Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPGEMERKT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPGEMERKT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De rubriek "Opgemerkt" vervult een bijzondere functie in ons blad. Nauwkeurig wordt hierin het "frontpaginanieuws" van met name "De Banier" gevolgd. Zelfs regelmatige lezers van het partijblad merken niet altijd de finesses die zijn ontsnapt aan een met raffinement gebruikte pen. Vandaar dat "In het Spoor" zulke publicaties niet onopgemerkt voorbij wil laten gaan. Ds G.Overduin van Werkendam heeft zich bereid verklaard, hier voortaan het opmerkelijke van Banier-artikelen waar nodig aan te tonen.

De Banier van 9 januari 1981 "Abortus onder de C.D.A.vlag" Daar schrijft Ds.Abma: De slotconclusie van dit artikel van het verslag moet evenwel luiden "Dat het zeer betreurenswaardig is, dat in de hoogst ernstige aangelegenheid van leven en dood van ongeboren leven, machtspolitieke factoren van uitermate doorslaggevend gewicht bleken te zijn".

Is dit niet een zeer slappe conclusie? Is het niet meer dan "zeer betreurenswaardig"? Als wij letten op de Heilige Wet des Heeren en daarvan het zesde gebod. Gij zult niet doden! Dan is het een zeer goddeloze en Godonterende zaak. dat het wetsvoorstel van Ginjaar en de Ruiter is aangenomen. Maar is het ook zeer oppervlakkig om zulk een conclusie te stellen. Waar Nederland straks een gelegaliseerd moordenaarshol wordt. Waarom geen principiële conclusie gegrond op Gods Woord? Zijn wij dan benauwd dat wij des Keizersvriend niet meer zijn?

Een eind verder lezen wij in hetzelfde commentaar: "Aan de bewaring van Gods geboden en belofte in eigen kring is een zware slag toegebracht. Daar ligt het ernstige bezwaar tegen de genomen beslissing". Wie is die eigen kring? Want de geboden en belofte des Heeren is zeker een zware slag toegebracht in zulk een commentaar. Want daar ligt niet een ernstig bezwaar. Neen daar ligt het gans onmogelijk! Want de Heere alléén geeft leven en neemt leven. President Reagan spreekt in die weg duidelijker taal dan Ds.Abma in ons partijblad.

Het ware te wensen dat wij eens eerlijk-makende genade kregen om de zonden in der waarheid bij de naam te noemen. Want hebben wij er nog last van dat wij-met onze slappe houding de naam des Heeren komen te lasteren? Of moet van ons gelden wat er staat in Openbaring 3 : 16. Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik za! u uit Mijn mond spuwen, De Heere mocht nog eens meer Godsvreze geven dan mensenvrees. Alsdan zal ook het Banier-commentaar daarvan onbedekt spreken.

De Banier van 16 januari 1981. "VERGIF EN VUILNIS"

Is het nodig als wij spreken over vergif en vuil, om artikel 36 en 37 van onze confessie aan te halen? Zeker ligt er voor de overheid in die weg naar artikel 36 we! een taak. Maar dat is een taak van het zwaard niet tevergeefs te dragen. Opdat de bozen gestraft worden, en de vromen beschermd. En artikel 37 leert ons de zaken van het laatste oordeel. Kunnen wij daar zo maar op radio-actief afval betrekken? En een eind verder lezen wij: "Wij moeten er ook zorg voor dragen dat er nog wat overblijft voor het nageslacht."

Is zo'n uitspraak niet wat mager? Wij zullen niet allereerst omkomen door vuil en vergif. Maar wij komen vooral om door het vergif van de zonden en het vuil daarvan. En moeten wij dan als goddelozen en vijanden Gods, wat achterlaten voor ons nageslacht? Is zondag 10 dan niet meer waar voor ons nageslacht? Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods? Wil dat dan zeggen dat wij met vuil en vergif maar raak moeten leven? Neen! Maar al zou er geen vuil en vergif zijn, dan nog kunnen wij voor ons nageslacht niets achterlaten. Wij kunnen beter ons nageslacht wijzen op de zegen die de Heere komt te schenken als wij Hem vrezen en dienen mogen. En dan op grond van Gods dierbaar Woord, principieel getuigen. Want de ganse aarde is vergiftigd, ja vervloekt om onzentwil. En dat door de diepe val. Als we dat eens mogen inleven, dan laten wij niet zoveel goeds achter voor ons nageslacht. En zeker niet als wij met de tijdgeest meegaan Spreekt ons zachte dingen. Want dan is het niet allereerst het radio-aktief afval watonsophetemd komt te wijzen. Neen, dat is ons zondig en goddeloos leven. Dat is ons zouteloze leven, God wat en de wereld wat. Wij laten een halfslachtig leven achter.

Maar onze oude Ds.Zandt, Ds. Kersten en Ir. v.Dis lieten een Schriftuurlijk, principieel leven en getuigenis achter. Die hebben niet gekeken wat men van hen zei, geen vriendschap gezocht met de vijanden. Maar zij hebben ons door genade achtergelaten hoe zij menigmaal door genade in de diepte hebben vertoefd. Zoekende de eer des Heeren en het heil van land en volk, vorstenhuis en onderdanen, maar ook van de ërve des Heeren De Heere mocht dan in die weg ons maar doen inleven, dat vergif van de zonden. Opdat wij onze rechtvaardige Rechter nog om genade leren smeken. Opdat wij in en door Christus nog met een vergevend God van doen kregen. Want in al deze zaken zien wij dat het ene vergif bij het andere komt, en dat het einde van alle dingen nabij is. En Christus zegt: Wat ik u zeg, datzeg Ik u allen: Waakt!

De Banier van 23 januari 1981: "CONTOUREN VAN HET TOEKOMSTIG TOURNOOI"

Zo gaan wij nu spreken over de a.s. verkiezingen. Alsof dat een voetbalwedstrijd is. Allerlei suggesties werden er gedaan. En allerlei zaken en misschientjes aangehaald. Maar geen bede te vinden of de Heere nog eens wonderen zou willen werken. Opdat er nog eens een regering mocht komen die in der waarheid dienaresse Gods zou mogen wezen. Om ons te mogen regeren vanuit en naar Gods dierbaar Woord.

Maar dat is dan ook geen wonder, als wij een meditatie op de andere bladzijde lezen over Nathanaël. Wat aan zijn roeping vooraf ging. Wat lezen wij daar? "Wanneer wij hardnekkig van de verkiezing wensen uit te gaan en wanneer wij niet willen erkennen en waarderen en dus ook niet de roeping als zodanig willen aanvaarden, alvorens wij over de verkiezing zekerheid hebben, vervallen wij, of liever volharden wij in het euvel dat wij als God willen zijn". Dat is nog al wat van onze geachte voorzitter om zo te spreken. Want de verkiezing te handhaven, dat is het niet waarom wij als God willen wezen. Maar het eten van de boom der kennis en des goeds en des kwaads in het Paradijs. Want dat had de Heere ons verboden.

En dan lezen wij nog verder: "Met zijn wonderdadige en krachtdadige roeping trekt de Heere voor het eerst onze aandacht." Wat een oppervlakkig geredeneer toch. Is het een wonder dat er in onze dagen zoveel bekeerde mensen, en avondmaalsgangers zijn? Als de Heere ons gaat roepen met een krachtdadige en inwendige roeping, dan trekt dat onze aandacht niet. Neen dan gaan wij inleven, dat wij in de hel thuishoren vanwege erfsmet en erfschuld. Dan worden wij een verdoemelijk schepsel die als een vuurbrand uit het vuur gered zal moeten worden. Dan hebben wij niets anders verdiend dan dat de Heere ons rechtvaardig wegwerpt en dat voor eeuwig. Maar het is toch geen wonder dat wij zo oppervlakkig leven en schrijven als wij zulke beschuldigingen durven schrijven aan hen die nog aan de oude waarheid mogen vasthouden. Die dat stuk van de eeuwige verkiezing mogen vasthouden, maar ook van de eeuwige verwerping naar Gods onfeilbare Woord en de Dordtse synode. En als wij die leer teniet willen doen met zulke beschuldigingen, dan komen wij openbaar als vijanden van vrije souvereine genade. Dan lezen wij het wel: de mens wat en God wat.

Maar wij zouden Ds. Abma toe willen roepen: blijf bij de leer der vaderen gegrond op Gods dierbaar Woord en getuigenis. Juist het woord te mogen verkondigen uit de eeuwige verkiezende liefde , vandaan, bewaart ons voor de oppervlakkigheid. En deze leer, zegt de catechismus, maakt geen zorgeloze en goddeloze mensen. Wantdatzijn wij

in en uit de wortel vandaan. Want was er geen verkiezing dan waserook geen zaligheid. Maarde leer van Jakob heb Ik lief gehad, en Ezau heb Ik gehaat, heeft geen vijanden in de wereld, maar in en onder de godsdienst. Ja onder de predikanten die modern willen zijn. Als wij die leer mochten vasthouden, dan zouden wjj onze meditatie niet zo dwaas eindigen, om te schrijven dat wij niet weten wat er voorafging. "Maar dat zien en horen wij wel als wij komen". Als wij moeten zien en komen, dan is het voor eeuwig kwijt. Dan is het einde van ons allen de eeuwige rampzaligheid. Maar Nathanaël kwam door de trekkende liefde des Vaders. Dat is een Goddelijk komen en niet een komen vanuit de mens. En dat Goddelijk komen kennen wij juist niet als wij de leer der verkiezing niet vasthouden. De Heere mochtonze voorzitter nog eens terugbrengen, want dan zouden wij wat anders gaan lezen.

De Banier van 13 februari 1981: "PLANBUREAU MET SOMBERE PROGNOSE".

Wij lezen in dit hoofdstuk datde Heerede wijsheid der wijzen zal doen vergaan. En dit is zeker waar. Maar zou het niet zaak zijn dat WIJ eens in der waarheid mochten bekennen: Wij hebben God op het hoogst misdaan, wij zijn van het heilspoor afgegaan. Dan beginnen wij niet bij de wijzen maar bij onszelf. Want daar ligt de grote oorzaak. Daar ligt de breuk, dat de Heere met ons een twist heeft, en dat is niet om uitte drukken. Wij kunnen nog steeds naar een ander wijzen; maar eens op ons zelf te wijzen dat is genade. Dat zou vernederen en vertederen. Dat zou diep in het stof doen bukken, voor de heilige God. Smekende of de Heere nog genade wildeschenken. Want het planbureau kan met een sombere prognose komen. Dat maakt dan nog een beetje indruk op ons. Maar als de Heere schrijft in Zijn dierbaar Woord: Wie Mij verlaat heeft smart op smart te vrezen, dan maakt dat niet zoveel indruk, maar daar ligt de oorzaak. Want het gaat op de grote revolutie aan.

Want waar blijft het krachtige protest van de Banier tegen al de ongeoorloofde kraakakties bijvoorbeeld?

Krakers kosten Nederland miljoenen. Diedestaat nog armer maken. Waar blijft de overheid die in die weg een dienaresse is van de Heere? Zij draagt het zwaard niet tevergeefs. Daar zien wij nu in dat wij van het heilspoor afgegaan zijn. Waar blijft dan toch in ai die commentaren het getuigende element? Het staan in de kracht van het Woord des Heeren is toch zo noodzakelijk. Dan zouden ook onze jongeren nog zien en lezen, dat de vreze des Heeren ons deel mocht zijn. Maar in zulke commentaren doen wij niemand pijn en hebben de massa mee, maar krijgen wel de Heere tegen. Want de Godsvreze zal in ons leven openbaar moeten komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

In het spoor | 16 Pagina's

OPGEMERKT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

In het spoor | 16 Pagina's