Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gaande en komende Plaisier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gaande en komende Plaisier

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 6 juni nam dr. B. Plaisier afscheid als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Op 15 juni zal zijn opvolger, dr. A.J. Plaisier, aantreden. In de kerkelijke pers was het vertrek van dr. B. Plaisier al maandenlang aan de orde. Elf jaar lang bepaalde hij immers mede het gezicht, eerst van de Hervormde Kerk en later van de Protestantse Kerk in Nederland. De titel van zijn proefschrift Over bruggen en grenzen, 1993, geschreven vanuit zijn missionaire werkkring in Indonesië, zal hem menig keer in de gedachten zijn gekomen. Bruggen moesten worden geslagen in de aanloop naar de Verenigde Kerk. Tegen grenzen werd aangelopen toen zo’n 50.000 hervormden weigerden mee te gaan in de Protestantse Kerk. In Kerkinformatie van juni 2008 wordt in een gesprek teruggekeken op de achterliggende jaren. Een enkel kort fragment daaruit:

Identiteit is voor een kerk heel belangrijk. Voordat ik aantrad als scriba heb ik gesprekken gevoerd met gereformeerden. ‘Als de verenigde kerk niet snel komt, blijft er van de Gereformeerden Kerken in Nederland niets over’, kreeg ik toen te horen. Bij die mensen bestond de angst dat de identiteit van de gereformeerden zou verdampen. Gaandeweg het Samen op Weg-proces was ook de specifieke identiteit van de hervormden vager geworden. Dat was ook mijn zorg. Het werd daarom ook mijn drive om de kerken bijeen te brengen in een verenigde kerk, zodat het reformatorische en orthodoxe element vanuit bijvoorbeeld de Nederlandse Hervormde Kerk de gehele kerk een zekere stabiliteit zou geven. En de vernieuwing, die voortkwam uit de vereniging, zou ook voor de orthodoxe groepen inhoud kunnen hebben. De hoop die ik voor mijn aantreden had, dat er geen kerkscheuring zou komen en dat de meest orthodoxe vleugel ook mee zou gaan, is niet bewaarheid. Dat is het meest schrijnende en verdrietige uit mijn ambtsperiode geworden. Wij hebben er heel veel aan gedaan, maar het heeft niet zo gewerkt.

In het Centraal Weekblad van 30 mei neemt ds. P.L. de Jong (Rotterdam- Delfshaven) afscheid van dr. Bas Plaisier. Boven zijn bijdrage staat: Terugblik op elf jaar dr. Bas Plaisier – Een kerkdier met een missionaire drive’.

In hoeverre heeft Plaisier de verwachtingen waar gemaakt? Daar is geen afgerond oordeel over te geven. Gaandeweg zal menigeen hem bewonderd hebben dat hij in heel de kerkelijke wirwar overeind wist te blijven en het geloof te bewaren. Bij zijn bevestiging in de Jacobikerk in Utrecht preekte hij over God die volhoudt en dat wij daarom ook moeten volhouden (Rom. 15). En eindigde hij met een verhaaltje van Toon Tellegen over twee dieren die langs elkaar heenliepen, elkaar soms even omarmden maar dan weer eigen richting gingen, intussen niet in de gaten hadden dat het regende, de wegen onbegaanbaar waren en ze elkaar nodig hadden om bij elkaar te schuilen. Daarmee legde dr. B. Plaisier zijn visie helemaal op tafel.
Ook ds. De Jong verwijst naar het drama van de scheuring die leidde tot een nieuwe kerk, maar sluit af met woorden van erkentelijkheid voor de inzet van dr. Plaisier.
Het daadwerkelijk tot stand brengen van de fusie van de drie kerken die de PKN zijn gaan vormen, lijkt achteraf zijn belangrijkste verdienste als kerkleider.
Een droom werd werkelijkheid, om zijn eigen woorden te gebruiken. Maar het ging gepaard met een groot drama. Ondanks een uiterste inspanning lukte het hem niet een kerkscheuring te voorkomen. Ruim 50.000 hervormden verlieten de kerk en stichtten de Hersteld Hervormde Kerk. De dieren uit het verhaal van Toon Tellegen lieten elkaar voor goed los. Regen of geen regen.
Terugkijkend zijn we als kerk heel erkentelijk voor de inzet en het werk van dr. B. Plaisier als scriba. Zonder kleerscheuren, mislukmomenten en frustraties komt ook hij niet weg. Maar die zijn niet hem alleen aan te rekenen. Het tij is inmiddels gekeerd. Het is opgehouden met regenen in het bos, lijkt het. Alle dieren hebben een eigen hoek gevonden. Aan elkaar omarmen en bij elkaar schuilen in een grotere kerkformatie lijkt weinig behoefte. We hebben het allemaal goed. De nieuwe Plaisier moet maar beginnen met een rondje door heel het bos.

Om helemaal af te sluiten wil ik nog iets citeren, maar dan uit wat dr. Plaisier onlangs zelf schreef in VolZin van 2 mei 2008. Hij reageert daarin op een uitspraak van mevr. Manuela Kalsky, directeur van het Dominicaanse Studiecentrum voor Theologie en Samenleving. Ze vindt dat het belijden over de verlossing door Jezus Christus door steeds minder mensen nog onderschreven en begrepen wordt. Plaisier is bang dat ze daarin, althans binnen onze context, gelijk heeft. Maar moeten we daar dan aan toegeven? Hij vindt van niet en sluit zijn bijdrage dan op een manier af die respect en waardering verdient.

Het probleem van de kerk in onze context is niet, dat zij zich in haar verkondiging te weinig aanpast aan de ervaringen van hedendaagse mensen. Het gevaar bestaat dat zij eerder geneigd lijkt te zijn dat veel te veel te doen. Een kerk, die niet meer wil weten van het tegendraadse getuigenis van de Schriften, heeft uiteindelijk niets meer te zeggen en wordt volstrekt overbodig. Ze vertelt wat de mensen al lang vanuit hun eigen ervaring weten. Ze verkondigt een boodschap waar niemand zich nog een buil aan valt, omdat die ontdaan is van alle tegenspraak. Ze geeft slechts uitdrukking aan wat ‘moderne’ mensen al vinden en denken. Dat is ‘de theologie van de doorzonkamer’. Het is theologie voor mensen die alles al hebben en die alleen maar bevestigd willen worden in hun comfortabele levens. ‘Schuld’, ‘zonde’, ‘lijden’, ‘dood’ passen niet in het Zwitserlevengevoel van de hedendaagse mens. Hij heeft aan zichzelf en zijn eigen ervaring genoeg. Hij is zichzelf genoeg. Ik probeer me maar te houden aan het getuigenis van de Schrift. Die vertelt mij over een God die Zelf kwam, te midden van mensen die niet naar Hem vroegen. Hij kwam en werd één van hen: vernederd, bespuwd, veracht. Dat leven eindigde aan het kruis, het weerzinwekkende teken van Gods ontferming. Maar Hij brak door onze weerstand heen. Deze verachte en door mensen vermoorde Zoon verbrak de banden van dood en ondergang. Hij lééft - voor ons!

En dan de nieuwe (A.J.) Plaisier. In Drieluik, Maandblad van de Hervormde Gemeente, de Gereformeerde Kerk en de Evangelisch Lutherse Gemeente te Amersfoort ( juni 2008) staat een uitvoerig gesprek te lezen dat Koos van Noppen met hem had.

Plaisier: ‘Ik heb het geloof van huis uit meegekregen als een ernstige zaak, van levensbelang. Als puber sprak een en ander me beslist minder aan, maar in Ridderkerk liggen mijn geestelijk wortels. Daar is het geloof op een voor mij onverwachte manier opgevlamd’.

De dorpskerk was een gereformeerde-bondsgemeente. Uw horizon heeft zich sindsdien verbreed.
‘Het is niet met grote schokken gepaard gegaan. Je groeit langzaam weg van dingen die je – terugblikkend – als eng en beklemmend ervaart. Zonder dat ik er met rancune op terugkijk, overigens. Je leven ontplooit zich. Het zit eerst in een schil en die mag best een beetje stug zijn; dat geldt denk ik voor veel mensen. Die schil, daar moet je niet te hard tegen tekeer gaan. Als je je ontwikkelt, breekt de schil op een gegeven moment vanzelf wel open’.

Wie zette u op het spoor naar de theologie?
‘Pascal is een van de eersten waar ik me mee bezig heb gehouden. Fascinerend. Op het VWO las ik zijn Pensées, dat sterkte me op het spoor waarop ik terecht was gekomen. Hij heeft me de betekenis van het christelijk geloof voor de moderne cultuur laten zien’.

Pascal werd later (1996) een hoofdpersoon in de studie waarop Plaisier promoveerde (De mens in het geding, een kritische vergelijking tussen Pascal en Nietzsche). Van Noppen stelt aan de orde dat Plaisier ‘voorman wordt van een organisatie die jaarlijks meer dan 50.000 leden verliest’. In zijn reactie stelt hij dat we ons blijvend hebben te bezinnen op de vraag hoe we missionair kerk kunnen zijn.
We moeten niet zomaar in den blinde de toko openhouden en maar voortgaan tot de laatste het licht uitdoet’. Als huiswerk ziet hij het antwoord op de vraag: hoe leg ik het evangelie aan onze kinderen uit? In het antwoord op die vraag moet onze identiteit naar buiten komen: Waar geloof je in? En: wat heb je eigenlijk te vertellen?

De kerk kalft af, haar invloed in de samenleving is in de afgelopen decennia drastisch afgenomen. Is het besef wel voldoende doorgedrongen dat ze een minderheid is?

‘Sommigen zijn daar volgens mij juist zozeer van doordrongen dat ze er van de weeromstuit een minderwaardigheidscomplex van hebben. Dan heb je weinig meer te melden en is de kerk de verdwijning nabij. We vormen een minderheid. Waar we voor staan vindt geen brede weerklank in onze cultuur. Christen zijn kost ook wat. In dat opzicht zijn we nog steeds bezig te wennen aan de huidige situatie. In de huidige context gaat het erom dat we opnieuw beseffen dat de kerk leeft vanuit wat haar gegeven is. Ze is het lichaam van Christus, een creatie van de Geest, ondanks alle mensenwerk. Het gaat om onze identiteit, dat wat ons in Christus geschonken is. Als je die gave laat versloffen of wegcompromiseert, doe je iets wat tegen je identiteit ingaat. Die identiteit maken we niet zelf, ze is ons geschonken. Wat ons geschonken is, zullen we steeds weer opnieuw moeten leren spellen. Daar mag een kerk niet onduidelijk over zijn. De kerk is de plek waar geloofd, beleefd en uitgedragen wordt dat Christus zichzelf heeft gegeven met het oog op de wereld. Hij gaat ons altijd voor, de wereld in. Daarom moeten we altijd open kerk zijn’.

We wensen dr. Arjan Plaisier veel wijsheid en inzicht toe om samen met anderen koers te houden in onze snel en steeds weer veranderende samenleving. De mens is nog steeds in het geding, zijn redding en behoud, zijn menswording en toekomst. Gelukkig is de kerk geen creatie van ons, maar Gods wereldwijde werk. Hij geeft nooit prijs het werk van Zijn handen. Dat geeft veel ontspanning en moed om voorwaarts te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De gaande en komende Plaisier

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's