Boekbespreking

Dit boek is eigenlijk een vervolg. Toen de schrijfster (andraloge, sociologe en theologe) in het ziekenhuis lag en daar een geloofscrisis onderging, was haar enige verlangen te weten of God wel van haar zou houden. Zij ging op zoek naar de relatie tussen God en lijden en schreef: Wat heb je aan je geloof als lijden je treft. Vlak voor het verschijnen van dit boek in 1995 overleed ze. De vraag die haar steeds had beziggehouden was; Hoe kan God lijden toelaten als God Liefde is? Nog voor haar dood heeft zij ontdekt dat lijden niet het laatste woord heeft, maar liefde. Zo is zij in haar tweede en laatste boek op zoek gegaan naar God als Minnaar, waarvan zij zegt: 'Wie op zoek gaat naar God als Minnaar, gaat op zoek naar liefde, want God is Liefde. Liefde is de kern van het christelijk geloof.

Het boeiende van haar boek is dat zij er blijk van heeft gegeven te kunnen luisteren naar de kenmerken van liefde uit het Oude en Nieuwe Testament. Lezenswaard is met name ook haar bijdrage over het Hooglied, waar de liefde, naar haar zeggen, van binnenuit wordt bezongen. Kritische kanttekeningen zou ik willen plaatsen bij onderdelen van haar hoofdstuk over liefdesspiritualiteit en bij dat over de liefdeshymne, gevolgd door dat over de liefdesrelatie. Samengevat: Het is in diepe zin een liefdesboek geworden. Een persoonlijk getuigenis van een zoektocht naar God als Minnaar Ter ere van haar nagedachtenis citeer ik letterlijk om haar diepste bedoeling recht te doen:

'Ik pretendeer niet een theologie van de liefde te schrijven. Ik werd me bewust van mijn dorst naar God als Minnaar omdat mijn ziel in de loop van de tijd ondervoed was geraakt. Mijn ziel was in de verdrukking gekomen door mijn horizontale bedrijvigheid. Ik wil me opnieuw aan de Liefdesbron zelf laven. Ik wil me heroriënteren op God als Minnaar. Als God de bron van alle liefde is, dan kan alleen God onze dorst naar liefde lessen. Dan kan alleen God ons leren van elkaar te houden'.

Sterk moest ik aan psalm 42 denken: 'Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschijnen ? '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen