Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sprekende als een stervende tot stervenden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sprekende als een stervende tot stervenden

De prediking van ds. Robert Murray M'Cheyne

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens een ziekte in zijn kandidaatsperiode schreef ds. R. M. M'Cheyne aan mr. Bonar: „Ik hoop en bid, dat het Zijnen wil moge zijn, mij weder aan u en uw parochie terug te geven, met een hart, dat door deze krankheid heeft geleerd, steeds meer en meer als een stervende tot stervenden te spreken".

Zijn bediening

Deze woorden tekenen de ernst waarmee de evangeliedienaar, eens de eerste predikant van St. Peter Church te Dundee in Schotland (gelegen ten noorden van Edinburgh) zijn bediening vervulde.

Zijn prediking en pastorale arbeid was éne grote worsteling om zielen te behouden van de toekomende toorn. God gaf hem de genade van een herdershart. De Heere gaf hem uitzonderlijke gaven en bekwaamheden. Diezelfde genade deed hem een arme van geest in zichzelf blijven, getuige zijn eigen aantekeningen.

Zijn levensgeschiedenis, brieven en predikaties lezende, overvalt ons een gevoel van beschaamdheid over onszelf en iets van verlangen: Heere, mocht onze bediening zó zijn, opdat Uw Naam meer verheerlijkt werde." Jaren terug stond ik bij het graf van ds. M'Cheyne. Op de grafsteen had de kerkeraad onder andere vermeld: Hij was een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in de geest, in geloof, in reinheid, 1 Tim. 4 : 12." Dit is een Godeverheerlijkend getuigenis en tekent de bediening en het leven van deze prediker, die op de jeugdige leeftijd van 29 jaar stierf.

Zijn prediking

Mij is gevraagd een analyse van de prediking van ds. M'Cheyne te geven. Over dit onderwerp zou zeer veel te schrijven zijn; echter in het kader van dit artikel moet ik mij beperken tot enkele hoofdzaken.

De voorbereiding

Ds. M'Cheyne was van de noodzaak van studie overtuigd. Hij kon de Bijbel in de oorspronkelijke talen lezen. Hij studeerde onder leiding van dr. Chalmers en dr. Welsh. Grondig schriftonderzoek achtte hij vereist: gestoten olie voor het heiligdom! Zelf heb ik in Dundee gezien hoe nauwgezet hij zijn aantekeningen gemaakt heeft bij de door hem gebruikte Bijbel.

Zijn voornaamste voorbereiding was echter bidden en worstelen aan de voeten des Heeren, om de mening des Geestes van de schriftuurplaats te mogen verstaan. De Heere hield hem klein. Hoor hem verzuchten: „Menigmaal is mijn fout geweest, dat ik meer werk maakte om het hoofd, dan het hart voor te bereiden".

De inhoud

In zijn dagboek lezen wij: „God beware mij, dat ik niet mijzelve predik, in plaats van Christus Jezus en dien gekruist". De Heere bewaarde hem ervoor!

Zijn preken geven een goede reuk van Christus. Je proeft: „De liefde van Christus dringt ons en wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof."

Zijn spreken was indringend en direkt. Wanneer hij de lieflijkheid van Christus verkondigt en Zijn nodiging aan de grootste der zondaren overbrengt, hoor je hem tokkelen op de harp. Hij mocht Gods volk onderwijzen en bemoedigen: „Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen en spreekt naar het hart van Jeruzalem " enz.

Maar hij is ook een „zoon des donders"

als hij in zeer persoonlijke aanspraak de farizeeërs, de weerspannige zondaars en de verachters van Christus aanspreekt.

Ds. M'Cheyne mocht een teder hart hebben voor de kinderen en oudere jeugd. Wat kon hij ze aanspreken; ernstig en indringend. In een preek over Ezech. 21 : 9, 10 heeft hij een apart punt: Laat mij nu tot de jongelieden het woord richten". Nog staat in het kerkgebouw te Dundee, in het „predikantenkamertje" een staande engelse klok met inskriptie van de catechisanten. Ds. M'Cheyne kreeg die klok van hen. Zij hebben gevoeld: nze dominee heeft onze ziel lief.

Toch mocht hij door genade eerlijk blijven. Hij schrijft: „Gemis van schuldgevoel is doorgaans het grootste gebrek in de godsdienstzin van kinderen. Ongekunstelde eenvoudigheid en vertrouwen bij het kind zijn tevens de oorzaak dat wij zo menigmaal misleid worden door een veelbelovende schijn, die zich in de kindsheid vertoont. Of een kind werkelijk genade ontvangen heeft, kan men het best uit zijn gevoel van zonde opmaken".

Het is goed om dit bij alle zondagsschoolen jeugdwerk ook ter harte te nemen! In het korte bestek van dit artikel is het niet mogelijk om uit zijn preken en nagelaten geschriften uitvoerig te citeren. Graag zou ik het doen, maar ik zou niet van ophouden weten.

Neem en lees, jongelui. De Heere mocht het aan je hart eens zegenen.

De grondslag van zijn prediking

Ds. A. A. Bonar, die de levensgeschiedenis van ds. R. M. M'Cheyne beschreef, vermeldt: „Mr. M'Cheyne predikte de volkomen leer der Schrift, zoals die door onze Geloofsbelijdenis daaruit verklaard wordt, stilstaande bij het bederf door de val en de wederaanneming door de Middelaar. Echter predikte hij geen geloofsleer alleen, maar Christus, van Wie alle leer uitgaat, gelijk de stralen uit een brandpunt voortkomen. Hij predikte Christus Zelf!" Zijn preken lezende, moet ik tot de konklusie komen dat dit zo is. Je vindt in zijn preken geen systematische uiteenzetting of opsomming van de grondslagen der waarheid. En toch predikte hij ze. Op een verrassende, glasheldere en terzake doende wijze.

In een preek over Joh. 17:24 bijvoorbeeld spreekt hij heel duidelijk en hartelijk over de uitverkiezing.

In de bijbellezingen over het huisgezin te Bethanië vind je op een eenvoudige wijze aangegeven de éénzijdige liefde Gods, Zijn vrijmacht in het vervullen van de Raad en de beloften Gods, de aanwijzing van de eer van God en de beproeving van het geloof. In zijn preken vind je steeds het verzoenend lijden en sterven van Christus als de enige grond der zaligheid. En steeds weer wordt het werk van de Heilige Geest aangegeven in het hart van zondaren tot bekering, in de ware gelovigen tot opwas in de genade en kennis van de Heere Jezus Christus. Alle verdienstelijk werk van de mens snijdt hij af.

Hij weet ook op een ontzaglijke wijze te waarschuwen voor zelfbedrog. Lees de preek maar eens over de vijf wijze en vijf dwaze maagden, of zijn preken en toespraken ter gelegenheid van het Heilig Avondmaal. Wij lezen ergens: „Ik vrees, dat het Avondmaal des Heeren op vreselijke wijze onder u wordt misbruikt" en daarna weer hartelijk: „Een woord tot beangstigde, maar gelovige zielen".

Hij schroomt niet bij het Avondmaal te spreken over: „Eén van u zal Mij verraden", of over Ananias en Saffïra; maar ook: „mijn Liefste is mijn, en ik ben Zijn.”

Treffend is steeds opnieuw de duidelijke scheiding tussen hen, die nog dood zijn door de misdaden en de zonden, en hen, die levend gemaakt zijn door de Heilige Geest.

Hij onderscheidt duidelijk Wet en Evangelie; het verbond der werken en het verbond der genade. Hij geeft geen rust buiten Christus.

Ruim en hartelijk is ds. M'Cheyne in de aanbieding van Christus in het Evangelie aan zondaren van het menselijk geslacht, en tegelijk door de prediking heen het vrijmachtig, voorbereidend en toepassend

werk van de Heilige Geest. Het is dezelfde lijn, die je bij de schotse predikers tegenkomt en bijvoorbeeld bij de onder ons bekende ds. A. Comrie (zie diens Catechismus, zondag 7, blz. 490-492, uitgave 1779).

Hij predikte Christus' algenoegzaamheid en gewilligheid, maar leerde daarbij, dat eerst door het aannemen van Christus (als een werk van de Heilige Geest in het hart!) de beloften van het Evangelie de onze worden. De beloften behoren immers alleen tot de ware gelovigen (uitverkorenen); de beloften zijn in Christus Jezus ja en amen.

Wanneer er niet de minste reden is om op goede gronden te mogen zeggen, enigermate het werk der genade te kennen, zegt ds. M'Cheyne : „Welk een dolzinnige verwaandheid is het dan, tot uw ziel te zeggen, dat deze beloften, alleen omdat ze in de Bijbel gevonden worden, daarom zonder onderscheid aan allen moeten toebehoren" (blz. 29 levensgeschiedenis).

In een predikatie over Hosea 6 : 4 geeft hij het volgende tweede punt de oorzaken, waarom de bij natuurlijke mensen teweeggebrachte indrukken zo spoedig verflauwen op:

a. zij hebben nooit recht gevoeld, dat zij in zichzelve voor eeuwig verloren zijn,

b. zij hebben nooit de lieflijkheid van Christus aanschouwd,

c. zij hebben nooit in hun hart de zonde gehaat,

d. er zijn hen geen beloften gedaan, dat God de op hen teweeggebrachte indrukken bestendig zal maken.

Dit laatste werkt hij als volgt nader uit: egenen, die in Christus zijn, zijn de grootste beloften geschonken, Jer. 32 : 40, Filipp. 1 : 6, maar de onwedergeborenen hebben geen deel aan deze beloften, en daarom wordt hun bekommering in de ure van verzoeking lichtelijk door iets anders verdrongen. (Zie ook onze D.L., hfdst. 2 art. 5).

Waarschuwing

Ik vrees, dat sommigen ds. M'Cheyne ten onrechte aangrijpen om een soort lieflijke Jezus-prediking te verdedigen, zonder de noodzaak van het verbrijzelend werk der Wet in de consciëntie te benadrukken. Uit veler mond kan men beluisteren: zondaren worden lieflijk bekeerd. Meestentijds is men daarbij zeer afkerig en vijandig van de prediking van onze ellendestaat en het recht Gods.

Uiteraard bestaat anderzijds het gevaar, dat die van God gezonden Zaligmaker te weinig wordt verkondigd.

Wie ds. M'Cheyne leest, moet hem geheel lezen. Hij preekte over Jes. 25 : 6-8: et Evangeliefeest en over Joh. 7 : 37: e roepstem aan dorstende zondaren. Maar evengoed over Joh. 16 : 8: e overtuiging van zonden.

Hoe ruim en lieflijk ds. M'Cheyne ook de zaligheid in Christus verkondigde, op niet mis te verstane wijze sprak hij over de overtuiging van zonden, als een werk van God de Heilige Geest, dat noodzakelijk is om Christus in het hart te kunnen omhelzen.

In zijn dagboek lezen wij: „22 juli. Hedenavond werd mij een helder begrip gegeven van die verootmoediging en zelfvernedering, zonder welke men niet tot Christus komen kan — een verloochening en verzaking van onszelven — een erkenning van de onkreukbare gerechtigheid en heiligheid Gods, die niet anders met ons kon handelen, dan ons ten enemale veroordelen, en ons in de diepte der hel nederwerpen — en gevoelde ik dat wij ons, zelfs daar, in Zijn majesteit zouden moeten verblijden, en erkennen, dat Hij alles recht had gedaan.

13 augustus: Levendige overtuiging van zonden is de enige ware drangreden, die ons kan bewegen tot het aannemen van de gerechtigheid van een Ander, en bij gevolg (o wonderbare zaak!) de enige bron van de christelijke vrede des gemoeds, en van de storeloze blijdschap der ziel."

De kennis van Christus predikte hij als een bevindelijke kennis, gewerkt door de Heilige Geest. Hij waarschuwt voor slechts een verstandelijke kennis van Christus. De Zaligmaker wordt gekend met het hart. Zie zijn predikatie over Joh. 16:8: vertuiging van gerechtigheid, namelijk die van Christus.

Jonge vrienden, neem en lees. Wantrouw en verwerp alle lektuur en prediking, welke niet duidelijk aangeeft, dat de Geest eerst werkt als een Geest der dienstbaarheid tot vreze, alvorens Hij werkt als de Geest der aanneming tot kinderen (ds. Hugo Binning, preken over Rom. 8).

Ds. M'Cheyne zegt: De Geest der liefde zelf begint met u te overtuigen van zonde, en zijn wij dan geen boodschappers der liefde, wanneer wij met dezelfde zaak beginnen? Waarom zou u ons hard en wreed en gestreng noemen, wanneer wij tot uw ziel spreken om haar te overtuigen van zonde? " (uit predikatie over Joh. 16:8).

Tenslotte

„O, mijn vrienden! Jezus staat nog in de talrijke vergadering. Och, dat ge heden Zijn stem mocht horen" (uit predikatie over Joh. 7 : 37: oepstem aan dorstende zondaren).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's

Sprekende als een stervende tot stervenden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's