Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ATTENTIE Pas op voor de vossen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ATTENTIE Pas op voor de vossen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vossen staan bekend om hun listigheid, hun slimheid.

Op listige slimme wijze proberen zij altijd aan hun prooi te komen.

De Bijbel spreekt ook op verschillende malen over de vossen. Wij lezen van Simson, dat hij er op eenmaal driehonderd heeft gevangen.

Valse leraars worden in de Schrift ook wel vossen genoemd. Wij lezen in Ezech. 13 : 4: „Uw profeten, o Israël! zijn als vossen in woeste plaatsen”, en tot die sluwe listige Herodes moest eens gezegd worden: „Gaat heen en zegt die vos”! Herodes was zó sluw en listig, dat hij deed vóórkomen alsof hij Jezus gaarne hoorde, maar inmiddels beraadslaagde hij om Jezus te doden.

Die sluwheid, die listigheid vindt men helaas ook in de wijngaard van de kerk des Heeren. Door list werd de mens ten val gebracht, want de slang was listiger dan al het gedierte des velds, en door list probeert men ook in de kerk des Heeren menigeen ten val te brengen. Bekend is daarom het woord uit het Hooglied van Salomo: „Vangt gijlieden ons de vossen, de kleine vossen, die de wijngaarden verderven”.

Door alle eeuwen heen is de kerk des Heeren al door een menigte van vossen bedreigd. Grote vossen en kleine vossen! Die grote vossen worden in de Schrift ook wel wolven genoemd! Wolven in schaapsklederen! Maar wacht u voor de valse profeten — zo zegt de Schrift — dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn ze grijpende wolven. Zelfs spreekt de Schrift over „zware wolven”, die de kudde niet sparen — die gehele huizen verkeren — en welker woord voorteet gelijk de kanker!

Hoevele zielen werden reeds door die vossen, door de wolven in schaapsklederen verscheurd, hoevele gemeenten verwoest! En dat gaat zo dóór, niet het minst in onze tijd. De kleine vossen — zo heeft eens iemand gezegd — dat zijn weer kinderen van de grote vossen, en zo zien wij vandaag aan de dag allerlei oude ketterijen in een nieuw „godsdienstig” kleed. Zó sluw en zó listig komen al die grote en kleine vossen thans tot ons, dat zo het mogelijk ware zij zouden zelfs de uitverkorenen verleiden! En dan klinkt elke dag de stem van die grote verleider, tot jong en oud door: „Is het ook dat God gezegd heeft? ”

Zo is de taktiek van alle verleiding nog steeds het twijfel zaaien. Het lospeuteren van wat door alle eeuwen heen als een vaststaande waarheid heeft gegolden. Allerlei kleine, zogenaamd onschuldige dingen moeten daartoe medewerken. Gaat het over het Schriftgezag, dan spreekt men over „tijdgebondenheid”, gaat het over de Schriftverklaring, dan spreekt men over „vrijheid van de exegese”, gaat het over de belijdenis, dan spreekt men over „de kern” van het belijden, gaat het over allerlei vernieuwingen in het kerkelijk leven, dan spreekt men over „de wisseling van de vorm”, maar het behoud van het wezen, gaat het over een nieuwe zangwijze, dan spreekt men zelfs over „een terugkeren tot het ouderwetse zingen”.....

O die vossen, die kleine vossen, ze zijn zo slim, dan moet het ouderwetse dienst doen om het meest moderne zo langzamerhand tot invoering te krijgen, terwijl als het gaat over een ouderwetse bekering, een ouderwetse geloofsbeleving zoals deze door de oudvaders naar voren is gebracht, men direkt de stekels opzet.

Hoe noodzakelijk blijft daarom de vermaning: „Vangt gijlieden de vossen, de kleine vossen, die de wijngaard bederven”. Vangt de kleine vossen van de zgn. middelmatige dingen, waarbij niet anders bedoeld wordt dan om het wezen der dingen te verloochenen!

Vergeten wij hierbij niet de kleine vossen, die leven in het hart.

Zegt de Schrift ons niet: „Arglistig is het hart meer dan enig ding, ja dodelijk is het, wie zal het kennen? ” Ik denk aan de kleine vossen van het beredeneren van de waarheid, het pasklaar maken van de waarheid, het in systeem brengen van de waarheid, het laveren met de waarheid, zó dat niemand pijn gedaan wordt dóór de waarheid. Dan houden die kleine vossen ons op de been, in ons eergevoel, in onze grootheid, in onze hoogmoed, in onze hoogachting bij de mensen.

Juist omdat die kleine listige vossen zo gevaarlijk zijn, zegt de Heere in Zijn Woord: Vangt ze! Vangt die kleine vossen, die de wijngaard bederven!

Welk een taak ligt hier voor de kerk!

Welk een taak ligt hier voor de dienaren des Woords, om al die vossen op te sporen, om al hun listigheid te ontdekken, ze te ontwapenen en krachteloos te maken. Om als het niet anders kan, al die vossen buiten de wijngaard des Heeren in de ban te werpen! Eén dode vlieg — zegt de Schrift — doet de zalf des apothekers stinken. Zo kan één kleine vos heel de kerk des Heeren bederven.

Wij lezen in de algemene brief van de apostel Judas: „Geliefden! alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot dit oordeel tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en de enige Heerser, God, en onze Heere Jezus Christus verloochenen. Maar ik wil u indachtig maken, als die dit eenmaal weet, dat de Heere het volk uit Egypte verlost hebbende, wederom degenen, die niet geloofden, verdorven heeft. En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard”.

Hoe klemmend moet daarom vooral in onze tijd het vermaan doorklinken: „Vangt de vossen! De kleine vossen, die de wijngaard bederven”.

Simson ving op één moment drie honderd vossen! Alleen de meerdere Simson zal ons kunnen leren om in de weg van biddend worstelen en worstelend bidden al die grote en kleine vossen in de kerk, in ons hart en leven te ontdekken, te vangen en te doden, opdat de hemelse Bruidegom moge komen tot Zijn hof en eten van Zijn edele vruchten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1970

Bewaar het pand | 4 Pagina's

ATTENTIE Pas op voor de vossen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1970

Bewaar het pand | 4 Pagina's