Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PRAKTIJK 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PRAKTIJK 44

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men ontmoet op de huisbezoeken verschillende mensen, die des zondags regelmatig het kerkgebouw vullen en aandachtig zitten te luisteren naar de verkondiging van Gods Woord. Mensen die soms meer dan 40 jaren onder een zuivere prediking hebben mogen verkeren, waar nog dood en leven onderscheidelijk verkondigd wordt, en die niet graag zich willen begeven onder een zogenaamde lichtere leer, en die toch bekennen moeten, dat zij onder dit alles nog steeds dezelfde gebleven zijn, waarvan wij zeggen moeten dat de prediking des Woords hun geen nut schijnt gedaan te hebben.

Op een bezoek, waar wij deze dingen opmerkten, hebben wij gevraagd: Is u nu al die jaren gedurig uit de kerk gegaan zoals u er ingekomen zijt? Is alles maar langs of over u heengegaan? Hebt u niet eenmaal goed geluisterd met toepassing op u zelf? Vriend, u zou gehoord hebben dat u en wij met een heilig en rechtvaardig God te doen hebben, en dat U een verlorenliggend schepsel is. Als dat eens waarheid geworden was, dan had u niet gerust of een weinig ontrust hebben kunnen voortleven; U stemt het verstandelijk wel toe hetgeen in Gods Woord geschreven staat, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden, en dat de Heere van ons eist bekering des harten, en zo geloven vele kerkmensen en wordt dat als een algemene zaak besproken, maar dat brengt op zichzelf ons lang niet altijd tot zelfonderzoek, en zo vragen we ons niet af: hoe staat het nu in deze tijd met mijzelf en wij leven maar weer verder. Maar vriend, hoe zal het zijn, als straks, zo voortgaande, ons einde aanbreekt? Dan komt de Heere om Zijn recht, dan zal blijken dat wij in ons afgelegde leven de Heere nooit ernstig hebben gezocht, dat het ons nooit de nood onzes harten geworden is, om God tot ons deel te krijgen voor de tijd en eeuwigheid en dan is het een verloren zaak. U is al heel wat jaren over de middelbare leeftijd, en laten deze dingen U altijd maar met rust? Ja mensen, er wordt altijd gezegd, dat een mens zich niet bekeren kan, en dat bekering Gods werk is. Maar vriend, hebt u het al eens geprobeerd om uzelve te bekeren? en is U er toen achtergekomen dat het alleen Gods werk is, want als dat gebeuren mag, dan valt de eis des Heeren tot bekering als een zwaar, niet te dragen pak op het hart, daar kan je niet onder leven, dat geeft werkzaamheden, daar word je een verloren mens, die rechtvaardig de rampzaligheid verdiend heeft. De zielen hebben het met God te doen, en daar leren zij, dat God met hen geen gemeenschap kan hebben zonder tussenkomst van een Ander. Voor zulken begint het Evangelie als de weg tot zaligheid open te gaan. Ja man, u had het daar over het evangelie, ik vind dat onze predikant het Evangelie zo weinig brengt, het is doorgaans een ontdekkende preek, maar om het Evangelie eens ruim voor te dragen, dat hoor ik zo weinig, de verloren staat van een mens behoeft voor mij niet zo uitgemeten te worden.

Wel vriend, luistert u wel goed? Voor de vele mensen die in de kerk zitten, moet het gehele Woord gepredikt worden, dat is Wet en Evangelie. De totale doodstaat van de mens door zijn val moet voorgesteld worden, maar daar mag het niet bij blijven: de mogelijkheid tot vergeving en behoud moet uit het Evangelie daarbij gesteld worden, en dan geeft het Evangelie zelf aan, wien de beloften des Evangelies worden toegepast, daar vinden wij de kenmerken van geestelijk armen, blinden, kreupelen, ellendigen enz. voor die zijn de beloften van waarde en die worden zaligmakend genodigd tot de Heere Jezus Christus en Zijn heil. Voor dat werk heeft de Geest des Heeren plaatsgemaakt in die harten. Luister maar goed, vriend, of u dat hoort onder de prediking van het Woord.

Maar nu zie ik daar uw vrouw zitten, en als ik het goed gezien heb, heeft zij opmerkzaam geluisterd. Misschien heeft zij op het gesprokene wel wat te zeggen.

Nu mannen, onder uw spreken is mijn hart opengegaan, en door genade mag ik zeggen: Zo heeft de Heere het mij geleerd, woordelijk is teruggekomen, hoe de Heere mijn blinde zielsogen geopend heeft voor mijn diep verderf, het werd voor mij een onmogelijkheid om zalig te worden, maar de Heere opende de Weg. In mijn natuurstaat heb ik wel eens gezegd: wat moet ik met het Evangelie doen; ik hoorde het wel, maar het paste niet, omdat er geen plaats voor was, maar de Heere kwam er plaats voor te maken in de weg van overtuiging en ontdekking, toen werd ik die ik was, een verloren en doemwaardig schepsel. In die weg ontsloot de Heere de beloften van het Evangelie in de openbaring van een geschonken Borg en Middelaar. Dan krijgt men een andere gang in het leven, de gebedsgangen gaan heen naar die geopenbaarde Zaligmaker, want dan gaat het om in die gezegende Persoon gevonden te worden; dan zie je toch dat in Hem alles is te verkrijgen wat ik mis. Voor dat werk wordt de ziel ingewonnen en overgebogen. Wat buig je dan diep voor de Heere als die wondere Weg, waardoor je kan zalig worden voor je zielsoog opengaat. Dat kan ik niet onder woorden brengen; ’t schijnt dan wel of dat je in een andere wereld gekomen bent; ’t is alles wonderlijk, en als ik dan denk hoe de Heere mij verder geleid heeft, en de Heere Jezus Zich geopenbaard heeft als Borg en Zaligmaker en dat aan zulk een schepsel, dan zeg ik wel eens: ik heb alles gekregen uit vrije genade, daarvoor komt alleen de Heere de eer en lof toe.

Vrouw, hiermee ben ik het met u van harte eens. Als je daarin mag komen wat de Heere gedaan heeft, en dat werk onderhoudt, niettegenstaande onze afmakingen en ons natuurlijk bestaan, dan schiet er niets over dan verwondering, en een lage gestalte des harten.

Wij gaan na gebed weer een ieder tot het zijne.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

UIT DE PRAKTIJK 44

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's