Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bach en bollen op één bedrijf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bach en bollen op één bedrijf

Ad Huetink: „De organisten vinden het prettig spelen hier, ze voelen zich één met hun publiek"

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ooit loeiden de kalveren er. Nu klinkt er welluidende muziek van Bach, Zwart en Asma. Boer Ad Huetink bouwde in de velden van Lemelerveld een concertzaal, plaatste er een vierklaviers Johannusorgel in en laat er alweer vijf jaar concerten op geven. „De mensen die hier komen, zijn vaak nog niet eerder op een orgelconcert geweest. Ik doe dus een beetje zendingswerk.

Lemelerveld is een vlek in de buurt van Ommen. Vooral bekend bij toeristen die er s zomers langskomen op hun fietstocht door het Overijsselse land. Maar sinds 2001 heeft het dorpje, gevleid tegen de Lemelerberg, bij orgelliefhebbers een klinkende naam, dankzij de Willem Hendrik Zwart, kortweg WHZhal. Concertzalen in de rimboe zijn er niet veel in Nederland. Eigenlijk was er lange tijd maar één: die van Cor Booij in het Noord-Hollandse Sint Pancras, waar je vroeger alleen met het pontje kon komen.
De muziektempel van boer Ad Huetink is weliswaar met de auto te bereiken, maar de bezoeker moet wel een lange adem hebben. De concertzaal ligt ver buiten het echte Lemelerveld. Een pad dat nergens lijkt te eindigen, voert uiteindelijk naar de Grensweg. Op nummer 17 verrijzen grote schuren met Huetink bloembollen erop. Verscholen tussen de langgerekte gebouwen ligt de WHZhal, vernoemd naar de voormalige organist van de Kamper Bovenkerk, oudorgelleraar en vriend van Huetink.
De boer in ruste (66) kocht het spulletje aan de Grensweg in 1979. Op het erf stond toen nog een oude kalverenschuur. Huetink gooide de stal tegen de vlakte en liet een nieuwe bouwen, waar 2400 kalveren onderdak vonden. Toen de derde en laatste zoon de leeftijd had om te gaan werken, was er in het bedrijf van zijn vader geen plaats meer. Huetink: „Ik heb tegen de jongens gezegd: Jullie mogen op mijn grond iets anders beginnen, als de handel zichzelf maar bedruipt. Ze kozen voor de bloembollenteelt, waarbij ze de mest van mijn kalveren mooi konden gebruiken als grondstof. Aanvankelijk kweekten de jongens vooral gladiolen, later gingen ze over op lelies. Dat is nu hun specialiteit.
Inmiddels doet het bedrijf Huetink niets meer met kalveren, alleen nog met bloembollen. „De handel in lelies blijkt een groot succes, zegt Huetink senior. „Ten opzichte van het westen, waar de bollenteelt vanouds zit, is de grond hier veel schoner. We gebruiken 30 tot 40 procent minder bestrijdingsmiddelen. Tulpen willen hier niet; daar moet je voor in de polder zijn. Maar lelies lopen als een trein. Op 100 hectare grond produceren we 40 miljoen bollen per jaar. In het hoogseizoen werken hier zeventig tot tachtig mensen, meest via het uitzendbureau, om de bollen te verwerken. Er zijn veel Portugezen bij, die tijdelijk wonen in een vakantiebungalow in de omgeving.

Opkoopprijs
Huetink heeft er nooit spijt van gekregen dat hij zijn kalveren eruit heeft gedaan. „We moesten vijf, zes jaar geleden enorm veel investeren vanwege verscherpte milieumaatregelen. Ik had daar weinig zin in. Toen kwam de mkzcrisis eroverheen. Minister Brinkhorst bood kalverenbedrijven een goede opkoopprijs als ze ermee wilden stoppen. Ik heb daar gebruik van gemaakt.
De stallen werden gesloopt en Huetink stond voor de vraag: Wat nu? Op de plek van de kalverenstal liet hij een hal bouwen, die hij aanvankelijk als voorlichtingsruimte voor de bollenteelt in gedachten had. „Dat leek me een mooie combinatie: zelf bollen telen en aan geïnteresseerde groepen informatie geven. Maar toen de hal er eenmaal stond, dacht Huetink: Waarom zet ik er geen orgel in? „Die gedachte werd versterkt toen ik in contact kwam met Boersma, een Amerikaanse Nederlander die eigenaar is van Klein Drakestein in Lage Vuursche. Hij heeft daar een groot Monarkeorgel staan en laat daar concerten op geven. Zoiets wilde ik ook graag.
Huetinks wens ging ruim vijf jaar geleden in vervulling. Johannus Orgelbouw maakte ook voor hem een Monarke-orgel met vier klavieren, pedaal en 75 stemmen. Waarom Johannus? „Ik heb het orgel zelf getekend en wilde per se vier klavieren hebben. Aanvankelijk dacht ik aan Domus, maar die zei zon orgel niet te kunnen maken. Dus kwam ik bij Johannus uit.
Everhard Zwart, zoon van Willem Hendrik, was adviseur tijdens de bouw. Als klankideaal had Huetink de orgels van de Bovenkerk in Kampen en de Grote Kerk in Apeldoorn in gedachten. „Een combinatie die nergens op slaat, geeft Huetink eerlijk toe. „Kampen is een Hinsz, Apeldoorn een Bätz. Eigenlijk moet je dit instrument helemaal niet met een Hinsz of Bätz vergelijken. Het blijft natuurlijk een elektronisch orgel. Vooral de nagalm is nog steeds een moeilijk verhaal. Ik ben daar nog niet tevreden over.
De dispositie van het orgel loopt van een Sifflet 1 voet op het Echowerk tot een Bombarde 32 voet op het pedaal. Huetink is tevreden over de klank, maar blijft toch zoeken naar verbeteringen. „Eén keer per jaar gooien we het orgel aan de laptop. Dan pakken we bepaalde registers om de klank bij te schaven. Kijk, de Trompet 8 voet bij voorbeeld is op zichzelf best aardig, maar zou mooier kunnen. Aan de andere kant moet je met zon groot orgel oppassen. Je kunt niet zomaar allerlei registers willekeurig veranderen. Dan wordt het een ratjetoe.

Echowerk
De speeltafel staat op een podium, voor in de hal. Het nagemaakte pijpenfront torent hoog boven de klavieren uit. Achter de pijpen strooien talloze luidsprekers hun klanken de zaal in. Aan de overkant van het orgel is een balustrade, waar het echowerk hangt. Daar staan ook de chamadestemmen: een Tuba16 voet, een Tuba Magna 8 voet en een Tuba Mirabilis 4 voet. De klank van deze registers is een imitatie van de zogeheten horizontale Trompetten, zoals het Marcussenorgel in de Rotterdamse Laurenskerk die heeft. Ze produceren een doordringend geluid.
Sinds ruim vijf jaar laat Huetink maandelijks concerten op zijn orgel geven. Populaire organisten als Everhard Zwart, Wim Magré, Martin Mans, John Propitius en Harm Hoeve bespeelden het instrument. Speciale waardering heeft Huetink voor Klaas Jan Mulder. „Hij kan er heel mooi op spelen, ondanks zijn voortdurende gemopper op het orgel. De ene keer gaan de toetsen niet diep genoeg, de andere keer mist hij een viervoet. Toch bereidt hij zich het grondigst voor van alle organisten. Hij komt om twee uur en blijft dan de hele middag spelen.
Denkt Huetink wel eens aan andere organisten dan uit het populairklassieke kamp? „Ik zou het zelf wel willen, maar de mensen komen niet bij een Jos van der Kooy of Geert Bierling. Eén keer moest Huetink onverwacht zelf optreden. „Ik had een Deense organist uitgenodigd. Anderhalf uur van tevoren meldde hij zich ziek. Ik heb toen zelf maar gespeeld. Natuurlijk niet het programma van hem –dat kon ik niet– maar een eigen programma met koraalmuziek en goed in het gehoor liggende literatuurstukken.
Welk publiek trekt Huetink met zijn maandelijkse concerten op zaterdagavond? „Niet het doorsnee orgelpubliek. Er zijn altijd relatief veel mensen die nog niet eerder op een orgelconcert kwamen. Ik doe dus een beetje zendingswerk. Wat mensen aantrekt, is de informele sfeer. Vooraf schenken we koffie, na afloop is er een hapje, een drankje en de mogelijkheid om met de organist een praatje te maken. Dat waarderen de bezoekers.
Niet alleen zij, constateert Huetink. „Ook de organisten vinden het prettig spelen hier. Ze voelen zich één met hun publiek. Ik krijg regelmatig aanbiedingen van organisten, zelfs uit het buitenland, die hier graag willen komen spelen. Sommigen doen er een dvd van zichzelf bij. Er zitten organisten tussen die gewend zijn grote, historische orgels te bespelen. Toch komen ze graag een keer naar Lemelerveld, vanwege de sfeer.

Speciale band
Het is tijd voor een demo. Huetink, die elke zondag diensten in uiteenlopende kerken in de regio speelt, laat al improviserend de dispositie van zijn Johannus horen. Tussen de bedrijven door geeft hij een toelichting. „De prestanten van de verschillende klavieren hebben verschillende klankkleuren. Luister maar.
De demo biedt de mogelijkheid om eens goed rond te kijken. Aan weerszijden van de speeltafel is een beeldscherm gemonteerd dat de verrichtingen van de organist groot weergeeft. Sfeervolle kroonluchters verlichten de ruimte. Aan de muur hangen twee schilderijen van respectievelijk Feike Asma –de bekende plaat waarbij de rechterhand van de orgelmeester boven het klavier zweeft– en van Willem Hendrik Zwart. Met die laatste had Huetink een bijzondere band. „Ik had les van Willem Hendrik toen hij ziek werd. Ook ik ben twee keer ernstig ziek geweest: hersenvliesontsteking. We hebben daar veel samen over gepraat. Lange tijd dacht ik muzikaal helemaal in zijn lijn. Zoals Willem Hendrik speelde, zo moest het, meende ik. Later ben ik ook andere organisten gaan waarderen.
Ook met Klaas Jan Mulder heeft Huetink een bijzondere band. „Het kostte mij veel moeite om Mulder na afloop van zijn eerste concert hier met het publiek in contact te brengen. Dat is eigenlijk niets voor hem. Wat deed Mulder? Hij ging na het concert in de bijkeuken zitten, maar de mensen liepen hem gewoon achterna.
Bij een ander concert zat ik na de generale repetitie met Mulder te eten en kregen we een heel persoonlijk gesprek over het verlies van zijn dochter. Hij had daar eigenlijk nooit over gepraat, maar het altijd weggestopt. Toen hij hoorde dat ik een schoondochter moest missen, kwamen de verhalen los. Huetink schiet vol als hij het memoreert. „Ik heb het er nog altijd moeilijk mee. Mulder en ik voelden elkaar haarfijn aan.

Tulpen uit Amsterdam
Naast de maandelijkse orgelconcerten klinkt het orgel ook als Huetink groepen toeristen ontvangt, die het bloembollenbedrijf willen bekijken en daarna zich muzikaal laten verwennen. De belangstelling hiervoor groeit. „Vorig jaar had ik 52 groepen, variërend van 15 tot 130 deelnemers. Ze komen met bussen vol voorrijden, uit alle delen van het land. s Morgens varen op de Vecht, s middags een cultureel programma. Ik probeer me zoveel mogelijk aan het publiek aan te passen. Zijn het mensen uit Amsterdam, dan doe ik het carillon van de Westerkerk na of speel ik Tulpen uit Amsterdam. Zijn het Brabanders, dan improviseer ik over Hertog Jan. Ik vertel over de stukken die ik speel en vind dat erg leuk om te doen. Dit jaar komt het meerdere keren voor dat we vier groepen per week ontvangen. Daarom gaan we minder concerten geven. Het is organisatorisch niet meer bij te sloffen. Maar op zaterdag 27 mei is er de hele dag een verzoekprogramma, gespeeld door Everhard Zwart en Wim Magré.

De Willem Hendrik Zwarthal bevindt zich aan de Grensweg 17 in Lemelerveld. Voor meer informatie over concerten of excursies: tel. 0572-371838 of email: ahuetink@cs.com

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 april 2006

Terdege | 92 Pagina's

Bach en bollen op één bedrijf

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 april 2006

Terdege | 92 Pagina's