Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Labee over: Roeping en zending

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Labee over: Roeping en zending

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is er altijd sprake van een roeping én een (latere) zending tot het ambt van dienaar des Woords? En hoe moet ik het zien als de weg dan zo anders loopt?

Aangewezen

We lezen in Gods heilig Woord op verschillende plaatsen hoe de Heere mensen roept in Zijn dienst. Vaak is daar een periode aan te wijzen tussen de roeping en de zending. Zo lezen we bijvoorbeeld over Simon Petrus en Andréas in het evangelie naar de beschrijving van Johannes (hfdst. 1) hoe ze discipelen zijn geworden van de Zaligmaker. Mattheüs vertelt ons hoe ze geroepen zijn: ‘Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken’ (4:19b). Korte tijd later worden de discipelen in tweetallen uitgezonden: ‘En Zijn twaalf discipelen tot Zich geroepen hebbende, heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte en alle kwaal te genezen’ (Matth. 10:1). Tussen die roeping en (latere) zending hebben ze onderwijs gekregen van de hoogste Profeet en Leraar als voorbereiding op hun taak.

Als de Heere Ananias naar Paulus stuurt, weet deze discipel in Damascus dat Paulus geroepen wordt tot een ambt. We lezen in Handelingen 9 vers 15: ‘Maar de Heere zeide tot hem: Ga heen, want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israëls’. De schellen vallen van Saulus’ ogen, hij staat op en wordt gedoopt. Wonderlijk, als in één adem lezen we dan: ‘En hij predikte terstond Christus in de synagogen, dat Hij de Zone Gods is’.

Tegelijk weten we uit de Galatenbrief dat Paulus niet direct naar Jeruzalem is gegaan, maar naar Arabië (Gal. 1:17). We hoeven niet alles precies te ontrafelen. Als de Heere werkzaamheden geeft met het ambt van dienaar des Woords, moet het helder worden dat men niet zichzelf roept tot het ambt. Gods stem moet geklonken hebben tot een (veelal bevend) mensje die een onmogelijke liefdesdienst krijgt opgelegd. Ds. C.H. Spurgeon (1834-1894) zegt het zo: ‘Voor een ware roeping tot het ambt moet er zijn een onweerstaanbare, overstelpende, smachtende en razende dorst om anderen te vertellen, wat God aan onze eigen ziel gedaan heeft’.

Afgewezen

De weg die de Heere wil dat een mensje van beneden moet gaan, is soms zo moeilijk als het anders loopt dan wij dachten of hoopten. Onlangs lazen we uit het leven van ds. J. Vreugdenhil (1879-1944) in het boek ‘Die hier bedrukt met tranen zaait’ (uitgeverij Koster, 2004). Als voorzitter van het curatorium moest hij meedelen wie er waren toegelaten en wie niet. We citeren: ‘Bij de Goudse timmerman W. de Wit viel het bericht dat hij werd afgewezen, verkeerd. Hij was er vast van overtuigd predikant te moeten worden en nu blokkeerde dat curatorium de toegang tot de Theologische School. “God zal u straffen. Als u straks over het bruggetje loopt, valt u dood neer”, voegde hij ds. Vreugdenhil toe. Boos verliet hij de vergaderzaal. Hij was er zo van overtuigd dat er iets zou gebeuren, dat hij bij het bruggetje op een afstand bleef staan kijken. Ds. Vreugdenhil passeerde echter ongedeerd’. Later mocht hij alsnog worden toegelaten als student en diende hij onze gemeentekring - van 1947 tot 1954 - als dienaar des Woords. Achteraf kon hij vertellen dat het de juiste beslissing was geweest om hem niet eerder toe te laten.

Maar er kunnen ook vele raadsels overblijven die niet worden opgelost. De Heere geve getuigenis aan Zijn eigen werk ook als de komende attestdagen (24 tot 26 augustus) dichterbij komen. En dat het gebed sterk zou zijn op de kansels en in de binnenkamers met Psalm 99 vers 5:

‘Hij en and’ren meer,

Riepen tot den HEER’,

Die, met gunstig oren,

Hun geroep wou horen’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020

De Saambinder | 16 Pagina's

Ds. Labee over: Roeping en zending

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020

De Saambinder | 16 Pagina's