Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HERINNERINGEN AAN DE OORLOG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HERINNERINGEN AAN DE OORLOG

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen we op vrijdag 10 mei 1940 gewekt werden door het geronk van vliegtuigen, wisten we dadelijk: het is oorlog! Wat al lang gevreesd werd, was werkelijkheid geworden, de Duitsers waren ons land. binnen gevallen. Op verschillende strategische punten, zoals bij de bruggen in het Westen en bij de Grebbeberg meer naar het Oosten van het land' werd hevig gevochten. Op die eerste oorlogsdag, sneuvelden al veel jonge militairen en ook kwamen bij beschietingen burgers om het leven. Deze zonnige dag in mei bracht rouw en droefheid in vele gezinnen.

De eerste dagen

In Gouda was het de eerste dag nog tamelijk rustig. Wel werden er door de plaatselijke radiodistributie allerlei maatregelen afgekondigd. De bevolking werd opgeroepen om mensen uit Deil, Geldermalsen en omliggende plaatsen, die geëvacueerd moesten worden, op te gaan halen om ze in goudse gezinnen onder te brengen. Onderweg daarheen werden verschillende auto's beschoten, maar dit werd zoveel mogelijk stil gehouden om te voorkomen dat het vervoer van de evakué's zou stagneren. De volgende dag moesten al die mensen weer weg naar een andere plaats, omdat de staf Oostfront van het nederlandse leger vanaf de Grebbeberg terugtrok naar Gouda en intrek nam in de Rijks-H.B.S. Het werd: toen te gevaarlijk en ook moest er in de gezinnen plaats gemaakt worden voor de inkwartiering van soldaten.

Allerlei verhalen over gelande parachutisten deden de ronde. Menigmaal werden we opgeschrikt door luchtalarm.. Vluchtelingen uit Rotterdam kwamen ook onze kant uit. In de Sint-Janskerk, de kerk van de Ger. Gemeente en andere grote gebouwen werd een onderkomen voor hen gekreëerd. Toen dinsdags Rotterdam in brand stond, zagen we dikke rookwolken aan komen drijven. Stukjes verbrand' papier, vitrage, e.d. vielen steeds in onze tuin neer. Als gevolg van het bombardement op de binnenstad van Rotterdam, was de overgave van ons land snel een feit en werden we bezet gebied.

Naar Hengelo

Daar mijn man bij de politie was, werden we nogal nauw betrokken bij de maatregelen, die door de bezetter werden genomen. In onze stad werd' een Ortekommandantur gevestigd. De toenmalige burgemeester werd door de Ortskommandant in hechtenis genomen en overgebracht naar het „Oranjehotel" in Scheveningen. Al spoedig moesten enige leden van de korpsleiding weg, waardoor ook wij in 1942 aanzegging kregen, dat mijn man overgeplaatst zou worden. Dit werd in maart 1943 een feit met onze verhuizing naar Hengelo in Overijssel. Verwonderd, dat er in Gods goedheid, nog een plaats in ons land was waar we zouden mogen werken, biddend dat de Heere met ons mocht optrekken.

In onze nieuwe woonplaats aangekomen hadden we het eerst niet gemakkelijk; men keek ons wantrouwend aan, maar dat werd spoedig anders.

Leven met luchtalarm

Het leven was er veel onrustiger dan in Gouda door het vele luchtalarm. Vooral 's avonds en 's nachts, als er engelse bommenwerpers op weg naar het Ruhrgebied overvlogen en duitse jagers vanaf het vliegveld Twente opstegen om hen te achtervolgen, werd er veel geschoten. Ook de vele fabrieken in I-Iengelo zelf, waarop afweergeschut stond, waren vaak het doelwit van de vliegtuigen. De Engelsen vlogen dan laag over de stad heen. Als er overdag luchtalarm was, zette men de deur van zijn huis wijd

open, zodat degenen die op straat waren naar binnen konden komen. Je was blij als de huisgenoten dan thuis waren, maar meestal was dat niet zo; mijn man was bijna altijd op het bureau.

Op een ochtend in oktober was er het zwaarste bombardement, dat wei meegemaakt hebben. Hoewel het ook nu weer op de fabrieken gemunt was, werd de omgeving van het station getroffen. Er waren 230 doden te betreuren; velen werden gewond-en alles in de stad was ontredderd. Er was geen water en geen gas en we hadden gebrek aan al het nodige. Wij mochten er het leven afbrengen, maar het was voor een gezin met kleine kinderen (we hadden er zes, de twee oudsten waren tien jaar en de jongste nog maar twee weken) waarvan de vader bijna altijd weg was heel moeilijk om in de stad te blijven. Gelukkig konden we 's middags naar Almelo gebracht worden, waar we onderdak kregen bij een bevriende familie. Mijn man moest natuurlijk in Hengelo op het bureau blijven. Na enige dagen kwam onze familie mij met de kinderen ophalen en ben ik een maand bij mijn ouders in Elspeet geweest, totdat het leven in Hengelo weer wat op gang kwam.

Bevrijd

Op 24 maart 1945 toen we dachten dat de bevrijding (die er voor het oosten eerder was dan voor het westen) nabij kwam, ben ik met de kinderen weer naar de Veluwe gegaan en heb daar tot na de bevrijding mogen blijven. Mijn man is in Hengelo-gebleven tot de stad bevrijd was en daarna is hij met de fiets via de Veluwe' naar Gouda teruggegaan, waar hij tot na .de bevrijding van het westen is ondergedoken om meteen daarna zijn plaats op het politiebureau weer in te nemen. Zes weken later was. er een huis voor ons in Gouda en mocht ons gezin weer herenigd zijn.

Het is een spannende tijd geweest, maar we hebben kennelijk mogen ervaren, dat de bewarende hand des Heeren over ons was uitgestrekt.

Wij herdenken ....

Nu het 40 jaar geleden is, dat de oorlog uitbrak, zullen de gedachten van vele ouderen teruggaan naar de bange meidagen van 1940. Misschien zijn er nog onder ons die toen hun zoon hebben verloren in de strijd. Zij zullen nooit vergeten... De hele oorlog door, tot de laatste dagen toe, zijn er mensen, ook jonge mensen, door het oorlogsgeweld omgekomen. En dan denk ik in het bijzonder aan de zoon van onze oude vriendin in Almelo, die na de oorlog, zou gaan trouwen. Hij kwam met zijn verloofde, die in Nijverdal woonde, op de laatste dag voordat deze plaats werd bevrijd, om het leven. Zij werden beiden door één bomscherf dodelijk getroffen en werden na de bevrijding begraven.

Voor onze jongeren van nu lijkt dit alles in een ver verleden te zijn gebeurd. Het zegt hen misschien weinig meer, omdat in deze tijd zoveel andere zaken hun aandacht vragen. Maar zouden wij als moeders en grootmoeders onze jeugd niet veel meer moeten vertellen hoe de Heere in de oorlogsjaren van 1940 tot 1945 met ons land en volk en met ons persoonlijk heeft gehandeld?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1980

Daniel | 26 Pagina's

HERINNERINGEN AAN DE OORLOG

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1980

Daniel | 26 Pagina's