Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale media op de weegschaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale media op de weegschaal

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het beoordelen van de sociale media is niet eenvoudig. Ze hebben naast kwalijke ook positieve kanten en worden meer en meer vereist voor het functioneren in de huidige samenleving. Daarom is radicale afwijzing volgens dr. Steef de Bruijn onhoudbaar. „Toerusting en gewetensvorming zijn mijns inziens de enige begaanbare weg.

Voor de oudere generatie zijn de ontwikkelingen op het terrein van de sociale media nauwelijks bij te houden. Terwijl 40-plussers hun eerste stappen zetten in het gebruik van een nieuw medium, schakelt de jeugd alweer over op iets anders.
Recent onderzoek van het lectoraat nieuwe media wees uit dat driekwart van de 13-jarigen vandaag een smartphone heeft. Onder de 18-jarigen is dat ruim 95 procent. Vrijwel alle smartphonebezitters gebruiken dagelijks WhatsApp. Getwitterd wordt er nauwelijks onder jongeren. Ook het gebruik van Facebook is in de achterliggende drie jaar licht afgenomen. Daartegenover steeg het dagelijks gebruik van Instagram in drie jaar van 9 naar 35 procent. Snapchat wordt door een kwart van de jongeren dagelijks gebruikt.
Dr. Steef de Bruijn, adjunct-hoofdredacteur van het RD en lector nieuwe media bij Driestar Hogeschool, volgt de ontwikkeling op de voet. „Je ziet een paar trends. De eerste is dat jongeren van de meer openbare naar de meer besloten platforms gaan. Een tweede trend is dat ze vooral worden aangetrokken door platforms waar beeldgebruik een grote rol speelt.
Door deze media kun je letterlijk laten zien wie je bent. Op Instagram gebeurt dat met afgelakte beelden. Je poetst jezelf wat op. Met Snapchat deel je een soort beelddagboek van jezelf door middel van pure, vaak zelfs wat rauwe beelden. De ontvangers kunnen die een paar seconden zien. Dan worden ze gewist.”

Hoe beoordeelt u het gebruik van de sociale media in de gereformeerde gezindte?
„Ik bespeur daarin een bepaalde naïviteit. Men onderkent onvoldoende wat de beeldcultuur met ons doet, en wat het effect is van een veelheid aan prikkels op onze hersenen. Veel beelden en prikkels hebben bovendien een seculiere lading. Door ze toe te laten, neemt de weerstand daartegen geleidelijk af.
Daar staat tegenover dat ik ook veel zinvol en zelfs mooi gebruik van sociale media zie. Vooral WhatsApp geeft communicatiemogelijkheden die je je vroeger niet kon voorstellen. Veel families hebben inmiddels een familie-app, waarmee kinderen, ouders en grootouders informatie en beelden uitwisselen. Dat versterkt de gezins- en familiecultuur, zeker als familieleden niet in dezelfde plaats wonen.
Ook ambtsdragers gebruiken WhatsApp voor allerlei nuttige doelen. De gezamenlijke communicatie via WhatsApp biedt de oudere generatie de mogelijkheid om jongeren zo nodig op een subtiele manier te corrigeren.”

Er zijn ook de nodige voorbeelden dat ouderen zich juist laten meeslepen door de jeugdcultuur.
„Dat is inderdaad een gevaar, maar dat blijft niet beperkt tot de sociale media. Door gastlessen op reformatorische scholen heb ik een goed beeld van het mediagebruik in de gereformeerde gezindte gekregen. Ik schrik regelmatig als ik hoor wat kinderen die van hun ouders geen smartphone krijgen, thuis achter de computer doen en zien. Daar zit mijn aarzeling bij de oudercollectieven voor het weren van de smartphone. Als je dat apparaat tot de grote boosdoener maakt, besef je onvoldoende dat het deel uitmaakt van een breed geheel.
Hetzelfde hebben we met de televisie gedaan. Ik zeg niet dat het een verkeerd besluit was om de tv buiten de deur te houden. Het heeft de secularisatie in reformatorische kring afgeremd, maar toen begin 2000 de DVD-drives kwamen, stonden reformatorische jongeren zonder enige toerusting tegenover de beeldenstroom die ineens onder handbereik kwam.
Ik voorzie hetzelfde bij de groep die pas op 16- of zelfs 18-jarige leeftijd een smartphone krijgt. Het is verstandig om jongeren bijtijds te leren er verantwoord mee om te gaan, te meer omdat hij in vrijwel alle beroepen tot het vaste gereedschap behoort. Het heeft daarom weinig zin om de smartphone te bestempelen als een doos van verderf. Het probleem zit in ons hart.”

Waar zie u vooral ontsporingen in het gebruik van de sociale media?
„Ik denk dan met name aan het tijdsbeslag. We laten ons gemakkelijk meeslepen door de stroom aan berichten die binnenkomt. Er is recent een informatief boek verschenen van de Vlaming Theo Compernolle, onder de titel ‘Ontketen je brein’. Hij waarschuwt daarin voor het interrumperende karakter van de moderne media. In ons brein verwerken we informatie op drie manieren: we kunnen heel snel reageren op prikkels, diep nadenken over een onderwerp of informatie opslaan in ons geheugen. Het brein moet de tijd en de rust krijgen om tot nadenken, overwegen en reflectie te komen. Word je afgeleid, dan duurt het minuten of zelfs tientallen minuten eer je op het oude niveau van reflectie bent.
Geef je voortdurend toe aan nieuwe prikkels, dan stoort dat het geconcentreerd nadenken en diepgravend bestuderen van een onderwerp. Dat is een enorm risico voor de identiteit van de gereformeerde gezindte. Het toegeven aan de prikkels stimuleert bovendien de aanmaak van dopamine in de hersenen, wat een genotsensatie geeft, met het risico van verslaving. Daarom moeten we het gebruik van sociale media afbakenen in de tijd, meldingen uitschakelen, en tijdens een gesprek de smartphone wegleggen. Zelfs het zien ervan beïnvloedt de concentratie.”

Vraagt deze realiteit niet om radicale keuzes, zoals die van de genoemde oudercollectieven?
„Ik begrijp de opkomst daarvan, als reactie op het gretige en ondoordachte gebruik van de nieuwe media binnen de gereformeerde gezindte. Dat geeft ook mij grote zorgen, maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Er is ook zinvol gebruik. Het probleem is de verwevenheid van nuttige en bezwaarlijke kanten van de smartphone met de daaraan verbonden media. Hoe je het wendt of keert, die vormen een essentieel onderdeel van de huidige samenleving, de economie en het onderwijs. Daarom is toerusting en gewetensvorming mijns inziens de enige begaanbare weg. Media-opvoeding kan niet vroeg genoeg beginnen. Gelukkig zie je in de breedte van de samenleving de bewustwording over de negatieve aspecten van sociale media toenemen. Het zijn zeker niet alleen orthodoxe christenen die daar oog voor hebben.”


Eén grote zelfetalage
Door zijn achtergrond is de digitale wereld voor ds. Pronk vertrouwd terrein. Hij werkte tot 2011 in de it-sector. „Daar was het gebruik van moderne media vanzelfsprekend. Dat is door mijn predikantschap niet veranderd. Ik maak intensief gebruik van
WhatsApp, zit op Facebook en doe af en toe iets met Instagram. WhatsApp is handig voor het contact met catechisanten. Naar hun mail kijken ze weinig, op een WhatsAppje reageren ze direct. Omgekeerd laten ze zo soms weten dat ze niet naar de catechisatie kunnen komen. Dat soort contacten heb ik dagelijks.”
Facebook gebruikt de hervormde predikant passief. „Zelf post ik weinig. Via Facebook Messenger onderhoud ik contact met mijn zogenaamde Facebook-vrienden. Ik gebruik Facebook vooral om blijde en droeve gebeurtenissen te volgen van mensen die ik ken en om op de hoogte te blijven van wat er speelt onder de jonge generatie. Soms schrik ik ervan hoe gemakkelijk mensen schakelen van de wereld naar de kerk. Eén keer per dag scroll ik met mijn Smartphone door de berichten. Dat kost me een minuut of tien. Op een enkel bericht reageer ik met een kort antwoord of een like. Instagram gebruik ik op dezelfde wijze.”
Met het concept van media als Facebook en Instagram heeft Pronk veel moeite. „Het is één grote zelfetalage, maar de realiteit is dat deze media zeker voor jongeren vanzelfsprekend zijn. Je kunt er niet omheen. Ik wil geen struisvogel zijn. Het laatste jaar valt me op dat de ouderen actiever worden op Facebook en de jongeren overstappen op Instagram en Snapchat. Zorgelijk vind ik dat het gebruik van deze media onder jong en oud ook op zondag doorgaat. Ik zou wensen dat ze er niet waren, maar het mijden ervan is vergelijkbaar met de houding van de kluizenaars in de eerste eeuwen. Ik vind het mijn plicht als herder om de schapen te volgen, en ze zo nodig te corrigeren.”

Ds. J.Th. Pronk, 52 jaar
Predikant van de Hervormde gemeente (PKN) te Sirjansland
Gehuwd, vader van 5 kinderen in de leeftijd van 11 tot 25 jaar


Mogelijkheden en kansen
Sinds een jaar of drie maakt ds. Van Blijderveen gebruik van Twitter. Om op de hoogte te blijven van het meest actuele nieuws en de twitterberichten van vrienden, bekenden en collega’s te kunnen volgen. „Af en toe deel ik iets met anderen. Vaak is dat een citaat uit een boek of een artikel dat me aanspreekt. Ik heb inmiddels een paar honderd volgers. Omgekeerd ontvang ik via Twitter soms waardevolle citaten, of een kort persoonlijk bericht. Voor een eventueel vervolg gebruik ik bij voorkeur e-mail.”
Inmiddels heeft de hersteld hervormde predikant ook een Facebookpagina. „Vanwege de vraag van gemeenteleden: ‘Weet u wat uw catechisanten allemaal op Facebook zetten?’ Daar had ik geen idee van, nu heb ik dat wel. Een enkele keer laat ik via Facebook weten wat mij bezighoudt. Ik gebruik dit medium verder om contact te leggen met catechisanten die ik niet zo frequent zie, zoals jongeren die elders studeren. Handig is ook dat Facebook je attendeert op verjaardagen.”
Van Blijderveen vindt niet dat hij door Facebook zo veel meer zicht heeft gekregen op de denk- en leefwereld van zijn schapen. „Dat had ik verwacht, maar bij de groep die ik wat volg, zijn het vooral de alledaagse dingen die worden gedeeld. Voor mij als predikant hebben die in het algemeen weinig toegevoegde waarde.”
Zelf is hij terughoudend in het actief gebruik van de sociale media. „Je krijgt snel ongewenste neveneffecten. Ook het tijdsbeslag vind ik een bezwaar. Daarom ga ik voorlopig niet op nog meer sociale media. Je kunt je tijd maar één keer gebruiken.
De keerzijde is dat deze media het eenvoudig maken om contact te onderhouden met mensen die je anders uit het oog zou verliezen. Voor mij overheersen de positieve kanten ervan. Je kunt er als kerk heel afwijzend tegenover staan - ik ben ook zeker niet blind voor de schaduwkanten - maar laten we ons vooral richten op de mogelijkheden en de kansen van de sociale media. Ook voor missionaire doeleinden.”

Ds. W.J.C. van Blijderveen, 28 jaar
Hersteld Hervormd predikant te Stolwijk/Moerkapelle
Gehuwd, vader van 4 kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar


Goede pastorale gesprekken
Ook in zijn werk als predikant zou ds. Droger de sociale media niet graag meer missen. Op vrijdag of zaterdag maakt hij via zijn Facebookpagina bekend wat hij op zondag gaat bepreken. „Veel gemeenteleden zijn Facebookvriend van me. Voor mijn catechisanten zette ik het huiswerk op Facebook.”
Sinds de aanschaf van een Smartphone gebruikt de christelijke gereformeerde predikant vooral WhatsApp voor het contact met de catechisanten. „Voor drie van de vier catechisatiegroepen en de belijdenisgroep heb ik WhatsAppgroepen aangemaakt. Dat communiceert snel. Eén groep bleef de voorkeur geven aan Facebook. Ze kunnen dankzij deze media niet meer beweren dat ze niet wisten wat het huiswerk was. Ik verwacht ook dat ze zich afmelden als ze niet kunnen. Dat werkt prima.”
Zijn Facebookpagina maakte Droger om langs deze weg contact te kunnen onderhouden met familie, vrienden van vroeger, leden van zijn vorige gemeente, leden van zijn huidige gemeente, catechisanten en collega’s. Omgekeerd houdt hij zo zicht op hun bestaan. De Facebookpagina’s van catechisanten zorgen zo nu en dan voor een pijnlijk moment. „Als ik zie waar ze soms op zaterdagavond zitten; in een café of bij een popconcert. Het geeft tegelijk de mogelijkheid om hen erop aan te spreken. Ik krijg ook geregeld vragen via Facebook binnen, soms van mensen die ik niet eens ken. Daardoor heb ik al heel wat goede contacten gehad, pastoraal en geestelijk.”
In het verstrekken van informatie over zijn privéleven via Facebook is de Vlaardingse predikant terughoudend. „Ik denk goed na over wat ik wel en niet deel. Vorig jaar ben ik in de herfstvakantie naar Israël geweest. Over die reis heb ik elke dag wat op mijn Facebookpagina gezet, met een paar foto’s erbij, zodat familieleden, vrienden en gemeenteleden konden zien wat ik die dag had gedaan. De meer persoonlijke informatie deel ik alleen met de eigen gezinsleden, via de familie-Drogerapp. Die wordt door ons zeer frequent gebruikt.”

Ds. C.J. Droger, 53 jaar
Predikant van de Christelijke Gereformeerde kerk te Vlaardingen
Gehuwd, vader van 6 kinderen in de leeftijd van 16-30 jaar


List van de duivel
Zijn smartphone met WhatsApp gebruikt ds. Huijser uitsluitend privé. Contacten in de gemeente legt hij via telefoon of e-mail. Nog liever spreekt hij mensen face-to-face. „Ik zie dat sociale media functioneel kunnen zien, maar wat mij tegenstaat, is het oppervlakkige ervan. Er is geen wezenlijk contact. Dat is een van de redenen waarom ik ze niet gebruik voor pastorale contacten.”
De schaduwzijden van de sociale media ziet ds. Huijser ook binnen zijn gezin. „Tieners staan met hun mobieltje op en gaan ermee naar bed. Elke dag krijgen ze een enorme hoeveelheid appjes binnen, maar echte vriendschappen zie ik steeds minder. Alles voltrekt zich binnen de vier stijlen van een display. Dat vind ik een enorme verarming. Echt contact vraagt om rust en persoonlijke ontmoeting. Veelzeggend is dat bij het contact via digitale media remmen wegvallen, waardoor mensen dingen tikken die ze in het persoonlijk contact nooit zouden zeggen.”
De predikant uit Sliedrecht krijgt zo nu en dan via de Facebookpagina van een bekende een beeld van wat catechisanten via Facebook uitwisselen. Dat stemt hem niet opgewekt. „Een grote groep schakelt moeiteloos tussen werelden die Bijbels gezien niet te verbinden zijn.” Hij beseft dat hij via een eigen Facebookpagina nog meer zicht zou hebben op hun leefwereld. „Maar ik vind het inconsequent om ervoor te waarschuwen en er tegelijk gebruik van te maken. Een groot bezwaar is voor mij het tijdverslindende ervan. Ik zie catechisanten zelfs op hun fiets appen en spelletjes spelen; vaders grijpen tijdens de pauze van een ledenvergadering meteen naar hun smartphone. Ik zie het als een list van de duivel om jong en oud te regeren door binnenkomende berichten en hen zo af te houden van de overdenking van de wezenlijke dingen. Afwijzing zou ik het mooist vinden, maar dat is helaas nauwelijks haalbaar. Wel moeten we door middel van Bijbelse gewetensvorming alles op alles zetten om onze kinderen te leren er op een verantwoorde manier mee om te gaan.”

Ds. A.T. Huijser, 37 jaar
Predikant van de Gereformeerde Gemeente te Sliedrecht
Gehuwd, vader van 4 kinderen in de leeftijd van 2 tot 15 jaar

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 mei 2016

Terdege | 132 Pagina's

Sociale media op de weegschaal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 mei 2016

Terdege | 132 Pagina's