Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk en de groepen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk en de groepen (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Permanente begeleiding
De kerk heeft op haar weg door de geschiedenis voortdurend allerlei groepen en bewegingen om zich heen gehad. Wie een handboek van de kerkgeschiedenis doorbladert vindt in de vroege periode de Montanisten en de Donatisten. De eerste was een profetische beweging met een sterke nadruk op het werk van de Heilige Geest. De tweede vormde een protestbeweging tegen een grote volkskerk. Zij wilde een heilige gemeente, die haar heiligheid in de wereld zou laten zien. In de middeleeuwen verschijnen allerlei min of meer chiliastische groepen met een sterk sectarische inslag, uit de tijd van de Reformatie kennen we de doperse beweging, die zich niet overal even rustig opstelde en hier en daar revolutionaire trekken vertoonde. In de na-reformatorische tijd ontwikkelen zich in heel West-Europa piëtistische groepen. In Nederland vallen dan vooral de Labadisten op, maar ook in Duitsland en Engeland kwam het tot soortgelijke verschijnselen. In de achttiende eeuw laat het Methodisme van zich spreken door een sterk missionaire drang en ijver om bekeerlingen te maken. Als een verre uitloper ervan mogen we de pinksterbeweging en ook de charismatische beweging beschouwen. In vele vormen presenteren zij zich en krijgen we ook in onze gemeenten er mee te maken. Het gaat ons ditmaal niet om een genealogie, die de wortels van deze groepen zoekt na te sporen. Ook hebben we geen analyse op het oog, die allerlei afzonderlijke facetten aanwijst. Het gaat ons om een peiling van de relatie tussen de kerk en de groepen. We willen trachten de onderlinge verhouding vast te stellen en als het mogelijk is willen we de vraag beantwoorden wat het ons te zeggen heeft dat we altijd weer in de geschiedenis en ook vandaag met groepsvorming naast of tegenover de kerken te maken krijgen.
Hoe ligt de relatie?

De groepen en de kerken
Onder een groep kunnen we een „bewuste collectiviteit" verstaan; een groep mensen verzamelt zich bewust om een ideaal. De naam zegt, dat het eigenaardige van de groepen ligt in de sociale of sociologische sfeer. Als we dat zo, wat neutraal zeggen betekent dit dat we te maken hebben met een verschijnsel, dat vragen oproept inzake de leer van of omtrent de kerk.
Globaal gesproken kan men drieërlei soort houding van de groepen ten opzichte van de kerk opmerken. Er zijn er, die zich heel sterk tegen de kerk afzetten. Hun houding is critisch. De kerken krijgen allerlei verwijten te horen. Er is te weinig geloof, werkelijke kracht van het geloof. Of het ontbreekt aan een duidelijke verwachting: er is geen werkelijke hoop, beleven van de toekomstverwachting in de kerk. Of men constateert een waarneembaar tekort aan liefde. Op deze manier heeft men de verwijten wel gerubriceerd: gebrek aan geloof, hoop en liefde (Boerwinkel).
Dikwijls worden de verwijten anders geformuleerd. Men hoort heel vaak, dat aan het veelkleurige werk van de Geest geen recht wordt gedaan. Vooral van de kant van de pinksterbeweging en van de charismatische beweging hoort men dit. Opnieuw komen er klachten over het ontbreken van heiligheid in de kerk. Men mist er het radicale streven naar een totale heiliging van het leven. Vooral het radicale, het volledig ernst maken met alle geboden voor heel het leven bedoelt men dan. Dit hangt heel vaak samen met datgene wat men van een gemeente verwacht: warmte, gemeenschap, saamhorigheidsgevoel. Men komt het bij de officiële kerk maar al te weinig tegen. Men is teleurgesteld in het persoonlijk contact, teleurgesteld in het pastoraat. Men voelde zich eenzaam, en werd in de gemeente niet opgevangen.
Soms liggen de klachten op het terrein van de prediking. Deze mist het appellerend karakter, men voelt zich niet aangesproken. In eigen persoonlijke vroomheid voelde men zich miskend. Zo stelt men zich uit een veelheid van motieven negatief op, critisch ten opzichte van de kerk.
Er zijn ook verschijnselen die ons doen zeggen, dat de groepen tegen de kerken aanleunen. Niet altijd geschiedt dit bewust. Maar zoals bij een oude kathedraal tegen de sterke buitenmuur de kleine huisjes gebouwd zijn, zo leunen de groepen soms tegen de kerken aan. Ze teren in zekere zin op de structuur van de kerken en op het geloof van de kerken. De grote waarheden van het christendom zijn daar bewaard gebleven in eeuwenoude confessies en liturgieën. Zij hebben zo de eeuwen doorstaan. En daarvan weten de groepen, ofschoon zij zich critisch opstellen, gebruik te maken. Ze zijn zo bij tijden als de meeuwen rondom het grote schip. Ze blijven in de buurt, al behoren ze niet bij de gading.
Een derde manier waarop de groepen zich tegenover de kerken opstellen is die van een zekere onverschilligheid. Wat in de kerk gebeurt is eigenlijk onbelangrijk. Het raakt het wezen van de zaak niet. Het doet ook niet zo veel kwaad. Vanuit dit gezichtspunt krijgen groepsmensen soms het advies, om de kerk niet te verlaten.
Het kerkelijke leven komt immers overal op hetzelfde neer. Daarom moeten de mensen binnen de gemeente tot groepsvorming overgaan. De gedachte van de celvorming wordt gehanteerd, die moet dienen om de hele gemeente te vernieuwen. Soms laten mensen zich in een sfeer van geheimhouding opnieuw dopen, om daarna binnen de eigen gemeente hun gedachten te propageren.
Critisch, onverschillig, of tegen de kerken aanleunend: altijd is er een relatie van de kant van de groepen, al is zij louter negatief.

De kerken en de groepen
De houding van de kerken ten opzichte van de groepen is in het algemeen moeilijk op één noemer te brengen. Zij gaat van irritatie tot tolerantie.
Hoe kleiner kerk, hoe meer er soms sprake is van geprikkeldheid. Men voelt zich soms in eigen bestaan bedreigd. Of men weet ook niet goed eigen houding en beleid te bepalen. Niet altijd is dit teken van kracht, van overtuigd belijden. Wat de groepen voorstaan is ook niet altijd duidelijk. Bovendien is het optreden ervan niet immer zonder agressie. Vandaar de irritatie.
Soms is er sprake van een soort van souvereine veronachtzaming. Men negeert dan het verschijnsel, ook wanneer het zich in eigen gemeente voordoet. Men gaat er - lang niet altijd in verlegenheid - aan voorbij. Soms laat men eenvoudig de mensen als lastig schieten. In het pastoraat weet men er geen raad mee. In de prediking gaat men ook niet op de zaken in. Wanneer de kerken zich stellen op het standpunt, dat we in de groepen een onbetaalde rekening gepresenteerd krijgen, ervaren zij de groepen als een soort geweten van de kerk. Dan is men ook al spoedig daar, waar men in een positieve tolerantie en in een brede catholiciteit de groepen accepteert. Daarvan zijn vanuit het verleden en ook uit onze tijd wel voorbeelden bekend. Een brede oecumenische opstelling is daaraan niet vreemd. Er is soms maar een klein verschil, lijkt het wel, tussen catholiciteit en zucht tot relativeren.
Op dit punt aangekomen dienen we te onderscheiden. Willen we over de verhouding tussen de kerk en de groepen nadenken, dan moet vaststaan, dat we niet te maken hebben met haeresie of ketterij. Ketterij is een afwijking van het geloof op wezenlijke punten. Daarom staat de kerk principieel ánders ten opzichte van Jehova's getuigen en Mormonen dan ten opzichte van Pinksterbeweging en Charismatische beweging. Men kan niet zeggen dat de laatste van het christelijk geloof zijn afgevallen. Daarom kan onze houding tegenover hen niet alleen negatief zijn. Maar is er dan wel iets gemeenschappelijks? Stellen zij zich niet puur schismatiek op, zó dat de eenheid van de gemeente verbroken wordt? Inderdaad is er in vele gevallen sprake van een presentatie die het fundament van de eenheid doet wankelen.
Maar dit mag ons er niet toe bewegen, om het luisteren te vergeten en na te laten. Daarmee willen we een volgende keer D.V. verder gaan.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1981

De Wekker | 8 Pagina's

De kerk en de groepen (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1981

De Wekker | 8 Pagina's