Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biografische, kerkelijke en theologische goudmijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biografische, kerkelijke en theologische goudmijn

Correspondentie dr. O. Noordmans

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 'brief': 'de plaats (...) voor persoonlijke uitingen', aldus de Friese dorpspredikant O. Noordmans, in een uit 1919 daterend artikel met de veelzeggende titel 'Gemeenschap en persoonlijkheid'. Hij vervolgt: 'Of zouden we te dien opzichte reeds in de verleden tijd moeten spreken en zeggen de brief was het en bevat thans reeds niet meer dan zakelijke inhoud?'
Tachtig jaar later, in de tijd van fax en e-mail, verschenen de delen 9A en 9B van de Verzamelde Werken van dr. O. Noordman 'de geniaalste reformatorische theoloog van Nederland' (aldus prof. dr. H. Berkhof). Samen bevatten die delen bijna duizend brieven van en aan Noordmans. De correspondentie geeft een goed beeld van zijn leven en werken. Dat is van het grootste belang, omdat zijn theologie niet in de ivoren toren van de wetenschap ontwikkeld is, zij is in de praktijk van het menselijk bestaan geworteld en heeft daarvoor nog steeds betekenis. Uiteindelijk gaat het om bezinning met het oog op prediking en pastoraat. (Terzijde: in mijn proefschrift Noordmans in Friesland. Bijdrage tot de biografie van een kerkvader (1999) heb ik geprobeerd het verband tussen biografie en theologie bij Noordmans aan te tonen.)

Persoonlijkheid 
Om te beginnen geven de brieven inzicht in Noordmans' eigen 'persoonlijkheid'. De jonge Noordmans, de in 1871 geboren Oepke, kreeg van zijin vader D. P. Noordmans nogal eens het verwijt van 'geslotenheid'. In 1887 schrijft Noordmans sr. aan zijn zoon, die dan gymnasiast is: 'Nu lieve Oepke, wat zal ik meer schrijven over nieuwtjes die alledaags zijn, daartoe gevoel ik geen lust. Liever wilde ik u schrijven over de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan. Maar vind ik daarvoor bij u een open oor? ' Wat deze kritische vraag niet doet vermoeden: Noordmans laat in zijn brieven veel van zichzelf zien, ook van zijn geloof. In een uit 1944 daterende brief aan prof. mr. P Scholten merkt hij met betrekking-tot zijn 'innerlijke aanleg en lotsbeschikking' op: 'Ook bij uiterlijke teleurstelling ligt de rem op het leven mij beter dan het succes. Instinctief heb ik daar zelf op allerlei wijze aan meegewerkt. Ook mijn kerkelijke loopbaan draagt daarvan het merk. Daaraan is niet veel te doen. De vreugde van het samenzijn met de zaak heb ik in ruime mate gesmaakt. En voor verbittering ben ik bewaard gebleven'. Wat Noordmans' kerkelijke loopbaan betreft: hij is altijd dorpspredikant, geweest. Hij heeft wel tweemaal op de nominatie om kerkelijk hoogleraar te worden gestaan; beide keren werd hij gepasseerd. Het in 1935 door de Universiteit te. Groningen verleende eredoctoraat was een bewijs van wetenschappelijke erkenning.
Zoals gezegd, ook van Noordmans' geloof krijgt degene die zijn brieven leest, een indruk. In dit verband moeten de in een bijlage opgenomen fragmenten uit brieven aan zijn beide kinderen R. A. van Ganswijk-Noordmans en J. A. Noordmans genoemd worden. Die pennenvruchten zijn eigenlijk 'getuigenissen'. Ze stammen hoofdzakelijk uit de periode 1944-1945, de meest benarde tijd van de Tweede Wereldoorlog. Voor Noordmans viel dat samen met het verplichte (door hem verfoeide) emeritaat, het overlijden van zijn zoon Dirk Petrus en zijn afscheid van de gemeente Laren (Gld.). Daar kwam bij, dat hij de pastorie moest verlaten; zijn inboedel en bibliotheek waren her en der verspreid, terwijl hij en zijn vrouw telkens op nieuwe adressen in het dorp gehuisvest werden. R. A. van Ganswijk-Noordmans verbleef in Putten ten tijde van de razzia aldaar, terwijl zoon J. A. Noordmans onderduiker was. Begin 1944 schrijft vader Noordmans: 'Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen, maar kan nu nog alleen geloofd worden. Door dit geloof blijft de ziel van een mens levend; hij kan niet sterven als hij gelooft. Er zijn ook veel dode zielen, maar in dit leven kunnen zij nog levend worden. Een gelovige ziel heeft een zekere macht over andere zielen; er is leven in; hoop en liefde, die van God komen. En dat zijn krachten, waardoor de wereld overwonnen wordt. Er is niemand die deze macht kan verbreken en zij zal ook nooit verbroken worden. Geloof je, dat het geloof en de hoop en de liefde ooit uit de wereld zullen gaan? Het zijn gaven van de Heilige Geest en die Geest komt Van Jezus en Jezus komt van de Vader. Nu het allerbeste en vele groeten, je Vader'.

Ontwikkelingen 
De brieven geven niet alleen inzicht in Noordmans' eigen 'persoonlijkheid'. Ze bepalen de lezer ook bij zijn betekenis voor de kerkelijke gebeurtenissen en de theologische ontwikkelingen in de twintigste eeuw. Wat het eerste betreft: tal van brieven die betrekking hebben op de reorganisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk, die uiteindelijk tot de invoering van de kerkorde van 1951 leidde, zijn beschikbaar gekomen. (Overigens: dat het archief van de vereniging 'Kerkopbouw', waarvan Noordmans een van de voormannen geweest is, boven water kwam, was voor de redactie aanleiding tot diepgravend onderzoek.) Het komt mij voor, dat het Samen op Weg-proces aan geestelijke diepgang zou winnen, wanneer degenen die daar leiding aan geven, kennis zouden nemen van wat Noordmans over de ene heilige, algemene en apostolische kerk geschreven heeft!
Wat Noordmans' beoefening van de theologie betreft: de brieven werpen helder licht op zijn ontwikkelingsgang. Oepke groeide op in een confessioneel gezin, ofschoon zijn vader geen lid van de Confessionele Vereniging was. (Wel correspondeerde hij met de confessionele leidsman dr. Ph. J. Hoedemaker.) Op 2 oktober 1891 schrijft Noordmans' vader aan zijn zoon, die een week daarvoor als student in Leiden aangekomen is: 'Uw beoordeling van prof. Gunning acht ik volkomen juist. Het verblijdt mij dat gij het verleidende van dat stelsel dadelijk doorziet. God beware u van met die stroom mede gevoerd te worden, want dan komt ge in de moderne wateren terecht, waarvoor ons de Here genadiglijk behoede (...)'. Spoedig daarna zou Oepke de positieve invloed van Gunning ondergaan. Maar hij zou zich niet opsluiten in de kaders van diens ethische theologie. Hij zou eigen wegen gaan, onder meer in kritisch gesprek met Karl Barth. Welnu: die eigen wegen van Noordmans zijn na te gaan met behulp van de brieven. In de correspondentie zijn 'ontmoetingen' met mensen als prof. dr. A. M. Brouwer, dr. J. J. Buskes, prof. dr. H. Kraemer, prof. dr. G. van der Leeuw, prof. dr. F. van der Meer, prof. dr. K. H. Miskotte, prof. mr. P. Scholten, prof. dr. C. J. de Vogel en dr. G. A. Wumkes te vinden. Een aantal correspondenties is tweezijdig; wat de waarde ervan aanmerkelijk verhoogt.

Keuze 
De keuze uit het voorhanden materiaal en de bewerking daarvan geschiedde onder verantwoordelijkheid van prof. dr. W. Balke, ds. M. G. L. den Boer, dhr. J. A. Noordmans en dr. G. J. Paul. De Universiteiten te Kampen en Utrecht hebben het project financieel ondersteund: jarenlang konden enkele assistenten brieven uittypen en gegevens voor de annotatie opzoeken. Maar de meeste arbeid moest door de genoemde redactieleden verricht worden in hun vrije tijd en onbezoldigd. Hun komt grote erkentelijkheid toe voor hun monnikenwerk. Zij hebben kerk en theologie in Nederland een grote dienst bewezen. Dat werd benadrukt bij de presentatie van de beide brievendelen op 12 oktober 1999 in de aula van de Universiteit van Amsterdam. Toen werden de eerste exemplaren aangeboden aan dr. B. Plaisier, secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk. Overigens: het wachten is nog op een tiende deel van Noordmans' Verzamelde Werken met een aantal nagekomen en niet goed elders te plaatsen stukken en registers. Wanneer dat deel verschijnt, is wat de redactie terecht 'een monument (...) van de Nederlandse twintigste-eeuwse theologie' noemt, voltooid!

Workum-It Heidenskip       J. D. Th. Wassenaar

N.a.v. dr. O. Noordmans, Verzamelde Werken deel IX A (1884-1934) en deel IX B (1934- 1955), gebonden, 1060 blz., uitg. Kok, Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Biografische, kerkelijke en theologische goudmijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's