Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tolerantie en praktische godzaligheid op conferentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tolerantie en praktische godzaligheid op conferentie

In Leicester is Kerk uit alle natiën, talen en tongen bijeen

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds tijdens zijn schooljaren las ds. De Vries de werken van Schotse oudvaders als Ryle, Erskine en Gray. Hij nam kennis van hun leer van vrije, soevereine genade en een onvoorwaardelijke aanbod daarvan. Nu hij predikant is, heeft hij de gelegenheid om de door de Engelse uitgever van die boeken georganiseerde "Leicester-conferenties" te bezoeken. Deze week reisde hij voor de zesde keer af naar de Engelse plaats, waar predikanten uit de gehele wereld eenmaal per jaar samenkomen. Om zich samen te verdiepen in de leer van vrije genade en praktische godzaligheid. Een persoonlijk verslag met een historische tint.

Gedurende mijn middelbare-schooljaren heb ik zo goed als alle boeken die mijn vader in zijn boekenkast had staan, gelezen. Een drietal schrijvers was bijzonder goed vertegenwoordigd: Kohlbrugge en de gebroeders Erskine. De werken van deze mannen heb ik met groot genoegen gelezen. Van Kohlbrugge heb ik geleerd dat we onze kracht niet moeten zoeken in organisatie- of partijvorming, ook al gebruiken we de namen "christelijk", "gereformeerd" of "reformatorisch". Zijn devies was:'' Werpt het Woord er maar in en gij zult wonderen zien". Naar zijn eigen getuigenis waren Christus, onze ellende en de blijvende geldigheid van Gods wet het oogmerk van al zijn preken. Kohlbrugge laat van de mens, ook van de vrome en godsdienstige mens, niets heel. Tegenover alle vertrouwen op eigen ijver en activiteit roemt hij in het "nochtans" van het geloof.

Erskines
De betekenis die Ralph en Ebenezer Erskine voor mij gehad hebben, kan ik het beste weergeven met de titel van één van hun werken. '' De kabinetten van de evangelische beloften voor allen zeer wijd geopend". De prediking van de Erskines laat zien dat de waarheid van Gods soevereine, verkiezende liefde het vrije en onvoorwaardelijke aanbod van Christus aan allen die het Evangelie horen, niet in de weg staat. Naast de geschriften van de Erskines bevonden zich onder de boeken van mijn vader ook prekenbundels van andere Schotse schrijvers. Ik denk aan Boston, Gray en Binning. Bij het lezen van deze geschriften ontwaakte in mij het verlangen om het land waar deze mannen gewoond en gepredikt hadden, te bezoeken. Na het slagen voor het gymnasium-examen ging deze wens in vervulling. Samen met mijn toen vijftienjarige broer ondernam ik in 1974 de reis naar Inverness, de hoofdstad van de Schotse Hooglanden. Ruim twee weken verbleven we daar bij een familie van de "Pree Presbyterian Church".

Bookshop
Tijdens dat verblijf bracht ik onder meer een bezoek aan de "Evangelical Bookshop", een kleine boekwinkel, gerund door leden van de plaatselijke gemeente van de Free Presbyterian Church. Daarbij moet bedacht worden dat het woord "evangelical" in Groot-Brittannië een iets andere inhoud heeft dan bij ons. Mensen die naar Nederlandse begrippen voluit reformatorisch zijn, hebben niet de minste moeite zichzelf als "evangelical" te typeren. Zij bedoelen daar dan mee dat zij het Evangelie van vrije genade belijden. In ieder geval stonden in de '' Evangelical Bookshop'' vele hedendaagse uitgaven van Schotse en Engelse oudvaders. Die middag heb ik maar één boek gekocht. Meer liet mijn portemonnee toen nog niet toe. Het was een werk van Thomas Watson met de titel: '' A Body of Divinity''. Ik heb dat boek in één adem uitgelezen. Met name wat Watson in dit werk schrijft over de rechtvaardiging, is mij tot grote steun en troost geweest. Hij stelt dat hoewel er verschil is in mate van geloof, er geen verschillende trappen zijn in de rechtvaardiging. De zwakste gelovige is niet minder bekleed met Christus' gerechtigheid dan de sterkste.

The Banner of Truth
"A Body of Divinity" bleek een uitgave te zijn van de voor mij onbekende uitgeverij "The Banner of Truth''. Toen ik na de zomervakantie van 1974 aan de Rijksuniversiteit van Utrecht theologie ging studeren, heb ik vrij spoedig een brief naar deze uitgeverij geschreven. Ik abonneerde mij op het tijdschrift dat evenals de uitgeverij de naam "The Banner of Truth" draagt. Daarnaast heb ik gedurende de loop van mijn studie heel wat boeken uit het fonds van de genoemde uitgeverij aangeschaft. Mijn moeder had wel eens het vermoeden dat het kostgeld dat zij mij meegaf voor [> een deel ook voor de aanschaf van boeken besteed werd. Bij mijn trouwen waarschuwde zij mijn vrouw dat het wel eens kon gebeuren dat al het huishoudgeld in boeken werd gestoken. Zij zag de situatie al voor zich dat in plaats dat ons gezin zich aan de maaltijd zette, ik een stukje zou voorlezen uit John Owen of Arthur Pink. Namen die zij regelmatig uit mijn mond hoorde. Ter geruststelling kan ik de lezers meedelen dat zo' n situatie zich tot dusver in ons gezin niet heeft voorgedaan.

Zakenman
Al een paar maal is de naam "The Banner of Truth" gevallen. Deze uitgeverij is in 1957 opgericht door Jack Callum en lan H. Murray. Jack Callum was een vermogend zakenman. Sinds zijn bekering was het zijn begeerte om zijn vermogen in dienst te stellen van de uitbreiding van Gods koninkrijk. Toen lan H. Murray, die in die dagen assistent was van de bekende prediker Martyn Lloyd-Jones, hem vertelde van zijn begeerte om de werken van puriteinen en mannen van de "Great Awakening" (grote opwekking) tegen lage prijzen te gaan heruitgeven, besloot hij deze daarin te steunen. Hij stak een belangrijk deel van zijn vermogen in de nieuwe uitgeverij. De belangstelling voor de heruitgaven van de werken van de puriteinen en andere gereformeerde godgeleerden bleek alle verwachtingen te overtreffen. Inmiddels is "The Banner of Truth'' uitgegroeid tot de grootste uitgeverij van reformatorische lectuur in de Engelssprekende wereld. Van sommige titels zijn meer dan 100.000 exemplaren verkocht.

Leicester-conferentie
In 1962 besloot de leiding van "The Banner of Truth" een conferentie voor predikanten, zendelingen en theologiestudenten te organiseren. Deze eerste conferentie werd door ongeveer twintig personen bezocht. Nog altijd is de plaats van samenkomst de universiteitsgebouwen van de midden-Engelse stad Leicester. Vandaar dat deze conferentie bekend is geworden onder de naam Leicesterconferentie. Het aantal conferentiegangers is inmiddels de driehonderd ruimschoots gepasseerd. In mijn studententijd is er nooit van gekomen de Leicester-conferentie te bezoeken. Toen ik ruim driejaar in mijn eerste gemeente stond, is het er ten slotte toch van gekomen. Dat was in 1985. Datgene wat ik in de lezingen hoorde, deed mij bijzonder goed. Hetzelfde geldt voor verschillende persoonlijke ontmoetingen.

Gasten
De deelnemers van de Leicester-conferentie zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de verschillende delen van het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland). Onder de Britse deelnemers vormen de Engelse dan weer veruit de meerderheid. Daarnaast zijn er gasten uit diverse landen van Europa en trouwens ook daarbuiten. In Leicester wordt zichtbaar dat Christus Zijn kerk uit alle natiën, talen en tongen vergadert. Niet alleen is er sprake van een groot aantal nationaliteiten, ook in kerkelijk achtergrond zijn er tal van verschillen. Het overgrote deel van de ongeveer twintig Schotse deelnemers die de laatste jaren de Leicesterconferentie bezoeken, behoort tot de" Free Church", terwijl een enkeling lid is van de' 'Church of Scotland" of de " Free Presbyterian Church". De Engelsen daarentegen blijken bij navraag voor het overgrote deel baptist te zijn. Je hoort alleriei namen: "free baptist", "reformed baptist'', "strict baptist". Wat de deelnemers met elkaar verbindt, is de begeerte zich te verdiepen in de leer van vrije genade. Elke mannelijke voorganger of student is hartelijk welkom op de conferentie. Menige deelnemer is van huis uit helemaal niet bekend met de boodschap van vrije genade. Via de conferentie wil men de rijkdom van de gereformeerde theologie laten zien. Bij het vragen van sprekers gaat men dan ook niet over één nacht ijs. Voorwaarde is dat die van harte achter de zogenaamde '' five points of calvinism" (vijf punten van het calvinisme) staan. Het betreft de eeuwige en onveranderlijke verkiezing, Christus heeft met Zijn lijden en sterven de zaligheid van de Zijnen zeker gesteld, de totale verdorvenheid van de mens, de onwederstandelijke werking van de Heilige Geest en de volharding der heiligen.

Kerkleer
De kerkleer van het overgrote deel van de bezoekers van de Leicester-conferentie wijkt af van datgene wat in de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de kerk wordt beleden. Zeker voorgangers met een baptistische achtergrond zien de kerk allereerst als een plaatselijke vergadering van mensen die, voor zover mensen dat kunnen beoordelen, wedergeboren zijn tot een levende hoop. Soms merk je daarbij ook heel duidelijk een toch wel wat andere visie op het geestelijke lichaam. Heel vanzelfsprekend gaat men ervan uit dat alle trouw meelevende gemeenteleden kinderen van God zijn. Maar je hoort ook andere geluiden. Ik denk aan een werkelijk indrukwekkende lezing van de congregationalistische predikant John Marshall over Bileam. Heel nadrukkelijk kwam daarin naar voren dat ook voor predikanten die de boodschap van vrije genade brengen, zelfonderzoek niet overbodig is. Bileam was immers ook in de leer rechtzinnig. Hij had echter zelf geen deel aan de profetieën die hij over het volk Israël uitsprak.

Calvinist
In een persoonlijk gesprek met John Marshall bleek me dat ook hij van huis uit niet bij de gereformeerde waarheid was opgevoed. Hij wist niet eens wat het was. Tot ver buiten zijn geboorteplaats waren er geen kerken waar deze waarheid werd gebracht. Als jongeman had hij volledig met het christendom gebroken. Hij liep echter helemaal vast. In zijn nood nam hij de Bijbel ter hand. De inhoud daarvan trof hem diep. Zijn gebed werd: ,,0 Heere, als ik ooit een christen word, zal u het me moeten maken." Naar zijn eigen getuigenis was hij in bevindelijk opzicht een calvinist vóór hij het leerstellig was. Hij stond al enige jaren in de bediening toen hij met de werken van de reformatoren en de puriteinen in aanraking kwam. De Heere heeft dat willen gebruiken om hem in leerstellig opzicht meer licht te schenken.

Zingen
Het zingen op de Leicesterconferentie is indrukwekkend. Niet licht vergeet ik de conferentie van 1986, die besloten werd met het zingen van Psalm 73. ,,But surely it is good for me, that I draw near to God: In God I trust, that all thy works, I may declare abroad" (Maar 't is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God; 'k vertrouw op Hem geheel en al, den Heer, Wiens werk ik roemen zal). Zelf ervoer ik onder dat zingen heel sterk het heimwee naar God, het heimwee naar de jongste dag. Dan zullen we niet alleen Christus, maar ook al Zijn heiligen in heedijkheid zien. De Free Church en de Free Presbyterian Church hebben principiële bezwaren tegen zowel het zingen van gezangen als het gebruik van muziekinstrumenten in godsdienstige samenkomsten. Hetzelfde geldt voor bepaalde Noordierse kerken. Toen de Leicesterconferentie in 1962 gestart werd, is daarom bepaald dat men alleen psalmen zou zingen, zonder orgelbegeleiding. Toen huldigde ongeveer de helft van de deelnemers het genoemde standpunt. Inmiddels komt ongeveer tachtig procent van de conferentiegangers uit gemeenten waar men zondags gezangen zingt. Toch houdt men nog altijd vast aan het standpunt dat alleen psalmen worden gezongen, en dat zonder instrumentale begeleiding. Men motiveert dat door erop te wijzen dat de mensen die principiële bezwaren hebben tegen het zingen van gezangen, wegblijven als deze gezongen worden. Zij die zondags vrijwel uitsluitend gezangen zingen, hebben daarentegen geen moeite in Leicester de psalmen te zingen. Van deze vorm van tolerantie kunnen we in Nederland nog wel wat leren.

Werkkring
Toen mijn vader in 1986 in de vut ging, vroeg ik hem of hij zin had om ook een keer mee te gaan naar Leicester. Hij is wel geen voorganger, maar leest om de andere zondag een preek in een gemeente. En in die tijd catechiseerde hij nog ook. Hij had wel zin, maar voerde toch bezwaren aan. Om hem over de streep te halen heb ik erop gewezen dat een niet-onaanzienlijk aantal predikanten zondag aan zondag voorleest uit eigen werk. Daarnaast is het zo dat vele predikanten in Leicester een aantal dagen in de week een gewone werkkring hebben. De gemeenten zijn vaak zo klein dat die niet in staat zijn een volledig salaris op te brengen. Deze predikanten hebben veelal ook geen universitaire opleiding gevolgd. Men bezocht een Bijbelschool en soms is van een theologische opleiding helemaal geen sprake.

Zwarte kleding
Toen mijn vader eenmaal besloten had mee te gaan, vroeg hij zich nog wel af of hij geen zwart pak aan moest trekken. Hij is dit namelijk doordeweeks niet gewoon, maar vermoedde dat hij in een grijs pak uit de toon zou vallen. Ik heb hem verteld dat het precies andersom is. De Nederlandse predikanten vallen op door hun zwarte pakken. Uit een van de bijgaande foto's kunt u zelf constateren dat ik daarmee niet te veel beweer. Met name de Engelse baptisten staan zeer afwijzend ten opzichte van elke vorm van ambtskleding. Dit als reactie op de Anglicaanse kerk met de liturgische gewaden voor haar geestelijken. Hoe heel anders men deze dingen aanvoelt dan bij ons bleek mij uit een gesprek metAchilleBlaize. Deze in West-Indië geboren predikant dient een baptistenge-[> meente in het noorden van Londen. In het gesprek stelde hij zich eerst nogal gereserveerd op. Op grond van mijn zwarte kleding verdacht hij mij van sacramentalistische tendensen. Dat wil zeggen dat j e leert dat een mens door de doop wederomgeboren wordt. Toen bleek dat dit niet het geval is, kregen we een gesprek van hart tot hart. Zo gereserveerd als hij eerst was, zo open was hij later.

Charismatische beweging
Reeds vanaf de eerste keer dat ik de Leicester-conferentie bezocht, heb ik bemerkt dat men daar zeer kritisch staat ten opzichte van de charismatische beweging. Terwijl velen in de wereld de opkomst van de charismatische beweging als een waarachtige godsdienstige opleving waarderen, kijkt men daar in Leicester heel anders tegenaan. In 1985 hoorde ik ds. Stuart Olyott de hoofdstukken 1 Korinthe 12 tot en met 14 uitleggen. In zijn toespraken zette hij uiteen dat de zogenaamde openbaringsgaven als profetie en tongentaai met de afsluiting van de canon zijn verdwenen. Deze man wist waarover hij sprak, want hij is zelf uit pinksterkringen afkomstig. Verleden jaar liet de Amerikaanse hoogleraar O. Palmer Robertson een zelfde geluid horen. In het verieden hebben grote theologen als John Owen en Jonathan Edwards deze visie verdedigd en uitvoerig beargumenteerd. In Leicester wenst men in het spoor van Owen en Edwards te gaan.

Opwekking
Jonathan Edwards wordt wel de theoloog van de opwekking genoemd. Ook in zijn dagen werd Edwards geconfronteerd met de gedachte dat herstel van alle gaven waarover we in het boek Handelingen lezen, een opleving in de kerk zou teweeg brengen. Edwards heeft dat heel nadrukkelijk afgewezen. Hij was ervan overtuigd dat een waarachtige opwekking tot stand komt onder een krachtige bediening van het Woord, waarin zowel de eisen van de wet in al haar scherpte als de aansporing zonder oponthoud te vluchten tot Christus wordt gehoord. In dit verband herinner ik mij een lezing van lan H. Murray met de titel: "How does God prepare preachers for revival?'' Als één van de belangrijkste oorzaken van het geestelijk verval in deze tijd noemde hij, dat in de meeste kerken van onze dagen niet of nauwelijks gesproken wordt over de heiligheid van God. Hij wees erop dat in de prediking van de grote opwekkingspredikers uit het verleden de veroordelende functie van de wet een fundamentele rol speelde en illustreerde dat met citaten uit de werken van onder anderen Edwards, Whitefield en Wesley. De heiligheid van God is de achtergrond van het Evangelie van verzoening door voldoening.

Geloofszekerheid
Vrijwel elk jaar houdt lan Murray een historisch getinte lezing. Het is werkelijk een belevenis deze man -bekend onder de bijnaam mr. Banner— te horen spreken. Op een bijzondere wijze kan hij het verleden actualiseren. Vanuit het verleden trekt hij lijnen naar het heden. In Leicester blijft men niet bij de afwijzing van dwalingen en ontsporingen staan. Ik denk aan de lezingen die lan H. Murray vorig jaar hield over de zekerheid des geloofs. Hij noemde het ontbreken van waarachtige zekerheid en blijdschap van het geloof als een van de belangrijkste oorzaken waarom er zo weinig van de kerk uitgaat en mensen zo makkelijk meegezogen worden door allerlei oppervlakkige vormen van christendom. Waarachtige zekerheid, zo hield Murray ons voor, is gebaseerd op het werk van Christus. Ik kan niet nalaten de gezangregel te citeren waarmee hij dit verwoordde. ,,My hope is build on nothing less, than on Christ's blood and righteousness'' (mijn hoop is op niets minder gebouwd dan op Christus' bloed en gerechtigheid). De waarachtige zekerheid wordt gesmaakt door de werking van de Heilige Geest. Zij vervult het hart met verwondering. Opnieuw geef ik een gezangregel weer die Murray in dat verband aanhaalde. ,,0 gracious God, how could it be, that thy own Son has died for me" (O genaderijke God, hoe is het mogelijk dat Uw eigen Zoon voor mij gestorven is).

Verslagen hart
Een van de jaarlijks weerkerende programma-onderdelen luidt: "Reports from oversea". Aanwezigen uit de diverse landen buiten Groot-Brittannië krijgen dan de gelegenheid iets te zeggen over de geestelijke situatie in hun land. Toen ik vorig jaar namens de Nededandse delegatie het woord voerde, heb ik —in aansluiting op wat Murray in zijn lezingen over de zekerheid des geloofs gesteld had— erop gewezen dat ook :n de Nederlandse kerken de waarachtige zekerheid des geloofs maar al te weinig wordt gevonden. Aan de andere zijde kon ik niet nalaten erop te wijzen dat ook in Nederiand gemerkt mag worden dat de Heere Zich niet onbetuigd laat. Ik heb verteld van een oude vriend wiens vrouw ik in de zomer van 1989 had begraven. Na de begrafenis werd hem gevraagd of hij zijn vrouw miste. Hij antwoordde daarop: ,,Mijn vrouw mist mij in ieder geval niet nu zij Christus in heedijkheid mag aanschouwen. Zij verlangt niet terug naar een man die iedere dag moet uitroepen: Ik ellendig mens, wie zal mij veriossen uit het lichaam dezes doods?" Over heel de wereld woont de waarachtige zekerheid des geloofs in een gebroken en verslagen hart.

Praktijk
De Engelse puriteinen hebben evenals onze oudvaders sterk de nadruk gelegd op de praktijk der godzaligheid. Dit element wordt ook op de Leicester-conferentie gevonden. Als voorbeeld noem ik iets wat op de laatste conferentie plaatshad. Een viertal sprekers had een korte inleiding gehouden op het thema: Wat ontbreekt er vandaag in de kerken?" De bedoeling was dat er daarna over de inleidingen gediscussieerd zou worden. De discussie kwam echter niet op gang. Een van de deelnemers stond toen op en stelde voor om in plaats van de discussie voort te zetten met elkaar in gebed te gaan. Ontroerend was de wijze waarop vervolgens Maurice Roberts, predikant van de "Pree Church" te Ayr, de gebedssamenkomst opende. Hij begon zijn gebed met de woorden: "OHEEREderheirscharen, wij verootmoedigen ons voor U. Zijn dan twee wereldoorlogen nog te weinig om Groot-Brittannië te bewegen tot wederkeer tot U, de levende God?!"

Hechte band
Onder de conferentiegangers te Leicester heeft een aantal mensen een bijzondere plaats in mijn hart gekregen. Dan denk ik onder andere aan de Joegoslavische predikant Simo Ralevic, een baptist in de lijn van Spurgeon. De eerste keer dat ik hem ontmoette was in de pastorie van ds. C. van den Berg te Leerbroek. Ds. Raleviczou 's avonds het woord voeren en het was de bedoeling dat ik hem zou vertalen. Die avond werd ik diep getroffen door de vurige en indringende wijze waarop Ralevic het Evangelie van vrije genade verkondigde. Als het maar even kan komt hij samen met een aantal collega's naar Leicester. Tussen hem en mensen van de Nederlandse delegatie is een hechte band ontstaan. Naar Ralevics eigen woorden voelt hij zich vooral aan de Nededandse voorgangers verbonden vanwege het gemeenschappelijke inzicht in Romeinen 7. Een christen wordt keer op keer in zichzelf teleurgesteld en leert zo des te meer in vrije genade alleen te roemen.

Amen en halleluja
Toen we met een paar Nederianders en Joegoslaven over deze dingen spraken, merkte één van de Nederlanders op dat het wel gelukkig was dat we gezamenlijk de Engelse taal beheersten. Anders was het niet mogelijk geweest om onderling over God en Goddelijke zaken te spreken. Ralevic reageerde hierop met:,,Broeder, wij kunnen altijd al twee woorden met elkaar wisselen, namelijk amen en halleluja." Daar besluit ik dit artikel mee. Over heel de wereld leert God de Zijnen amen zeggen op Zijn Woord. Wij zeggen amen op de belijdenis dat voor God onze gerechtigheden een wegwerpelijk kleed zijn. Wij zeggen amen op het Middelaarswerk van Jezus Christus. Zo alleen geven wij God de eer. Daartoe zijn wij immers geschapen en daartoe roept God zondaren uit de duisternis tot Zijn wonderbare licht. Zegt u op deze boodschap amen en halleluja?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's

Tolerantie en praktische godzaligheid op conferentie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's