Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijk Gereformeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijk Gereformeerd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De woorden Reformatie, Reformeeren en alzoo ook Gereformeerd zijn ontleend aan het schriftwoord Rom. 12 : 2, dat in de Latijnsche overzetting luidt: nolite conformari huic seculo, sed reformamini in novitate sensus vestri. Reformamini = „wordt veranderd” is de vertaLIng van het oorspronkelijke woord, dat eene zedelijke, eene geestelijke omkeering aanduidt, in welken zin het woord reformeeren dan ook steeds in de oude kerk werd gebruikt, maar ook dientengevolge eene omkeering, eene hervorming van het uitwendige leven. Ook in de Roomsche Kerk werd het woord gebezigd. Zoo verklaarde Paus Adriaan VI, dat hij eene reformatie der Kerk begeerde, en gaf Paulus III eene Bulla Reformationis.
Het kon wel niet anders of toen het diep verval der Kerk duidelijk geworden was, en gearbeid werd om een beteren toestand te weeg te brengen, het woord „Reformatie” genomen werd, om den wensch en het doel uit te drukken, terwijl zij die aan de herstelde kerk zich aansloten den naam Gereformeerden ontvingen, een naam uit Frankrijk overgekomen (Eglises Reformées),doch meer door de volgelingen van Calvija dan van Luther aangenomen.
De Luthersche Kerk toch behield zooveel mogelijk wat in de Roomsche Kerk in gebruik was naar haren i-egel: „Wat niet tegen de schrift is, is voor de schrift en de schrift is daar voor.” De Calvinisten verwierpen daarentegen alles wat niet in de schrift geleerd was of uitdrukkelijk daarmede overeenstemde, zoodat bij deze meer eene geheele omkeering werd gezien. In Nederland schijnt de naam eerst na het invoeren der Confessie in 1563 burgerrecht te hebben verkregen. In de „geschiedenis der Ned. Herv. Kerk van Ypey en Demout lezen wij dienaangaande: „Bij de vestiging der godsdienst gemeenschap der Nederlandsche Melanchtonianen,Zwingelianen en Calvinisten, namen zij met de godsdienstbegrippen van hun Fransche geloofsgenooten den naam over van Hervormden of Gereformeerden, een naam, waarmede de Zwitschersche broeders toen ook gaarne wilden genoemd zijn.”
Die naam werd echter niet afzonderlijk gegeven, maar alle belijders, die Rome’s Kerk hadden verlaten, werden met den gemeenschappelijken naam van Evangelisch Gereformeerden geheeten. De naam „Evangelisch Gereformeerde Religie” komt onder anderen voor in „Unie en Verbont tusschen die Staten en de Steden van Holland en Zeeland 15 Apr. 1576,” en in „Resolutiën van de EdelMogende Heeren Staten van Hollandt” 14 Juni 1583. Hoelang die naam is gebleven, kon mij niet duidelijk worden. Wel blijkt het, dat de Lutherschen meer het woord„Evangelisch” aan zich hebben getrokken, terwijl de Calvinisten, misschien eerst Gereformeerde Evangelischen werden geheeten. Aldus toch schrijven Ypey en Dermout: „Voorheen werden alle Protestanten hier te lande zonder onderscheid dikwerf reeds Evangelisch Gereformeerden, dat is Evangelische belijders van eenen Hervormden of verbeterden toestand genoemd. Doch na het jaar 1562 hebben de Lutherschen den naam van. Evangelischen en de Calvinisten die van Gereformeerden gedragen. De Lutherschen werden ook Evangelisch Lutherschen genaamd en de Hervormden somwijlen met den naam vereerd van „Gereformeerde Evangelischen.” Uit het Kerkelijk Placaatboek blijkt het echter dat de naam Gereformeerd ook toen niet zonder meer werd gebezigd. Immers in talrijke stukken van vroegeren en lateren tijd wordt steeds gesproken van „de ware Christelijke Gereformeerde ReHgie.”
Zoo lezen wij in de „Resolutie,- vertoog van Gedeputeerden der Classen Synodaal van Zuiden Noord-Holland enz. van 31 Juli 1608: „De Staaten van Holland en West-Vriesland — in recommandatie hebbende alle hetgeene tot welstand en opbouwinge der Christelijke Gereformeerde Religie is strekkende, en dat haer Edele Mog. daeromme geresolveert zijn tusschen den 10 en 20 Oct. eerstkomende ’alhier in de Hage te doen houden een Provinciale Synode van Holland en West-Vriesland tot weeringe en wegneminge van alle oneenigheden en misverstanden, die in het stuk van de leere onder de kerkendienaren mogen wezen tot invoeringe van alle eenigheid, liefde en goede correspondentie onder de kerkendienaren en hebben de remonstreerende kerkendienaren ernstelijk vermaant teneinde syluiden elk in den haeren, bij haere meedekerken dienaren en andere leedematen der Christelijke Gereformeerde Religie, daartoe alle goede ofiicieuse devoiren te willen doen.”
Wil men een bewijs uit den tijd na de Dordsche Synode? Men leze dan in het Kerkelijk Placaatboek II, pag. 371.
Resolutie op de Remonstrantie van de Gedeputeerden van het Zuid-Hollandsche Synode, tot conservatie van de Gereform. Religie tot Vaals en andere plaatsen van Overmaase.

Den 22 Dec. 1657.
»Is ter vergaderinge geleesen seekere Remonstrantie, uit den naame en van weegen de Gedeputeerden des Synodi van Zuidholland, aan haar Edele Groot Mog, gepresenteert, recommandeerende en versoekende de goede voorsorge en coöperatie van haar Edele Groot. Moog. tot conservatie en vorderinge van de waare Christelijke Gereformeerde Religie in de kerke van Vaals e. a.
Wil men meer, men zie op pag. 364 de «Resolutie, die van Rotterdam een seevende Predicant toegestaan” 12 Dec. 1651; of «Resolutie der Staten-Generaal in de groote vergadering” van 27 Jan. 1651; op pag. 372 in de «Resolutie noopende de klagten van verdrukkinge der Gereformeerden in Gulik” 25 Jan. 1658; in het «Reglement op de politycke Reformatie in de Meyerije van ’s Hertogenbosch van 1 April 1660. Wil men meer aanhalingen of aanwijzingen wij zijn bereid ze te geven, alle, waarin bepaald «Christelijk Gereformeerd” als de officieele naam voorkomt.
Waarschijnlijk is later bij verkorting het woord «Christelijk” weggelaten en alleen van Gereformeerd gesproken.
Zoo vinden wij voor de Acta van de Dordsche Synode: «Praefatio (=r voorrede) adReformata Christi Eiclesias ( = kerken), terwijl vervolgens nog slechts wordt gesproken nu eens van Ecclesiae Belgicae en dan weder van Ecclesiae Reformatae. Naar den tijd, wanneer van den officiëelen naam het woord «Christelijk” voor goed weg gelaten is, kon ons, bij ons onderzoek, niet duidelijk worden. Dat de naam «Gereformeerd” plaats heeft gemaakt voor den Nederlandschen: «Hervormd” is bekend.
Geheel in strijd hiermede is door de Synode der Doleerenden, volgens de «Acta der vierde voorloopige Synode van Ned. Geref. Kerken,” 7—16 Juni, pag. 433, beweerd: In de 16e en 17e eeuw nu was de naam, dien onze Kerken Kerkrechterlijk en Staatsrechterlijk voerden, die van: "Gereformeerde Kerken,” en zulks al dan niet met de bijvoeging van «Nederlandsche.”“ Herhaalde malen wordt dat »Gereformeerde Kerken” vervolgens «de aloude naam” geheeten, en op pag. 135 gezegd: «Wel is ook in de 16e eeuw de uitdrukking «Christelijke Gereformeerde religie” gebezigd, gelijk dit bijvb. geschiedt in het consent van de Staten-overzetting, maar dan is niet «Christelijke” maar «Gereformeerde” de nadere bepaling, en bedoelde men: de Christelijke religie in Gereformeerden zin. Op zich zelf zou er dus geen bezwaar bestaan, om den naam aan te nemen van »Gereformeerde Christelijke Kerken” maar wel is het ongeraden, het woord »Christelijk” er bij te nemen, nu wij te doen hebben met eenen Kerkrechterlijk en Staatsrechterlijk geijkten historischen naam, waar het »Christelijk” als nadere bepaling bij zou komen.’’
Die redeneering is duister. Er is geen eisch gehoord voor den naam «Geref. Christ. Kerken,” maar wel van Christ. Geref, Kerken, Niet Christelijk als nadere bepaling, maar als hoofdnaam, nader bepaald door het woord «Gereformeerd.” Uit het boven gezegde blijkt verder duidelijk, de Kerkrechterlijk en Staatsrechterlijk geijkte historische naam, de aloude naam, is geweest: eerst Evangelisch Gereformeerde- en daarna Christelijke Gereformeerde religie. Men vergelijke verder Archief voor Kerkelijke geschiedenis van Kist en Rooyaards, 1841 (pag. 236).
Niet aan Ds. Sikkel, maar aan Dr. Kuyper, aan wiens eerlijklmd ook wij nog zoo gaarne willen blijven gelooven, vragen wij daarom terugname van hetgeen hij schreef in »de Heraut” van 11 Sept’., aan de bittere woorden van de »Z. Holl. Kerkbode” toevoegende: «Metterdaad, het is meer dan stuitend, dat mannen, die zoo slecht op de hoogte zijn, den euvelen moed I hebben, zich als kerkelijke leidslieden op te; werpen. Het is dan ook te begrijpen, dat het j Gereformeerde volk het oor van hen afwendt”. Dr. Kuvper schreef dit, omdat br, Renkema tot staving van den naam Christ. Geref. eene aanhaling deed uit de acta eener door Trigland als Remonstrantsch generkte Synode, terwijl Ds. S, beweerde, dat «de naam Chr. Geref. Kerk in geen ander kerkelijk stuk voorkomt.” Hoewel wij geen part of deel hadden aan hetgeen br. R. schreef, waren toch ook Ds, Wisse en Ds. van Lingen «mannen van euvelen moed.” Is dat eerlijk?
Tevens vragen wij een tweede corrjgendum. In »de Heraut” van 17 Sept. beweert Dr. K., dat wij zijne meening over Wedergeboorte en Doop hebben voorgesteld, alsof «wij (Dr. K.) de door ons gegeven voorstelling uit onzen duim gezogen hadden en alsof hunne voorstelling de alleen geijkte was.” In «het Wekkertje’, van 6 Juli heb ik reeds genoemd: Justinus, Martijr, Cyprianus, Augustinus, Luther; in dat van 15 Juli schreef ik, na mededeeling van wat Comrie schreef: «Tegenover deze staat het gevoelen van meer dan één, die door Dr. Kuyper wordt gevolgd, Calvijn, Malcovius, Voetius, van Maestricht, enz., over.”
Van” den laatsten hebben wij zelfs uit zijne catechisatie over den Catechismus een tal van regels over dat punt doen overdrukken. Wat het tweede betreft «alleen Gereformeerd,” herinneren wij alleen aan de woorden van Dr. K. in »de Heraut” nr. 666: «Volhardt iemand in de opinie, dat een kind zou mogen gedoopt worden, zonder dat daarin zijne uitverkiezing verondersteld werd en alsof eerst in den volwassene het genadewerk kon beginnen, dien zeggen we aan, dat hij met geene eerlijke conscientie in de Geref. Kerken blijven kan, want onze Geref. Kerken beleden en leerden van ouds vlak het tegendeel.” Wie noemt zich dus alleen Gereformeerd ?
Wij raden Dr. K. aan, voortaan niet af te. gaan op het onwaar en bitter geschrijf ’in (ie »Z. II. Kerkbode,” maar integendeel ernstige ij lezing van het uitnemend beekske van Ds. Hulst: «Supra en Infra.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1892

De Wekker | 4 Pagina's

Christelijk Gereformeerd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1892

De Wekker | 4 Pagina's