Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Broodjes bakken in Roemenië en Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Broodjes bakken in Roemenië en Afrika

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke week hangen drie bakkers hun muts aan de kapstok. Hun laatste broden komen uit de oven, hun laatste koeken gaan in de uitverkoop. De zuigkracht van de supermarkt doet een deel van de bakkers de das om. Anderen sluiten de winkeldeur omdat ze geen opvolger hebben. Voor hun machinerie resten slechts twee mogelijkheden: verpulvering door een snijbrander of herplaatsing in een arm land.

Zeven keer vertoefde exbakker S. Mossel inmiddels in het buitenland om er in een bakkerij machines uit Nederland te installeren. „In de 35 jaar dat ik aan de rand van Zwolle een bakkerswinkel had, waren we al blij als we een weekje op vakantie naar Texel konden. In de afgelopen tien jaar heb ik meer van de wereld gezien dan ooit tevoren.
Mossel (73) doekte zijn bakkerij in 1989 op. Vijfendertig jaar lang was hij elke werkdag om vier uur s morgens begonnen. Naarmate hij ouder werd, viel het hem zwaarder. Hij besloot zijn winkel te sluiten. „We hadden een behoorlijke omzet doordat we aan banken en bejaardentehuizen leverden. We zaten aan de Veerallee echter op een ongunstige locatie. Daarom was de bakkerij niet overdraagbaar.
Het gaat in de bakkerswereld overigens heel wonderlijk. Er zijn bedrijven die heel goed draaien of plotseling weer opbloeien. Andere kunnen echter niet tegen de supermarkt op. Er zijn steeds meer tweeverdieners. Die hollen aan het eind van de dag naar één winkel, de supermarkt dus. En daar zie je ze lopen: brood, groenten, melk, alles in één karretje.

Dankgebed
Bij Mossel ging de ovendeur definitief dicht. Voortaan kon hij uitslapen. Maar zijn werk was nog niet voorbij. Op een congres van christelijke bakkers in Duitsland in het voorjaar van 1992 ontmoette hij excollega E. Tietema, die bakker in Biddinghuizen was geweest. Beiden waren ze in contact geweest met de Stichting Herstructurering Broodbakkerijen (SHB), die bakkers van 55 jaar en ouder tot hun 65e verjaardag een uitkering verstrekt als ze hun bedrijf beëindigen. De SHB financiert die uitkeringen door de bakkers een heffing op bloem te laten betalen.
De machinefabrikanten in die stichting zagen door het slinkende aantal bakkers hun afzet teruglopen. Daarom bedongen ze dat bakkers die een uitkering van de SHB kregen, hun machines moesten vernietigen, zodat in Nederland geen grootscheepse handel in goedkope tweedehands-apparatuur zou ontstaan. Alleen op bakkersvakscholen mochten gebruikte machines geplaatst worden.
Mossel en Tietema bedachten een alternatief. Tijdens het congres ontmoetten ze familieleden van een Roemeense bakker. Ze hoorden over zijn armoedige omstandigheden en over de gebrekkige apparaten waarmee hij zijn werk moest doen.
Het bolletje begon te rollen. De Stichting Bakkers voor Bakkers werd opgericht en bakker Matius in Roemenië kreeg een verdeelopbolmachine, waarmee je kleine broodjes bakt, en een kneedmachine. „Toen de machines uit de auto kwamen, vroeg de bakkersvrouw of we mee naar binnen gingen. Daar ging ze voor in dankgebed. Een heel bijzondere ervaring. Sindsdien noemen we haar de profetes.

Begeleiding
Het bolletje rolde verder. Door de sluiting van bakkerijen kwam nogal wat apparatuur beschikbaar. „Het gaat me aan het hart als een snijbrander in een goede machine gezet wordt waar armere landen geweldig veel plezier van kunnen hebben. De machinefabrikanten waren eerst niet zo enthousiast over ons initiatief, want ze wilden liever zelf leveren. Maar we kunnen uiteraard geen dure nieuwe machines verschepen. Uiteindelijk gingen ze met ons plan akkoord. De SHB levert ons de machines gratis.
Bakkers voor Bakkers bracht inmiddels machines naar tientallen bakkerijen, waarvan achttien in Roemenië. De bakkers delen daarbij de ervaring van andere OostEuropa en ontwikkelingsorganisaties: „In het begin dachten we: Je zet er een machine neer en daarmee is het gepiept. Zo werkt het echter niet. Er moeten duidelijke instructies voor bediening en onderhoud van de apparatuur gegeven worden en ook daarna blijft begeleiding nodig, anders verpaupert de boel weer. OostEuropaorganisaties zijn vaak door schade en schande wijs geworden. De mensen daar hebben nooit met dergelijke machines gewerkt en je moet ze soms ook ondernemerschap aanleren. Onlangs is een bakkersechtpaar zelfs ruim een jaar naar Roemenië geweest.
Het is overigens dankbaar werk. In een Roemeens dorp begonnen we op een zaterdag met proefbakken. De volgende morgen deelden we voor kerktijd plakken brood uit aan een rij oude mannen die voor de kerk stonden te wachten. Een van die mannen kuste het brood...

Op reis
Mossel, die diaken in de Nederlands gereformeerde kerk van Zwolle was, en de meeste andere stichtingsleden komen uit de vroegere Bond van Christelijke Ondernemers in het Bakkersbedrijf. Tietema was er zelfs twaalf jaar voorzitter van.
Drie bestuursleden hebben nog een eigen zaak. De anderen gaan regelmatig op reis. Ze gaan altijd met zn tweeën en verblijven in gastgezinnen. Oudsecretaris Mossel ging in ruim twee jaar tijd vijf keer naar het Hongaarssprekende deel van Roemenië, is inmiddels ook een keer in Honduras geweest en reisde afgelopen mei naar ZuidAfrika. Drie of vier weken lang verlaat hij zijn appartement, driehoog in de nieuwe Zwolse wijk Hanzeland, om collegas in verre landen op gang te helpen. Het afgelopen voorjaar gingen drie bakkers naar Albanië, niet om machines te installeren, maar om broden te bakken voor de vluchtelingenstroom uit Kosovo.
De reizen, die worden gefinancierd uit giften, leiden naar de landen die daarvoor volgens een lijst van Program Uitzending Managers (PUM) in aanmerking komen. PUM is door de werkgeversorganisaties opgezet om de ervaring van oudere zakenlieden te besteden in ontwikkelingslanden. „In de gereformeerde wereld is PUM nog te onbekend en zijn er te weinig zakenlieden die hun kennis op deze manier ten nutte maken.

SprangCapelle
In Honduras maakte de stichting Bakkers voor Bakkers een plan voor een bakkerij in een blinden en slechtziendenproject. Het sprak Mossel aan, want zijn vader was ook blind.
Vader Mossel had een bakkerij in het Groningse Schildwolde. Hij ging met zijn bakkerskar op stap. Terwijl hij bukte om het tuig in orde te maken, sloeg het paard achteruit. De hoef trof Mossel pal in het gezicht. Uit zijn ene oog verdween het licht, het andere moest worden vervangen door een kunstoog. Bakker Mossel zette zijn bedrijf voort, al had hij voortaan de hulp van zijn broer nodig. „Vader kon nog veel doen, maar de oven kon hij uiteraard niet meer bedienen.
Naar voorbeeld van een bakkerij in Costa Rica waar veel blinden werken, wilde men nu in Honduras een soortgelijk bedrijfje opzetten. Mossel ging er met een collega naartoe en maakte een plan.
Ondanks steun van blindeninstituut Sonneheerdt is het project echter nog niet van de grond gekomen. Een orkaan beschadigde de gebouwen. Belangrijkste obstakel is echter het gebrek aan ervaring. „Het is nodig dat iemand er langdurig een vakopleiding gaat geven.
Behalve het blindeninstituut bezocht Mossel in Honduras ook het project LaSeiba, dat door een collega was opgestart. Daar wordt nu brood gebakken in een oven uit SprangCapelle.

Pleister op de wonde
Vorig jaar werd de stichting Bakkers voor Bakkers benaderd door een arts die in Afrika een medisch centrum had opgezet. Hij had gehoord van ons werk en vroeg om een bakkerijtje. Dat kwam er en de machines werden door Nederland geleverd.
Mossel ging met zijn vrouw een maand naar Elandsdoorn, honderd kilometer ten noorden van Pretoria, om de bakkerij op te starten. „Om je heen zie je de kloof tussen arm en rijk, de gigantische werkloosheid, dorpen zonder water en elektriciteit. Voor die mensen mag je dan wat gaan betekenen. Met Jeffie, de proefbakker, en het andere personeel hebben we de zaak op poten gezet.
De oven in de nieuwe bakkerij is goed voor honderd broden. De eerste honderd waren binnen een halfuur verkocht. De volgende honderd gingen de oven in. Wat deden de mensen? Ze bleven gewoon gezellig voor de deur staan wachten.
Na een maand ging Mossel, die in Afrika 73 was geworden, terug naar Nederland. Een collega gaat over enige tijd naar Elandsdoorn voor de verdere begeleiding.
Dit jaar maken weer veertig Nederlandse bakkers gebruik van de uitkeringen die de SHB bij bedrijfsbeëindiging verstrekt. Ook andere bakkerijen worden beëindigd. Bakkers voor Bakkers zoekt nu projecten waar de machinerie opnieuw kan worden ingezet. Inmiddels zijn er aanvragen uit Albanië en Roeanda in behandeling, maar de stichting kan nog meer machines plaatsen. „Ze ontsnappen aan de snijbrander. Voor een stoppende bakker is dat een pleister op de wonde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 augustus 1999

Terdege | 72 Pagina's

Broodjes bakken in Roemenië en Afrika

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 augustus 1999

Terdege | 72 Pagina's