dan ook nog meer dan David verwonderd moeten zijn. In Psalm 139:13-16 kan hij zijn verrukking niet op. Hij omschrijft het beginnend leven als een kunstig borduurwerk en looft God, zijn Maker, er uitbundig om. ‘Ik loof U, omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben.’ (vs.14) Vanaf de baarmoeder is hij op God geworpen (Ps.22:11). Welk een zegen, zulke ouders te hebben! David kent de HEERE al vanaf dat moment als zijn Helper (Ps.71:6). In Jeremia 1:5 lezen we dat God ons al kende voordat Hij ons in de baarmoeder vormde. Ook de Knecht des HEEREN ‘is geroepen van de moederschoot af, van de baarmoeder af...’ (Jes.49:1-5). En van Johannes de Doper lezen we dat hij ‘van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld [zal] worden’ (Luk.1:15). Het hulpeloze en hulpbehoevende staat kennelijk onder Gods bijzondere bescherming, getuige Psalm 8 en Jezus’ woorden dat zulke kindertjes vele mussen te boven gaan in waarde (Matt.10:31). In Exodus 21:22-25 worden zware sancties uitgesproken over wie ook maar het leven in de baarmoeder moedwillig en opzettelijk beschadigt of doodt. Dat staat gelijk aan het plegen van een moord. Niks ‘baas in eigen buik’ en het recht van de vrouw om te beslissen of ze een zwangerschap voortzet of afbreekt. In verreweg het gros van de abortussen die wereldwijd plaatsvinden is de reden dat de zwangerschap ‘niet uitkomt’. Denk nog even aan wat Da Costa zei: ‘Dieper kan een volk niet zinken.’

ONGEWENST

Inmiddels naderen we steeds dichter de vraag naar de uiteindelijke bestemming van dit ongeboren leven – en dan vooral met het accent op ‘ongewenst’. Er komen immers ook kindjes ter wereld die helaas (!) sterven in de moederschoot. Daarover gaat het in artikel 17, hoofdstuk 1 van de Dordtse Leerregels, dat niet inzet bij de verkiezing, maar bij het genadeverbond. Godvrezende, ofwel gelovige ouders hoeven niet te twijfelen aan de eeuwige staat en bestemming van hun kindje. Let er op dat het geloof niet de grond – wel het middel – van hun troost is. De grond is Gods onwankelbaar verbond waaraan zulke vaders en moeders zich gelovig hechten. Zij lieten ook niet na wat Davids ouders deden, hun kind op God werpen. Maar wat is nu het lot van geaborteerde kinderen, van wie de ouders niets met God hebben of hadden? Ik weet het niet. Dat is gemakkelijk, maar wel eerlijk gezegd. Daarom, omdat de Bijbel erover zwijgt. Behoort dit niet bij de dingen die voor ons verborgen zijn?

VERBOND

Wij zijn echter niet de eersten die zich met deze vraag bezighouden. Globaal lijken drie standpunten in theologenland te circuleren.

- Alle ongeboren en jonggestorven kinderen zijn in de hemel. Dat is niet alleen de opvatting van de Remonstranten uit de tijd van de Dordtse Synode, ook opwekkingspredikers als Ryle en Spurgeon tenderen sterk naar deze visie. Laatstgenoemde schrijft: ‘De Vriend van de kinderen leeft om de Zaligmaker te zijn van allen die sterven, eer zij daadwerkelijke zonden bedreven hebben’ (n.a.v. Matt.2:18). Velen volgen Ryle en Spurgeon vandaag, maar dan vooral op basis van gevoel en een eenzijdig beeld van God, Die absolute liefde is. Hij is inderdaad niet als de Moloch, maar bezit ook andere eigenschappen. Aanhangers van dit standpunt wijzen ook op Gods houding ten opzichte van Ninevé (4:11). Wie overigens beweert dat het prille leven nog vrij is van zonden, heeft de Bijbel niet begrepen, evenmin de belijdenis van de kerk. Spurgeon had het dan ook over ‘daadwerkelijke’ zonden.

- Alleen de ongeboren en jonggestorven kinderen van het verbond zijn behouden (Owen, Brakel, Calvijn, De Brès). Leerzaam is hier het uitleggend commentaar op de kindermoord in Bethlehem (Matt.2) van spraakmakende godgeleerden als M. Henry, Augustinus en Revius. De laatste was aanwezig op de Synode van Dordt. Allen prijzen de kindertjes van Bethlehem zalig op grond van het verbond van God.

- Alleen de uitverkorenen komen in de hemel (Smijtegelt, Kersten, Steenblok).

BESCHERMWAARDIGHEID

Over het moment waarop sprake is van ‘bezield’ leven, lopen de meningen uiteen. Zie het artikel van mijn hand daarover in het nummer van 22 mei 2015: ‘Een woud van vragen’. Naar mijn overtuiging is dat tijdstip in het verleden wel eens te laat gesteld. Het raakt immers ook volop de beschermwaardigheid van het leven. En dat brengt weer bij vragen over de toelaatbaarheid van onderzoek aan, en met embryo’s. Is het ‘kweken’ van embryo’s onder strikte voorwaarden niet verdedigbaar, om doorbraken te forceren in ziekten die nu nog onbehandelbaar zijn? Of breng het nog dichterbij: hoe zit het met IVF-behandelingen, zijn die (altijd) ethisch verdedigbaar met het oog op de restembryo’s? En dan is er ook nog de prenatale diagnostiek, die hoe goed ook, soms voor geweldige verzoekingen en verleidingen stelt.

We komen terug bij ds Overduin. ‘Laten wij ons toch niet bezorgd maken of God het wel goed zal doen. Laten wij bezorgd zijn of wij het wel goed doen.’ En zegt de Heere Jezus niet iets vergelijkbaars als Hij antwoordt op de vraag of het er velen of weinigen zijn die zalig worden. ‘Strijd om binnen te gaan...’ (Luk.13:24).

Bracht ik ondertussen iemand in gewetensnood en benauwdheid? Hoe erg een abortus ook is in allereerst Gods ogen, het is geen onvergeeflijke zonde. ‘Het bloed van Jezus Christus (..) reinigt ons van alle zonden’ (1 Joh.1:7-2:2) die wij Hem oprecht belijden.

Verkeert iemand in nood, vanwege een zwangerschap, die je het liefst ongedaan wilt maken. overwin je schaamte en angst. Vertel allereerst je ouders wat gebeurd is en ga er samen mee naar God. In Gods Naam geen abortus!

Ds. J. Belder te Harskamp is emeritus predikant.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GOD DOET HET GOED

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's