Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Harvey Cox, STADT OHNE GOTT, geb., 304 blz., D.M. 19, 80, Kreuz-Verlag, Stuttgart- Berlin.

Een boek met een oplage van 240.000 exemplaren is wél in trek. Het is ook tot verbazing van de schrijver, die aanvankelijk lezingen hield voor studenten en intellectuele „leken".

Het onderwerp is de verstedelijking en de secularisatie. Zijn bedoeling is duidelijk te maken dat deze verschijnselen geen onheil, maar positieve tekenen van het werk Gods in deze wereld zijn.

In het eerste hoofdstuk geeft Cox enige beschouwingen over de secularisatie. Hij verstaat daaronder, dat de mens bevrijd wordt van religieuze en metafysische vooroordelen en zich oriënteert op deze wereld.

Hij stelt scherp tegenover elkander saeculum als begrip van de tijd en mundus als begrip van de ruimte. De Hebreeër denkt in de tijd, de Griek in de ruimte. Dit denken in ruimte èn in tijd heeft in de kerkgeschiedenis steeds op elkaar gebotst.

Volgens Cox heeft saeculum het gewonnen van mundus, de tijd van de ruimte, het Hebreeuwse denken van het Griekse.

Hij onderscheidt secularisering van secularisme. Het laatste is een ideologie, die de openheid en de vrijheid bedreigt.

De secularisering is op gang gebracht door de schepping, die de natuur onttrok aan demonen, magie, enz. Daardoor kreeg de natuurwetenschap haar kans en werd de mens subject tegenover de natuur. In het verlengde van de natuurwetenschap ligt de moderne verstedelijking.

In de tweede plaats is de secularisatie op gang gebracht door de uittocht uit Egypte, die de politieke macht aan de invloed van het heilige onttrok.

In de derde plaats door de ontheiliging van de waarden. Het verbond van God met Israël en met name het verbod beelden te maken zou de bevrijding inluiden van godsdienstige normen, die voor allen en altijd geldig zijn. Alle dingen zijn betrekkelijk. De goden zijn projecties van de mensen. Dit is een bevrijding, die door het nihilisme en het anarchisme bedreigd wordt.

Hier knappen allerlei draden af. Immers de schepping leert ons, dat God alles geschapen heeft en nog alles onderhoudt. De uittocht leert ons, dat God Israël heeft uitgeleid en de verbondssluiting leert ons, dat God Israël aanspreekt als Zijn volk en het onvoorwaardelijk bindt aan Zijn Wet. Bij Cox krijgen wij de indruk, dat er geen zonde en geen verlorenheid is en dat God er alleen maar op uit is de mens autonoom te maken in de loop van de geschiedenis, zodat de mens zichzelf — binnen zekere grenzen — tot maat van alle dingen kan maken.

Wanneer dit de Bijbelse fundering is, dan kan de rest de toets van de bijbel in het geheel niet doorstaan. Bij Cox maakt God Zichzelf overbodig en de mens „mondig".

Nu volgen de hoofdstukken over de stad, die geseculariseerd is in haar gestalte, stijl en culturele doorsnee. Hier komt veel ter sprake: anonimiteit, het schakelbord, de mobiliteit, het klaverblad, enz. Deze begrippen worden telkens theologisch gepeild. Zo is de anonimiteit van de stedeling een bevrijding van allerlei bindingen, die een vrije keus in de weg staan. Nu is hij vrij. Dat is evangelisch, wat ons tot een vrije beslissing brengt.

Idem de mobiliteit. Jahwe is de God met de ark, die zich verplaatst. De Baäls zijn de gelokaliseerde goden. Ook dit is dus weer bijbels, volgens Cox!

De stijl van de stad wordt bepaald door de vraag naar het resultaat en door de oriëntering op deze aarde. Het eerste wordt gedemonstreerd aan John F. Kennedy, het laatste aan A. Camus.

Ook dit blijkt — volgens Cox — met het Bijbelse denken te kloppen. Het Oude Testament is functionalistisch. Daarbij leert de Schrift, volgens Cox, dat de mens Gods partner is en een vooraanstaande plaats heeft in de schepping. De val wordt wel even genoemd, maar komt niet aan bod. De grote boosdoener is volgens Cox de christelijke filosofie. Platonisch of Aristotelisch geladen. Het godsbegrip moet uit de metafysische verbanden worden losgemaakt. Dan komen wij dicht bij Camus!

Ook hier geldt weer: Is het partnerschap van de mens met God geëigend om de totale verhouding van God en mens aan de orde te stellen!

In het tweede deel stelt de schrijver de kerk in de geseculariseerde stad aan de orde. Alle vroegere leer en normen van kerkelijk leven voldoen niet meer. De kerk heeft een theologie nodig, die voortdurend op alle veranderingen antwoord geeft! Dit wordt geïllustreerd met situaties in Afrika, Cuba en Latijns-Amerika.

Wanneer de vraag naar de verhouding van het Koninkrijk Gods en de geseculariseerde stad aan de orde komt, gaat Cox op drie bezwaren in. Het eerste bezwaar is, dat het Koninkrijk Gods Gods werk is en de stad het werk der mensen.

Dit wordt met een beroep én het God-menszijn van Jezus opgelost. Conclusie is: de mens is partner van God.

Op het tweede bezwaar: alleen door boete en bekering gaat men het Koninkrijk Gods in, gaat Cox nauwelijks in! Is dit een antwoord?

Ook het derde bezwaar: het Koninkrijk Gods ligt boven en buiten deze wereld, de stad in deze wereld, wordt niet weerlegd. Met een beroep op een zich thans reeds zich realiserende eschatologie maakt Cox zich er af. Over een breuk, een crisis, een oordeel, wordt niet gerept.

De kerk wordt Gods „Avantgarde". De kerk is een secundair en afgeleid aspect van de theologie enz. enz.

Er is geen ruimte voor zonde en genade, geen plaats voor de prediking der verzoening, geen herstel van de verhouding met God, geen inhoudelijke peiling van het kerk-zijn.

De taak van de kerk blijkt te bestaan in de verkondiging van de machtsovername door God in Jezus. De machten zijn te temmen en te humaniseren. Dit geeft vrijheid en verantwoordelijkheid. Bijna alles is hier horizontaal. De mens is mondig geworden.

Geschiedenis is een permanente crisis, waarin de overwonnen machten nog steeds hun aanspraken willen laten gelden.

Van een uiteindelijke crisis horen wij niet in dit boek.

De diaconale functie van de kerk is: helen wat gebroken is, herstel van de gezondheid van het organisme.

Daarin wekt zij de goede gemeenschap. De oude kenmerken van de kerk: reine bediening van Woord en sacramenten, voldoen niet meer — volgens Cox. De kerk is functioneel. De eigenheid van de kerk is er niet. Waar haar functies zijn: verkondiging, dienst en gemeenschap (dan gevuld, zoals Cox dat beschrijft, zie boven) daar is de kerk. Zij moet modellen voor het komende Rijk in de oude structuren oprichten. Verder moet de kerk het werk van Jezus in het uitdrijven van de demonen voortzetten. Ook nu zijn er demonische storingen.

De grote tegenstelling van nu is volgens Cox niet die tussen Katholieken en Protestanten, maar die tussen de traditionele en experimentele vormen van het kerkelijk leven. Wordt dit niet erkend, dan staan wij binnenkort voor een scheiding in de kerk, die te vergelijken valt met die van de 16de eeuw.

In het derde deel komen arbeid en spel, seksualiteit en secularisering aan de orde. Er is een grote revolutie gaande. De automatisering en de computers nemen het werk over. Zij dienen alleen geleid, te worden.

In dit verband komen wij de zoveelste karikatuur van de calvinistische predestinatieleer tegen. De roeping tot de arbeid zou in de bijbel niet voorkomen, wel de roeping tot de vreugde.

In het vierde deel gaat het over God en de geseculariseerde mens. Bonhoeffer's woord: „Wij gaan een tijd tegemoet, die zonder religie is. Hoe spreken wij „wereldlijk" van God", is uitgangspunt.

De schrijver wil over God als naam sociologisch, politiek en theologisch spreken. De naam God moet van de sociaal-culturele laag worden ontdaan, enz.

Samenvattend kunnen wij zeggen, dat wij bij Cox een uitnemende informatie ontvangen over de moderne stad. Het is alleen bijzonder jammer, dat er zo weinig echt bijbelse geluiden in doorklinken.

Wie een boek op niveau over dit onderwerp wil lezen, die schaffe zich dit werk aan.

COMMENTAAR OP HET NIETJWE TES­TAMENT. De Pastorale Brieven uitgelegd door dr. Herman Ridderbos. Geb. 307 blz. Prijs ƒ 27,50. Kok - Kampen.

De algemene inleiding beslaat ± 40 blz. Daarin gaat prof. Ridderbos uitvoerig in op de geadresseerden en de historische achtergrond. De auteur vat de gegevens over Timotheus en Titus samen.

Van groot belang is de discussie die prof. Ridderbos voert over de echtheid van deze brieven. Sinds 1804 staan deze brieven (aanvankelijk alleen 1 Tim.) aan bestrijding bloot. De argumenten worden één voor één behandeld en ontzenuwd.

De argumenten tegen de echtheid b.v. het oudkerkelijk getuigenis, de polemiek tegen de dwaalleer, het „kerkordelijk" karakter van deze brieven wegen prof. Ridderbos niet zo zwaar. Van meer belang vindt hij de eigenheid in stijl, die wij niet zo in de andere brieven terugvinden. Met erkenning van de moeilijkheden houdt prof. Ridderbos een pleidooi voor het auteurschap van Paulus op vele goede gronden.

Belangrijker dan de inleiding is de verklaring vers voor vers. Dr. Ridderbos heeft een reputatie als nieuw-testamenticus en wij mogen ons verbazen over zijn werkkracht waardoor wij telkens opnieuw een vrucht van zijn arbeid mogen ontvangen.

Met belangstelling heb ik o.a. geleien de verklaring van 1 Tim. 2 : 11, 12. Dr. Ridderbos geeft als exegeet weer wat er staat, maar onthoudt zich van conclusies over tijdgebondenheid enz.

Verder viel mij op, dat de schrijver bij 2 Tim. 3 : 16 kiest voor de vertaling: alle Schrift is door God ingegeven en nuttig enz. Hoewel hij de vertaling met: Schriftplaats niet onmogelijk acht, heeft hij toch bezwaren en vat theopneustos niet attributief maar predicatief op.

Het is een prachtig werk, waaruit grote eerbied voor de Schrift spreekt en o.a. na de Bottenburg-commentaar van dr. Bouma dankbaar zal worden aanvaard en benut. De uitgave is door Kok uitnemend verzorgd.

Katwijk aan Zee  G. Boer

Prof. dr. G. A. Lindeboom, GOD EN EZEL, 63 blz., ƒ 3,50 (paper-back). T. Wever, Franeker.

De bedoeling van dit geschrift wordt weergegeven door de ondertitel: „Van het Reve's ezelpad in het oordeel van enige gereformeerde theologen — een protest". Zoals bekend is de schrijver Van het Reve vrij gesproken van smalende Godslastering. Daarbij heeft de Rechtbank in haar overweging opgenomen, dat bewezen is, dat de gewraakte passages een „uitdagende beschrijving" bevatten, die Godslasterlijk is en kwetsend, krenkend voor vele gelovigen. Een smalend karakter achtte zij echter niet bewezen. Vandaar dat de schrijver van rechtsvervolging werd ontslagen. Prof. Lindeboom stelt nu in deze brochure: „Het meest ontstellende in het beschamende schouwspel, dat Nederland te zien kreeg is niet dat een geest, vervuld van verlangens van ziekelijke, homoseksueel-bestiale en necrofiele aard deze te boek stelde. — De nationale schande van Christelijk Nederland is veeleer, dat orthodoxe christelijke theologen, bevangen door de geest des tijds en vervuld van een verlangen om hun ruimheid van opvatting al den volk kond te doen, zich als een lijfwacht geschaard hebben om heidense, sacrale, homoseksuele ontucht met een weerloos dier en daarmede aan de natie een volslagen vertekend beeld hebben gegeven van wat er aan zedelijk normbesef en eerbiedig ontzag voor de heiligheid Gods leeft in de boezem van de kerken, waarvoor zij een pastorale verantwoording dragen".

De auteur, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam heeft er goed aan gedaan dit geschrift te publiceren. 

Wel hoop ik, dat de schrijver, die o.a. „Opstellen over de medische ethiek" schreef een vervolg zal geven op deze brochure, waarin hij als christen-medicus ingaat op de vragen van homoseksualiteit en sadisme, dingen, die in sommige publicaties van deze tijd verheerlijkt worden. Met een dergelijke publicatie zal hij velen dienen. 

Utrecht H. Bout

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's