Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de praktijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de praktijk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

42

De rijke jongeling, die eens tot de Heere Jezus kwam, moet wel een zeer net mens geweest zijn; er staat in het Woord, dat de Heere hem aanzag en beminde. Hij zal zeker wel veel kennis hebben opgedaan aangaande de letter der Wet, en zich gericht hebben om naar die wet te leven en zijn levensgang overeenkomstig dien te openbaren. Evenwel ontbrak hem het ene nodige, en toen hij door de Heere Jezus op de noodzakelijkheid daarvan werd gewezen, betoonde hij Zich in Zijn ware bestaan, en had hij er zijn rijkdom, goedewerken en goede naam niet voor over. Hij was een onbesproken mens waar geen natte vinger op te leggen was. Maar de Heere zag dieper dan alleen de buitenkant, en wees hem zijn groot gemis aan. En hij ging bedroefd weg, staat er in het Woord.

Het komt ook nu voor, dat men op huisbezoek mensen ontmoet, en als men ze hoort spreken, zou opmerken: hier vinden wij veel van die trekken van de rijke jongeling terug; en dat zijn de makkelijkste bezoeken niet. 't Is opmerkelijk dat mensen, die, jaar en dag onder een zuivere bediening van , het Woord hebben verkeerd, en daarom verstandelijk goed kunnen weten, dat des mensenhart vernieuwd en bekeerd moet worden zal het welzijn, toch zo veel op hebben met hun goede hoedanigheden, en heimelijk steunen op hun burgerlijk en Kerkelijk goed gedrag.

Wij waren op bezoek bij een paar mensen, die al reeds overleden zijn. Het waren zeer nette mensen. Als ambtsbroeders vingen wij een gesprek aan dat gericht was op de geestelijke staat van deze mensen; wij probeerden om hen aan het spreken te krijgen, maar wat het innerlijk leven betrof, kregen wij niets te horen. Toen het ging over het vervullen van de godsdienstplichten, werden wij gewaar dat aan hun kerkgang veel waarde werd gehecht, zij steunden op de plichten alleen, dus op het getrouwe kerkbezoek, ook op hun goede omgang met hun medemensen. Wij hebben er op gewezen dat de Heere Jezus de goede hoedanigheden, wat betreft de waarneming van de godsdienstoefeningen, niet afkeerde, evenmin als de burgerlijke deugden omtrent de medemens. Dit zijn op zichzelf vruchten van de algemene genade Gods, waardoor het voor ons nog mogelijk is om met onze medemens te leven en voor elkander tot hulp en steun te zijn. Het kan zijn dat er van jongsaf 'n beslag op ons ligt, zodat wij niet mee kunnen doen met de brute wereld, dat we de Waarheid graag horen, en waar het zuivere Woord te beluisteren is gaan wij gaarne heen, voor grote uitspattingen bleven wij bewaard, de opvoeding en het onderwijs spreken in deze ook mee, maar wij weten niet van een omzetting in ons leven, terwijl wij toch gedurig horen, dat wij bekeerd moeten worden tot God, zal het wel met ons zijn; en dit beamen wij wel, maar leven ons eigen gangetje voort. Ziet eens mensen, het is groot als van ons gezegd kan worden, dat wij een eerzaam leven leiden, maar als straks de dood komt moeten wij dat alles afleggen, en hoe zal het dan zijn? Zullen wij dan zo God kunnen ontmoeten, terwijl de Heere ons in Zijn Woord vele malen toeroept: Bekeert U en leef?

Ik heb van een man gehoord, die zeer veel deed voor het ware volk van God, zijn huis was een vergaderplaats, en wekelijks werd het gezelschapsleven beoefend, veelal in tegenwoordigheid van een predikant. Deze man had een naam wegens zijn milddadigheid en gastvrijheid, maar nadat deze man was overleden, vertelde een vriend van hem, dat hij deze man nog nooit iets had horen vertellen uit zijn eigen leven; graag geluisterd als gesproken werd over de leidingen des Heeren met Zijn Volk, maar zelf daar niet uitgesproken. Wat zal het bij deze man geweest zijn, misschien uit eerbied voor Gods volk? Ook dit is op zichzelf niet genoegzaam, de Heere vraagt niet in de eerste plaats om onze hand, maar om ons hart, uit ons hart zijn de uitgangen des levens, lezen wij in Gods Woord.

En hoe is nu ons hart? God spreekt in Zijn Woord dat ons hart boos en gans verdorven is, en dat leert de ziel kennen als de Geest des Heeren overtuigen gaat van zonden, gerechtigheid en oordeel. Dan krijgt men veelal eerst te doen met de meestbijliggende zonden, die ook wel koningszonden genoemd worden, maar gaat de Heere ontdekken de oorzaak der zonden, dan bevindt zich de mens een zonde te zijn, ja geheel verdorven in zijn bestaan, en leert hij zijn zogenaamde goede hoedanigheden kennen als zonden voor God, omdat zij voortkomen uit een onrein hart en niet tot ere des Heeren zijn, dan schiet er niets goeds van de mens over. Leerden wij zo onszelve voor de Heere kennen, werd dit waarheid in ons binnenste, ja werd het nood in onze harten, en worden wij uitgedreven tot den Heere, bij Hem alleen is redding in die nood. De Heere heeft voor dat ontdekte volk Zelf voor een Losser gezorgd, die het opneemt voor dat volk in het dodelijk tijdsgewricht; daar wordt beleefd wat genade is; wel mensen, welk een genade, als men die enige Toevlucht mag leren kennen, die het voor dat verkregen volk opneemt; hoe noodzakelijk Hem te benodigen in alle weg en omstandigheden; Hij is het Leven, en de Borg en de Toevlucht voor al Zijn Volk. Denk na over het gesprokene van deze avond, en neem het ter harte.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit de praktijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's